Wibe Veenbaas – mijn leermeester vervolg
Hierbij een interview door André Fun met Wibe Veenbaas
in Teth in de rubriek ‘Meesterlijke Ontmoetingen’, pagina 4 t/m 9
op: 2008-3 – oktober
Het is negen september en ik heb een afspraak met Wibe Veenbaas. Hij is (mede)auteur van verschillende boeken. Daarnaast is hij dichter. In 1989 richtte hij met anderen het Phoenix opleidingsinstituut in Utrecht op. We hebben afgesproken op de Nieuwegracht. Naast deze trainingslocatie heeft Phoenix nog twee vestigingen.
Het lijkt deze dag wel of de zomer afscheid wil nemen in grootse vorm. De Nieuwegracht is gelegen in het historische centrum, de vele terrassen zijn overvol en de mensen zijn vrolijk zomers gekleed.
Als ik aankom bij het instituut word ik door diverse mensen verwelkomt. Ze waren kennelijk al ingelicht over het feit dat ik zou komen. Het geeft een welkom gevoel. Wibe begroet me hartelijk en leidt me rond door het prachtige gebouw. Hij wil me iets laten zien voor dat we met het gesprek gaan beginnen. In de hal beneden staan in het groot een aantal versregels van Rumi op de muur van het gedicht ‘Keer Terug’. In de grote trainingszaal beneden staat nog een gedicht op de muur. Dit gedicht heeft Wibe zelf geschreven, het heet: ‘Waarom hebben dingen een naam’. Wibe legt uit dat deze gedichten voor hem een heel belangrijke basis zijn voor zijn werken en leven.
Als we het gebouw, een voormalig mannenklooster uit de middeleeuwen, zijn rond geweest gaan we naar de werkkamer van Wibe. Wat volgt is een diepgaand gesprek met een inspirerend mens.
Je vertelde me eerder dat je drie opleidingen hypnotherapie hebt gevolgd. Hoe ben je met hypnotherapie in aanraking gekomen
Mijn eerste weg naar de hypnotherapie was toen ik nog werkte bij de opleiding leerlingbegeleiding. Ik had toen al een opleiding TA gedaan en verschillende andere trainingen zoals, Inter Personal Proces Recal, en Rogeriaans werk. Ik ben toen de hypnotherapie opleiding gaan volgen van Onno van der Hart. Dat heeft me heel veel gebracht vooral praktisch gezien. Aan de hand van deze opleiding ben ik met twee soorten klachten aan het werk gegaan, faalangstige leerlingen en zwangere vrouwen.
Hoe kwam dat laatste….
Er kwam heel toevallig een zwangere vrouw bij mij en die had een heel traumatische eerdere ervaring met bevallen. Daar heb ik toen een patroon voor gemaakt aan de hand van alle mooie dingen die ik gekregen had tijdens de opleiding. Dat pakte ontzettend goed uit en toen kreeg ik de ene zwangere vrouw na de andere. Ik werkte meestal een band uit van een half uur waar ze thuis mee konden werken Ik ben daarna gestart met lichaamswerk en NLP.
Milton Erickson kwam in beeld…..
Mijn boek ‘Op verhaal komen’ ligt heel dicht tegen het werk van Milton Erickson aan Ik heb alles wat er geschreven is over Milton Erickson van voor tot achter gespeld. Ik heb al het filmmateriaal bestudeerd. Iemand zorgde er voor dat ik alle banden kon bekijken op de Universiteit van Utrecht. Dan komt ook het werken met verhalen naar voren, ja, Milton Erickson heeft me ontzettend beïnvloed.
Je dook helemaal in de hypnotherapie
Ik werkte volop met hypnotherapie, mensen in trance brengen, verhalen vertellen, beelden beschrijven. Speciaal voor cliënten verhalen bedenken. Ik probeerde, Milton Erickson te modeleren met behulp van de banden die ik bestudeerd had. Maar ook de training die ik bij David Gordon deed heeft veel bijgedragen. Hij schreef het boek over therapeutische metaforen, en hij werkte ook met trance principes. (Therapeutic Metaphors, 1978, red.)
Je startte met je tweede opleiding hypnotherapie
Ja, ik ben ergens in de jaren negentig een hypnotherapie opleiding gaan doen bij Bandler, want die had ook Erickson gemodelleerd. Ooit heeft Erickson over Bandler gezegd: “Hij heeft me heel goed gemodelleerd, maar hij heeft me niet goed begrepen.” Pas veel later ben ik gaan begrijpen wat Erickson hiermee bedoelde. Maar ik heb wel veel van Bandler geleerd. Ik heb in Duitsland een training bij hem gevolgd van ongeveer tien dagen. Ambachtelijk gezien was hij een virtuoze man, met zijn taalpatronen, interruptiepatronen en loops. Hij had allerlei manieren waarmee hij mensen onmiddellijk in trance bracht. Dit herkende ik heel erg van het werk van Milton Erickson, die een meester was in de menselijke ontmoeting.
De menselijke ontmoeting staat overigens ook centraal in mijn ontwikkeling. Maar goed, ik gebruikte al het geleerde op verschillende gebieden in mijn werk als therapeut en in het geven van trainingen.
Toen kwam de behoefte aan nog meer verdieping
Ik kwam in contact met Stephen Wolinsky, die een leerling was van Milton Erickson. Hij had zowel op alternatief gebied als op wetenschappelijk gebied ongelooflijk veel gedaan. Je zou kunnen zeggen dat hij meer opleidingen heeft gedaan dan ik. Nu, dan moet je wel ongelooflijk veel gedaan hebben, dat is bijna niet mogelijk (lacht).
Misschien moet je wel wanhopig zijn om zoveel te doen. Maar goed, Stephen Wolinsky was dus een Ericksoniaanse hypnotherapeut die onder andere het boek heeft geschreven: ‘Doorbreek de illusie’. Dat boek was voor mij een eye-opener. Hij had, naar mijn idee, Milton Erickson werkelijk begrepen.
Wat hij is gaan doen, net als eigenlijk het fenomeen Milton Erickson deed, is alles wat hij waarnam aan een persoon gebruiken. Zodra hij trance bij mensen zag verdiepte hij deze, om ze er vervolgens in één keer uit te halen. Ik had zijn boek gelezen en hoorde dat hij in Duitsland een training zou komen verzorgen. Ik ben daar naar toe gegaan en heb een fantastisch contact met hem gekregen. Door deze training was ik in staat om het werk van Milton Erickson nog veel beter toe te passen.
Wat was het effect op je werken?
Sinds die tijd ben ik anders gaan werken in groepen. Want ik zie wanneer mensen in trance zijn. Je zou ook kunnen zeggen, wanneer mensen uit het hier en nu zijn loop ik met mensen non verbaal mee in de trance en in één keer haal ik de persoon eruit. Dan ontstaat er een hele grote helderheid. Mijn dank is groot voor Wolinsky, maar ik had dit niet kunnen leren als ik mij niet zo verdiept had in het werk van Milton Erickson. Ik heb uren naar de beelden zitten kijken. Wat doet die man, op welke manier doet hij het. Hoe verbindt hij zich van ziel tot ziel met zijn cliënten. Hij liet mensen zo zijn hart binnen lopen omdat het contact zo verschrikkelijk diep ging. Ik vind wel dat Wolinsky er een dimensie aan heeft toegevoegd.
Welke ontmoeting met leraren is de belangrijkste geweest?
Zo het hele rijtje mensen waar ik opleidingen bij heb gevolgd bezien, is Onno van der Hart voor mij persoonlijk misschien wel de belangrijkste geweest.
Tijdens mijn opleiding bij Onno van der Hart was ik een keer met een sessie bezig. Onno kwam binnen en ik stapte volledig in mijn oude patroon van faalangst. De sessie ging nergens meer over. Het was gewoon getut. Hij deed de deur dicht, later zei hij tegen mij: “ik heb wel gezien dat je het heel goed kunt, wordt het niet eens tijd om hier anders mee om te gaan.” Dat waren maar twee zinnen. Maar ze gingen keihard bij me naar binnen. Deze ervaring bracht mij iets wezenlijks.
Maar toch, als ik kijk vanaf mijn eerste opleiding hypnotherapie bij Van der Hart, met daarna Bandler, Wolinsky, de verschillende trainingen NLP en de opleiding bij David Gordon, dan is werkelijk alles heel belangrijk voor me geweest. Het heeft mij steeds iets anders gebracht en ik heb het allemaal…….. opgevreten, mag ik dat zeggen.
Vooral het bestuderen van Milton Erickson….. want ik hou van taal, ik hou van ontmoeting, ik hou van verhalen en ik hou van gedichten……..Ja dan kom je onmiddellijk bij Erickson en David Gordon uit.
Is er vanuit deze ervaringen ook de drive voortgekomen om zelf les te gaan geven?
Ik ben ooit begonnen als gymnastiek leraar. Ik dacht dat kan nog net. Ik was van binnen te faalangstig om ook maar te denken dat ik zou kunnen studeren. Mijn persoonlijke geschiedenis is erg getekend door 1940/1945. Dat was een moeilijk punt binnen ons gezin. Mijn beide ouders hebben in de oorlog grote dingen gedaan maar het effect was niet eenvoudig. Als ik dan spreek over dat faalangstige, zeg ik wel eens, ik ben voor God en iedereen bang geweest. Dit kunnen mensen nu nauwelijks meer van mij geloven.
Toen ik naar de academie voor lichamelijke opvoeding ging had ik zo’n onvoorstelbare drive van binnen. Om met mensen te werken, er voor te zorgen dat zij hun dingen konden doen. Ik ben mij vooral heel erg gaan richten op kinderen.
In het tweede jaar van de academie voor lichamelijke opvoeding gaf ik les op een basisschool. Daar was een meisje, zij heette Romi, die kon van mij wel een bal vangen maar van haar medeleerlingen niet. Ik wist dat het niets met mij te maken had. Ik ben achter haar gaan staan. Toen kon ze het ineens wel. Ik ging dat uitzoeken, want ik wilde dat zij net als iedereen een bal kon vangen. Het waren leuke kinderen, het had niets van doen met het contact onderling. Ergens diep van binnen wist ik het al, er was sprake was van overdracht. Ik wenste diep van binnen, dat wat ik met die kinderen deed anderen toen voor mij hadden gedaan. Ik ben na de academie toch verder gaan studeren en heb mij verdiept in de didactiek van de gymnastiek. Ben toen ook begonnen met schrijven. Ik weet nog dat ik een essay schreef dat heette ‘Relatie’. In de ondertitel schreef ik ‘In het bewegen is de mens bewogen’.
Het contact met kind zijn……
Later, toen ik op de pedagogische academie les gaf, zei ik altijd: “je moet naar de koppies kijken en dan naar de lijven, dan kun je zien wat er gebeurt met de kinderen. Zo maak je contact met de kinderen, dan komen ze er wel.”
Wat gebeurde er, wat ontdekte je…
Nu, dat je technisch gezien het vak goed moet beheersen, je moet leren om er in het contact goed mee om te gaan. Je moet gewoon goed worden, of je nou fietsenmaker, gymnastiekleraar of hypnotherapeut bent. Dat je dus je vak moest verstaan, dat stond voor mij niet eens ter discussie. Achteraf heb ik ingezien, dat ik zo bang was om door de mand te vallen, dat mijn wereld weer in zou storten als ik niet goed zou zijn.
Ik had immers meegemaakt hoe een deel van de wereld van mijn vader was ingestort. Hij was een ernstig oorlogsslachtoffer.
Ik wilde het uiterst precies. Als ik het minder vriendelijk naar mijzelf zou zijn, zou ik zeggen:” ik was dwangmatig in mijn precisie.”
Ik kon heel veel van mijn leerlingen hebben. Het moest gewoon helemaal goed zijn. Ik herken dat ook bij mijn broers. Beiden, Redbad en Jabik, zijn grote schrijvers en uiterst betrokken op hun vak.
Ik herken hun drive, die heb ik ook. Zoiets van, dat het niet voor niets is geweest.
Daarnaast heb ik mijn leven lang gewerkt zodat er plek is voor andere mensen. In de loop van mijn leven is het me duidelijk geworden dat het ook wel prettig is als er een goede plek voor mijzelf is. Er moet een weg naar buiten en een weg naar binnen zijn. Alle opleidingen die ik heb gedaan, zijn voor mij daarin therapeutisch uiterst steunend geweest.
Je lijkt op zoek naar een ontmoeting met jezelf……
Ja precies, dat is het hierdoor kan ik ook veel van mensen accepteren.
Weet je, ik was al zo ver op pad en toch deed ik nog ontdekkingen over mijzelf. En terwijl ik dacht dat ik al aardig wist hoe het zat. In dit alles zit de drive voor mijn werk Het is met de gymnastiek begonnen en ben ik in leerlingbegeleiding terecht gekomen. Dus is dit alles niet zo vreemd. Ik wilde mensen ontmoeten en ze begeleiden. Bij wijze van spreken achter ze gaan staan, zo als ik achter het meisje met die bal stond.
Het begon meer op zijn plaats te vallen…….
Ik besloot op basis van menselijk contact een opleiding leerlingbegeleiding te gaan vormgeven. Overigens werd ik daar voor gevraagd Mijn toenmalige directeur zei: ”Er is behoefte aan een gerichte opleiding leerlingbegeleiding.” Ik was 29 jaar en vak didacticus en ik wist er alles van. Dat was ook zo, ik bedoel, als ik mij ergens in vast beet, dan vrat ik het helemaal op. Ik hoopte dat ik iets mocht bijdragen. Toen hij vroeg of ik die opleiding wilde vormgeven, was ik daar helemaal ondersteboven van.
Een bevestiging van zijn…….
Ja precies, een bevestiging van zijn, van gezien worden.
Het klinkt wel dualistisch, want je beschrijft eerst dat je heel erg faalangstig was en daar tegenover de hunkering om een plek te hebben. Dat klinkt als worstelen.
Klopt, het is een enorme worsteling geweest als ik daar op terug kijk. Aanvankelijk nog veel meer van binnen dan van buiten. Ik kon heel goed dingen, die mij zelf betroffen, bij wijze van spreken achter houden. Overigens heel vaak zonder dat ik het zelf in de gaten had.
Daar kom je dan later plotseling achter…….
Ja, precies…( lacht) …
Hoe kom je dan uit zo’n worsteling?
Dat dualistische……een manier om met mijn faalangst om te gaan was om ergens heel erg goed in te worden.
Ook al herken ik de patronen nog wel van mijn lijf, het is nu anders geworden, het is niet meer bepalend. Ik kan er van binnen nu eigenlijk mee omgaan.
Ja, je kunt stellen dat het een struggle is geweest.
Zit er misschien helemaal naast, maar ik moet nu toch denken aan Phoenix de vuurvogel die uit de as herrijst…..
Dat voelt ook zo… dat is ook zo. Toen mijn toenmalige collega (Piet Weisfelt, D) en ik Phoenix oprichtten en we op dat beeld kwamen, hield ik onmiddellijk van dat beeld. Het was trouwens in de tijd dat ik alle banden van Milton Erickson bestudeerden, hij kwam oorspronkelijk uit Phoenix.
Vroeger had ik een Phoenix fiets, het was namelijk ook een fietsenmerk. De fiets was mijn vervoermiddel. Daarmee kon ik vroeger weg van huis als het mij te heet onder de voeten werd. Maar ik zie ook dat dingen uit de as herrijzen dat zie ik ook.
Je besloot samen met je oud-collega Phoenix op te richten, wat was reden?
Mijn collega en ik hebben Phoenix opgericht omdat we graag opleidingen wilden gaan geven op basis van contact en ontmoeting. Gelijktijdig begonnen mijn vrouw en ik voor onszelf. Aanvankelijk waren dit twee afzonderlijke stromingen.
Mijn vrouw en ik gaven alles op en kochten een oud pandje, een voormalige kapperszaak Wij wilden een plek creëren waar mensen welkom zouden zijn.
Ik was op dat moment al tien jaar coördinator op de opleiding leerlingbegeleiding. Ik had op een bepaald moment een gevoel van, ik moet hier niet meer blijven, de jas is me te nauw geworden. Ik wilde nog meer dingen doen. Overigens, de mensen zijn daar bijzonder goed voor mij geweest, daar lag het niet aan. Die twee stromingen hebben elkaar versterkt om op basis van contact en ontmoeting dingen in de wereld te zetten. Vanuit onze vijf uitgangspunten, autonomie, heelheid, identiteit, zingeving en integratie. Dat laatste zodat je het binnen jezelf brengt. Ooit schreef ik over een “vaartitude’. Dit is houding en vaardigheid bij elkaar gevoegd. Het is wel een raar woord maar ik was heel erg bezig met integratie. Ook identiteit was een belangrijk uitgangspunt, dat mensen in contact en ontmoeting een eigenheid hebben die blijft.
Identiteit is de basis….
Bij het woord identiteit heb ik later gezegd, “een identiteit is een in samenhang vastgelegd punt.” Zo ben ik een kind van mijn ouders, kleinkind van mijn grootouders en de middelste van drie broers. Een identiteit is een in samenhang vastgelegd punt en het is een eigenheid,….. een eigen trilling van mensen.
Je kunt ook wegdrijven van je eigen identiteit…..
Ja, precies en in ieder geval ken ik de paniek hierover. Ik was mijn identiteit ook kwijt, daarom hunkerde ik er zo naar, dat als het ware van buitenaf mijn identiteit bevestigd zou worden. Het werkt uiteindelijk niet zo, dat weet ik nu. Zo is er bijvoorbeeld het verhaal wat ik vertelde over Onno van der Hart. Er waren meer leermeesters en leervrouwen die dat helder hebben gemaakt……… Waar waren we………
Bij de uitgangspunten die maakten dat je besloot Phoenix op te richten……
O ja, dat mensen in staat zijn zin te geven. Zeg maar de diepste vorm van zingeving is wanneer zin aanneemt (vanuit het hart). Vaak moeten de mensen ook de diepere donkerte ontmoeten. De nacht van de ziel noem ik dat ook wel. Daarnaast hebben we heelheid, dat mensen kunnen helen. Mensen kunnen niet genezen, maar wel helen. Heling heeft vooral te maken met het gegeven dat mensen zich uiteindelijk weer toevertrouwen aan iets wat groter is. Dus ik wil in contact en ontmoeting werken met mensen en hen welkom heten.
Je sprak net over identiteit en zingeving, maar hoe kun je zin geven als de identiteit er niet is…..
Absoluut, dat heb je goed in de gaten. Weet je ik koos vijf kernwoorden die te maken hebben met de ontmoeting. Ik bedoel de ontmoeting met jezelf en met de ander. Maar ook de ontmoeting met het grotere. Wij hebben hier intern vaak met elkaar over dat thema gesproken, met name in het kader van plekbesef.
Als voorbeeld kan ik kijken naar de huidige fase in mijn leven. Binnenkort word ik 59, dat is dan ook weer zo’n punt, dat ik mijzelf afvraag: “wat is mijn identiteit, wie ben ik, als man duidelijk in de tweede fase van mijn loopbaan, wie ben ik om de dingen door te geven en wat is mijn plek nu.” Het voelt alsof ik aan het plaatsmaken ben. Maar in het plaatsmaken en doorgeven, moet ik ook weer plaats en plek voor mijzelf maken. Daarmee zijn natuurlijk zingeving, zinneming en identiteit zeer verbonden.
Maar absoluut waar wat je vraagt, ik vind het een mooie vraag die je stelt…….. Waar het ook zo mee verbonden is, is het veld van leerling en leraar,. als er je voor kiest om dingen door te geven. Want dit is ook een eenheid…. een verbinding. Ikzelf heb moeten leren om leerling van het leven te zijn en om kind van mijn ouders te zijn. Nu besef ik hoe meer mensen leerling van het leven zijn, hoe meer ze in hun leven laten zien dat je leraar kunt zijn.
Is het leraarschap dan niet, het de leerling leren het leven te begrijpen……..
Exact, zo zie ik het. De bekende uitspraak is niet voor niets: “De weg is wijzer dan de wegwijzer.” Natuurlijk ik ben de wegwijzers in mijn leven enorm dankbaar. Als ik er op terug kijk, heb ik het meeste aan kunnen nemen van mensen, die op een of andere manier mij in hun hart hebben gesloten. Daar kom ik altijd weer op als ik terug kijk. Ik heb natuurlijk ervaringen gehad waarvan ik dacht: ik vind dit niet leuk maar ik moet hier van leren. Maar een betweter zijn, tja, ik heb in mijn leven ook geworsteld met het thema controle.
Ik moet denken, zoals je dit beschrijft, aan het oude gilde systeem, waarin de meester een lange weg heeft afgelegd. Op zijn beurt stelt hij zich in dienst om de leerling te begeleiden op weg naar het meesterschap. Het valt me vaak op dat mensen vergeten leerling te zijn……
Dat klopt en soms met pijn in mijn hart laat ik hier ook dingen los. Omdat ik weet dat mijn collega’s het ook heel goed kunnen. Ik heb tegenwoordig in elke workshop of opleiding die ik geef, collega’s die verschillende opleidingen hebben gedaan naast mij zitten als assistent.
Ik zeg tegen ze: ”Kom het maar bekijken en neem het mee, geef het maar inbreng in je eigen trainingen.” Dat vermogen ben ik mezelf meer en meer gaan toe-eigenen in deze fase van mijn leven. Ik raak het schroomvallige, om meester genoemd te worden, kwijt. Dat men zegt:” je bent voor mij een voorbeeld”, ook al schrijven mensen mij soms dingen toe die te groot zijn. Ik ben het allemaal veel meer gaan nemen omdat ik mij gedragen weet als leerling van het leven. Ik sta er steviger in. Ik ben die weg gegaan en kennelijk moeten mensen allemaal zo’n weg gaan.
Dan ben je weer terug bij het innemen van je plaats, de durf om je te laten zien, dan struikelen velen weer over hun ego. Jij kunt in zuiverheid zeggen; ik heb een lange weg afgelegd en nu durf ik mijn positie van meester in te nemen. Het is kracht maar tegelijk toch ook kwetsbaarheid en je kunt dit alles ook verhullen door het ego er voor te plaatsen.
Precies, alles van waarde is weerloos, het hart geeft focus roep ik dan zo vaak. Ik bedoel het aannemende hart, niet het gevende hart, dat geeft iets van weerloosheid ten aanzien van het ego of het script of hoe mensen dat ook noemen. ……. Ik gaf ooit een workshop die ik “hoera voor ego” noemde. Ik heb daar zulke goede herinneringen aan, dat ik daarom hier zomaar op kom….. Wat ik mensen weer wil leren zien is, dat alles er is, dus ook ons ego. Dat niet zozeer het ego ons in de weg staat maar hoe we omgaan met het ego.
Dat ik graag dingen goed wil doen is een stuk van mijn ego. Hoewel ik daar tegenwoordig anders mee om ga. Er is iets anders waar ik door gedragen word, iets in mijzelf wat dat kan waarnemen, hierdoor wordt het transparant. Ik weet nog wel dat ik ooit naast iemand zat die zei: ”ik heb geen ego meer.” Mijn reactie van binnen was: “dan heb je een groot ego als je dat kunt zeggen, dat is niet van de menselijke maat.”
Ik zit zo te denken, na alles wat we bespraken, aan het begrip Felt Sense, waar Eugene Gendlin over sprak. Hoe kijk jij daar tegen aan? Het lijkt wel of de ene mens in een ontmoeting eerder geraakt wordt dan een ander….
Er gebeurt altijd iets in contact. Daar ben ik Stephen Wolinsky wel erg dankbaar voor en daarmee ook Milton Erickson. Want ook al gebruikte Erickson dit begrip niet, hij wist hoe dit werkte. Wat ik door Stephen Wolinsky ben gaan doen, is onderzoeken bij mijzelf hoe ik soms uit contact ging als de cliënt uit contact raakte. Ik weet nu, dat het kwam omdat er patronen waren waar ik van schrok. Mijn lijf reageerde onmiddellijk. Ik nam dat eerst nog niet waar, daarom kon ik er niets mee. Maar later ging ik dit waarnemen. Ik kwam er achter dat het feit dat ik wegging uit mijn lijf ook weer een toegangspoort was om terug te komen. Je kunt ook stellen, toen ik mijn eigen trance ging waarnemen kon ik terug komen in het hier en nu.
Sinds ik dat meer en meer ben gaan ontdekken heb ik veel minder moeite met mensen. Daarvoor heb ik een aantal jaren gehad dat ik mezelf had voorgenomen, dat als ik vastliep met een cursist ik maar in supervisie moest. Op een bepaald ogenblik dacht ik bij mijzelf: dit wordt wel erg kostbaar.
Ik ontdekte dat ik cursisten kon leren, dat als ze wegingen uit het lijf, ik ze ook weer terug kon roepen. Hierdoor komen mensen meer en meer bij zichzelf. Dat geeft wel wonderbaarlijke dingen. Ik bedoel dus baarlijk, zeg maar geboren worden. Ook al doet het soms veel pijn, het laat ook mooie wondertjes zien, als ik op deze manier contact krijg met mensen. Terwijl het andere stuk, het uit de as herrijzen, dat zie je dan in het klein, dat komt voor maar in de weg van de mens is het ook een weg. Er is ook vaak een moment dat mensen werkelijk besluiten:“ik wil hierin meester worden en leerling van het leven zijn..” Ze moeten zich dan een tijdlang erg toewijden, zowel naar binnen als naar buiten. Om zich zelf gewaar te worden. De kleine bewegingen te leren kennen in zichzelf. Als deze leert kennen wordt er weer iets wakker in jezelf, waarvan je niet wist dat het er nog was. Het is er, maar het kost ook tijd.
Het lijkt op het volgen van de weg waarin de begeleider het geduld toont om de dingen te laten zijn. Daarmee kom je ook weer terug bij meesterschap……
Ik ben veel geduldiger geworden, dat betekent dat mensen in contact met mij veel sneller kunnen. Ik weet wat het me gekost heeft. Als ik dan met terugwerkende kracht terug denk aan dingen die mensen tegen mij gezegd hebben, die mij gediend hebben en sommige dingen heb ik pas twintig jaar later begrepen. Geduld is een groot goed. Ik heb geloof ik ook wat meer geduld met mijzelf.
Hoelang ben je nu met Phoenix bezig
De eerste groep startte in 1989. Ben nu al 38 jaar mensen aan het begeleiden. Ik ben nu 58.
Ik zou me geen raad hebben geweten als ik niet de ondersteuning van de schrijvers had gehad.
En je bent zelf ook schrijver geworden…
Het eerste opstel wat ik zelf ooit schreef was op het eindexamen HBS. De opstellen die ik daarvoor thuis moest schrijven heeft mijn oudste broer geschreven.
Dat kun je na al die jaren nu wel opbiechtten
Op de academie ben ik eindelijk zelf gaan schrijven, weer die faalangst. Maar ik ben wel gaan schrijven om mijzelf te ontwikkelen, om het vast te pakken. Daar gaat het gedicht ook over.
Ik heb de hoop gehad dat ik aanvankelijk door alle stromingen terug zou vinden wat ik verloren had, tot dat ik de gaten kreeg dat het niet aan de stroming ligt of een instituut.
Het systemische werken wat voor jou erg belangrijk is, hoe zie jij het verband met de hypnotherapie?
Het verband is er absoluut. Ik wil het op verschillende manieren onderbouwen. Als je kijkt naar het werk van Milton Erickson, deze man had zo’n enorm gevoel voor ordening en plekbesef en identiteit….. mijn stem zal met je mee gaan tot je weer een kind bent, je zult weer je juffen en meesters of je ouders ontmoeten. Deze man had een grote natuurlijke ordening der dingen, hij heeft ook Hellinger beïnvloed. Ik vond Erickson fascinerend, hij zat met mensen in het veld en hij eerbiedigde het veld. Hij eerbiedigde wat er in het veld gebeurde, bij zijn cliënten en bij zich zelf. Ondanks dat zijn lijf getekend was door de kinderverlamming gebruikte hij zijn lijf. Bewoonde hij zijn lijf. Dat laat zien dat er heling is zonder dat mensen helemaal genezen.
Als mensen onvoldoende toegang hebben tot hun lijf, makkelijk uit het hier en nu zijn, dat geeft altijd trance fenomenen weer.
Om mensen zo te roepen dat ze toegang krijgen tot het grotere veld ……..Veel van wat ik van Erickson en Wolinsky heb geleerd gebruik ik om te werken, om met mensen het contract te maken.
Weet je, het systemisch werken heeft net als NLP, TA en hypnotherapie of andere stromingen dezelfde grondslag. Steeds is er weer een stroming die stelt dat ze het levenselixer hebben, maar het vult elkaar prachtig aan. De mensen die zeker goed willen worden in systemisch werken hebben het nodig dat ze ambachtelijkheid ontwikkelen in het contract en contact maken, zodat mensen ook in hun eigenheid geroepen worden.
De grote mensen in de stromingen, die als het ware voorbij zijn gegaan aan hun stroming, die hebben contact met het veld, die hoeven zich hierin ook niet te verdedigen.
Jullie hebben een ethische code, welke meegegeven wordt aan de leerlingen. Het lijkt wel of deze code in ontwikkeling blijft. Jullie Instituut geeft zelfs het prachtige boek Ithaka uit waarin deze ethische code is beschreven.
Als mensen in staat zijn en bereid zijn om de consequenties van hun handelen te nemen, dit in staat zijn, is een leerproces. Bereid zijn is, dat je aanspreekbaar bent op de consequenties van jou handelen. We hebben dus een ethische code met daaraan gekoppeld een ethische commissie en een klachten commissie. Ook zijn er veel terugkomdagen over thema’s zoals het geweten. Een code draagt altijd het risico in zich, dat deze los komt van de bedding. Het boek Ithaka, met een inleiding over het geweten, met artikelen over onze vijf uitgangspunten is een hele mooie poging tot het beschrijven van ethisch handelen. Het heeft het instituut erg gediend.
Er is een grote worsteling van mij aan vooraf gegaan om allerlei ethische en filosofische reflecties bij elkaar te brengen. Maar ook gedichten en verhalen te verzamelen. Dit alles om tegen mensen te kunnen zeggen: “ hier is een code en hier is een bedding.” Het is de dans waarin je bereid moet zijn om te zeggen, oké, hier voel ik mij onschuldig bij, maar ben ik wel zo onschuldig als ik denk dat ik ben?
Lees nog meer over Wibe Veenbaar: https://www.dinekevankooten.nl/archief/wibe-veenbaas-mijn-leermeester/