Hoogbegaafd – Nieuwsgierigheid (casus Fieke)
Casus Fieke
Recent waren Fiekes drie kinderen getest, alle drie bleken hoogbegaafd. Er ging een lichtje op bij haar en ze liet zich ook testen.
De woordenwaterval
Toen ze mij zag acteren en vertellen bij een Choochem-bijeenkomst, dacht ze: “Met die vrouw ga ik eens praten.” Zo gezegd, zo gedaan. Na het kennismakingsgesprek zei ze dat ze graag een coachtraject van 10 sessies bij mij wilde doen. En nu zat ze tegenover me en vertelde haar levens geschiedenis, voor het eerst gekleurd door de wetenschap dat ze hoogbegaafd is. Ze praatte als een waterval. Ik hoorde een logisch klinkend verhaal maar twee dingen vielen me op aan haar manier van praten:
* Ze liet me geen ruimte om haar vragen te stellen;
* Ze stelde ook geen vragen aan mij. Geen: “Hoe komt het toch dat…? Weet jij hoe dat zit met…? Hoe doe jij dat nou? Wat is jouw ervaring hiermee?”
Natuurlijk weerhield dat me niet om haar af en toe een vraag te stellen. Haar reactie daarop was opmerkelijk: ze verbleekte, werd duizelig en dat belette haar te antwoorden. Wat gebeurde hier? We spraken erover. Toen werd duidelijk dat mijn vragen haar confronteerden met een deel van haar dat ze voor zichzelf had afgesloten. Wat was dat voor deel, wat verborg ze daar en waarom? Ineens was de waterval opgedroogd en sprak ze moeizaam, hakkelend, naar woorden zoekend: “Het lijkt of ik dan in een dikke mist op een onbekende landweg loop.”
Ik sloot aan op haar metafoor: “Mij lijkt het of je alsmaar rondjes rijdt op een rotonde, en jezelf verbiedt een afrit te nemen omdat je denkt dat ze (andere mensen) je daar niet kunnen volgen. Als je toch afslaat moet je hen immers los laten. En dan ben je alleen (en eenzaam?) en is er niemand meer om je de weg te wijzen”. Ze knikte: de metafoor sprak haar aan, hij illustreerde wat in haar leefde. Toen veranderde ze van onderwerp en daar klonk weer die woordenwaterval.
Vragen stellen?
De vijfde bijeenkomst zei ze: “Dit is de laatste keer, nu weet ik voldoende. ”Verbaasd trok ik mijn wenkbrauwen op. Ze zag het maar zei niets, dus ging ik door. Ik zei dat ze volgens mij nog geen 20% van de kansen, die dit coachtraject en die ik als coach haar konden bieden, gebruikt had. Onder andere doordat ze consequent weigerde de regie uit handen te geven. Ze zweeg, maar haar wenkbrauwen zeiden: “Wat bedoel je?” Ik vertelde wat ik had gezien: een Fieke die door haar woordenvloed het gesprek bepaalde en vulde en zo geen verbinding maakte met mij. Klopte het dat de optie dat ik haar iets zinvols te bieden had niet eens in haar op was gekomen? Met een hoofdknik beaamde ze dat.
De communicatie (zowel non-verbaal als verbaal) tussen coach en coachee wordt wel ‘parallelproces’ genoemd. Niet zelden is daarin sprake van overdracht, dat wil zeggen dat een coachee de voor hem gebruikelijke gedachten, gevoelens en reacties op situaties en personen in zijn leven, projecteert op zijn coach. Het is aan de coach om dit fenomeen tijdig te herkennen (en zogenaamde ‘tegenoverdracht’ te voorkomen), te benoemen en samen met de coachee de betekenis te onderzoeken. Fiekes gedrag was een exacte weergave van haar gedrag in de buitenwereld.
Al bij de eerste ontmoeting zag ik haar dit (vermijden van vragen stellen en beantwoorden) doen. Met in het achterhoofd de 1-2-3-regel bleef ik alert. De eerste keer dacht ik: “Bijzonder, maar het kan toeval zijn”; de tweede keer dacht ik: “Hè, wat opvallend” en bij de derde en volgende keren wist ik: “Dit is een patroon van Fieke, dit heeft ze zich aangeleerd!” Het prikkelde mijn nieuwsgierigheid: waarom doet ze dit, wanneer en waar heeft ze het zich aangewend om geen vragen meer te stellen en geen vragen te beantwoorden?
Meer weten
Dit was het moment om dat bespreekbaar te maken! Ik begon met te zeggen dat ik haar eagerness zag: de hunkering naar weten, meer weten, nóg meer weten. Ze beaamde dit: haar denken stopte nooit. Ik vertelde haar dat ik zelf, toen iemand mij eens vroeg of ik wel eens niet dacht, reageerde met: “Niet denken, dat kan ik niet, hoe doe je dat, maar vooral waarom zou je dat doen?”. Ze glimlachte. Meerdimensionale nieuwsgierigheid blijkt een kenmerk van hoogbegaafdheid en betekent dat je blijft lezen, onderzoeken, maximaal gebruik makend van moderne kennis- en informatiebronnen. Maar het betekent ook dat je anderen nooit één vraag stelt, maar een hele serie: “Heb je hier wel eens van gehoord, waar, hoe zag dat eruit, hoe verklaar je het, waar kan het nog meer mee te maken hebben, wat vind jij ervan, zijn er alternatieven, wat betekent het?”
Deze kenmerkende nieuwsgierigheid kent een aantal varianten:
* zo kun je nieuwsgierig zijn naar de oorzaak van fenomenen, als: waarom lijkt een auto wiel naar achter te draaien terwijl het voorwaarts beweegt? Toen lachte Fieke hardop, die vraag herkende ze!
* ook kun je nieuwsgierig zijn naar menselijke eigenschappen of kenmerken, zoals: waarom kan een baby vlak na de geboorte onderwater zwemmen?
* maar je kunt ook nieuwsgierig zijn naar het anders zijn en anders doen van de ander en wat dat betekent voor die ander maar ook wat jouw anders zijn betekent voor jou en voor jouw contact met anderen. Wat zou je bijvoorbeeld kunnen leren van het onderzoeken waarom jij jezelf snel veroordeelt, terwijl anderen dat niet doen? Vragend keek ze me aan. “Wat kan je dáár nou van leren?”
Ik zei dat de totale afwezigheid van die laatste vorm van nieuwsgierigheid bij haar me verbaasde. Dat ze bijna rücksichtslos het contact, de verbinding tussen ons verbrak als dit aspect zich voordeed in ons gesprek. Dat het leek alsof ze dan de deur dicht gooide, zich erachter verschanste om ongestoord door te gaan met en in zichzelf. Ze dacht snel na en zei toen: “Nee, dat geldt voor mij niet!” En begon over iets anders. Direct greep ik in: “Zie je wat je nu doet?” Nee, dat zag ze niet. Ik liet haar zien dat ze nu wel reageerde op wat ik zei door iets terug te zeggen, maar dat het geen antwoord was op wat ik zei en dat ze door het gesprek om te buigen naar een ander onderwerp, zowel het gesprek als de regie weer in eigen hand nam. Ze begreep oprecht niet wat ik bedoelde.
Spiegelbeelden
Ik vertelde Fieke dat ik dit fenomeen vaak zie bij hoogbegaafden. Ik denk dat het ontstaat uit een gebrek aan spiegelbeelden. Anderen spiegelen zich aan leeftijdsgenoten om te zien hoe je iets doet of zegt. Logisch dat dat ontbreekt bij hoogbegaafde jongeren: in een klas van 50 leerlingen (maar zo groot zijn klassen gelukkig niet), zit slechts 1 hoogbegaafd kind. Dit kind ziet hoe de andere kinderen zijn en wat ze doen en herkent er niets in. Zijn realiteit is dat hij andere zaken leuk of belangrijk vindt en die dus in zijn eentje moet doen. Zijn diepste zielenroerselen en gedachtespinsels deelt hij niet makkelijk met anderen, omdat hij zelden begrip of zelfs maar interesse ervaart. Hij leert dat hij alleen staat en zo sluipt een gevoel van eenzaamheid binnen. Uiteindelijk is het vanzelfsprekend geworden voor hem dat je niets hebt aan wat anderen zeggen of denken en dat reageren op vragen of vragen stellen niets oplevert. En, na vele zinloze pogingen sterft zijn nieuwsgierigheid een langzame dood.
Hetzelfde geldt voor het delen van zijn gedachten en zielenroerselen met volwassenen. Te vaak hoort hij van leerkracht, dominee, arts, of ouder(s) dat wat hij denkt, ervaart of vindt raar is en niet klopt. Ze zijn niet geïnteresseerd in zijn andere manier van denken, ervaren en zien en blijven bij hun eigen gelijk. Fieke trok een grimas, dit was de vinger op de zere plek: dit was dus waarom ze zo goed was geslaagd in het uitschakelen van haar nieuwsgierigheid dat ze niet eens meer wist dat ze die nog in zich had. Ik vertelde haar wat een andere coachee ooit tegen me zei: “Waarom zou je nieuwsgierig zijn naar wat je coach vindt, voor je het weet, zit je in een eindeloze discussie en blijft er niets van jezelf over.” Ja, dat begreep ze helemaal… “Kan het ook anders dan?” “Ja”, zei ik, “er zijn andere manieren om met elkaar om te gaan die voor beide gesprekspartners waardevol zijn”. “Als jij denkt dat je me nog meer te bieden hebt, ben ik daar toch wel nieuwsgierig genoeg naar, dan waag ik er nog vijf sessies aan.” Gelukt, een klein kiertje, maar toch: de deur was open!
Groei
In de volgende sessies wachtte ik niet meer maar gaf haar direct feedback op wat er tussen ons gebeurde. Het centrale thema was nu nieuwsgierigheid. Nieuwsgierigheid naar de ander, zowel uit interesse in en medeleven met de ander alsook omdat je er zelf iets aan kan hebben. Nieuwsgierigheid naar jezelf, in jouw belang, maar ook omdat de ander daar wat aan kan hebben. Ik vertelde Fieke welke betekenis ik gaf aan de patronen, die ik bij haar zag. Als ik haar vroeg of ze iets herkende in wat ik zei, was het antwoord meestal kortweg: “Nee”. Als ik doorvroeg: “Wil je weten wat ik zie en waarom ik het op deze manier interpreteer?” aarzelde ze nu, keek me wantrouwend aan, dacht even na en gebaarde dan dat ik door kon gaan. Soms zei ze: “Ik geloof echt niet dat het werkt maar laten we het maar proberen”.
Omdat ik zag dat ze het niet meer domweg vermeed, maar oprecht het wilde proberen, negeerde ik deze zichtbare tekenen van weerstand. Ik zette diverse tools in om te illustreren wat ik zag gebeuren, zoals tekeningen, blokjes, kaarten, plaatjes enz. Zo spraakzaam als ze voorheen was, zo zwijgzaam was ze nu en zo luisterde ze. Maar haar gezicht en houding spraken boekdelen! Eerst een blik van ongeloof, dan gefronste wenkbrauwen als ze nadacht, en dan, als tot haar doordrong wat ik bedoelde en ze het herkende: een ontspannen glimlach, de zon kwam op. Maar ik wilde het ook horen, dus drong aan: “Denk eens hard op!” En dan vertelde ze, aan de toon en klank van haar stem hoorde ik hoe ze zocht naar woorden om dit nieuwe te formuleren. Maar, ze deed het en gaandeweg ging het makkelijker en ontdekte ze hoe ze kon communiceren in gelijkwaardigheid, ontzegde ze zichzelf en mij niet meer wat er allemaal in haar leefde en wat ik haar te bieden had.
Bloei
Praten in gelijkwaardigheid, oordeel-loos en ego-loos, verrijkt gesprekspartners. Hoogbegaafden (en niet alleen zij) kennen dat meestal niet: het samen delen en uitwisselen van gedachten en gevoelens, ervaringen en belevingen. Er gaat een nieuwe wereld voor hen open, die boeiend, uitdagend, spiritueel en stimulerend is en niet zelden de bron wordt van originele en creatieve denkbeelden, ideeën en oplossingen. Fieke ontdekte dit en dat zorgde voor een metamorfose. Ze sluit zich niet meer af van wie niet in haar geïnteresseerd is of haar niet kan volgen. Ze geniet van het contact met hen die dat wel kunnen. Ze is een prachtig voorbeeld van het gezegde: ‘Wat aandacht krijgt, bloeit op’.