Loodzware erfenis
In de afgelopen maanden kom ik een paar keer tegen dat de vader van een familiebedrijf onverwachts (te vroeg) overlijdt en er niets is geregeld. Het overlijden komt zo onverwachts en vroeg, dat er in het ziekenhuis nog op het laatste moment een notaris komt en stukken moeten worden getekend.
Als laatste woorden en een sterfbedbelofte noodzakelijk zijn om de zaak te redden, dan worden ze vaak gedaan na een leven van vermijding, verslaving, en verzwijgen. Op het laatste moment moeten ze uitkomst bieden. Woorden en beloften lijken rust te geven aan degene die (onverwachts) sterft, maar is vaak een gevangenis voor degene die achterblijft.
Arie
Zo vroeg zoon Arie aan zijn vader op diens sterfbed in het ziekenhuis: ‘Pa, moeten er nog dingen zakelijk geregeld worden?’ En ‘Pa, hoe staat het er financieel voor? Zijn er nog schulden?’ De vader ontkende en de moeder steunde hem. De werkelijkheid was dat de ene BV, de andere BV dekte, en dat er na een uiteenrafeling door de accountant, na zijn overlijden, bleek dat het bedrijf failliet zou gaan.
Oudste zoon Arie was na een paar jaar uit het familiebedrijf gestapt omdat hij het niet eens was met de bedrijfsvoering. Hij werd nu emotioneel gedwongen om het bedrijf van zijn vader voort te zetten, om zo zijn moeder en de jongere kinderen niet in de steek te laten. Hij beloofde op het sterfbed aan zijn vader dat hij dat zou doen! Hij stond voor zijn gevoel met zijn rug tegen de muur.
Daar zat hij aan mijn tafel, samen met zijn jonge vrouw. Hij was verbijsterd dat zijn vader met een leugen kon sterven. Hij was in verwarring dat zo, voor zijn dood, zijn vader geen schoon schip had gemaakt en vergeving kon worden gevraagd en uitgesproken. Hij was machteloos dat zijn vader had gevraagd alsnog het bedrijf voort te zetten en hij daarin had ingestemd uit medelijden met zijn moeder en zijn minderjarige broertje en zusje.
Wat moest hij nu doen? Mag je een belofte breken? Hoe hard was het om de erfenis te weigeren in de wetenschap dat alle kinderen dat zouden moeten doen, omdat anders degene die het niet deden met de schuld achterbleven? Wat moest er gebeuren met de 2 minderjarige kinderen en hun moeder, die weigerden te geloven dat vader zo’n puinhoop had achter gelaten. Ze kwamen bij mij met die prangende vragen.
Ik hoorde het verhaal met medeleven aan. Uiteindelijk keken we met elkaar naar de vraag: Hoe is het zo gekomen? We keken naar de familiegeschiedenis. Toen bleek dat twee generatie voor vader er een scheuring was gekomen door ruzie tussen twee broers. Er ontstond een rijke tak en een arme tak, die tegenslag op tegenslag had, maar dat niet erkende. Daarom wilde die arme tak koste wat het kost de schone schijn ophouden om rijk te lijken. Ze wilden het hoofd niet buigen. Waardoor er regelmatig verkeerde beslissingen waren genomen. Ook door zijn vader.
Het is een drama voor de familie om te erkennen dat de dierbare is overleden met een leugen op zijn lippen. Je wilt niet op je vader lijken en toch ben je een kind van je vader. Je krijgt zo maar door je vader een puinhoop in je maag gesplitst, in plaats van dat je vader het familiebedrijf zó achter laat dat jij daar met plezier op verder kunt bouwen. Hoe zorg je dat je als oudste zoon niet in dezelfde valkuilen stapt, omdat je het graag beter wilt doen dan je vader?
Uiteindelijk is de erfenis door alle kinderen en kleinkinderen voor de rechter geweigerd en zo kwam er een einde aan een familiebedrijf dat niet op een goed fundamenten stond. Niet de passie, maar bewijsdrang bleek de belangrijkste drijfveer.
Barbera
Dochter Barbera was de oudste van het gezin. Zij had altijd gezegd het familiebedrijf te willen overnemen. Ze werkte met veel plezier in het familiebedrijf van haar vader en werd een beetje wantrouwend bekeken door de 5 jongere broertjes. Ze stond haar mannetje. Vader zei dat alles goed zou komen en dat alles geregeld was, als ze vroeg hoe de zaken ervoor stonden. Hoe zouden ze dit regelen? Moesten ze niet naar de notaris? Moest er geen maatschap opgericht worden? Vader vond het vervelend dat ze dit aspect regelmatig aanroerde. Ze moest niet ongeduldig zijn. Ze moest niet zo wantrouwend zijn. Het zou goed komen! Daar moest ze op vertrouwen. Totdat ze hem op een ochtend zwaar gewond in het land vond, getrapt door een stier. De hulpdiensten kwamen ter plekke en de traumahelikopter landde. De broeder riep haar omdat haar vader nog wat wilde zeggen. Toen ze bij hem kwam fluisterde hij met horten en stoten: bel no-ta-ris!
Met moeder reed ze achter de ambulance aan. Ze vroeg in de auto aan haar moeder wat dat betekende. Haar moeder gaf geen antwoord en zei alleen maar: ‘hij bedoelde het zo goed!’
Ze belde op weg naar de grote stad, de familienotaris, en vroeg of hij wist wat er bedoeld werd. Hij was verbaasd en onthutst en zei dat dit heel erg was, want er was nog niets geregeld. Hij beloofde wat hij dacht dat goed was op papier te zetten. In het ziekenhuis aangekomen lag vader op de operatietafel… Uiteindelijk overleed hij 3 dagen later aan zijn verwondingen en hebben de artsen en de notaris er alles aan gedaan om nog een handtekening gezet te krijgen, wat ternauwernood lukte.
Daar zat ze bij mij in totale desillusie. Alles wat ze had opgebouwd met haar vader, leek zijn glans verloren. Nu stond ze er alleen voor, maar het voelde als gestolen, omdat hij er niet vol voor was gaan staan en haar die erkenning en dat recht niet vrijwillig had gegeven. Ze konden het niet samen vieren dat hij het familiebedrijf in vertrouwen in haar handen had gelegd. Zijn leven moest gerekt worden om haar die handtekening te bezorgen. Ze waren nauwelijks aan een ‘gewoon’ afscheid toegekomen vanwege de hectiek en paniek.
Het ontbrak haar nu aan moed en energie om zich eigenaar van een familiebedrijf te voelen. Eigenlijk wilde ze er van af.
We onderzochten haar dromen. We ontdekten wat ze van haar vader nodig had gehad. Ik ging met haar naar het graf van haar vader. Daar las ze een brief voor met één groot: Waarom?! Daarna eindigde ze met: ‘Vader ik vergeef je! Omdat ik heb ontdekt waarom je zelf geen afstand kon doen van het familiebedrijf. Je vond toen jij nog jong was de verantwoordelijkheid te zwaar. Daarvoor wilde je mij behoeden. Maar je wist niet en kon niet vermoeden dat dit onmogelijk veel zwaarder is!’
Toen ik met haar thuis kwam, stond daar de broer van haar vader en haar broertjes haar op te wachten met een grote sleutel van het familiebedrijf. De vlag hing uit. We maakten een familieritueel waarin zij werd gezegend door de broer van haar vader en geëerd door haar broertjes. Toen vond ze de moed en energie om haar reis met het familiebedrijf voort te zetten, als eigenaar.
Chris
Chris was 5 maanden bij het familiebedrijf in dienst gekomen. Hij had een omzwerving gemaakt, door een succesvolle schoolcarriere en een intensieve pubertijd. Ja, hij had gedronken en gesnoven en af en toe pillen gebruikt en was op grote festivals te vinden geweest. HIj had als sport: tractor pulling (ook wel trekker trek genoemd). Alles was interessanter dan het familiebedrijf. Tot hij 24 werd en hij op zijn schreden terugkeerde, als een heuse verloren zoon. Hij stond op het punt van trouwen met zijn vroegere schoolvriendinnetje. Hij was nu altijd stipt op tijd en keurig gekleed. Ook die morgen, toen hij op het bedrijf gebeld werd door een van zijn jongere broertjes dat zijn vader dood in de badkamer lag.
De zaken waren wel geregeld, maar hij was er nog lang niet aan toe om het bedrijf over te nemen. Zijn vader was zo succesvol, want het was een goed lopend, groeiend familiebedrijf. Zijn vader was een sociale leider, die oog had voor zijn medewerkers maar niet met zich liet sollen. Zijn vader had goede communicatievaardigheden en kon met iedereen goed opschieten, zowel met de medewerkers, klanten en leveranciers. Zijn vader had zulke goede organisatorische vaardigheden. Hij was nauwgezet, eerlijk en betrouwbaar. Zijn vader had financieel inzicht: kon als geen ander de budgetten beheren, financiële prognoses maken en had een zesde zintuig voor het maken van beslissingen. Zijn vader was gericht op innovatie: Hij had het vermogen om nieuwe ideeën te genereren en deze succesvol te implementeren. Daarmee had zijn vader zijn eigen broers uit het familiebedrijf gekocht en besluiten genomen die het bedrijf op een hoger niveau hadden gezet. Dat was zichtbaar geworden op de zeer druk bezochtte begrafenis.
Chris voelde zich volledig onbekwaam, maar was van goede wil en gedreven om zijn jeugd goed te maken en zijn vader en moeder niet teleur te stellen.
Op het moment van dat telefoontje die morgen, stopte zijn leven. Tijd voor rouwen was er niet. Hij verheerlijkte zijn vader en nam hem als grote voorbeeld. Hij zou het leven van zijn vader voortzetten, zoals zijn vader dat gewild zou hebben. Hij werd de partner van zijn kwetsbare moeder en ging voor haar zorgen, zoals zijn vader had gedaan. Hij werd de vader van zijn jongere broertjes en zusjes. Hij trok de schoenen van zijn vader aan en ging voor een perfecte copy en nog beter.
Toen hij en zijn vrouw 3 jaar later in relatiecoaching kwamen, ging het vooral over zijn vrouw die het niet meer bolwerkte dat alles perfect moest. Chris snapte niet wat het probleem was. Iedereen was tevreden, behalve zijn vrouw. Zijn vrouw werkte ook mee in het familiebedrijf, want het bedrijf groeide en groeide maar. Zij had bedrijfeconomie gestudeerd en zij was mede directeur geworden en verantwoordelijk voor het personeel, de financien en het eerste contact met de klanten. Maar hij was nooit tevreden en nog erger, vond zij, hij controleerde haar en corrigeerde haar in het bijzijn van het personeel en klanten. Daarnaast betuttelde hij haar alsof ze een klein kind was. Zij kon niet meer. Daarbij ging zijn familie, zijn moeder en zijn broertjes en zusjes voor haar. Dat begreep ze ook wel, want die moesten het ineens zonder man en vader stellen. Zijn moeder leunde volledig op haar man en nu op haar zoon. De jongere broertjes en zusjes van het grote gezin zaten in de kwetsbare leeftijd van de pubertijd. Hij moest voorkomen dat ze ook zo’n intensieve pubertijd doormaakte als hij had gedaan. Een onmogelijke opdracht had hij zichzelf opgelegd, maar hij deed het voor het oog briljant.
Alleen de eerste scheuren werden zichtbaar in zijn relatie. Hij begreep het echt niet.
Het werd een lang en intensief traject. Want het klopt: ‘Het is gemakkelijker dat een kameel door het oog van een naald gaat, dan dat een rijke het Koninkrijk van God binnengaat.’ Ik maakte er van: ‘het is makkelijker voor een verloren zoon om terug te komen, dan voor de oudste, heilige zoon, om zijn eigen menselijke plek in te nemen.
We moesten langs de rouw van het verlies van de vader; we moesten langs het schuldgevoel van zijn eigen losbandige pubertijd; we moesten langs de menselijke maat en het imperfecte leven. Het was een bij onmogelijke reis naar de werkelijkheid, waarvan ik regelmatig dacht: het gaat hem niet lukken. Bijzonder genoeg was het moment waarop hij een kind kreeg: een cruciaal moment voor zijn volgende evenwichtige omkering. Hij werd weer zichzelf en ontdekte zijn eigen kwaliteiten, die ook geweldig zijn voor het familiebedrijf.
advies
Mocht je zelf in een vergelijkbare situatie zitten, waarin bedrijfsvoering, het familiegeweten en de familiegeschiedenis door elkaar lopen, neem dan het initiatief om er vroegtijdig wat aan te doen. Want het is noodzakelijk binnen een familiebedrijf geen taboes te hebben. Afwachten heeft meer slachtoffers, dan winnaars gemaakt. Als het niet samen lukt, neem dan een familiebedrijvencoach in de armen, die zijn het gewend om het onbespreekbare, bespreekbaar te maken.