Zie Ik sta aan de deur en Ik klop!
Openbaring 3: 14-22: Zie Ik sta aan de deur en Ik klop!
14 Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea:“Dit zegt Amen, de trouwe en betrouwbare getuige, het begin van Gods schepping: | Zevende brief: aan Laodicéa14 En schrijf aan den engel van de Gemeente der Laodicenzen: Dit zegt de[3:14] Openb 1:5, 6. Amen, de trouwe, en waarachtige Getuige, het[3:14] Kol 1:15.Begin der schepping Gods: | Aan Laodicea14 En schrijf aan de engel der gemeente te Laodicea:Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige getuige, het begin der schepping Gods: |
*Laodicea was een rijke en vermaarde stad, gelegen in Frugië aan de rivier Lycus, niet ver van Colosse (Zie Colossensen) Net als Colosse was er een bloeiende linnenindustrie en een wolcentrum.Hiërapolis (Pamukkale tegenwoordig) was een beroemd kuuroord voor welgestelde Grieken en Romeinen, omdat het water geneeskrachtige mineralen bevatte en het hete water bovendien een gunstige uitwerking had op sommige ziekten. Het hete water dat onafgebroken uit de diepe gleuven in de aardkorst opborrelt, scheidt bij verdamping aan de oppervlakte kalk af in de vorm van witte vlokken. Vanuit de verte lijkt de omgeving daarom op een sneeuwlandschap. Afzender van de brief:*AMEN = een naam van God (zoals ‘Ik zal Zijn’ in Exodus); hierin wordt Christus’ getrouwheid en Zijn standvastigheid in het volvoeren van alle beloften van God weergegeven. (2 Korinthe 1:20a: “Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Christus ja, en zijn in Hem amen”)* de trouwe en waarachtige: is een benadrukking van het woord AMEN => Zijn getrouwheid en waarheid in het voortellen van de leer van de zaligheid, die Hijons uit de schoot van de Vader heeft gebracht.* Die er was voordat er maar iets was, nl. aan het Begin van de schepping. | ||
15 Ik weet wat u doet, hoe u niet koud bent en niet warm. Was u maar koud of warm! | 15 Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet; och, of gij koud waart, of heet! | 15 Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet. Waart gij maar koud of heet! |
Het water stroomde van Hiërapolis over de terrassen van de heuvelstad heen en via kleine geultjes bereikte het de vlakte waar Laodicéa lag. Daar bleek het water lauw geworden te zijn. Nog steeds is het hete water van de warmwaterbronnen van Pamukkale lauw als het Laodicea bereikt. Het is noch heet, noch koud.Daaraan zullen we moeten denken als de opgestane en verhoogde Heer de gemeente van Laodicea verwijt dat ze nog koud noch heet is. Bij het eerste horen van deze woorden ben je geneigd te denken dat Jezus bedoelt te zeggen “Waren jullie maar pal vóór Mij of pal tegen Mij”. Bij deze uitleg zijn koud en heet tegenstellingen. Toch is deze uitleg niet juist. Jezus kan toch niet wensen dat mensen tegen Hem zijn? Om de betekenis van deze tekst te begrijpen moet je letten op de plaatselijke omgeving: heet water was geneeskrachtig en koud water leste de dorst, maar lauw water was waardeloos. Je kon het noch voor het één noch voor het ander gebruiken. | ||
16 Maar nu u lauw bent in plaats van warm of koud, zal ik u uitspuwen. | 16 Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen. | 16 Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch heet, noch koud, zal Ik u uit mijn mond spuwen. |
Dat lauwe kalkhoudende water uit Hiërapolis was vies. Als je er een teug van gedronken had, spuugde je het direct weer uit. Waardeloos was het. Tegen die achtergrond kunnen we bovengenoemde tekst lezen. | ||
17 U zegt dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets meer nodig hebt. U beseft niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt. | 17 Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt. | 17 Omdat gij zegt: Ik ben rijk en ik heb mij verrijkt en heb aan niets gebrek, en gij weet niet, dat gij zijt de ellendige en jammerlijke en arme en blinde en naakte, |
Het zichtbare contrast in de Bijbel: je zegt dit, maar je bent dat!Je zegt dat je rijk bent, maar je bent arm.De gemeente van Laodicéa was in de ogen van de verrezen Heer lauw en zelfvoldaan. Ze zeiden: we hebben aan niets gebrek. En dat zeiden ze niet omdat de Heer hun herder was, maar omdat ze hun schaapjes op het droge hadden. Dat kon je ook wel zien als je door de stad liep. Er was: => maar toch waren ze:een opleidingsschool voor artsen => ellendig en jammerlijkeen laboratorium waar een beroemde ogenzalf was uitgevonden => toch blindeen centrale bank voor heel Asia => toch armeen bloeiende linnenindustrie => toch naakt. De stad is door aardbevingen verwoest. | ||
18 Daarom raad ik u aan: koop van mij goud dat in het vuur gelouterd is, en u zult rijk zijn; witte kleren om u te kleden en uw naaktheid te bedekken, zodat u zich niet meer hoeft te schamen; zalf voor uw ogen, zodat u weer kunt zien. | 18 Ik raad u dat gij van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk moogt worden; en witte[3:18] 2 Kor 5:3. Openb 7:13; 16:15; 19:8.klederen, opdat gij moogt bekleed worden, en de schande uwer naaktheid niet geopenbaard worde; en zalf uw ogen met ogenzalf, opdat gij zien moogt. | 18 raad Ik u aan van Mij te kopen goud, dat in het vuur gelouterd is, opdat gij rijk moogt worden, en witte klederen, opdat gij die aandoet en de schande uwer naaktheid niet zichtbaar worde; en ogenzalf om uw oogleden te bestrijken, opdat gij zien moogt. |
Koop => Geef het keizerlijke aan de keizer en het goddelijke aan God (Marcus 12: 13-17)Reinier Sonneveld zegt in zijn boekje “Jutten”: Een denarie toentertijd vertoonde het hoofd van Tiberius met de tekst “Keizer Tiberius Verheven zoon van de goddelijke Verhevene” (Augstus). Net zoals een denarie het beeld van de keizer draagt, zo draagt Jezus het beeld van God. De keizerlijke munt is om aan de keizer als hoofdgeld te betalen, maar de goddelijke Jezus is om aan God hoofdgeld te betalen. Jacob van Bruggen zegt: “Zijn kruis is bij God onze munt.” Goud beproefd komende uit het vuur => het vuur van de verzoekingen; en dat al de rijkdommen van Christus’ lijden zich toe-eigenen. Wij hebben zo’n hekel aan beproevingen en willen dat het zo snel mogelijk over is. We bidden vaak: “Here, zorg……”.; “Here, laat……….”; “Here, doe……….” In plaats van: “Here, is dit een beproeving of een verzoeking? Wilt U mij leren hoe ik hiermee om mag gaan?!”1 Petrus 1:5-7 Verheug u hierover, ook al moet u nu tot uw verdriet nog een korte tijd allerlei beproevingen verduren. 7 Zo kan de echtheid blijken van uw geloof – zoveel kostbaarder dan vergankelijk goud, dat toch ook in het vuur wordt getoetst – en zo verwerft u lof, eer en roem wanneer Jezus Christus zich zal openbaren.Witte kleren => rechtvaardigheid en heiligheid van Christus = ook 2 van de 3 vruchten van de verspieders! Rechtvaardigheid = dat we zeker weten dat God doet, wat Hij beloofd heeft!Ogenzalf => voor de verlichte ogen ven hat verstand; dat we de Waarheid van dingen zien, i.p.v. onze invulling er aan geven. | ||
19 Iedereen die ik liefheb wijs ik terecht en bestraf ik. Zet u dus volledig in en breek met het leven dat u nu leidt. | 19 Zo[3:19] Job 5:17. Spr 3:12. Hebr 12:5.wie Ik liefheb, die bestraf en kastijd Ik; wees dan ijverig, en bekeer u. | 19 Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u. |
Bestraffen = met woorden en overtuigingen Kastijden = met bezoekingen en bestraffingen Hebreeën 12: 5 en 65 Kennelijk bent u de bemoediging vergeten die tot u als tot kinderen wordt gericht: ‘Mijn zoon, je mag een vermaning van de Heer nooit terzijde schuiven en nooit opgeven als je door hem terechtgewezen wordt, 6 want de Heer berispt wie hij liefheeft, straft elke zoon van wie hij houdt.’ 7 Houd vol, het betreft hier immers een leerschool, God behandelt u als zijn kinderen. Welk kind wordt niet door zijn vader berispt? 8 Maar als u die leerschool niet doorloopt zoals alle anderen vóór u, dan bent u geen kinderen, maar bastaards. | ||
20 Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij. | 20 Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij. | 20 Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij. |
God staat aan onze deur om dit ons allemaal te geven, maar we zijn vaak bang om de deur open te doen. Want zoals het nu gaat, vinden we het prima gaan.We kunnen ook roepen: “Heer, kom binnen, zoals Jezus binnenkwam na Zijn opstanding dwars door deuren en muren heen!” Wij zeggen vaak, als een gevangene, door het luikje: “Heer, hier hebt U dit en dat voor mij. Ik zal het niet meer doen”. Maar Jezus wil binnen komen in elke kamer van ons leven, in de kelder en op zolder en de volgepropte gangkast, die op slot zit. En wij mogen zeggen: “Heer, kom binnen. Help we, want ik ben zo bang om met Uw ogen naar mijn kamer te kijken”. Een eenvoudig gebed is: “Heer, leer me met Uw ogen naar mezelf kijken.” (Vandaar die ogenzalf)!Welke delen van ons leven houden wij voor God verborgen. Aan welke deur van uw bestaan klopt Jezus en laat u Hem nog steeds staan?Psalm 119:18 Ontdenk mijn ogen, dat ik aanschouw de wonderen van Uw wet.Jezus staat aan de deur als:* RECHTER => de schone schijn ontmaskert.* De grote Koopman => heeft veel in de aanbieding– goud van het geloof– witte kleed van zondeloosheid– ogenzalf om onze geestelijke blindheid te genezen.* grote Gastheer: => biedt ons Zijn vriendschap.Avondmaal houden => Dat is, mij met Hem door Zijn Geest meer en meer verenigen en Zijn genade en gunst door Zijn troost en versterking meer en meer doen voelen. | ||
21 Wie overwint zal samen met mij op mijn troon zitten, net zoals ik zelf overwonnen heb en samen met mijn Vader op zijn troon zit. | 21 Die overwint, Ik zal[3:21] Matt 19:28. 1 Kor 6:2.hem geven met Mij te zitten in Mijn troon, gelijk als Ik overwonnen heb, en ben gezeten met Mijn Vader in Zijn troon. | 21 Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon. |
Die overwint! Dat is met Hem lijden en met Hem verheerlijkt worden. Wat een belofte!Kunnen we beter krijgen? | ||
22 Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. | 22 Die oren heeft, die hore, wat de Geest tot de Gemeenten zegt. | 22 Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. |
God kan onze doofheid genezen! Zodat wij Zijn stem ook leren horen.Als er de eerste roerselen zijn, ga er op in! Laten we onze harten niet verharden, maar laten we ons laten leiden door Zijn stem! | ||
De Nieuwe Bijbelvertaling © 2004 Nederlands Bijbelgenootschap | Statenvertaling (Jongbloed-editie) | NBG-vertaling 1951 © 1951 Nederlands Bijbelgenootschap |