Vrouwen en abortus
Vrouwen die tegen abortus zijn, zijn dat fanatieker dan mannen
De abortuswet blijft voorlopig zoals ze is. De PS bepleitte een versoepeling, met een verlenging van de maximumtermijn voor abortus van twaalf naar achttien weken zwangerschap. Dat voorstel werd vorige maand weggestemd in het federale parlement. Ik had het graag anders gezien, alleen al voor de gemiddeld vierhonderd Belgische vrouwen die elk jaar voor een zwangerschapsonderbreking naar Nederland trekken. Abortus kan daar tot 24 weken. Het gaat vaak over kwetsbare vrouwen, en de ingreep kost hen veel geld. Een moderne wetgeving plooit zich naar de realiteit.
Dat soort wetgeving zit momenteel in de koelkast, om een erg praktische, niet-ideologische reden. De vijf partijen die samen een regering proberen te vormen, hebben afgesproken om tijdens de onderhandelingen geen voorstellen goed te keuren waarover ze het oneens zijn. Vooruit en MR, principieel voor versoepeling, stemden dus tegen. Met andere woorden, ze hielden woord.
auteur: Griet Vandermassen is germaniste, doctor in de wijsbegeerte en columniste bij De Standaard. Ze is auteur van ‘Dames voor Darwin. Over feminisme en evolutietheorie’ (Houtekiet 2019).
datum: 28 oktober 2024
webstie: https://www.humanistischverbond.be/blog/1623/vrouwen-die-tegen-abortus-zijn-zijn-dat-rabiater-dan-mannen/
Politici weten hoezeer het publieke vertrouwen in hun stiel afkalft. Politieke voorstanders van de wetswijziging hadden moeten uitpakken met die illustratie van woordgetrouwheid. Het tegendeel gebeurde, helaas dan nog voornamelijk door vrouwen. ‘Mijn geloofwaardigheid – en bij uitbreiding die van de politiek – staat of valt hiermee’, zei Freya Van Den Bossche (Vooruit) in deze krant. Katja Gabriëls, fractieleider van Open VLD, had het op X over het ‘in stilte afdruipen’ van de socialisten. Beschamend, vond ze.
Wat ík beschamend vind, is het niveau waarop sommige voorstanders de strijd voeren. Vooruit had de toon al gezet, met een campagne die CD&V neerzet als een partij die vrouwenrechten blokkeert. Dat was intellectueel beneden alle peil. CD&V-voorzitter Sammy Mahdi reageerde terecht geschokt. Maar qua verbijsterende reactie spant Groen helaas de kroon. In twee Instagram-posts linkte de partij het wegstemmen van het wetsvoorstel aan het geslacht van de vijf partijvoorzitters: ‘Ze hebben elk geen baarmoeder, maar beslissen toch over die van jou’. Abortus is een ethisch bijzonder complex thema, dat inherent verbonden is met tragiek. De ingreep voorstellen als iets louter medisch getuigt van weinig morele verfijning en stuit veel mensen ongetwijfeld tegen de borst.
Daarnaast is de vingerwijzing naar het geslacht van de voorzitters misplaatst. Ze werkt polariserend. Ze reduceert weerstand tegen (een verdere liberalisering van) abortus simpelweg tot een kwestie van mannelijke machtsdrang. Maar bovenal klopt de achterliggende veronderstelling niet dat die weerstand vooral van mannen komt. Internationaal onderzoek naar attitudes tegenover abortus vindt geen of amper sekseverschillen. In een poll dit jaar door Pew Research Center schaart 61 procent van de Amerikaanse mannen en 64 procent van de Amerikaanse vrouwen zich achter het recht op abortus. Dat sluit aan bij bevindingen van andere studies. Data uit 29 landen komen uit op gemiddeld 59 procent van de vrouwen pro wettelijke abortus, versus 52 procent van de mannen. In Italië zijn zelfs meer mannen dan vrouwen voorstander.
Weinig voorstanders lijken op de hoogte te zijn van dat cruciale gegeven. Hun denkkader is er een van patriarchale mannen en geslachtofferde vrouwen. Zo heeft antropologe Miet Chielens het in deze krant over ‘politici die hun macht blijven uitoefenen over de lichamen en levens van vrouwen’. Chielens ontwaart een ‘diepgeworteld seksisme’ bij tegenstanders. ‘Wij vrouwen zijn, net als mannen, volledig in staat om onze eigen morele afwegingen te maken’, betoogt ze. Uiteraard, maar dat geldt dan evenzeer voor de zowat veertig procent van de vrouwen die tegen is. Er is geen reden waarom hun waardekader minder doorwrocht zou zijn.
Er is ook geen reden om vrouwelijke uniformiteit te verwachten. Onderzoekers die zich erover verbazen dat zoveel vrouwen pro-life zijn, hanteren een naïef mensbeeld. Er moeten externe factoren zijn die vrouwen verhinderen om hun belangen te zien, denken ze. Misschien hebben ze geen toegang tot feministische literatuur. Misschien ligt het aan hun religie. Vrouwen zijn religieuzer dan mannen. Een studie uit 2014 die deze factor controleerde, vond inderdaad een sekseverschil. Het effect bleef niettemin bescheiden.
Weerstand tegen abortus blijkt vooral sterk gekoppeld aan een traditionele kijk op man-vrouwrelaties en op het gezin, bij beide seksen. Het abortusdebat drijft dan op een botsing van wereldbeelden, elk met een andere invulling van goed moederschap. Voor de een is dat de zorg voor elk nieuw leven en totale focus op je kroost vanuit je unieke rol als vrouw. Die is complementair aan de rol van mannen. Voor de ander betekent het dat je de komst van kinderen plant, omdat je ze de best mogelijke start wilt geven en je ook nog andere ambities hebt. Er is meer in het leven dan moeder zijn.
Vrouwen zijn niet verenigd in hun belangen. Voor wie traditionele gezinswaarden verdedigt, betekent pro-choice een bedreiging. Een juffer die haar seksualiteit zelf in handen neemt, zou manlief weleens kunnen verleiden. Misschien verklaart dat waarom het rabiate antiabortusactivisme gedomineerd wordt door vrouwen. Mannen zijn minder gepolariseerd over het onderwerp. Daaruit volgt verrassend genoeg dat besluitvorming door alleen mannen gunstiger zou kunnen uitdraaien voor het recht op abortus dan besluitvorming door alleen vrouwen.
(Deze tekst verscheen oorspronkelijk in De Standaard, 16 oktober 2024. Overgenomen met toestemming van de auteur).