Water voor wijn
Ergens werd een bruiloft gevierd. De mensen hadden het niet breed maar vonden toch dat er veel volk aanwezig moest zijn: gedeelde vreugde geeft dubbel geluk, dachten ze. Het moest een feest voor iedereen zijn. Nou is een virus wel heel erg besmettelijk, maar als we de juiste afstand houden, zouden we er ook voor kunnen zorgen dat onze vreugde besmettelijk is. Er zijn al zo weinig goede epidemieën onder de mensen. Dus vroegen zij aan elke genodigde een fles wijn mee te brengen. Bij de ingang zou een groot vat staan en daarin kon ze leeggegoten worden.; zo zou ieder van ieders gave drinken en vreugde hebben.
auteur: Rinus van Warven, uitgever en theoloog
datum: 28 februari 2021
website: https://rinusvanwarven.nl/
Toen het feest geopend werd liepen de bedienden naar het grote mengvat en schepten met grote kruiken. Maar groot was hun verwondering toen ze merkten dat het water was. Ze stonden als versteend toen het tot hen doordring dat ieder gemeend had: die ene fles water die ik erbij doe, zal toch niemand merken of proeven. Ze wisten nu dat iedereen zo gedacht had. Dat iedereen gedacht had: laat mij nu maar eens profiteren van wat de anderen meebrengen.
Het werd een waterig gedoe en dat niet alleen omdat er slechts water te drinken was. En toen bij het rijzen van de maan, de fluitspelers zwegen, ging ieder zwijgend naar huis weten dat het feest nooit begonnen was en dat het nooit zal beginnen als wij alleen maar water bij de wijn doen.
Weetje: het scheppingsverhaal lijkt te gaan over een Godje die de aarde in een weekje in elkaar geflanst heeft. Daarmee doen we de Eeuwige geen recht. Jonathan Sacks zegt het zo mooi: in die oude verhalen wordt voortdurend onderzocht hoe het staat met de menselijke vrijheid. Vrijheid is het allerhoogste geschenk dat de Eeuwige aan de mens heeft gegeven. Maar het kan ook het noodlottigste zijn, want die vrijheid kan worden misbruikt, als we niet begrijpen wat wij mensen hier te doen hebben op aarde. Als we voortdurend maar water bij de wijn doen. Vrijheid kan leiden tot de hoogste hoogten, maar ook tot de diepste diepten: tot liefde of haat, tot mededogen of wreedheid, tot vriendelijkheid of geweld.
Voor het creatieve proces van de schepping gebruikt God de menselijke mogelijkheden om te kiezen. Als het goed is raakt dat creatieve scheppingsproces ons hart. God is de symfonie van het universum, wij zijn de noten. Wij zijn mensen geworden opdat wij als muziek moge klinken of dat feest. We zijn bedoeld om het brood en de wijn van het leven te zijn. Jammer dat de mens al zijn mogelijkheden nog onvoldoende heeft uitgebuit om van deze schepping een feest te maken waarbij de wijn rijkelijk vloeit.
Ik las pas een prachtig beeld. Een atoom is een geheel, maar creëert in zijn eentje geen zingeving. Een atoom heeft alleen zin binnen het grotere geheel dat molecuul heet en die molecuul heeft op zijn beurt alleen weer zin binnen een cel. Een maas in het visnet dankt haar bestaansgrond alleen aan het visnet. De mystiek kan ons helpen om de nood van de ander als je eigen nood te zien. Dan hoeft niemand nog tegen me te zeggen dat ik mijn naaste moet liefhebben. Het lijden van mijn medemens wordt mijn eigen lijden. Het opheffen van dat menselijke lijden, het bouwen aan een rechtvaardige wereld die nog voltooid moet worden is het meest creatieve proces dat je je kunt denken.’
Angst, hebzucht en macht zijn niet alleen de psychische drijfveren achter oorlogen tussen naties, stammen, religies en ideologieën zijn. Ze zijn ook de oorzaken van conflicten in persoonlijke relaties. Ze leiden tot een vertroebeling van je waarneming van andere mensen en van je zelf. Als we in angst leven interpreteren we elke situatie verkeerd. En ik voeg eraan toe dat je al die prachtige woorden en teksten uit de Heilige geschriften makkelijk verkeerd leest.
De woorden van het eerste en het tweede testament zijn bedoeld om ons uit onze angst te bevrijden. Dus zoals de Tien Woorden in het Exodus-verhaal bedoeld zijn om ons te helpen uit het land van de benauwdheid te ontsnappen, zo zijn de verhalen over de schepping bedoeld om ons te bevrijden uit een mechanistische manier van kijken naar onszelf, naar de ander en naar de werkelijkheid. Als dieren niet meer zouden zijn dan machientjes, mechaniekjes zonder ziel dan dragen ze weinig bij aan ons bewustzijn over de essentie van bestaan. Maar als we ze kunnen zien als manifestaties van die Ene of dat Ene, het Levende Leven, het Bewustzijn, dan krijgen ze in het kader van de schepping een bijzondere betekenis. Dan krijgen ze een naam en een stem, zoals de eeuwige een naam en een stem draagt.
En de bloemen en de planten kunnen boodschappers worden tussen de wereld van de stoffelijke vormen en die van het oorspronkelijk vormloze. Bloemen, planten, dieren kunnen een bron van inspiratie zijn als mensen ze niet konden gebruiken in termen van nut, zin, doel en betekenis. Dat is wat schepping kan zijn: het voelen dat alle leven, alle levensessenties herkennen dat één is met ons eigen Levende Leven. Het begrip schepping was bedoeld als een bevrijdend begrip: mensen, planten, dieren, de hele aarde mag verlost worden uit de greep van het nuttigheidsdenken. Dat is wat Luther genade noemt: gein.
Elk ding, elke vogel, boom, dier is in die genadige geschapenheid bevrijd door niet-kenbaar te zijn: niet meetbaar, bruikbaar, deelbaar, beteken-baar. Stenen, planten, dieren kunnen ons de weg tonen naar de Bron, naar onszelf, naar de Eeuwige. Als we onze medeschepselen kunnen bevrijden van hun gevangenheid in nut, zin en doel, kan er respect en verwondering in ons opkomen. Als we de schepping zien door de bril van macht: wij weten hoe de Eeuwige dit allemaal geschapen heeft en wat hij daarmee wil; komen we terecht in een manier van kijken die de basis is voor tal van misinterpretaties van de mens en de wereld.
Als we ons bij het horen, lezen, zien van het woord schepping alleen maar al blijven vragen of wanneer deze als een eenmalige gebeurtenis heeft plaatsgevonden zien we de schoonheid niet van de bloem die in haar geschapenheid bloeit omdat ze bloeit. Als we ons blijven focussen op een nutteloze discussie tussen de creationisten en de Darwinisten: dan zien we de scheppings- en opstandingskracht niet van alles wat leeft, groeit en bloeit.
Bô Yin Râ spreekt daarover in hartverwarmende taal. ‘Vraag niet meer naar ‘de waarde van het leven’, maar naar de waarde die jij aan je leven kunt geven. Vraag niet meer naar ‘de zin van het bestaan’, maar vraag je af hoe het bestaan doe jouzelf zin zou kunnen krijgen. Vraag niet meer: ‘wat is de mens?’ maar stel je voortaan de vraag, of je zelf bent wat je kunt zijn. Vraag niet meer: ‘bestaat er een ziel?’, maar vraag je af wat er ‘ziel’ aan jezelf is en hoe je je daarvan bewust kunt worden.