Reformatorisch vrouwen in mannenbolwerk
Deze reformatorische vrouwenhouden zich staande inmannenbolwerken: ‘Ga je echt naardie kerk?’
ACHTERGROND
Wie is de reformatorische vrouw anno 2023? Staat ze met tienkinderen aan haar rok in de keuken of is ze toch fulltime aan het werk? SGP-wethouder Paula Schot, ondernemer Hillie en evangelist Ine de Vogel vertellen over hun werk.
auteurs: Jacolien Viveen en Ilse Brandemann
datum: donderdag 16 november 2023
Paula Schot (30): ‘Het taboe op fulltime werken is meer cultureel dan Bijbels’
PAULA SCHOT – Wethouder sociaal domein, arbeidsmarkt, onderwijs, landbouw, visserij en water van degemeente Schouwen-Duiveland. Schot is lid van de Hervormde Gemeente.
‘In de reformatorische kring is fulltime werken voor vrouwen ongebruikelijk. Ik benwethouder en werk vijf dagen. Daar krijg ik geen boze reacties op, maar sommige mensenzeggen wel dat ze zelf niet zo’n keuze zouden maken. Mijn man werkt minder, ik werkmeer.
Mijn gezin staat op plek één. Het gezin moet op de hoogste plaats staan, is mijnovertuiging. Maar hoe je dat invult, dat mag iedereen zelf bepalen. Ik lees in de Bijbel datde man ook een grote rol heeft in de opvoeding. Het taboe op werkende vrouwen is meercultureel bepaald dan door de Bijbel geïnspireerd, er staat niet dat vrouwen niet mogenwerken.
Bij orthodoxe christenen is het ook niet heel vanzelfsprekend om je kinderen naar eenkinderopvang te doen. Maar ik vind het heel goed dat mijn kinderen daar één dag perweek heen gaan. Het is goed voor hen, dat bewijst ook de wetenschap. Bijreformatorische mensen is het gebruikelijker dat de oma’s oppassen. Oma’s dieoppassen komt veel voor onder reformatorische christenen, dat wordt vaak als beteralternatief gezien.
‘Mijn dochter van vier jaar ziet dat het normaal is voor eenvrouw om te werken’
Steeds meer reformatorische vrouwen werken, anders hadden we geen reformatorischeopvang, kraamzorg en verpleeghuis meer gehad. Want wie houden die anders draaiende?De discussie gaat inmiddels meer over hoeveel je werkt, en welke baan je hebt. Watverandert, is dat steeds meer vrouwen hoger opgeleid zijn en een baan willen op hoogniveau. Als ik om mij heen kijk, zie ik dat mannen en vrouwen bezig zijn met hoe ze hungezin de hoogste prioriteit kunnen geven én een uitdagende en leuke baan kunnencombineren.
Mijn eigen dochter van vier jaar ziet dat het normaal is voor een vrouw om te werken, aangezien ik ook werk. Ze weet niet beter, al vindt ze de baan van burgemeester natuurlijk wel interessanter.
Ik ben actief voor de SGP én ik ben een vrouw. Natuurlijk heb ik nagedacht over de gevolgen toen ik meedeed aan de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam. Maar ik heb persoonlijk nooit vervelende reacties gekregen. Ik weet dat er in de achterban een
sentiment leeft onder mensen die anders denken over de positie van de vrouw. Zij vinden dat ik niet actief mag zijn. Maar ik heb daar hooguit twee mails over gekregen, meer niet.
SGP en grote veranderingen? Dat gaat niet samen. Wij zijn een stabiele partij én betrouwbaar. Dus ook het vrouwenstandpunt zal langzaam maar zeker veranderen.’
Hillie (67): ‘Ik denk dat zo’n zondag mij meer opbrengt dan dat ik verlies’
Ze runde twintig jaar een vishandel op diverse markten én haar gezin met vier kinderen.
Ze komt uit een familie met veel vrouwelijke ondernemers en is lid van de Gereformeerde Gemeente in Nederland.
‘Op mijn achtste jaar hielp ik op zaterdag al mee in de kruidenierswinkel van mijn oma in Ederveen. Daarnaast zat de kledingwinkel van de zus van mijn oma. Ik was een jaar of veertien toen ze me vroeg te helpen. Daar werkte ik tien jaar, ondertussen trouwde ik.
Gaandeweg was mijn man in de vishandel begonnen. Eerst sprong ik bij, ik vind altijd wel wat om te doen, en op een dag zat ik tot over mijn oren in de zaak.
Twintig jaar terug ben ik gescheiden en zelf ondernemer geworden. We splitsten de vishandel en ik ging, met hulp van mijn zoon, in de zaak verder. Mijn zoon was heel jong, tiener nog. Nu heb ikde viszaak aan hemover gedaan. Ik benmet pensioen, maarloop net uit de schuur,nog even aan hetwerk. Ik blijf ermeebezig, want in de vis ishet altijd druk. Jebegint ‘s ochtendsvroeg metvoorbereiden, dan dekar in om een dag teverkopen. Daarnaopruimen,schoonmaken en weervoorbereiden voormorgen. Je bent minimaal twaalf uur op een dag bezig, zes dagen lang. Maar niet op zondag. Ze bellen weleens voor vis vanuit eenrestaurant in de buurt, dan zeg ik: op zondag verkopen weniet. Al zat er een heel winkelcentrum in de buurt, daardenken we niet eens over na. De zondag is de zondag. Ikdenk niet dat ik daardoor veel inkomsten mis. Ik denk zelfsdat het me meer opbrengt dan dat ik verlies. Als je zo’nzondag werkt, wat houd je dan over voor kerk en gezin? Met bid- en dankdag staan we ook niet op onze standplaats. Dan vragen klanten weleens: wat is dat, zo’n dankdag?
‘Soms heb je met klanten zo’n goede band; dan leef je in ziekteen bijzondere gebeurtenissen met elkaar mee.’
Van jongs af aan zit het ondernemen in m’n bloed. Het is erg leuk, tegelijk best pittig. Ikheb vier kinderen, de jongste heeft een verstandelijke beperking. Gelukkig woonde mijnmoeder naast me, maar het waren best moeilijke jaren. Mijn jongste komt nu alleen inhet weekend thuis. Dan loopt ze met me de schuur in, even papier en bakjes sausbijvullen. Dan zijn we fi jn samen bezig.
Er zijn ook mindere kanten, het is erg druk. Het meeste vind ik heel leuk. Klanten vragenwel eens: ‘Ga je echt naar die kerk?’ Als je daar gewoon eerlijk over praat en jezelf blijft,dan begrijpen sommigen het wel. Soms heb je met klanten zo’n goede band; dan leef jein ziekte en bijzondere gebeurtenissen met elkaar mee, bijna meer dan met je eigengemeenteleden omdat je klanten zo vaak spreekt.’
[De geïnterviewde wil niet met haar achternaam in de krant, haar volledige naam is bekend bij de redactie.]
Ine de Vogel (62): ‘Dit werk schudt soms wel aan mijn fundamenten’
Ze reist twee keer per maand van het bosrijke Elspeet naar de Bijlmer. Tussen de fl atszoekt ze kinderen en hun ouders op voor de kinderclub. De Vogel is kinderevangelist voor de Hersteld Hervormde Kerk.
‘We deden veel werk met asielzoekers toen mijn man nog leefde. Op een dag werden de asielzoekers verhuisd. Een tijdje later overleed mijn man. Wat ga ik nu doen in Gods koninkrijk, vroeg ik mezelf af. Ik bad: God, wat kan ik in uw dienst doen? Ik ben niet iemand die bij de pakken neer gaat zitten. God beveelt ons ook om door te gaan.
Een advertentie trof me, ze zochten een kinderevangelist in de Bijlmer. Dit was voor mij. Maar was ik niet te oud? Ik solliciteerde en ben benoemd vanuit de Hersteld Hervormde Kerk. Officieel ben ik voor acht uur per week benoemd, maar het houdt me veel meeruren bezig. Ik sta af en toe ook voor de klas als invaljuf.
In gedachten ben ik veelal druk met ons werk in de Bijlmer. Continu denk ik: hoe pak ik dit aan? De voorbereiding van de kinderclub vergt veel. Hoe breng ik de boodschap? Hoe sluit je aan bij de belevingswereld? Hoewel het heel mooi werk is, kost het ook wat. Ik heb drie kinderen en vier kleinkinderen, waar ik ook graag tijd aan wil geven. Mijn vriendschappen lijden er wel wat onder. Mijn vrienden raak ik niet kwijt, maar ik hebminder tijd voor ze.
‘Als we allebei geloven dat de Bijbel van kaft tot kaft waar is,vallen verschillen een beetje weg.’
Iedere week zitten er weer nieuwe kinderen bij de kinderclub die ik wil leren kennen. Dat vraagt flexibiliteit. Ik hoop dit te doen zolang God me de kracht geeft. Het werk geeft me heel veel voldoening. Ik ben verantwoordelijk, maar achter mij staat een werkgroep van vier personen en twintig vrijwilligers, die om de beurt meegaan. Samen proberen we de kinderen te vertellen over God, zodat ze Hem leren kennen. God gaf zijn Zoon om de wereld te redden; Johannes 3 vers 16 en 17 is mijn leidraad.
Dit werk schudt soms wel aan mijn fundamenten. Niet dat ik het geloof kwijtraak, maar de gesprekken raken me. Zo sprak ik zaterdag mensen die uit Suriname komen en d esabbat houden. Dat wisten ze goed uit te leggen. Dan probeer ik goed te luisteren eng een oordeel te vormen. Daar blijf ik over nadenken en later zoek ik het op en praat erover met anderen.
Mijn houvast is Gods Woord. Ik kijk liever over kerkmuren heen zonder dat ik mijn kerk de ware noem. Als we allebei geloven dat de Bijbel van kaft tot kaft waar is, vallen verschillen over uiterlijkheden een beetje weg. We zijn hier niet zo bezig met de vorm of welke kleding we dragen.’
Biblebeltdag
‘Genderkloof in de Biblebelt’, is het thema van dejaarlijkse zogenoemde Biblebelt-dag. Al enkele jaren organiseert het Dutch BibleBelt Network medio november een netwerkdag in Gouda. De naam van de bijbelgordel is ontleend aan de streek van dorpen en steden met veel reformatorische christenen, die zich uitstrekt van Overijssel via de Veluwe, Utrecht en Zuid-Holland naar Zeeland.
Dit jaar luisteren de Biblebelt-dagbezoekers op zaterdag 18 november naar lezingen over ‘emancipatie onder refovrouwen in een mannenbolwerk’. Onder meer SGP-wethouder Paula Schot, Sapienta-voorvrouw Gonda van den Heuvel en hoogleraarMiranda Klaver vertellen over ‘biblebelt feminisme’. Want over de vrouwen in de reformatorische zuil bestaan nogal wat vooroordelen: ze werken niet of weinig, zijn
veelal bezig met een kinderrijk gezin. Politiek en ondernemen laten ze over aan de mannen. De vraag is echter of reformatorische vrouwen die vermeende genderkloof ook zo ervaren of dat ze in de praktijk van alledag hun eigen route bevaren.