Over de kunst van het sterven
Ars moriendi
Componist des Vaderlands Calliope Tsoupaki vertelde onlangs over Grieks-Orthodoxe iconen, waarop Maria op haar sterfbed afgebeeld is, terwijl Jezus haar alweer als een baby in zijn armen neemt. In één beeld komen het sterven en de nieuwe geboorte samen. Daarom, maar vooral door de lichtende ervaring met het sterven van haar vader, noemde Tsoupaki haar nieuwste compositie Liknon (Grieks voor ‘schommelwieg’). Een werk over de droefenis van de dood, maar ook over een soepel wegglijden naar een andere wereld, een nieuw avontuur. Een prachtige opmaat voor het gesprek met consultatief arts Zoltán Schermann: kunnen we het sterven zien als een omgekeerde geboorte?
‘Als je kijkt naar geboorte en dood zijn er een heleboel tegengestelde paralellen waarneembaar. Los van wat je daar allemaal vanuit de antroposofie over zou kunnen zeggen of denken, kun je ook simpelweg dingen zíen. Een geboorte heeft iets te maken met de adem, de eerste inademing. Eigenlijk is de hele periode voor de geboorte erop gericht dat het kind z’n eerste ademteug goed neemt. Sterven, wat in principe een geleidelijk proces is, zie je ook aan de adem. Die verandert, wordt steeds minder. Hij stokt een tijdje, dan krijg je een beetje hyperventilatie, dan stokt ie weer. Geboren worden is vanuit dit gezichtspunt het eerste inademen en het sterven het laatste uitademen.’
auteur: Simone Thomasse
datum: 20 december 2019
website: https://www.antroposana.nl/2019-3-over-de-kunst-van-het-sterven-209
Omgekeerde processen
‘Ik hoorde ooit iemand zeggen: als een kind geboren wordt en het gaat goed, dan huilt het kind en zijn de omstanders blij. Als iemand sterft, dan huilen de omstanders. Wie weet is degene over wie het gaat wel blij! De medische zorg rondom de geboorte heeft een heel duidelijke structuur.
Als het niet goed gaat, moet er ingegrepen worden om ervoor te zorgen dat de eerste ademtocht op het juiste moment plaatsvindt. Tegen het einde van het leven keert dit proces zich om: eigenlijk moet je als dokter leren om niks te doen en ervan af te blijven. Niet ingrijpen, maar kijken en er zíjn, zodat de stervende op het juiste moment – op zijn tijd – zijn adem kan loslaten. Maar het laten zijn, dat is soms een hele kunst. Zeker als het gaat om mensen die ziek zijn. De verleiding om dan toch maar weer te willen behandelen… Besluiten dat niks doen op een gegeven moment het beste besluit is, is de beste geneeskunde, maar om dat moment te kunnen onderscheiden vraagt nogal wat. Vroeger hadden mensen meer dan wij nu verbinding met een stervenscultuur; dat heette de ars moriendi, die ging over het ideale sterfbed.’
Bezield lichaam
‘Als je rond de geboorte met onzorgvuldige zorg schade kunt aanrichten bij het kind, zou je dan niet ook schade kunnen berokkenen met onzorgvuldige zorg rond het sterven? Het helpt als je meer begrip krijgt voor wat een sterfproces ís. Vanuit het materiële denken is dat heel simpel: de biochemische processen stoppen ermee. Dan gaat het kaarsje uit en ben je verdwenen. Vanuit antroposofisch gezichtspunt gaat het over meer dan zaadje/eitje en biochemische processen. Je komt ergens vandaan, je bezielt het lichaam dat je op dat moment krijgt en leeft een tijd op aarde en aan het eind verlaat je dat lichaam weer en zet je je reis voort. De gedachte dat je op bepaalde punten misschien wel schade zou kunnen aanrichten is alleen zinvol vanuit dit perspectief. Met onnodige of onnutte handelingen hinder je iemands sterfproces.’
Als je sterft, keer je als het ware een beetje binnenstebuiten
‘Ik herinner me een vrouw die nog maar een paar uur voordat ze stierf tegen me zei dat ze niet wist dat doodgaan zo moeilijk is. Dat heeft met het loslaten te maken. Op zich is het volstrekt natuurlijk om angst te hebben voor het grote onbekende. Je kunt wel heel dapper zeggen, “als ik dood ben weet ik toch niks”, maar dat neemt de angst niet weg, integendeel. Niet alleen vanuit antroposofisch gezichtspunt, maar ook vanuit bijvoorbeeld oosterse religieuze overtuigingen, leef je door. Als een spirituele overtuiging een abstract concept voor je blijkt te zijn en het sterfproces komt aan je huid, word je bang. Het kan voelen als een toets: hoe groot is je vertrouwen? Sterven draait niet om je passief overleveren. Het is een activiteit. Het vraagt dus iets van jou. Mensen die een bijna doodervaring hebben doorgemaakt, zeggen dat naar de andere kant gaan je met grote vreugde vervult. Zij hebben ervaren dat het helemaal niet angstaanjagend is, maar dat je ontvangen wordt. Je bent welkom. Zij zijn niet meer bang voor de dood. Rudolf Steiner sprak er ook uitgebreid over: de mooiste gebeurtenis die je kan overkomen is het moment van geboren worden in de geestelijke wereld. Naarmate je hiervoor meer bewustzijn krijgt, kan het hele sterfproces en alles eromheen een ander cachet krijgen. Ik heb diverse keren kunnen zien dat mensen er ook echt nieuwsgierig naar waren en erop zaten te wachten. Wat gaat er nu gebeuren?’
Het lichaam is een soort tempel die op het punt staat te worden teruggegeven
Loslaten
‘Als het lichaam op raakt – en dat is altijd een geleidelijk proces – gebeurt het losmaken van de lichamelijkheid niet abrupt. Dat kun je zien. Stervenden worden enorm gevoelig voor geluiden, geuren en indrukken. Als de bel gaat, schrikken ze zich kapot. Je keert als het ware een beetje binnenstebuiten. Er ontstaat ook een heel direct weten ten opzichte van bezoekers: het spijt me, maar deze mens stoort me. Een ander hebben ze juist weer graag in hun nabijheid. Ook zie je dat mensen soms een tijdlang in een soort schemerwereld zijn en dan weer terugkomen. Je hoort ook weleens dat zij verwacht worden door mensen die allang dood zijn: “mijn opa staat op mij te wachten”. Ik denk dat het werkelijk zo is, dat je contact kunt hebben met het wézen van die betreffende persoon. Het is fijn als er ruimte is om dat soort dingen te kunnen zeggen. Als er meer begrip komt voor deze dingen kan het zomaar zijn dat de mens die een sterfproces gaat zich zóveel meer gehoord en begrepen voelt, dat hij met veel minder – en dan denk ik in de richting van pijnstillers – toe kan. Een omgeving die voor dit soort dingen wakker is, helpt beter dan pillen. Daar heb ik een heel aantal voorbeelden van gezien. Het bewustzijn hiervoor draagt het proces minstens zo krachtig als een goede medische verzorging.’
De overledene krijgt zijn levensloop in beelden voor zich, als een soort tableau
‘Je maakt je op om ergens anders naar toe te gaan, terwijl de anderen dat nog niet doen. Jullie wegen scheiden zich op het fysieke plan. Er treedt een verwijdering op, dat is het aspect waarover je als nabestaande het meest bedroefd kunt zijn. Maar die verwijdering is noodzakelijk: het feit dat er afstand optreedt, maakt het mogelijk om te sterven. Op een goed moment komt dan het onomkeerbare loslaten, en dat is iets wat mensen heel vaak alleen doen. Iedereen is geroepen, zit er omheen en het duurt en duurt maar. Dan gaat de een even de kamer uit, de volgende naar buiten, de laatste naar het toilet en poef… dan gebeurt het. Ik denk dat dit komt doordat de stervende tegengehouden kan worden door de emoties van de omstanders.’
Levenskrachten
‘Het onomkeerbare van de dood bestaat eruit dat de levenskrachten loskomen (het etherlichaam). Normaal gesproken zijn het ik en het astraal lichaam (de ziel) deels ergens anders als je slaapt en blijven je fysieke lichaam en je etherlichaam innig verbonden. Na de dood raakt het ether-lichaam los en wordt het fysieke lichaam onbewoonbaar. Juist in het etherlichaam is de hele biografie van die mens opgeborgen, niet in de hersenen zoals je zou kunnen denken. Rudolf Steiner beschrijft dat die herinneringen vlak na de dood zichtbaar worden voor degene die overleden is. Hij krijgt zijn levensloop in beelden voor zich, als een soort tableau. In de regel duurt dat drie dagen, gemeten in aardse tijd. Het etherlichaam laat niet pats boem los; dat gaat juist heel geleidelijk. De levenskrachten stromen het lichaam uit. Het is goed om een overledene te omringen met bloemen, dat is niet voor niets. Tenminste, als ze mogen verwelken, want daarbij komen ook de levenskrachten van de bloemen vrij. Dat vormt een soort veld wat het etherlichaam helpt om harmonisch los te komen.’
‘Het waken bij de overledene gedurende de eerste drie nachten is hierbij ook behulpzaam. Met het voorlezen van teksten met een esoterisch karakter kun je een rustige sfeer scheppen waarin de overledene zijn levenstableau kan aanschouwen en de ziel het in zich op kan nemen. Je kunt bijvoorbeeld het Johannes Evangelie lezen met elkaar, of Genesis (het scheppingsverhaal), of misschien het eerste hoofdstuk van Steiners ‘De wetenschap van de geheimen der ziel’. Zo’n tekst wordt telkens opnieuw gelezen; je kunt elkaar afwisselen. Met geloof heeft dit niets te maken. Je moet je voorstellen dat de overledene in heel andere sferen is – en ook in andere inhouden geïnteresseerd is – daar kun je niet bij helpen. Wel kun je zorgen voor een gewijde sfeer waarin dit proces zich in vrede kan voltrekken.’
Het lichaam als tempel
‘Na drie dagen wordt het anders. Dan is iemand écht dood en wordt het lichaam alleen nog maar stoffelijk. Het is anders dan louter materie, want doordat er iemand in geleefd heeft, is het veranderd. Je kunt daar alleen maar met respect en ontzag mee omgaan. Het lichaam is eigenlijk een soort tempel die op het punt staat te worden teruggegeven. Je geeft de aardse behuizing weer terug aan de aarde, die daar weer door verandert. In die zin is het lichaam geen ding. Willen we weer naar een stervenscultuur toe, dan hoort daar op de eerste plaats bij dat je een mens ziet als een geestelijk wezen. Als een heel mens.’
Nieuwe weg
‘Ik vind dat je tijdens het afscheid bij een begrafenis of crematie niet vanuit jezelf naar de gestorvene zou moeten kijken. Soms gaan mensen helemaal op in hun verlies. Dan gaat het bij het beschrijven van de biografie niet om de mens die overleden is, maar over wat zij aan hem of haar hebben beleefd. Het gaat erom dat je de biografie zo objectief mogelijk vertelt, gewoon zoals ie is. Natuurlijk mag er verdriet zijn, maar realiseer je dat het jóuw verdriet is. Vergeet ook de lichtheid en humor niet, alsjeblieft, dat mag er allemaal zijn. Misschien helpt het je te realiseren dat de gestorvene al begonnen is aan een nieuwe weg.’
Zoltán Schermann had jarenlang een huisartsenpraktijk in Leeuwarden, waarna hij verder werkte als consultatief arts met veel aandacht voor de ‘hele’ mens. Hij is gespecialiseerd in antroposofische geneeskunde en acupunctuur. Vanaf januari 2020 is de praktijk gevestigd in het Zeeuwse Kloetinge. | praktijkcorylus.nl
Meer lezen over sterven op deze website? Kijk dan hier