Rabbijnse literatuur
De Rabbijnse literatuur is een zeer uitgebreide collectie van commentaren, codes, mystiek, vragen en antwoorden en zelfs poëzie, geschreven voornamelijk door rabbijnen vanaf de 4e eeuw v.Chr. tot heden ten dage. Alle werken zijn een interpretatie van of commentaar op de Tenach, ook weleens de “Hebreeuwse Bijbel” genoemd, inclusief (soms) de apocriefe boeken. In dit artikel staat een globaal overzicht van de hoofdwerken uit deze literatuur.
De Tenach of Tanach is het heilige boek van het jodendom. De Tenach bevat 39 Bijbelboeken die ook in het Oude Testament voorkomen (maar in een andere volgorde).
Talmoed
De Talmoed (= mondelinge leer) is na de Tenach het belangrijkste boek binnen het jodendom. Het bevat de commentaren van belangrijke rabbijnen en andere schriftgeleerden op de Tenach, veelal in de vorm van discussies tussen voor- en tegenstanders van een bepaald standpunt. Door deze aanvankelijk mondelinge traditie van uitlegging en verklaring van de Wet en profeten vanaf de tijd van Mozes is er zo een zeer uitgebreide samenstelling van mogelijke uitleggingen, wetsprecedenten, anekdotes, legenden en mythen verzameld.
De Talmoed omvat de Misjna plus de Gemara. Er zijn twee talmoeds, een in Babylonië vervaardigde en een in Palestina vervaardigde. De eerste heeft het meeste gewicht en wanneer men spreekt over dé Talmoed dan bedoelt men de Babylonische Talmoed.
Misjna
Volgens de joodse traditie heeft God toen Hij aan Mozes de geschreven Thora gaf, die men terugvindt in de Tenach, eveneens een mondelinge toelichting daarop verstrekt, die Misjna wordt genoemd. Verzamelingen hiervan met bijbehorende latere commentaren zijn uiteindelijk rond 200 van de gangbare jaartelling op schrift gesteld. De Misjna bevat leerstellingen van ongeveer 120 joodse geleerden, de Tana’iem genaamd. In het enkelvoud Tanna, hetgeen evenals de term Misjna afstamt van de werkwoordstam onderwijzen door herhaling. Het werd tot één geheel gesmeed door Jehoeda Hanassi.
De Misjna is in het Hebreeuws geschreven.
Gemara
De Gemara zijn de commentaren van belangrijke rabbijnen, wetsgeleerden, filosofen en anderen op de Misjna wat uitleggingen zijn van de Thora. Oorspronkelijk was de Misjna mondeling doorgegeven maar in de late oudheid en vroege middeleeuwen werden de Misjna en Gemara schriftelijk vastgelegd in wat nu bekend is als de Talmoed.
De Gemara zijn verslagleggingen van discussies tussen joodse geleerden uit de derde tot en met de zesde eeuw van de gangbare jaartelling. Talmoed en Gemara betekenen beide onderricht. De debatten in de Gemara zijn zeer uitgebreid en gaan over allerlei onderwerpen zoals wiskunde, recht, geschiedenis enzovoorts. Betreffen het uitspraken over de leer dan spreekt men van Halacha. Andere uitspraken worden ‘agada’ genoemd en behelzen meer verhalende zaken.
De Gemara is in het Aramees geschreven.
Midrasj
De midrasjiem zijn oude verzamelingen van allerlei rabbijnse verklaringen van de Tenach. Hierbij probeerden dezen op allerlei manieren (bijvoorbeeld door gelijkenissen of preken) door te dringen tot de diepere betekenissen die achter de teksten van de Tenach verborgen zouden liggen. Deze midrasjiem-verzamelingen beslaan grofweg de periode van de Middeleeuwen.
(met dank aan: https://nl.wikipedia.org/wiki/Rabbijnse_literatuur)