Zin hoort thuis in de praktijk
Zelden kreeg ik zoveel reacties als op mijn verhaal ‘Dan maak je maar zin: hoe je zin krijgt in je werk,’ dat op 1 juni gepubliceerd werd in de bijlage ‘Letter & Geest’ van Trouw.
Ik beschreef daarin hoe ik van voormalig Denker des Vaderlands, René Gude, geleerd heb dat zingeven iets heel gewoons is, iets dagelijks, waaraan je kunt werken. “Zingeving is zinmaking geworden, en de activiteit ‘zin geven’ wordt dus ‘zin maken’.”
Samen met Gude onderzocht ik het woord ‘zin’, om achter de betekenis ervan te komen, en ook om zin maken praktisch te maken. We kwamen tot een vierdeling. In Trouw schreef ik: “Zin verwijst allereerst naar het lijflijke, het fysieke. Gude noemde dat het zinnelijke of het lekkere, het lustvolle. Zin is ook het zintuiglijke, het esthetische, het schone. Maar zin staat ook voor het zinrijke, het rationele, dat je in staat bent te verwoorden wat je doet of moet doen. En ten slotte betekent zin ook zinvol, dat je achter de doelen staat van je leven of je werk.”
auteur: Peter Henk Steenhuis
datum: 14 juni 2019
website: https://www.trouw.nl/religie-filosofie/zin-hoort-thuis-in-de-praktijk~b898191a/
Theoretisch
De meeste reacties waren instemmend én vragend tegelijk. Mooi. Verrassend. Maar ook: is het niet wat theoretisch? Een dodelijk compliment, want de bedoeling was juist om zingeving praktisch te maken. En het artikel kende naar mijn idee ook al flink wat voorbeelden. Het bleek dat sommige lezers toch nóg meer behoefte hadden aan voorbeelden uit de praktijk.
Daarom geef ik er hier nu twee. Het eerste stond in de zaterdagkrant van 8 juni. Thecla Bodewes, Zakenvrouw van 2011 en eigenaar van de scheepswerven Gebr. G. & H. Bodewes, vertelde dat voor haar “iedere medewerker even belangrijk” is. Dat zullen veel ondernemers zeggen. Maar meestal is een dergelijke uitspraak iets voor de bühne. Hoe laat je werkelijk zien dat je werknemers belangrijk vindt, in de praktijk? Bodewijs gaf daarop een mooi antwoord: “Ik organiseer bijvoorbeeld maandelijks een lunch voor iedereen die die maand jarig was. Van schoonmaker tot manager, iedereen zit dan samen aan tafel. Dat levert de interessantste gesprekken op.”
Dit doet denken aan een initiatief van schoonmaakbedrijf Asito, dat jaren terug het Nationaal Integratiediner bedacht. Jaarlijks zitten er op een dag begin oktober inmiddels meer dan 20.000 man met elkaar te eten. Initiatiefnemer Ron Steenkuijl: “Wij zien elke dag dat verschillende mensen heel goed samen kunnen werken en wij willen dit graag aan de buitenwereld laten zien. Door samen te koken, te eten en te praten, leren mensen elkaar niet alleen kennen, maar ervaren ze ook welke rijkdom andere culturen te bieden hebben. Want hoezeer je als nieuwe Nederlander ook integreert, op één punt is die oude identiteit extra vitaal: het eten.”
Dit zijn prachtige voorbeelden van wat wij het Zinnelijke noemen, Z1: zingeven door middel van het Lekkere, een lunch, waarbij de interessantste gesprekken ontstaan. Dit is een levensles die elke ondernemer kan overnemen, morgen, in zijn eigen praktijk.
Belastingdienst
Een ander voorbeeld kwam ik een paar dagen later tegen op de opiniepagina van Trouw. Daar schreef Hans Gribau, hoogleraar belastingrecht, over de misstanden bij de belastingdienst. Volgens Gribau is het bij de belastingdienst zo erg, dat Kafka erbij verbleekt. De opsomming die hij geeft laat ik achterwege. Het gaat mij nu om het slot van zijn verhaal.
“Het management,” schrijft Gribau, “dient ook zelf over voldoende vakinhoudelijke kennis te beschikken. Zonder de technische taal van je medewerkers te verstaan is een zinvol gesprek erg lastig. Maar zijn er nog wel genoeg ervaren fiscalisten in het (top)management? Is er niet te veel aandacht voor het managen van processen? Er moet immers juridisch juist en fatsoenlijk gehandeld worden. Beide eisen maken bezinning en actie urgent.”
Ook dit is een vraag naar zingeving, en wel in de derde betekenis van het woord, het Zinrijke (Z3). Het Zinrijke gaat over de vraag of je in staat bent te verwoorden wat je taken zijn, je opdrachten. Het is de rationele, verbale kant van zingeving. Gribau zet hier vraagtekens bij: er zijn te weinig fiscalisten in het management, waardoor het gesprek over het werk bemoeilijkt wordt, of misschien erger: onmogelijk wordt. Dat vraagt om bezinning. Dat laatste woord ‘bezinning’ hoort volgens ons typisch bij de derde, verstandelijke vorm van zingeving.
Zo kom je in Trouw van één week twee heel sprekende voorbeelden tegen van zingeving op de werkvloer. Dat onderstreept waarmee wij bezig zijn: zingeving naar de werkvloer brengen. Want zin hoort thuis in de praktijk.
Peter Henk Steenhuis onderzoekt de zin van ons werk en leven. Lees hier eerdere verhalen terug.
Steenhuis is op 26 juni een van de sprekers op de bijeenkomst ‘Trouw in het land’ in Assen.Hebben we nog zin in ons werk?