Wandelen met God
auteur: Dineke van Kooten
datum: 28 maart 2016
Als kind hoorde ik het verhaal van Henoch (Genesis 5:22). Henoch wandelde met God. Dat wilde ik. Ik wilde niets liever. Ik wilde niets anders. Door mijn leven heen is dat de rode lijn geworden. Mijn gebed ging daarover.
Mijn advies is: weet waar je voor bidt! Weet wat je aan God vraagt! Dit bedoel ik als uitnodiging! Stel een essentiële vraag aan God en herhaal die vraag, en herhaal en herhaal. Net zolang tot je hart deze vraag over heeft genomen. Net zolang tot je op een dag verwonderd zult zijn dat God die beantwoord heeft en je verlangen heeft waar gemaakt.
Maar weet dat jij daar ook verantwoordelijk in en voor bent. Want mijn ervaring is dat God doet wat ik niet kan en dat God mij laat doen wat ik kan. Voor dat laatste maakt Hij mij dan klaar.
Ik bedoel het ook als waarschuwing! Want God verhoort dit soort essentiële gebeden zonder meer. Alleen wij beseffen absoluut niet wat de precieze inhoud is en wij beseffen ook niet wat daar voor nodig is. Dat geeft ook niet, want God weet dat.
Er is een tweede aspect aan dat wandelen met God. Er is een proces nodig. Een proces waarbij ik mijzelf leer kennen en God leer kennen. Dit wordt bevestigd door de huidige onderzoeken van het brein. In de mate waarin ik mijzelf ken, in die mate kan ik God leren kennen. Dat vind ik een van de indrukwekkende dingen aan Gods schepping. Wat wil dat dan zeggen: mijzelf kennen. Ook dat is een proces waarbij ik leer ontdekken wat mij beweegt, wat ik mijzelf vertel (ik ben dom, ik ben waardeloos, het gaat mij niet lukken), waarom ik doe zoals ik doe (waarom ik perfectionist ben, waarom ik bang ben, waarom ik ijdel ben), hoe ik geworden ben wie ik nu ben (mijn geschiedenis weten van begin tot nu) en wat God over mij zegt in Zijn woord.
In dat proces is de Geest je leidsman.
Dat wandelen met God kan niet zonder dat ik leer wandelen met mijzelf. Ik moet mij dus bewust worden van mijzelf en niet leven vanuit mijn onbewustheid, gedreven door mijn EGO’s in een soort mist. Dat ken je vast ook wel dat je ’s avonds tot de conclusie komt dat je geheel andere dingen hebt gedaan, dan je had willen doen. Of dat je wel ergens aanwezig was, maar niet vanuit een aandachtig aanwezigheid. Die aandachtige aanwezigheid moest ik leren. (Wil je hier meer over weten, lees mijn boek op: www.emmausexodus.nl)
Dan is er ook een derde aspect aan het wandelen met God: ik moet Zijn (en mijn) stem leren verstaan! Voor Samuel (en anderen in de bijbel) was dat niet evident. God moest hem vier keer roepen, voordat Samuel Hem antwoordde. Dwars door alle twijfels en wantrouwen heen leer ik stap voor stap Gods stem verstaan en er naar luisteren. Ik moet daarvoor ook onderscheid leren maken tussen Zijn stem en de stem van mijn innerlijk kind, dat veelal overal bang voor is en voor de veiligheid en bescherming gaat en niet wil opvallen.
Ik schreef op mijn blog in 2011 daarover: “Wetend dat God alomtegenwoordig is; wetend dat God door Zijn Geest in mijn hart woont, in mijn diepste binnenste, dàt doet mij met alles wat mijn aandacht trekt of vraagt naar binnen gaan. Daar in de stilte van mijn binnenste in Gods aanwezigheid, met Zijn licht, Zijn nabijheid en Zijn wijsheid kan ik alles onderzoeken.
In Zijn aanwezigheid komen dan onverwachte inzichten, nieuwe ontdekkingen en de waarheid aan het licht. Als ik mij zo richt op Gods Koninkrijk, dan gaat het er niet meer om wat ik doe, noch wat ik heb, noch wat andere mensen over mij of over dat onderwerp zeggen. Dan gaat het om Gods Koninkrijk en valt alle ballast van mij af. Dan ontdek ik hoe God er naar kijkt en wat Hij daarin van mij vraagt. In die ruimte, in die stilte, in die nabijheid komt mijn ziel tot rust.
Daar geldt: Christus is in mij de bron, murmelend en zingend: Kom tot de Vader.
Vanuit die bron kan ik ook andere uitnodigen om te drinken en geen dorst meer te hebben.”
Een vierde aspect is een van de lessen, die ik van Adam en Eva heb geleerd, namelijk dat God hartstochtelijk op zoek is naar contact met ons, maar dat wij om allerlei redenen ons verstoppen. Dat ik me verstop voor mijzelf en te vaak luister naar mijn EGO’s, die mij om allerlei redenen niet goed genoeg vinden (bijvoorbeeld omdat ik verslaafd ben aan porno, aan gamen, aan sporten, aan lijnen, “God ziet mij aankomen!”), dat wij denken dat wij op allerlei manieren eerst opgepoetst moeten worden voordat we naar Gods stem kunnen luisteren en met Hem kunnen gaan wandelen. Wij verbergen ons en worstelen in ons eentje wat olijvenbladeren bij elkaar. Maar God roept ons op allerlei manieren: Waar ben je?!
Daarom is de bijbel voor mij het belangrijkste, het meest ingrijpende boek, de onuitputtelijke bron waar ik mij mee voed en door gevoed word. Ik besef ook steeds meer dat het het boek is dat het meest misbruikt is. Daarom ga ik op zoek naar die oorspronkelijk tekst en die context en sluit ik mij niet zomaar aan bij wat welke geleerde ook zegt, maar worstel ik dat met God uit, al wandelend, stilstaand, weglopend en terugkomend.
Een vijfde aspect is dat je net als Henoch je leven en werk mag wijden aan de dienst van God. En hier zit een addertje onder het gras. Want dat wijden aan gaat niet over een uiterlijke houding. Dat gaat niet over wat ik doe, wat ik heb of over wat anderen mensen over mij zeggen. Dat gaat over een onderstroom in mijn leven. Op de achtergrond van je doen en laten is dat besef, dat weten, dat openstaan voor de Heilige Geest en Zijn aanwijzingen, Zijn opmerkingen. Dat gaat niet over twee keer naar de kerk gaan, je tienden geven ed. Dat gaat over de manier waarop je naar jezelf en anderen kijkt. En daarvoor is dit plaatje van betekenis: je ziet OF de gezichten OF de vaas. Daarom je ziet OF de banale werkelijkheid om je heen (tafel, stoel, boeken, eten en drinken) OF je ziet de grootsheid van Gods realiteit, Zijn aanwezigheid. Dat vraagt een bewuste manier van leven. Wanneer word ik opgeslokt door de dagelijkse beslommeringen en wanneer ben ik vervuld, bewust van Gods aanwezigheid. Dat vraagt dus oefening en de leiding van de Heilige Geest, waarvoor weer een subtiele afstemming nodig is. Hiervoor zijn de vorige punten dus ook erg van belang: jezelf kennen en bewust leven; onderscheiden wat van God is en in mij fluistert, wat van mijn volwassene in mij is en wat het kind in mij ‘schreeuwt’. Dan ga ik niet voor winstmaximalisatie, maar dan ga ik voor mijn roeping, mijn bestemming. Al gaat dat ten koste van alles. Zoals Jezus bereid was, ten koste van alles Zijn weg te gaan. Daarin gaat Hij mij voor en heeft Hij het voor mij gedaan en mij voor gedaan.
En dan wordt het uiteindelijk ook ervaarbaar in mijn manier van kijken en denken (het zesde aspect):
- Mijn bidden wordt anders. Het bestaat voor mij niet meer uit: HERE, GEEF! HERE, zorg dat…. Of HERE, wilt U… Het bidden is meer een proces waarin ik in wezen veranderd word: HERE, open mijn ogen opdat ik mag zien, dat…’ Of ‘HERE, open mijn oren opdat ik Uw stem vandaag mag horen.’ ‘HERE, open mijn handen omdat ik vandaag mag ontvangen wat U mij wilt geven.’ Etc.
- Dan ontdek ik mijn roeping: daarvoor heeft God mij gemaakt en gewild en een plaats op dit moment op dit plekje op de aarde gegeven.
- Dan ben ik niet meer gehoorzaam aan de wetten (en meet ik niet meer iets af aan zo hoort het en zo moet het), maar gehoorzaam ik aan Zijn innerlijke stem, waardoor ik weet wat ik moet doen of laten. Het wordt een verfijnd afgestemd zijn, waarbij ik weet of ik mijn hart heb openstaan of gesloten ben en me heb teruggetrokken in mijn ‘veilige’ vesting.
- Dan ga ik Zijn liefde ontdekken en verdwijnen alle oordelen over mijzelf en daardoor ook over anderen. Liefde die niet gaat over of ik het goed doe of fout, maar die mij laat zien waarom ik iets doe zoals ik het doe en hoe God mij uitnodigt om met Hem dat anders te gaan doen. Liefde die mij leert dezelfde houding aan te nemen als Jezus en op die manier naar de ander te kijken.
- Dan neem ik regelmatig tijd om stil te worden en aan Jezus voeten te zitten, om zo gevoed en bemoedigt mijn weg te gaan.
- Dan neemt stap voor stap in mijn hart het vertrouwen en de vreugde toe, dwars tegen de uiterlijke kenmerken (mooie auto, groot huis, hoge positie, etc) in.
Om tot slot vol verwondering en verbazing om te kijken naar mijn levensweg (het zevende aspect) en te ontdekken dat God vooral met mij wandelde, mij meenam en mij de weg wees! Waardoor God alle eer en Glorie krijgt en ik mijn hoofd buig om zoveel genade. Om vervolgens vanuit die zekerheid mijn weg te vervolgen en mij te blijven inzetten om met God te wandelen.
Natuurlijk heb ik diverse studieboeken en commentaren erop nageslagen of ik nu (52 zijnde) alsnog kan ontdekken wat de oorspronkelijk tekst met dit wandelen bedoelde en of er iets meer bekend is over Henoch. Joodse en protestantse boeken zijn het er over eens dat Henoch een intieme omgang met God had; vergelijkbaar met de manier waarop Adam en Eva ook in de Hof met God wandelden. In een van de Joodse commentaren staat: ‘Alleen in de tijd van Henoch (Chanoch), die de zevende generatie uit Adam was, was men in staat het collectieve gedrag te verbeteren. Henoch wijdde zijn hele leven en werk aan de dienst van God. Hij woonde al vele jaren een leven van afzondering en gebed. Toen hij terugkwam om te leven onder de mensen, herkende ze al snel zijn grote wijsheid en gerechtigheid, en verkozen hem tot hun leider. Onder zijn bewind was er vrede over de hele wereld. Hij herstelde het geloof en de wet onder het volk, zodat niemand ruzie had met zijn buurman, of niemand een reiziger beroofde.’ Die uitwerking heeft het wandelen met God! Je handelen en wandelen wordt door anderen opgemerkt en wordt voor anderen tot zegen.
Is dit je allemaal vreemd, maar verlangt diep in je iets naar dit wandelen? Begin dan een kort gebed op een briefje te schrijven (of zet het als beginscherm op je telefoon) en draag het met je mee: “Heer Jezus Christus, ontferm u over mij! Heilige Geest, leer mij zo te wandelen met God” en haal dat diverse keren per dag aan en bidt het. Bidt het zo lang en zo vaak totdat je de morgenster ziet opgaan en terugkijkend ziet dat het gebeurd is, vol verwondering! Dat is Pasen, dat is Pinksteren!