Wij zijn ons SOCIALE brein
Hersenen zijn ‘hot’
Jolanthe de Tempe publiceerde in september 2011 een interessant artikel in het Tijdschrift Systeemtherapie onder de titel: Het sociale brein, waarin zij onderzoekt wat psychotherapeuten hebben aan hersenonderzoek. Mede door de opkomst van beeldvormende technieken die de levende hersenen in actie betrappen is hersenonderzoek ‘hot’. Psychologiestudenten schijnen tegenwoordig meer bezig te zijn met de hersenen dan met psychische verschijnselen.
auteur: Gerie Hermans
datum: 14 mei 2012
website: https://psychologenpraktijk.wordpress.com/2012/05/14/
Nature-nurture
Het ‘nature-nurture’ debat heeft belangrijke politieke en praktische implicaties. In het huidige debat gaat het aan de ene kant om een stroming die de nadruk legt op wat er biologisch vastligt (‘nature’) en aan de andere kant om een stroming die de nadruk legt op de omgeving en de plasticiteit van de hersenen die ook na de eerste levensjaren nog veranderen (‘nurture’).
In de geestelijke gezondheidszorg is de biologische psychiatrie steeds dominanter geworden maar er is nu weer een tegenbeweging aan het ontstaan waarin de invloed van de omgeving en van de psychotherapie wordt aangetoond, ook voor mensen met psychotische stoornissen.
Over een vertegenwoordiger van deze tegenbeweging Paul Verheaghe heb ik al eerder op dit blog geschreven.
Dick Swaab met zijn bestseller: Wij zijn ons brein, is een vertegenwoordiger van de ‘nature’ kant en hij maakt zich volgens Jolanthe de Tempe schuldig aan reductionisme: Andere domeinen van wetenschap worden gereduceerd tot overbodig of ongeldig. Als wij niets anders zijn dan ons brein, is alleen de hersenwetenschap nog interessant.
Het nut van de hersenwetenschap voor de psychotherapie
Hoewel zij aan de ‘nurture’ kant staat vindt de Tempe dat hersenwetenschap nut heeft voor psychotherapeuten. Het maakt ons er op attent hoe weinig wij mensen baas in eigen brein zijn. Maar psychologen wisten dit eigenlijk al. Ze weten dat mensen tot op zekere hoogte slaaf zijn van interne en externe prikkels. Het besef van deze beperking heeft zelfs iets troostends en bevrijdends en is een les in nederigheid, voor ons als mens en als psychotherapeut.
Als mens en als psychotherapeut zoeken we natuurlijk wel de marges op. We weten wat een enorme invloed mensen op elkaar kunnen hebben. Vandaar dat psychotherapeuten of systeemtherapeuten het idee hebben dat ook zij een invloed kunnen uitoefenen en mensen kunnen helpen om meer grip te krijgen op hun handelen en leven. Onderzoek bevestigt het effect van therapie.
Veranderbaarheid van de hersenen
In de neurowetenschappen bestaat een stroming die de nadruk legt op de veranderbaarheid van de hersenen en het belang van de ervaring en de omgeving daarin. Psychotherapie kan volgens deze stroming niet alleen de software maar ook de hardware van de hersenen veranderen. Een belangrijke vertegenwoordiger van deze stroming is Daniel Siegel, een Californische psychiater en psychotherapeut. Hij houdt zich bezig met het gebied tussen de hersenen, de geest (mind) of het zelf en relaties.
De bouwstenen van onze hersenen worden gevormd door 100 miljard zenuwcellen (neuronen). Er bestaan talloze verbindingen tussen neuronen en tussen netwerken van neuronen. Bij complexe functies, zoals het plannen van een vakantie, zijn allerlei op elkaar inwerkende regelsystemen in de hersenen betrokken. Een soepele samenwerking tussen de vele hersengebieden maakt dat we effectief kunnen functioneren. De verbindingen tussen groepen neuronen zijn plastisch, dat wil zeggen dat ze veranderen door onze ervaringen en niet alleen in de eerste levensjaren maar ook op latere leeftijd. Veelgebruikte paden die neuronen nemen worden versterkt en minder gebruikte paden worden zwakker in een soort concurrentiestrijd. Siegel noemt dit het principe van ‘fire together, wire together’.
Hersenen richten zich vanaf de geboorte op hechtingsrelaties. De basis hiervoor is gelegd in de evolutie. Via relaties, verzorging en samenwerking ontstonden steeds betere overlevingskansen voor baby’s zowel als voor volwassenen. Gezondheid, welzijn en adaptatie zijn een kwestie geworden van steeds betere integratie, dat wil zeggen, van steeds rijkere en complexere verbindingen in de hersenen. Die rijkere en complexere verbindingen leiden tot een flexibeler en veerkrachtiger geest en tot beter sociaal functioneren.
Onze hersenen: twee helften en drie lagen
De linker helft is gespecialiseerd in verbale taal, gedetailleerd en logisch denken en in het maken van lineaire analyses. De rechter helft is meer intuitïef. Kennis wordt verkregen via beelden. Deze helft kan vele soorten informatie tegelijk verwerken en is daarmee globaal en holistisch. Muzikaliteit, creativiteit en visueel-ruimtelijke functies zetelen in de rechter hersenhelft zoals het weet hebben van de positie van het lichaam in de ruimte.
De hersen-zenuwbanen kruisen elkaar voordat ze naar het ruggenmerg gaan waardoor de linkerhelft de rechterkant van het lichaam aanstuurt en de rechterhelft de linker.
Geestelijke gezondheid en sociaal functioneren zijn gebaat bij sterke verbindingen en een zo goed mogelijke samenwerking tussen de beide hersenhelften. Deze samenwerking wordt genoemd de HORIZONTALE INTEGRATIE.
De VERTICALE INTEGRATIE is minstens even belangrijk en speciaal voor psychotherapeuten van belang omdat het hier om de mechanismen van de emotie-regulatie gaat.
De drie lagen van diep in de hersenen naar vlak onder de hersenpan bestaan uit:
– De hersenstam waarin basale levensfuncties huizen zoals het ademhalingscentrum en de temperatuurregulatie van het lichaam.
– Het limbisch systeem – de bron van emoties, van hechting aan belangrijke anderen en het alarmsysteem dat tot snelle acties aanstuurt bij dreigende situaties.
– De hersenschors of cortex. In het achterste deel huist het geheugen en het visueel-ruimtelijke inzicht. Het voorste deel (prefrontale cortex) regelt complexe functies zoals abstract denken, plannen van bewuste handelingen, overzien van gevolgen, wisselen van perspectief, vermogen tot empathie en reflectie op eigen denken en handelen. De hersenschors of cortex is pas min of meer voltooid rond het 25e jaar.
Net als bij de horizontale integratie geldt dat hoe beter de verticale integratie tussen de lagen, hoe beter iemands geestelijke gezondheid en functioneren.
Door stimulatie vanuit de omgeving en de hechtings-relaties ondergaat de cortex na de geboorte een enorme groeispurt. De rechterhelft ontwikkelt zich in de eerste twee levensjaren het snelst en wordt daarna ingehaald door de linkerhelft, de talige kant. De rechterkant behoudt sterkere verbindingen met de dieperliggende lagen – en dus met EMOTIES en het lichaam – dan de linkerhelft.
Een aardig hulpmiddel om de drie lagen en hun integratie uit te beelden is het ‘handmodel’ van een hersenhelft. Als we de duim in de handpalm leggen en daar de andere vingers overheen vouwen, staat de pols voor de hersenstam, de duim en de muis van de duim voor het limbisch gebied en de rest van de vingers voor de hersenschors of cortex.
Hechting en hersenontwikkeling
Volgens Derksen, hoogleraar klinische psychologie, is de hechtingstherorie de meest uitgewerkte en meest empirisch ondersteunde theorie die we in de ontwikkelingspsychologie kennen. De grondlegger van de theorie (Bowlby) plaatste hechting al in een biologisch en evolutionair kader.Veilige hechting leidt tot een betere emotie-regulatie, betere psychische en lichamelijke gezondheid en beter relationeel functioneren. Bij zowel kinderen als volwassenen draagt veilige hechting bij aan de ontwikkeling en veerkracht.Er wordt wel gesproken van een hechtings-systeem (Mikulincer & Shaver): Een aangeboren regulatie-systeem dat geactiveerd wordt door waargenomen bedreigingen en dat aanzet tot het contact met beschermende anderen. Het hechtings-systeem is niet statisch maar ontwikkelt zich verder op basis van levenservaringen.Veilige hechting beinvloedt zowel de software als de hardware van de hersenen. Maar andersom zijn de hersenen van meet af aan gericht op relatievorming. De hersenen blijven zich ook na de kindertijd in de interactie met de omgeving ontwikkelen door het aanleggen of uitbreiden van verbindingen tussen netwerken van neuronen. De ‘interpersoonlijke neurobiologie’ van Siegel ziet hersenen, geest (mind) en relaties als drie gebieden die elkaar constant wederzijds beïnvloeden. Geestelijke gezondheid of welzijn wordt gedefinieerd als een steeds doorgaande ontwikkeling naar meer complexiteit en integratie binnen en tussen elk van deze domeinen.
Emotieregulatie
Ouder en kind reguleren elkaars emoties door het intense non-verbale contact in de eerste levensjaren en later via de verbale taal. Zo stimuleren ze elkaar bij de groei en integratie van hersennetwerken en helpen ze elkaar bij emotie-regulatie. Emotie-regulatie zorgt er enerzijds voor dat we minder vaak overspoeld worden door emoties en dat we automatische reactiepatronen kunnen herzien als die niet (meer) functioneel zijn. Anderzijds veronderstelt een adequate emotie-regulatie dat we contact met ons lichaam en toegang tot onze emoties hebben. Integratie tussen de talige kant van de linker hersenhelft, de intuïtie van de rechter hersenhelft en de emoties uit het limbisch systeem maakt de emotie regulatie mogelijk.
Te scherp afgesteld alarm en kalmerende hormonen
Het limbisch systeem is bij uitstek emotioneel en is de bron van angst, alarm en hechtings-behoeften en zet ons aan tot razendsnelle, automatische actie bij vermeend gevaar. Het is door de evolutie scherp afgesteld: Beter 10 keer vals alarm dan één keer een alarm te weinig, want dat kan een leven kosten.Baby’s hebben het responsieve contact met hun hechtings-persoon nodig om zich veilig en prettig te voelen. In dat veilige contact zijn kalmerende hormonen in hun hersenen vrijgekomen. Met het opgroeien in veilige hechtings-relaties ontwikkelen kinderen een stabiele innerlijke voorstelling van zichzelf, van de ander en de wereld. Een dergelijke voorstelling leidt tot minder snel alarm en stelt het kind in staat de wijdere wereld te exploreren en daarvan te leren.De ontwikkeling van de cortex en de verbindingen met het lymbisch systeem maakt na het eerste, automatische alarm van het limbisch systeem een tweede, tragere beoordeling van de schijnbaar bedreigende situatie mogelijk. Het complexere denken van de linker hersenhelft zend remmende boodschappen naar de rechter hersenhelft en samen remmen ze het limbische alarm en slaan ze de nieuwe informatie op in het expliciete geheugen. Anders gezegd: Naarmate onze hogere hersenschors-cellen rijpen en geïntegreerd raken in complexe netwerken met andere neuronen kunnen we de informatie van onze denkende geest vergelijken met de automatische reacties van onze limbische geest, de inschatting bijstellen en een rijpere actie kiezen. We kunnen dan beter geïntegreerde, meer samenhangende verhalen vertellen over en aan onszelf en aan elkaar.
Psychotherapie
Sommige kinderen en volwassenen zijn door een combinatie van aanleg en hechtings-ervaringen kwetsbaarder voor emotionele ontregeling dan andere. Bij chronische en ernstige stress of traumatisering kunnen alarmsystemen duurzaam ontregelt raken zodat men heftig blijft reageren. Het alarm staat voortdurend aan, de integratie van de hersenen is verstoord en de waarneming, het geheugen, de betekenistoekenning en het leervermogen zijn aangetast. Ook met een minder belastende voorgeschiedenis blijven we gevoelig voor ontregeling.Aan angst en hechting gerelateerde ervaringen worden opgeslagen in het impliciete (onbewuste) geheugen, los van informatie over de context. Het impliciete geheugen in het limbisch systeem vergeet niet. Zo kunnen we het fragmentarische van vroege jeugdherinneringen, het terugkomen van oude angsten en oud gedrag als men onder stress staat en de flashbacks bij een posttraumatische stressstoornis begrijpen. Op binnenkomende prikkels die onze ‘emotieknop’ raken, kunnen volwassenen reageren alsof ze een tweejarig kind zijn. Hechtings-relaties blijven belangrijk voor volwassenen. Hierop is de emotiegerichte relatietherapie van Johnson gebaseerd. Waargenomen bedreigingen in een partnerrelatie kunnen leiden tot heftige emoties en automatische vecht-, vlucht- of bevriezings-reacties tussen partners.Psychotherapie bevorderd de integratie tussen verschillende systemen in de hersenen. De therapeutische relatie vertoont overeenkomsten met de veilige hechtings-relatie. Het moet in die relatie veilig zijn voor de cliënt om te reflecteren op ervaringen en daarvan te leren.Volgens de Tempe zijn de voorwaarden voor dit leren empathie en steun, bevorderen van positieve verwachtingen, het aanspreken van zowel cognitie als emotie en de gezamenlijke constructie van geïntegreerde verhalen. Alle succesvolle therapie helpt de emotie-regulatie verbeteren en helpt mensen hun levensverhaal te herschrijven. Onderzoeksgegevens tonen het verband aan tussen therapiesucces en veranderingen in de hersenen, in de communicatie tussen het limbisch systeem en de prefrontale cortex, in de communicatie tussen de linker en de rechter hersenhelft, in de positieve beïnvloeding van neuronale netwerken.De therapeutische relatie blijkt uit deze onderzoeken van meer belang dan het therapiemodel. Gelukkig wordt er in de psychotherapie steeds meer belang gehecht aan de therapeutische relatie. Eigenlijk co-reguleren therapeut en cliënt elkaars gevoelens en gedrag, ten goede of ten kwade. Het is een opwindende gedachte dat een succesvolle therapie bij beide partijen de herstructurering van de hersenen met zich meebrengt.