PSALM 20
De psalmberijming van 1773 is een nog altijd in Nederland gebruikte berijming die in 1773 op last van de Staten-Generaal in Nederland is ingevoerd, en die daarom ook wel de Statenberijming wordt genoemd. Het uitgangspunt van deze berijming vormen de melodieën van de Geneefse psalmen en de tekst van de psalmen in het Oude Testament. Ik heb ze vroeger op de zondagsschool en op de basisschool geleerd.
Voor een overzicht van gebruikte psalmen op deze website kijk HIER
Psalm 20 (HSV)
1 Een psalm van David, voor de koorleider.
2 Moge de HEERE u verhoren in de dag van benauwdheid, de Naam van de God van Jakob u in een veilige vesting zetten.
3 Moge Hij u hulp zenden uit het heiligdom en u ondersteunen uit Sion.
4 Moge Hij aan al uw graanoffers denken en uw brandoffer tot as verteren. Sela
5 Moge Hij u overeenkomstig de wens van uw hart geven en al uw voornemens in vervulling doen gaan.
6 Wij zullen juichen over uw heil en de vaandels opheffen in de Naam van onze God. Moge de HEERE al uw verlangens vervullen.
7 Nu weet ik dat de HEERE Zijn gezalfde verlost! Hij zal hem verhoren uit Zijn heilige hemel, met machtige daden van heil door Zijn rechterhand.
8 Dezen vertrouwen op strijdwagens en die op paarden, maar wíj zullen de Naam van de HEERE, onze God in herinnering roepen.
9 Zíj kromden zich en vielen, maar wíj zijn opgestaan en staande gebleven.
10 HEERE, verlos; moge die Koning ons verhoren op de dag dat wij roepen.
Psalm 20 (berijmd)
Vers 1
Dat op uw klacht de hemel scheure!
Dat zich de HEER ontdekk’!
De God van vader Jacob beure
U in een hoog vertrek.
Hij doe in gunstrijk welbehagen,
Uit Sions tempelzalen,
Om u te helpen en te schragen,
Zijn zegen nederdalen!
Vers 2
Hij will’ uw offerspijz’ gedenken:
De hemelvlam verteer’,
Wat g’ op het brandaltaar zult schenken,
Tot ‘s Allerhoogsten eer.
Hij geev’ u, naar uw wens, t’ ontvangen
Geluk in al uw daden.
Zijn gunst bestier’, naar uw verlangen,
Al wat gij moogt beraden.
Vers 3
Dan zal ‘t gejuich ten hemel dringen;
Dan zullen wij Gods eer,
Bij opgestoken vaandels, zingen.
Uw wens vervull’ de HEER.
‘k Weet nu, dat Gods gezalfden Koning
Geen heilgoed zal ontbreken.
Want God zal, uit Zijn hemelwoning,
Hem sterken op zijn smeken.
Vers 4
Op wagens, paarden, en op helden,
Zij onze vijand stout;
Wij zullen d’ eer en grootheid melden
Van God, die ons behoudt.
Zij zijn gekromd, ter neer gestoten,
Van moed beroofd en krachten;
Maar wij, wij hebben ‘t heil genoten,
Waarop ons God deed wachten.
Vers 5
Behoud, o HEER, wil bijstand zenden,
Verlos, bewaar, verschoon.
Die Koning hoor’, als w’ in ellenden
Aanbidden voor Zijn troon.