Theorie – Sternberg
“Intelligence is defined in terms of the ability to achieve success in life in terms of one’s personal standards, within one’s sociocultural context. One’s ability to achieve success depends on capitalizing on one’s strengths and correcting or compensating for one’s weaknesses. One is successfully intelligent by virtue of how one adapts to, shapes, and selects environments. Success is attained through a balance of analytical, creative and practical abilities” (Sternberg, 2003)
Steeds meer in opkomst is het cognitieve model van Sternberg (2002) vanwege de uitgebreide toepassingsmogelijkheden die boven een beperkt vakgebied uitkomen. Dit model wordt de Triarchische theorie van intelligentie genoemd en bestaat uit drie componenten:
1) Analytische intelligentie: het vermogen om een probleem of situatie in deelcomponenten op te delen. Deze vorm van intelligentie wordt via de meeste intelligentietesten getest.
2) Creatieve intelligentie: het vermogen om te kunnen omgaan met nieuwigheden en problemen kunnen oplossen op vernieuwende en ongewone wijze.
3) Praktische intelligentie: ook wel ‘common sense’ genoemd. Deze intelligentievorm wordt begrepen door iedereen, maar mist in standaard intelligentietesten.
Iedereen heeft in meerdere of mindere mate elk van deze drie denkvaardigheden tot zijn beschikking, maar het is heel zeldzaam dat iemand ze alle drie even goed beheerst. De meeste mensen hebben een duidelijke voorkeur voor een, of soms twee van deze manieren van denken. Als je dus hetzelfde probleem voorlegt aan drie mensen, van wie de ene vooral tot analytisch denken neigt, de tweede tot creatief en de derde tot praktisch denken, dan zie je hoe ze tot heel verschillende oplossingen komen voor hetzelfde probleem.
Sternberg stelt dat er sprake is van ‘succesvolle intelligentie’ wanneer iemand in staat is om zijn vaardigheden op zowel analytisch, creatief als praktisch gebied succesvol te managen.
(met dank aan SLO en het regionaal expertisecentrum)
Geplaatst op 20 april 2011