Mijn identiteit ligt in God, ook al kan ik alleen maar op bed liggen
Jarenlang lag ze op bed en kon ze nauwelijks lopen, zitten of staan. Tot ze na precies veertien jaar werd genezen. Aan CIP.nl vertelt Dineke van Kooten hoe ze Gods hand in haar leven ziet, dwars door ongedachte wegen heen. “God leerde mij dat mijn identiteit in Hem ligt, ook al kan ik alleen maar op bed liggen.”
Gepubliceerd door CIP.nl
auteur: Anne Vader
datum: 07 augustus 2013
Een donkere periode breekt aan als Dineke tijdens de zwangerschap van haar dochter in oktober 1992 op bed komt te liggen. Toen pas bleek dat ze al vanaf haar geboorte hypermobiel is, waardoor haar gewrichtsbanden en pezen hun steunende functie niet goed kunnen vervullen. Dat maakte haar gewrichten overbeweeglijk (hypermobiel) en instabiel en dit overbelastte haar spieren. “Mijn lichaam kon de zwangerschap niet aan. Ik had dagelijks erge ontstekingspijn en kwam op bed te liggen.”
Workaholic
De ziekte grijpt diep in in Dinekes leven. “Ik kon geen moeder zijn voor mijn dochter, geen vrouw voor mijn man, geen dochter voor mijn ouders, geen vriendin voor mijn vrienden en geen werknemer voor mijn werkgever. Ik voelde me waardeloos! Ik dacht altijd dat ik iemand was om wat ik deed”, zegt ze terugblikkend. “Ik was een workaholic om God als het ware te bewijzen dat ik het waard was om er te zijn.” Dineke verlangde ernaar te sterven en in de hemel te komen. “Daar zou ik meer van waarde zijn dan nutteloos op de aarde te liggen.”
‘Niets meer aan te doen’, meldden de artsen toen Dineke twee jaar ziek was. Haar bekkengewrichten waren te veel beschadigd. In een revalidatiecentrum moest ze haar uitzichtloosheid leren accepteren. “Ik moest mijn visitekaartje (waarop mijn naam en functie ‘hoofd afdeling xxx’ stonden) verscheuren en een nieuw visitekaartje maken. Daar op kwam te staan: Dineke ‘kneus’. Ik was niemand meer.”
Lessen
Nooit heeft ze erover gedacht om God vaarwel te zeggen. “Dat was mijn enige houvast. Wat hield ik anders nog over?” Dineke las veel over God, het psychologische en spirituele proces van het leven en mens-zijn. Een leerzame periode, waarin ze andere waarheden en waarden ontdekte. “Gaandeweg leerde God mij dat ik Zijn geliefde kind ben en dat het niet gaat om wat ik heb, wat ik doe of wat andere mensen over mij zeggen. God leerde mij dat mijn identiteit in Hem ligt, ook al kan ik alleen maar op bed liggen.”
“Ik leerde God liefhebben boven alles en ik leerde mijzelf liefhebben. Dat laatste was het moeilijkst, want ik begon met een zeer negatief zelfbeeld. Ook het liefhebben van de ander als mijzelf was niet makkelijk, want eerst stelde ik de ander ver boven mijzelf.” Dineke leerde haar grenzen kennen, haar mens-zijn en ontdekte haar gaven en talenten. “Maar ook wat ik niet van God gekregen had, leerde ik accepteren.”
Genezen
Op 29 oktober 2006 – precies 14 jaar na haar ziek worden – woont Dineke een kerkdienst bij in een Belgisch klooster. Ze gaat daar elk jaar twee keer naar toe voor een retraite. Na de eucharistie bidt de priester: “God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest, U hoeft één woord te spreken en mijn geest is genezen. Spreek, Heer!” Dineke: “Ik dacht: ‘Ja, God heeft veel gedaan aan mijn geest!’ Toen bad de voorganger: ‘God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest, U hoeft één woord te spreken en mijn ziel is genezen. Spreek, Heer!’ En ook daarop kon ik zeggen: ‘Dank U voor die genezing, Heere!’ Tot slot bad hij: ‘God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest, U hoeft één woord te spreken en mijn lichaam is genezen. Spreek, Heer!’ En voordat ik kon bedenken ‘dat is nog niet gebeurd’, werd ik van buiten aangeraakt en voelde ik vanuit mijn tenen een rustige kracht door heel mijn lichaam trekken. De pijn verdween. Ik was verbijsterd, verward en vol ongeloof.”
Rouwproces
Een week later bevestigde de fysiotherapeut dat alle beschadigingen en ontstekingen weg waren en dat haar bekken zelfs recht stond. Ook bleek Dinekes linker oor – dat sinds haar vierde jaar doof was – genezen te zijn. Na die wonderlijke ervaring was niet alles ‘halleluja’, vertelt Dineke. “Zo’n intense ervaring kun je nauwelijks met iemand delen. Als ik erover sprak, had ik het idee God onrecht te doen. Er zijn bijna geen woorden voor zo’n ervaring.” Het duurde maar liefst drie jaar voordat ze weer met beide benen in de maatschappij stond. “Ik was er veertien jaar uit geweest en moest veel opnieuw leren. Dat betekende ook een rouwproces, want toen besefte ik pas echt wat mijn dochter en mijn man hadden gemist. En ook wat ik als moeder en vrouw had gemist.”
Naar een dienst voor gebedsgenezing is Dineke bewust nooit geweest. Ze vindt dat genezing daar onterecht wordt geclaimd. “Het recht op genezing komt God toe. Als Hij mij wil genezen, dan ben ik genezen. Maar het hoeft niet per se in een speciale dienst. Genezen kan ook thuis of tijdens een eenvoudig gebed.”
Wat Dineke heeft geleerd door haar ziekte en genezing? “Dat God God is en ongedachte wegen met mensen gaat. Dat God Zijn weg met mij gaat. Hij houdt het in Zijn hand. Ik heb geleerd dat het niet over ziekte of genezing gaat, niet over rijkdom of armoede, niet over aanzien of eer. Wat mij in het leven ook overkomt, het gaat om de genade van onze Heere Jezus Christus, het gaat om de liefde van God onze Vader, en het gaat om de troostvolle gemeenschap van de Heilige Geest.”