Voltooid leven
Voltooid leven is een term die de laatste jaren steeds vaker opduikt in discussies over euthanasie en het recht op een waardig levenseinde. Maar wat betekent voltooid leven nu eigenlijk en hoe gaan we hier als samenleving mee om?
Voltooid leven wordt vaak omschreven als een gevoel van tevredenheid en rust, waarbij mensen het gevoel hebben dat ze alles hebben meegemaakt wat ze wilden en dat ze klaar zijn om te sterven. Dit gevoel kan voorkomen bij mensen van alle leeftijden, maar wordt vaak geassocieerd met ouderen die te maken hebben met chronische ziekten, eenzaamheid of verlies van autonomie.
De discussie over voltooid leven is vaak omgeven door ethische en juridische vraagstukken. Is het wel ethisch verantwoord om mensen die gezond zijn en geen fysieke aandoeningen hebben, het recht te geven om hun leven te beëindigen omdat ze vinden dat het voltooid is? En hoe kunnen we garanderen dat mensen die om euthanasie vragen, daadwerkelijk de juiste beslissing maken en niet onder druk worden gezet door hun omgeving?
De discussie over voltooid leven raakt aan fundamentele vragen over wat het betekent om mens te zijn en wat de waarde van het leven is. Het confronteert ons met onze eigen sterfelijkheid en dwingt ons om na te denken over wat we belangrijk vinden in het leven en hoe we willen dat ons leven eindigt. Het is een complex en gevoelig onderwerp dat om een genuanceerde benadering vraagt en om respect voor de autonomie en waardigheid van het individu.
In Nederland is er sinds 2002 de mogelijkheid van euthanasie bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Deze wetgeving is oorspronkelijk bedoeld voor mensen die terminaal ziek zijn en geen kans meer hebben op genezing, maar wordt steeds vaker toegepast bij mensen die hun leven als ‘voltooid’ beschouwen. Dit heeft geleid tot discussies over de grenzen van euthanasie en de vraag of er aparte wetgeving moet komen voor voltooid leven.
De vraag is of jezelf kunt spreken dat je leven voltooid is of dat je eigenlijk vindt dat het nu genoeg geweest is.
Wanneer is iets voltooid? Ga je dan uit van de cyclus: opgaan, blinken en verzinken? En vind je dan eigenlijk dat je op het laatste moment van blinken afscheid moet nemen omdat je je machteloos en onhandig voelt in het proces van verzinken? Of vraagt het om een ander kijk op ouder worden en kun je meer spreken van de voortdurende cyclus van zaaien, ontkiemen, groeien, rijpen, oogsten en rusten. Als de boom vol prachtige rijpe appels hangt, dan is het tijd om te oogsten en de vruchten te verzamelen, dan blijft er nog een mooie tijd over om de vruchten te verwerken tot sappen of compote, zodat er later ook nog van genoten kan worden.
Het is inherent aan de menselijke natuur om na te denken over de dood en ons eigen levenseinde. Maar welke goede voorbeelden hebben we van mensen die oud durven worden en alle gebreken en mogelijkheden omarmen? Welke goede voorbeelden hebben we van mensen die het stervensproces ten volle aan durven gaan? Wat is aftakelen van lichamelijke krachten? Breekt dan de tijd van lummelen en reflecteren aan?
Als mensen aangeven dat ze hun leven voltooid vinden en niet meer verder willen, lijkt dat vaak een verlegenheid omdat men eigenlijk niet weet hoe men moet ouder worden of hoe men moet sterven? Men is meestal ten diepste bang voor dat proces.
De medische wetenschap is zo ver dat ze mensen zo lang mogelijk behandelen, maar de vraag is of we daarmee het lichaam niet uitbuiten en daarmee het lijden verlengen en vergroten?
Hebben we in het leven wel leren omgaan met tegenslagen of zijn we die uit de weggegaan?
Hebben we in het leven wel leren vertrouwen op de natuurlijke processen in ons lichaam, in ons leven?
Wat zijn onze opvattingen over het leven? Moeten we daar vooral in genieten en ons vermaken?
Zo maar wat onbeantwoorde vragen, die bij mij opkomen als ik nadenk over voltooid leven.
Misschien komt dat door mijn eigen leven, waarin ik van mijn 29ste tot mijn 43ste veel pijn had, niets kon en 24/7 op bed lag en toen ben gaan nadenken over de zin daarvan en daarin onverwachte en ongedachte mogelijkheden zich aandienden. Er opende zich andere ruimten waarvan ik het bestaan niet wist.
Zou dat ook zo bij ouder worden kunnen zijn? Je komt in een nieuwe (vaak onbekende) fase. Je komt op onbekend terrein.
Ik zou dus bij ‘voltooid leven’ eerder spreken van: ik vind de nieuwe ruimte te onbekend en te moeilijk om dat op een nieuwe manier te leren aangaan. Dus wil ik niet verder.
Het spreken over ‘voltooid leven’ is mijns inziens eerder gebaseerd op angst voor het onbekende, dan op het volwassen aangaan van een onbekende toekomst in het vertrouwen dat wat er op je pad komt, je dat aankunt en vertrouwen dat er mensen om je heen zijn, die je in dit proces nabij zijn en steunen.
Het doet me denken aan wat Prediker 12 zegt:
1 Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd,
voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen
waarvan u zeggen zult:
Ik vind er geen vreugde in;
2 voordat de zon verduisterd wordt, evenals het licht
en de maan en de sterren,
en de wolken terugkeren
na de regen,
3 op die dag, wanneer de bewakers van het huis zullen beven,
de sterke mannen zich zullen krommen,
de maalsters ophouden, omdat ze met weinigen zijn,
en zij die door de vensters kijken, verduisterd worden;
4 wanneer de beide deuren naar de straat gesloten worden,
het geluid van de molen verzwakt,
men opstaat bij het geluid van de vogels,
en alle zangeressen neergebogen zullen worden,
5 men ook gaat vrezen voor de hoogte,
en er verschrikkingen zijn op de weg,
de amandelboom gaat bloeien,
de sprinkhaan zichzelf tot last wordt,
en de kapperbes niet meer helpt
– de mens gaat immers naar zijn eeuwig huis:
rouwklagers doen de ronde in de straat –
6 voordat het zilveren koord verwijderd wordt
en de gouden oliehouder verbrijzeld,
de kruik bij de bron stukgebroken wordt
en het rad bij de waterput verbrijzeld,
7 het stof terugkeert naar de aarde zoals het was,
en de geest terugkeert
tot God, Die hem gegeven heeft.