Soms is contact verbreken noodzakelijk
In het opiniestuk van Dr. J. Hoek, gepubliceerd op 2 januari 2025 in het Reformatorisch Dagblad, (zie hier onder) wordt gesteld dat het verbreken van contact tussen christenen nooit acceptabel is. De auteur benadrukt de Bijbelse oproep om in vrede met iedereen te leven en geen vijandschap te koesteren. De intentie van dit artikel is nobel. In mijn coachpraktijk waarin ik families en relaties coach, en ook in mijn eigen leven, moet ik erkennen dat – ondanks alle goede bedoelingen en voornemens – er situaties zijn waarin het niet alleen rechtmatig is om contact te verbreken, maar het zelfs noodzakelijk is voor het welzijn van zowel de betrokkenen als de gemeenschap.
De realiteit van schadelijke relaties
Het is onterecht om te stellen dat verzoening altijd mogelijk is, vooral wanneer er sprake is van schade die niet ongedaan kan worden gemaakt. De Bijbel roept ons inderdaad op om vrede na te streven, maar dit betekent niet dat we in alle omstandigheden een relatie moeten voortzetten. Wanneer er sprake is van ernstige misstanden, zoals fysiek, emotioneel of mentaal misbruik, dan kan het verbreken van contact een noodzakelijke stap zijn om bescherming en herstel te waarborgen. Het is een misverstand om te denken dat vergeving en verzoening altijd hand in hand gaan met het handhaven van een relatie. In sommige gevallen is het juist de verbreking van contact die voorkomt dat de situatie verder escaleert en verdere schade wordt aangericht.
De grenzen van vergeving
Dr. Hoek schrijft dat we altijd bereid moeten zijn om te vergeven, wat in wezen een gerechtvaardigde oproep is, aangezien vergeving een belangrijke christelijke deugd is. Echter, vergeving betekent niet automatisch het herstellen van een destructieve relatie. Jezus leerde ons in de gelijkenis van de verloren zoon (Lukas 15:11-32) dat de vader zijn zoon vergaf, maar de situatie van de zoon zelf was veranderd: de zoon had zijn verkeerde gedrag erkend en was bereid terug te keren naar de vader. Het herstel van de relatie hing af van de bereidheid van beide partijen. Wanneer iemand niet bereid is zijn fouten toe te geven en dus herhaling mogelijk is of zelfs destructief gedrag blijft vertonen, kan het noodzakelijk zijn om afstand te nemen, ook al blijft de deur voor vergeving openstaan.
Het gevaar van oordelen en veroordelen
Er zijn situaties waarin het verbreken van contact noodzakelijk kan zijn, vooral wanneer mensen de grens overschrijden door vanuit hun eigen gelijk te spreken en te handelen met de Bijbel in de hand. Wanneer iemand denkt dat hij of zij het recht heeft om anderen te oordelen of te veroordelen – bijvoorbeeld door te zeggen dat iemand naar de hel gaat of door onterecht mensen aan de schandpaal te nagelen – wordt de situatie nog ingewikkelder. Dit soort gedrag gaat vaak gepaard met arrogantie (de één verheft zich boven de ander en/of eigent zich de plek naast God toe) en een gebrek aan besef van de eigen feilbaarheid. In zulke gevallen is het niet alleen gerechtvaardigd, maar zelfs noodzakelijk om contact te verbreken, omdat dit soort veroordeling schadelijk is voor de ander en voor de gemeenschap als geheel.
Maar juist hier dreigt het gevaar dat dit soort problematische relaties bedekt wordt met ‘de mantel der liefde’, alsof alles goed is en er niets aan de hand is. Het idee om het goed te maken met de ander voor op te stellen, kan zo het verzuimen van noodzakelijke grenzen in de hand werken. Het probleem is echter dat door het niet uit te spreken, de situatie verergert. Dit ‘deksel op de put’ kan soms meer kwaad doen dan goed. Het is essentieel dat we een halt toeroepen tegen destructieve gedragspatronen en oordelen, niet alleen voor onszelf, maar ook voor de ander.
De bescherming van de gemeenschap
Het vasthouden aan een destructieve relatie kan dus niet alleen schade toebrengen aan de betrokkenen, maar ook aan de bredere gemeenschap. Binnen een christelijke gemeenschap is het belangrijk om normen en waarden te bewaken die het welzijn van iedereen dienen. Soms vereist dit dat we als gemeenschap grenzen stellen aan het gedrag van bepaalde individuen. Het idee dat we altijd de verzoenende rol moeten spelen, kan ertoe leiden dat we giftige dynamieken in stand houden die anderen schaden. In plaats van bij elke gelegenheid de deur voor verzoening open te houden, moeten we soms de moed hebben om grenzen te stellen om de gezondheid van de gemeenschap te waarborgen.
Verantwoordelijkheid en zelfzorg
Zelfzorg is een belangrijk aspect van elke gezonde relatie, en dat geldt ook voor relaties binnen de kerk. Het verlangen naar verzoening mag nooit ten koste gaan van onze eigen geestelijke, emotionele of fysieke gezondheid. De oproep van Paulus om vrede te zoeken, is in die zin ook een oproep om zorg te dragen voor onszelf en ons welzijn. Soms betekent dat een tijdelijke breuk in de relatie, zodat beide partijen kunnen herstellen en de situatie vanuit een ander perspectief kunnen bekijken.
Conclusie
Hoewel het streven naar vrede en verzoening een hoog ideaal is, moeten we erkennen dat er situaties zijn waarin het noodzakelijk is om contact te verbreken. Dit is geen handeling van wrok, maar een daad van bescherming, zelfzorg en soms zelfs liefde voor de ander. Het christelijke leven roept ons inderdaad op om vrede na te streven, maar ook om verstandig en verantwoordelijk om te gaan met de relaties die we onderhouden. Soms vereist dat de moed om de deur van de relatie tijdelijk te sluiten, zodat ruimte ontstaat voor genezing, groei en, hopelijk, een verzoening die pas mogelijk wordt wanneer de omstandigheden dit toelaten.
Breken kunnen we echt niet maken
Kerstfeest ligt weer achter ons. We hoorden weer de boodschap over de Vredevorst die de vrede op aarde en in onze ziel kan gebieden. Hoe kan het dat er onder christenen conflicten bestaan waarbij mensen met elkaar breken? Moeten we niet radicaal zeggen: breken kun je niet maken?
auteur: Dr. J. Hoek
datum: 2 januari 2025
Opinie – Reformatorisch Dagblad
De laatste tijd stuitte ik er weer herhaaldelijk op. Dat de ene gelovige over een medechristen zegt: ‘Ik hoef die man of die vrouw nooit meer te zien, ik heb definitief gebroken.’ Er is een conflict geweest, er zijn woorden gesproken die verkeerd gevallen zijn, vertrouwen is beschaamd of er is zelfs zonder meer oneerlijk gehandeld. Helaas doet zich dat allemaal voor binnen de christelijke gemeente. Het moest niet zo zijn, maar het is onmiskenbaar dat de gebrokenheid door de zonde niet aan de kerk voorbijgaat.
Inspanningsverplichting
De apostel Paulus roept ons op om bij niemand kwaad met kwaad te vergelden, maar bedacht te zijn op wat goed is voor alle mensen. De opdracht geldt om zo mogelijk voor zover het van ons afhangt, in vrede te leven met alle mensen (Romeinen 12: 17 en 18)
Dit appel is verstrekkend en tegelijk ook realistisch. Paulus weet ook wel dat je niet op goede voet kunt verkeren met iemand die elke toenaderingspoging afwijst. Je kunt ook in de relationele sfeer nu eenmaal geen ijzer met handen breken. Maar er is wel de inspanningsverplichting om tot het uiterste te gaan in dienst van de vrede. We zijn geroepen om – in de formulering van het avondmaalsformulier – zonder enige geveinsdheid alle vijandschap, haat en nijd van harte af te leggen, vanuit een ernstig voornemen om van nu voortaan in waarachtige liefde en enigheid met onze naasten te leven.
Onder de maat
Op je troontje blijven zitten als de beledigde partij is echt onder de maat. Zo’n houding drukt uit: O zeker, als hij naar mij toe komt en belijdt dat hij fout is geweest, dan ben ik van mijn kant zeker bereid tot vergeving. Dat klinkt misschien goed, maar het beeld van de christen zou veeleer dagen van die wachtende, uitziende en liefhebbende vader uit de gelijkenis, die door zijn zoon op het hart is getrapt, moeten zijn ‘Vol liefde reit hij uit naar zijn kind, vol bewogenheid wil hij verzoening, echte vrede (Lukas 15: 11-32)
We kunnen het kerstevangelie in allerlei toonaarden hebben gehoord en meegezongen hebben met ontroerende kerstliederen, maar hoe is onze grondhouding tegenover onze naast, juist ook wanneer deze ons niet ligt of wanneer we met hem of haar hebben gebotst? Breken kunnen we echt niet maken! De deur naar verzoening en vrede moet van onze kant altijd blijven openstaan.
Kom in beweging naar de ander, sla een brug, gooi bluswater op het vuur van ergernis en gekrenktheid, ruim misverstanden uit de weg, wil de minste zijn. Kortom, bewandel het vredespad waarop de Vredevorst onze voeten richt.
——————–
De auteur is emeritus hoogleraar gereformeerde spiritualiteit
Reacties op het artikel van dr. J. Hoek in het Reformatorisch Dagblad (14-01-2025):
(I) Breken met naaste?
Dr.J.Hoek schrijft in zijn artikel ‘Christen kan het niet maken te breken met naast’ (RD 2-1) over het prachtige streven om te voldoen aan Gods opdracht om in vrede te leven met alle mensen (Romeinen 12: 17-18). Ik ben echter dankbaar dat erbij staat: ‘zo mogelijk’.
Ik voel ook pijn. En anderen met mij, vrees ik. Wat een pijn gaat er schuil achter seksueel misbruik en het meemaken van narcistisch geweld in een huwelijk. Ik noem deze twee voorbeelden omdat ik beide zelf heb meegemaakt. Maar er zijn meer schrijnende situaties te noemen. Mensen die de pijn niet erkennen, die zogenaamd vrede met je willen en juist een artikel als dit en zelfs Gods Woord misbruiken om aan te geven dat jij als slachtoffer toch in vrede met hen moet (!) leven. Waardoor je opnieuw gaat betwijfelen of je doet wat Christus wil. Want juist dat is wat je zelf zo graag wilt!
Je wilt alle vijandschap, haat en nijd van harte afleggen en in waarachtige liefde en enigheid met je naaste leven. Maar soms is een situatie zo dat het laatste niet meer mogelijk is met het oog op de veiligheid. Dat je helaas wel moet breken met de ander of het vontact zeer minimaal moet laten zijn. Wat een zegen is het dan om geen wrok en bitterheid te ervaren. Je in Gods genadige nabijheid te weten. Hij zegt: ‘Uw Maker is uw Man” Hij ontfermt Zich als een vader en troost als een moeder. Laten we van mensen in genoemde situaties niet eisen dat ze het contact met de ander in stand houden of suffereren dat ze geen goede christenen zijn als ze zich genoodzaakt zien het contact te verbreken.
Naam en adres bij de redactie bekend
(II) Breken met naaste?
Het artikel ‘Christen kan het niet maken te breken met naaste’ van dr. J. Hoek (RD 2-1) raakt me, vanwege de worsteling die ik zelf ervaar en zie bij mensen met krassen op hun ziel, trauma’s en/of angst, wier vertrouwen en liefde zijn vertrapt.
Soms is het noodzakelijk om tijdelijk of langdurig het contact met een naaste (ouder, kind of wie dan ook) te verbreken, omdat je er anders zelf volledig aan onderdoor gaat, geestelijk, psychisch én lichamelijk. Soms moet je kiezen uit twee kwaden. En daarbij: wie verbrak als eerste het contact? Was dat neit degene die onveiligheid veroorzaakte, in plaatse van degene die zichzelf (en de ander?) probeerde te beschermen tegen verdere beschadiging en zelfs zonde?
God gebiedt: “Gij zult niet doodslaan.” Dit betekent dat ‘Ik mijzelf niet kwetse of moedwillig in enig gevaar begeve” (HC Zondag 40). “We mogen onszelf niet willens en wetens letsel bezorgen, verderven en ten onder brengen” (“Het Schatboek der verklaringen van de Heidelbergse Catechismus” van Zacharias Ursinus).
Vergeving is een gaven van God. De Heere vraagt niet dat we zonder verwerking of op commando vergeven – Hij is niet onbarmhartig of wreed. Vergevingsgezindheid is soms het maximaal haalbare en dat is veel waard. Het gaat erom dat we biddend proberen weg te blijven van haat en wraak.
Ik hoop dat de reformatorische gezindte hiervoor meer aandacht en begrip zal krijgen. Gods Woordt biedt troost, ook aan u/jou die zo’n moeilijke en onbegrepen weg gaat: “Als een die zijn moeder troost, alzo zal Ik u troosten”(Jesaja 66). “Ik zal ulieden alle vaderlijke en moederlijke affectie bewijzen en Ik zal ulieden met goedertierenheid omhelzen.”
Naam en adres bij de redactie bekend