Reflecteren
Reflecteren, wat is dat eigenlijk?
Er zijn veel verschillende definities van reflectie. Bij de meeste draait het om het terugkijken op eigen ervaringen om daarvan te kunnen leren.
Reflecteren betekent dat je jezelf een spiegel voorhoudt om zo stil te staan bij hoe je bijvoorbeeld werkt, welke keuzes je daarbinnen maakt, welke vaardigheden je inzet en hoe dat voelt.
Er zijn drie vormen van reflectie:
* Reflecteren op persoonlijk functioneren. Daarbij sta je vooral stil bij wie jij bent, wat je motivatie en je doelen zijn. Deze vorm van reflectie kan je helpen bij je persoonlijkheidsontwikkeling.
* Reflecteren op beroepsmatig handelen. Deze vorm van reflecteren richt zich vooral op het methodisch handelen. Je kunt zo onderzoeken wat het effect is van de methoden die jij inzet.
* Reflecteren op persoonlijk beroepsmatig handelen in de maatschappelijke context. Bij deze vorm van reflecteren kijk je ook naar de context van jouw functioneren en handelen. Hierbij vraag je je af wat het effect is op de omgeving, de maatschappij en in hoeverre jij hier verantwoordelijk voor bent.
Deze drie vormen van reflectie zijn niet altijd zo duidelijk van elkaar te onderscheiden; de ene hangt nauw samen met de andere. Het draait bij reflectie in ieder geval altijd om jou.
Jijzelf als middelpunt
Bij reflecteren onderzoek je je manier van handelen, maar ook hoe je reageert op een bepaalde situatie en hoe dat voelt. Dat laatste, je gevoel, is een thema waarbij je uitgebreid stil moet staan in je manier van reflecteren. Vaak reageren we uit een eerste impuls op een situatie. Dat betekent dat je niet eerst nadenkt voor je iets doet, maar handelt op basis van je eigen emoties. Ook kan het zijn dat je werkt vanuit vooringenomen standpunten of overtuigingen zonder dat je dit zelf in de gaten hebt. Je gaat er bijvoorbeeld vanuit dat een collega met wie je samenwerkt iets niet kan, en zonder er echt over na te denken heb je zijn taken daarom overgenomen.
Door te reflecteren:
* Vergroot je je zelfkennis.
* Ben je je bewust van de emoties die in bepaalde situaties bij jou een rol spelen.
* Krijg je inzicht in hoe je daarnaar handelt.
Reflecteren is een manier van leren
Leren kan op veel verschillende manieren. Veel mensen associëren leren met studeren uit boeken. Dit is kennisleren. Maar er zijn nog meer vormen van leren:
* Bij kennisleren gaat het dus om het opnemen van informatie en het leggen van verbanden.
* Vaardigheidsleren gaat om het verbeteren van acties.
* Houdingsleren gaat om het inzicht in eigen gedrag. Normen en waarden worden ontwikkeld, de omgang met anderen wordt onderzocht.
Reflecteren is een vorm van houdingsleren; het is een manier om over jezelf te leren. Het kan je bijvoorbeeld helpen om een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) te maken. Door te reflecteren weet je wie je bent, wat je motiveert, wat je gemakkelijk afgaat en waar nog uitdagingen voor jou liggen. Reflectie kan je daarom helpen ontwikkeldoelen binnen het POP op te stellen. Het is een houding die veel studenten die van het mbo naar het hbo overstappen vaak lastig vinden om aan te leren.
Hoe moet je reflecteren?
Niet iedereen kan van nature gemakkelijk reflecteren. Sommige mensen geven bijvoorbeeld de voorkeur aan het kennisleren. Zij vinden het leuker om met theorieën bezig te zijn dan met hun eigen houding. Welke manier van leren jij vooral zult gebruiken, is afhankelijk van je eigen leerstijl.
Door een leerstijlentest te doen kun je achterhalen welke leerstijl bij jou hoort. Zo weet je of je een doener, bezinner, denker of beslisser bent.
De bezinner is iemand die graag gebruikmaakt van reflectie. Hanteer je meestal een andere leerstijl, dan zul je minder snel reflecteren. Het is in zo’n geval belangrijk om er heel bewust mee bezig te zijn. Dit kan door er een vast moment voor in je agenda te prikken of het reflecteren systematisch en methodisch aan te pakken. In veel hbo-opleidingen wordt daarom gewerkt met het STARR-model. Dit staat voor:
⌂ Situatie
⌂ Taak
⌂ Actie
⌂ Resultaat
⌂ Reflectie
De STARR-methode werkt als volgt:
Je beschrijft een concrete situatie en geeft daarbij aan wat jouw taak of rol hierbij is. Dan beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Tot slot doe je de werkelijke reflectie. Het is hierbij wel belangrijk eerst onderzoek te doen, dat wil zeggen jezelf vragen te stellen, voordat je conclusies trekt voor een volgende, vergelijkbare situatie.
Het is belangrijk om open vragen te stellen, want open vragen geven ruimte voor onderzoek. Het zijn geen vragen die je alleen maar met ja of nee kunt beantwoorden. Open vragen beginnen meestal met:
~ Wat
~ Waar
~ Wanneer
~ Waarom
~ Hoe
Reflecteren is niet hetzelfde als evalueren
Het gaat er bij reflecteren dus om steeds terug te kijken op, en jezelf vragen te stellen over hoe jij aan het werk bent en wat daar de achtergronden van zijn.
Het gaat er dan niet zozeer om of je het werk goed of juist niet goed hebt gedaan. Dat is evalueren. Het is juist belangrijk het beoordelen (evalueren) van je eigen handelen uit te stellen. Dit geeft ruimte voor zelfonderzoek, waardoor je meer leert over je eigen handelen.
Bij evalueren gaat het ook veel meer om het beoordelen van je voorgenomen werkplan. Iemand die evalueert vergelijkt de verwachting die hij van te voren had met de feitelijke gang van zaken. Na reflectie kan evaluatie plaatsvinden. Dan kun je conclusies trekken en doelen stellen voor een volgende keer.
Bij evalueren:
– Beoordeel je de resultaten van je acties.
– Kijk je welke eventuele storende factoren een rol hebben gespeeld.
– Trek je conclusies voor de werkwijze in soortgelijke situaties.
Bij reflecteren:
– Omschrijf je de situatie en omgeving.
– Onderzoek je je gedrag.
– Stel je vragen over je eigen vaardigheden.
– Achterhaal je je motivatie of overtuigingen.
– Sta je stil bij je identiteit.
– Is er oog voor je dieperliggende drijfveren.
Zelfreflectie
Zelfreflectie is een speciale vorm van reflecteren. Het verschil is dat je zelfreflectie zelfstandig toepast, dat wil zeggen dat je dit op eigen initiatief en alleen doet. Je vergaart op die manier de nodige zelfkennis. Zelfreflectie vraagt daarom wel wat zelfdiscipline. Er is niemand die zegt dat je het moet doen, er is ook niemand die zegt dat je er bijvoorbeeld nog even mee door moet gaan. Toch heeft zelfreflectie ook veel voordelen: je kunt het op ieder moment gebruiken en het zorgt ervoor dat je bewust bezig bent met je eigen ontwikkeling. Zelfreflectie kun je even tussendoor doen, of als je op de fiets naar huis rijdt vanuit je werk.
Zelfreflectie is ook mogelijk in de vorm van een logboek. Je schrijft je reflectie op papier. Dit vertraagt het denkproces, en geeft je tijd om rustig terug te blikken. Binnen hbo-opleidingen wordt vaak ook om een schriftelijke zelfreflectie gevraagd in de vorm van reflectieverslagen.
Tips voor het reflecteren
Je kunt op iedere situatie reflecteren en op elk probleem dat je bezighoudt . Daar kun je veel van leren, maar de valkuil is dat je hierdoor door de bomen het bos niet meer ziet en eindeloos blijft terugkijken. Een ander gevaar is dat je misschien het gevoel dat je eigenlijk wel lekker bezig bent – het werk gaat goed, er is geen kritiek van collega’s of je leidinggevende – en dus zie je geen reden om te reflecteren. Toch kan het dan ook heel leerzaam zijn om stil te staan bij jezelf en je manier van handelen.
De volgende tips kunnen je helpen bij het reflecteren:
* Kies een concrete situatie en kijk terug op dat specifieke moment en jouw manier van handelen.
* Reflecteer regelmatig en ‘rooster’ tenminste één keer per week een reflectiemoment in liefst op een vast moment.
* Stel jezelf open vragen.
* Stel oordelen over jezelf uit, kijk eerst wat er gebeurde voor dat je hier een waarde aan geeft.
* Reflecteer op een methodische manier, bijvoorbeeld door een lijstje vragen te doorlopen of het reflectiemodel te gebruiken,
* Reflecteer niet alleen op probleemsituaties maar ook op succeservaringen.
* Gebruik feedback van anderen om vanuit dat gezichtspunt te reflecteren.
(Met dank aan: http://www.carrieretijger.nl/functioneren/ontwikkelen/jezelf-ontwikkelen/reflectie)
Een reflectieverslag maken van een ontmoeting of een ervaring:
In zo’n verslag reflecteer je op de ontmoeting of de ervaring m.b.t.:
– Wat je voor jezelf aan deze ontmoeting hebt overgehouden:
* Wat heb je geleerd?
* Wat heb je ervaren? (positief en negatief)
* Welke andere opties tot handelen heeft het je opgeleverd?
* Welke gedachten hielden je bezig na deze ontmoeting?
– Wat je m.b.t. het begeleiden van de ander hebt ervaren:
* Hoe was het luisterend vermogen van de ander?
* Wat vond je van de uitleg?
* Wat vond je van de vragen?
* Wat vond je van de opdrachten?
* Wat vond je fijn en wat vond je vervelend?
Reflectievragen:
– Uitproberen
* Wat wilde ik bereiken?
* Waar wilde ik op letten?
* Wat wilde ik uitproberen?
– Terugblikken
* Wat gebeurde er concreet?
* Wat wilde ik?
* Wat deed ik?
* Wat dacht ik?
* Wat voelde ik?
* Wat denk ik dat de ander(en) wilde, deed, dacht, voelde?
– Bewustwording essenties
* Hoe hangen de antwoorden op de vorige vragen met elkaar samen?
* Wat is daarbij de invloed van de context (bijvoorbeeld de organisatie) als geheel?
* wat betekent dit nu voor mij?
* Wat is dus het probleem of de positieve ontdekking?
– Alternatieven
* Welke alternatieven zie ik? (Oplossingen of manieren om gebruik te maken van mijn ontdekking.)
* Welke voor- en nadelen hebben die?
* Wat neem ik me nu voor, voor de volgende keer?
Geplaatst op 21 mei 2011