PSALM 126
De psalmberijming van 1773 is een nog altijd in Nederland gebruikte berijming die in 1773 op last van de Staten-Generaal in Nederland is ingevoerd, en die daarom ook wel de Statenberijming wordt genoemd. Het uitgangspunt van deze berijming vormen de melodieën van de Geneefse psalmen en de tekst van de psalmen in het Oude Testament. Ik heb ze vroeger op de zondagsschool en op de basisschool geleerd.
Voor een overzicht van gebruikte psalmen op deze website kijk HIER
Psalm 126 (HSV)
1 Een pelgrimslied. Toen de HEERE de gevangenen van Sion terug deed keren, waren wij als mensen die droomden.
2 Toen werd onze mond vervuld met lachen en onze tong met gejuich. Toen zei men onder de heidenvolken: De HEERE heeft grote dingen bij hen gedaan!
3 De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan, daarom zijn wij verblijd.
4 HEERE, breng een omkeer in onze gevangenschap, zoals waterstromen in het zuiden.
5 Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.
6 Wie het zaad draagt en dat zaait, gaat al wenend zijn weg; maar hij zal zeker terugkomen met gejuich, en zijn schoven dragen.
Psalm 126 (berijmd)
Vers 1
Wanneer de HEER, uit ‘s vijands macht,
‘t Gevangen Sion wederbracht,
En dat verlost’ uit nood en pijn,
Scheen ‘t ons een blijde droom te zijn.
Wij lachten, juichten; onze tongen
Verhieven ‘s HEEREN naam, en zongen.
Toen hieven zelfs de heid’nen aan:
“De HEER heeft hun wat groots gedaan.”
Vers 2
God heeft bij ons wat groots verricht;
Hij zelf heeft onzen druk verlicht;
Hij heeft door wond’ren ons bevrijd;
Dies juichen wij, en zijn verblijd.
Breng, HEER, al Uw gevang’nen weder;
Zie verder op Uw erfvolk neder;
Verkwik het, als de watervloed,
Die ‘t zuiderland herleven doet.
Vers 3
Die hier bedrukt met tranen zaait,
Zal juichen, als hij vruchten maait;
Die ‘t zaad draagt, dat men zaaien zal,
Gaat wenend voort, en zaait het al;
Maar hij zal, zonder ramp te schromen,
Eerlang met blijdschap wederkomen,
En met gejuich, ter goeder uur
Zijn schoven dragen in de schuur.