Seksuele nieuwsgierigheid bij broers en zussen
Met grote zorgvuldigheid en bescheidenheid wil ik het hebben over de seksuele nieuwsgierigheid, seksuele exploratie tussen broers en zussen (neefjes en nichtjes en vriendjes en vriendinnetjes). Ik wil over dit onderwerp schrijven, omdat ik daarvan de gevolgen in mijn praktijk regelmatig tegenkom. Op latere leeftijd kan men ineens (met schaamte en/of verdriet) terugdenken aan een situatie in zijn eigen kindertijd of pubertijd. Of men loopt al jaren met het idee dat er vroeger iets fout is gegaan, maar men durft het niet bespreekbaar te maken uit angst voor alle consequenties. De angst neemt toe. Juist in deze tijd waarin aan de ene kant veel gesproken wordt over grensoverschrijdend gedrag en aan de andere kant op lagere school steeds vroeger eenzijdige seksuele ‘voorlichting’ moet worden gegeven.
In mijn nieuwe boek ‘de fik erin. Op weg naar een vurige relatie’ schrijf ik een heel deel over seksualiteit in de relatie en heb ik een hoofdstuk opgenomen over normale seksuele ontwikkeling (zelfbevrediging), te vroege ontwikkeling (misbruik) en te late ontwikkeling (verboden). Ik besteed één zinnetje aan het onderwerp broers en zussen: ‘We hebben het dan nog niet over de experimentele fase van broers en zussen, waardoor makkelijk grenzen overschreden worden.’ Daarom dit artikel als aanvulling. Hoewel dat bijna onmogelijk is om hier iets kort over te zeggen, omdat het zoveel context nodig heeft en er verschillende kanten aan de zaak zitten. Dus ik schiet in wezen altijd te kort. Ik doe het toch, omdat ik hoop dat degene die er mee zit, er een handvat door krijgt om er op een ‘open’ manier naar te kijken en in ieder geval op een bepaald moment over kan gaan praten. Niet praten is altijd schadelijk! Omdat het altijd groter in mijn hoofd wordt en daardoor alleen maar zwaarder, omdat mijn brein zich uit angst vernauwd wanneer het onderwerp dreigt ter sprake te komen (bijvoorbeeld in de volwassen relatie) of wanneer men dreigt de broer of zus te ontmoeten. Maar ook omdat het onschuldig geweest zou kunnen zijn, maar door alles wat bijvoorbeeld in de media gezegd wordt, het ineens mogelijk als het “zwaard van Damocles” boven je hoofd kan hangen, want mocht je broer of zus er ineens toch anders over gaan denken dan toen in jullie pubertijd.
Er is weinig geschreven over dit onderwerp, merk ik. Ik vond een boekje van Sofie Dieltjens (klinisch seksuoloog en relatie- en gezinstherapeut) en Patrick Meurs (analytisch kinder- en jeugdpsychotherapeut, directeur van het Sigmund Freud Instituut Frankfurt, etc.) met als titel: ‘Seksuele ontwikkeling en de rol van broers en zussen’ (uitg. Garant, 2008, ISBN9789044121551). Zij noemen broer(s) en zus(sen) relaties: siblings (engels) We weten dus niet zo heel veel over de rol van broers en zussen in de normale seksuele ontwikkeling.
Broers en zussen zijn geen partners naar vrije keus maar gedurende de jonge levensjaren elkaars verplichte reisgezelschap. Ze zijn verwant, omdat ze geboren zijn uit dezelfde vader en moeder. Ze kunnen elkaar liefhebben maar ook haten. Ze rivaliseren, benijden en verachten elkaar soms, maar zijn ook in staat elkaar te verdedigen, te beschermen en te begrijpen op een manier die ouders niet kunnen verbeteren. De band tussen broers en zussen speelt een belangrijke rol in de vorming van de persoonlijkheid van het individu. Broers en zussen blijken niet altijd traumatisch dan wel neurotische invloed te hebben op elkaar’. (Bron: ‘Broers en zussen. Psychoanalytische opstellen over de relatie van kinderen (naar I. Mettrop-Wurster redactie, 1989, ISBN: 9060098951). Dit geldt voor broers en zussen, maar ook voor neefjes en nichtjes en vriendjes en vriendinnetjes die men in die jonge jaren al dan niet veelvuldig zag. Ik heb het hier niet over ingewikkelde gezinsconstructies als: samengestelde gezinnen, pleegkinderen, geadopteerde kinderen. Laten we – net als in mijn boek – eerst maar eens kijken naar de ongecompliceerde vormen, want die zijn in zichzelf al gecompliceerd genoeg.
Dieltjens en Meurs zeggen dat er in twee situaties sprake is van siblingincest:
a) een intensieve, bezitterige, exclusieve liefde, gekoppeld aan seksueel verlangen in de sterke en volwassen betekenis van het woord en gevolgd door een aanzet tot seks. Dit is misbruikende incest wanneer de gevoelens slechts door één van de twee partners beleefd woord.
b) een relatie tussen broer en zus waarbij beide hoofdfiguren elkaar als seksuele partners kiezen, maar daardoor ook minder intensief gaan investeren in relaties buiten het gezin waarbij ze de motivatie en de kans verliezen om elders een relatie aan te gaan (met een partner buiten het gezin).
Er zijn ook niet-incestueuze seksuele activiteiten tussen broers en zussen:
1) activiteiten die gepaard gaan met een goede (gezonde, bij de leeftijd passende ) geestelijke en seksuele nieuwsgierigheid: lichamelijke vergelijkingen maken, seksuele spelletjes in bad en bij het slapen gaan, doktertje spelen, inwijding van de jongere door de grotere kinderen (bijvoorbeeld in zelfbevrediging), heimelijke seksuele verkenningen om te voelen hoe een grote penis of groeiende borsten voelen. Deze gezonde ontwikkeling gaat gepaard met een gezonde intimiteit en gehechtheid binnen het gezin.
2) activiteiten die zijn ingegeven door angst of door het feit dat een kind of een jongere een heel moeilijk (onveilig) moment doormaakt in zijn of haar leven, waarbij een oudere broer of zus van die angst gebruik maakt en de jongere liefkoost op bijvoorbeeld zijn geslachtsdelen of over de borsten aait. Dat is een zorgwekkende seksuele ontwikkeling. Zo komt het voor dat in een gezin waar veel zorgen zijn, kinderen vanuit die onveiligheid zichzelf bevredigen door de kleding heen in het bijzijn van de andere kinderen, die op hun beurt al dan niet mee doen.
Als ik alles op een rijtje zet, dan kom ik steeds meer tot de conclusie dat als er niet open over gepraat wordt, dat de ervaring onbedoeld en ondergronds veel negatiever kan uitpakken door allerlei aannames en overtuigingen, maar ook dat wat gebeurt is soms erger wordt gemaakt door wat er daarna mee gebeurd is. Ik heb het nu NIET over de onvrijwillige experimenten , ook niet over de ongelijkwaardige experimenten (veel oudere broer/zus bij jongere broertje/zusje) en zeker niet over die situaties waarbij het bewust het doel van de een is om klaar te komen en de seksualiteit zelf te ervaren.
Uit de literatuur en uit de verhalen van mijn cliënten weet ik dat je je als kind veilig en onveilig hebt gevoeld bij je ouders of bij een van je ouders. Ik weet ook dat broers en zussen ook een veilige omgeving om het leven te oefenen kunnen creëren of dat het juist teveel onveiligheid heeft gegeven. Binnen die mogelijkheden doe je dus allerlei ervaringen op, die uiteindelijk een veilige of een onveilige omgeving creëren om kennis te maken met seksualiteit.
Een baby’tje moet eerst allerlei dingen proeven voordat het leert eten. Dat noemen we experimenteren met voedsel om zo aan smaak en textuur te wennen, te weten wat je er mee moet doen en hoe je het eten moet verwerken: kauwen of doorslikken. Zo gaat het ook met de seksuele ontwikkeling. Je hebt een veilig omgeving nodig om seksualiteit op een gezonde manier te kunnen ontdekken op het moment dat jij er aan toe bent. In een veilige omgeving de seksualiteit ontdekken is heel belangrijk. Ook is het belangrijk dat je er over leert praten en dat is nog steeds een grote hobbel die gepaard gaat met schaamte en/of schuldgevoel. Vandaar dat ik er in mijn nieuwe boek ook een heel deel aan besteed heb.
Nu zijn er mensen, die zeggen: daar mag je niet aan beginnen totdat je een huwelijksrelatie hebt, zo wil God dat. Dan is je ontwikkeling over het algemeen te laat, want wij Nederlanders trouwen over het algemeen veel later, dan vroeger. Dus dan is onze seksuele ontwikkeling al een weg gegaan, als het goed is, maar vaak is dat dan stiekem. Of men heeft de ontwikkeling heel bewust in de ijskast gezet, met alle gevolgen van dien. Daarmee krijgt het in het brein het label van: niet veilig, verboden!. Dan wordt er open en eerlijk over praten erg lastig, laat staan dat je er in vrijheid en openheid van de seksualiteit kunt genieten.
Er zijn mensen die veel te jong met seksualiteit geconfronteerd zijn door oudere broers en zussen of door een grensoverschrijdende vader, een opa of een oom. Dat kan natuurlijk ook de moeder, de oma of een tante zijn geweest. Dat zijn over het algemeen vreselijke, maar duidelijke feiten. Er wordt te vaak nog niet over gepraat omdat het met de mantel der liefde moet worden bedekt. In wezen weet men zich geen houding te geven. Hoe ga je daarmee om?
Er is daarnaast ook een schimmig gebied: wat als je veilige ouders hebt en je veilig voelt bij broers en zussen (neven en nichten; vriendjes en vriendinnetjes), dan kun je de seksualiteit in gelijkwaardigheid ontdekken. Al hoewel de seksualiteit, dan zijn het vooral de organen die ontdekt worden en de lichamelijke reacties daarop. Daar is bijna niet aan te ontkomen. Dat gaat onderzoekender wijs.
Als het dan toch mogelijk als onvrijwillig wordt ervaren, dan kan daar over gesproken worden met de ouders en met de broer/zus. Het is dan net als stoeien. Het was niet de bedoeling dat de een zijn tanden uit zijn mond vielen, toen de ander hem stoeiend een zet gaf, maar het gebeurde wel. Dat moet uitgesproken worden met een volwassene erbij. Dat moet ook vereffend worden: de komende maand mogen jullie alleen stoeien als wij als ouders erbij zijn. Houd je je er niet aan, dan krijg je een afgesproken straf. Het zou fijn zijn als je zo ook om kunt gaan met seksuele ontdekkingen, maar dat lijkt me ook lastig, ook als ouders, want het gaat vaak onbewust en onschuldig. Zodra het bewust gaat. Bewust in de zin dat een van beide (of allebei) als doel heeft om een daadwerkelijke opwinding te beleven en klaar te willen komen met behulp van de ander, dan zie je dat het een grens over gegaan is en incest wordt. Dan gaat het niet meer om ontdekken, maar om bevredigen. Het is zo precair! Voordat je het weet ga je over de grens van het betamelijke, het onschuldige en wordt je schuldige. Voordat je het weet zijn er onbedoeld butsen ontstaan. In het boekje wat ik net aanhaalde wordt gezegd dat je in zo’n geval het open en eerlijke gesprek moet aangaan: daar ben je nog te jong voor of dat is niet iets wat je met een familielid moet doen.
Ik merk aan mijn eigen schrijven hoe lastig het is hier woorden aan te geven. Ik wil graag recht doen en bespreekbaar maken wat onbedoeld en onbewust gebeurde. Zo was er in mijn praktijk een man die zijn hele leven zich schaamde en schuldig voelde omdat hij zijn zus heeft betast en ze elkaars geslachtsorganen hebben bekeken. Hij is er depressief van geworden omdat hij het er met niemand over durfde te hebben totdat hij in coaching kwam. We hebben het besproken en we hebben zijn zus uitgenodigd en met elkaar gekeken wat gezond en ongezond was en dat taal en erkenning gegeven. Zijn zus stond er heel anders in. Zij had zichzelf wel eens afgevraagd of het wel of niet de grens over was, maar zij heeft het na met haar man besproken te hebben, erkent en het daarbij gelaten. Nu ze hoorde hoe hij daar onder gebukt ging, heeft ze er spijt van het niet met haar broer besproken te hebben. Zij heeft hem ontschuldigd.
Een andere keer was er een vrouw, die bij de logeerpartijen al spelende door haar neef was betast. Zij voelde nog steeds zijn handen op haar lichaam omdat ze net tijdens catechisatie had gehoord dat dat onrein was en dat je eigenlijk niet mocht trouwen als al iemand anders aan je had gezeten. Zij had dat letterlijk genomen en had er met niemand over durven praten en had daarom gekozen voor een celibatair leven. Toen we het hadden uitgesproken en ze de juiste proporties van het voorval kon zien, kon ze zien hoe zij er zelf onbedoeld een halszaak van had gemaakt. Het was niet nodig om die neef erbij te halen, want het ging niet om wat daar was gebeurd, maar welke betekenis er later aan gegeven was door anderen.
Kortom: een verkennend artikel over gezonde en ongezonde seksuele ontwikkeling bij broers en zussen om zo het gesprek met elkaar aan te kunnen gaan en de schaamte om hierover te praten achter ons te laten. Want schaamte maakt ons ziek en het bespreken en erkennen van ‘zo was het’ hoe verdrietig ook, heelt en geneest.
In mijn boek ‘De fik erin. Op weg naar een vurige relatie’ staat veel over gezonde seksualiteit te lezen.
REACTIE VAN EEN LEZER:
Ik heb er ook mee te maken gehad. M’n sibling, die vier jaar ouder is dan ik ben, sliep op de zolder, die via een kast in de slaapkamer bereikbaar was. Op een avond riep mijn sibling mij. Ik klom de ladder op, en toen wilde mijn sibling aan me zitten. Ik mocht in ruil daarvoor ook voelen en betasten, maar daar had ik geen enkele behoefte aan. Wel stond ik toe dat mijn sibling mij betastte – ik weet niet waarom. Hij was al een tiener en ik was een jaar of twaalf, denk ik. Ik vond het raar, maar niet heel erg.
Tot ik niet op tijd ongesteld werd (je hoort al: de voorlichting was niet heel secuur geweest). Nog erger werd het toen we op een dag aan tafel het verhaal van Juda en Tamar hadden gelezen; een ongeoorloofde relatie, die tot Tamars dood had moeten leiden… Zou ik ook gedood moeten worden? Ten einde raad heb ik het aan mijn moeder opgebiecht. Ze stelde me onmiddellijk gerust: nee, ik kon niet zwanger zijn, en nee, ik hoefde niet gestenigd. Opluchting!