Pubers zijn heel flexibel, maar nu is de rek er wel uit
De puberteit is een unieke levensfase, cruciaal voor het aanleren van sociale vaardigheden en empathie. Als het corona-isolement nog lang duurt, schaadt het de ontwikkeling van kinderen en jongeren, waarschuwt Eveline Crone, hoogleraar ontwikkelingspsychologie.
auteur: Annette Wiesman
datum: 20 februari 2021
website: https://www.trouw.nl/wetenschap/pubers-zijn-heel-flexibel-maar-nu-is-de-rek-er-wel-uit~b3102cff/
“De adolescentie is een vormende fase, waarin de emoties sterk fluctueren. Tussen het nulde en het zesde jaar is er een enorme overproductie van zenuwcellen in je hersenen. De pubertijd is een fase van snoei, met als leidraad: use it or lose it. Tussen hun 16de en 24ste jaar beleven jongeren door hun hersenontwikkeling een kwetsbare periode, wat ook te zien is aan een grotere kans op psychische stoornissen.”
In haar lab aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam onderzoekt het team van Crone de veranderingen in de hersenstructuur van adolescenten en de gevolgen daarvan. Daarnaast is ze leider van een langlopend onderzoek, met dagboekstudies onder negenhonderd scholieren en studenten tussen 12 en 25 jaar. Zij rapporteren elk halfjaar over hun gemoedstoestand, waarbij hun kracht (zoals veerkracht en doorzettingsvermogen), spanningen en depressies in kaart worden gebracht.
Er zijn de laatste tijd veel signalen dat het slecht gaat met pubers en jongeren. Zij zouden lijden aan lusteloosheid, eenzaamheid en somberheid. Herkent u dat?
“Onze cijfers laten inderdaad zien dat het niet goed gaat met jongeren, en dat die trend verergert. Uit ons langlopend onderzoek blijkt dat vooral twintigers het zwaar hebben; zij staan het laagst in kracht, ook als je hen vergelijkt met ouderen. De reden dat jongeren elkaar willen opzoeken, is de ontwikkeling die hun brein doormaakt. Je weet op die leeftijd nog niet goed wie je bent, en je hebt je leeftijdgenoten nodig om dat te ontdekken. De pandemie hakt er bij hen daarom extra in. Tieners willen dat natuurlijk ook, maar zij hadden tijdens de eerste lockdown relatief weinig last van sombere gevoelens. Misschien omdat ze even verlost waren van de prestatiedruk op school. Bij hen begin je nu pas de negatieve effecten te zien.”
Maakt het daarbij veel uit of zij in een achterstandssituatie opgroeien?
“We organiseren regelmatig gesprekken met jongerenpanels in Rotterdam-Zuid, zodat we ook jongeren bereiken die, omdat ze in omstandigheden leven die net wat pittiger zijn, niet zo snel een vragenlijst invullen. Ik vind het opvallend dat zij met veel concrete ideeën komen die uitvoerbaar zijn, zoals sporten in hoepels, om afstand te bewaren. Want in tegenstelling tot wat vaak gezegd wordt, houden jongeren heus wel rekening met anderen. Deze specifieke groep heeft meer last van somberheid dan hun leeftijdgenoten, omdat ze het extra zwaar hebben: ze volgen online thuisonderwijs, passen intussen vaak op hun broertje of zusje en hebben financiële problemen. Maar ze proberen er wat van te maken. Ze willen ook niet weggezet worden als ‘kansarme jongeren’.”
Nu er een nationaal programma komt om achterstanden op school aan te pakken, gaan er ook stemmen op die waarschuwen om niet te veel op school te focussen. ‘Niet achterstanden inhalen, maar jeugd inhalen.’ Wat vindt u daarvan?
“We weten van crises zoals overstromingen of aardbevingen dat de situatie van jongeren daarna geen blanco blad is: de verschillen die er al waren, nemen toe. Maar laten we inderdaad niet uit het oog verliezen dat opgroeien meer is dan het leveren van schoolprestaties. Een meisje uit ons panel in Rotterdam-Zuid verzuchtte verontwaardigd over de bijscholing: ‘Oké, ik heb maandenlang opgepast, boodschappen gedaan en online school gevolgd, en nou moet ik óók nog in de zomer naar school?’
Wie is Eveline Crone?
Eveline Crone is hoogleraar aan twee universiteiten, Erasmus Universiteit Rotterdam en Universiteit Leiden, en gespecialiseerd in neurologische ontwikkelingspsychologie. In 2018 publiceerde zij Het puberende brein, en in 2012 Het sociale brein van de puber. In haar boeken zet ze de puberteit neer als een periode waarin de hersenen zich sterk ontwikkelen en een groot aanpassingsvermogen aan de omstandigheden laten zien.
“Minister Slob heeft aangekondigd dat jongeren een jaar langer naar school kunnen of studeren. Een goed initiatief, alleen jammer hoe hij het formuleert: ‘Jongeren moeten er rekening mee houden dat ze blijven zitten’. Hij zou ook kunnen zeggen; we geven alle jongeren een tussenjaar. Daarin kunnen ze zich niet alleen academisch bijspijkeren, maar is er ook volop ruimte voor hun persoonlijke vorming en het opnieuw opbouwen van sociale contacten. Dan kunnen zij later op de coronatijd terugkijken als een periode waarin ze iets hebben geleerd, over solidariteit en over zichzelf.”
Wat zijn de gevolgen van de coronabeperkingen voor kinderen en jongeren op de lange termijn?
“Dat verschilt erg per persoon, maar ik denk dat sommigen een fase in hun ontwikkeling zullen overslaan. Je puberteit is een biologisch bepaalde periode, die je niet even op pauze kunt zetten. Voor studenten zijn de eerste paar jaar vormend, en die zijn straks gewoon voorbij. Daarnaast is er het risico van de second hit: als je iets ontzettend moeilijks meemaakt, komt nieuwe tegenslag harder aan. Deze periode laat bij sommige jongeren een litteken na, bijvoorbeeld bij jongeren die thuis niet veilig zijn. Als zij later in hun leven iets heftigst meemaken, zoals een scheiding, kan dat hen harder raken.
“Tot nu toe heb ik me stilgehouden over de schadelijke effecten, omdat de medische perspectieven zo op de voorgrond stonden. Maar de vraag hoe jongeren zich staande moeten houden, is te veel op de achtergrond gebleven. Ik sprak een rector van een middelbare school, die zei: ‘De enigen die alle kinderen zien, zijn wij. We willen er heel graag voor hen zijn, maar ik krijg het niet voor elkaar om alternatieven te organiseren.’ Het systeem kraakt aan alle kanten.”
Uw verhaal roept bij mij een beeld op van jongeren die prachtige nieuwe voelsprieten voor socializen hebben, maar daar opgesloten in hun kleine kamertje weinig mee kunnen. Mijn zoon brengt bijna 24 uur per dag op zijn kamer door.
“Ik heb een dochter van twaalf, dus ik weet wat je bedoelt. Het is wel grappig hoe onze blik verandert. Dit is de eerste generatie die volledig opgroeit met internet. Als ik vroeger tijdens lezingen vertelde dat pubers 6 tot 9 uur per dag op hun beeldscherm zitten, was iedereen ontsteld. Nu hoor je daar niemand over. We zijn allang blij als jongeren iets opsteken van online onderwijs en onderling nog een beetje contact hebben.”
U heeft zelf aangetoond dat pubers enorm flexibel zijn en zich aanpassen aan veranderende omstandigheden. Gaat die flexibiliteit hen niet helpen?
“Haha, die vraag krijg ik vaak. Dat willen mensen natuurlijk graag horen. Pubers kunnen zich inderdaad heel goed over tegenslagen heenzetten. Als het maar niet te lang duurt, komen ze altijd wel met iets creatiefs. Maar nu duren de beperkingen gewoon te lang. In gesprekken met studenten kwam ik tijdens de eerste lockdown allerlei leuke oplossingen tegen: ze organiseerden online talkshows met beroemde gasten, online feestjes. Maar nu is de rek er echt uit. Ik ben een optimist, en ik wil niet dat mijn dochter opgroeit met het stigma van ‘de verloren coronageneratie’, maar dit wil ik toch benadrukken. Zie het als een wake-upcall.
“Ik ben betrokken bij overleg tussen jongeren, deskundigen en kabinetsleden. Daarbij hoor ik vaak dat steun voor jongeren belangrijk is, maar de verantwoordelijkheid voor het bedenken van oplossingen wordt bij de jongeren zelf neergelegd. Maar als je eenzaam en ongelukkig bent, kom je niet met leuke ideeën. We vragen veerkracht, maar veerkracht – het vermogen om op te veren als het tegenzit, en steeds met nieuwe ideeën te komen – is niet alleen een zaak van het individu, maar ook van school, de gemeente en zelfs de regering. We kunnen niet achteroverleunen en het aan de jongeren overlaten.”
U doet ook onderzoek naar het empathisch vermogen van jongeren tijdens corona. Waarom is dat zo belangrijk?
“We weten uit langdurig onderzoek dat iets goeds doen voor anderen je hersenen vormt, net als risicogedrag. Het beïnvloedt dezelfde neurale structuren. We zien dat hetzelfde gebied in de hersenen reageert als je anderen helpt; je krijgt er een bepaalde kick van. Dat zorgt ervoor dat je het blijft doen. Als we al die kansen wegnemen, is het voor pubers moeilijker om empathie te ontwikkelen. Zij hebben iets in hun systeem waardoor ze tijd willen doorbrengen met anderen. Dat is niet meer alleen de wens om met hen te spelen, zoals in hun kindertijd, maar ook de wens om waardevol te willen zijn voor anderen. Tieners willen de wereld helpen, goede dingen doen. Dat is de andere zijde van de puberteit, die vaak onderbelicht blijft.
“Ik zie de puberteit als een window of opportunity, een periode met enorme kansen. Maar het is ook een kwetsbare periode. Een bizar experiment als dit, een pandemie die het leven van jongeren lam legt, had ik nooit kunnen bedenken. En laten we ons goed bedenken dat jongeren nauwelijks ziek kunnen worden van corona, hè? Ze doen dit allemaal voor anderen. Het is een groot offer dat ze brengen. Het minste wat we kunnen doen, is hen dankbaar zijn.”
Wil je meer weten over dit onderwerp?
Kijk op: https://www.dinekevankooten.nl/tag/politiek/
Voor een overzicht kijk op: https://www.dinekevankooten.nl/archief/overzicht-great-reset-corona/