Levenstrappen van ouder worden
De gravure van ‘de traps des ouderdoms’ is gemaakt tussen 1856-1900 door illustrator Dirk van Lubeek. Het is een centsprent met 1 houtsnede van een levenstrap, met links een klein kind met een looprek en rechts een zittende persoon. Onder de trap in een halve cirkel een afbeelding van een wieg, en een persoon met vleugels en een zeis en de tekst ‘Van de wieg tot aan t graf legt den mensch dees loopbaan af‘. Daarboven een opschrift met de tekst ‘O mensch wil merken De tyd heeft vlerken.’ De prent bevat drie vierregelige rijmende onderschriften. Meer hierover is te lezen op https://historiek.net/de-trap-des-ouderdoms/154341/
Rudi Westendorp, een gerenommeerd hoogleraar ouderengeneeskunde, heeft een interessante kijk op het verouderingsproces en de verschillende episoden die hierbij komen kijken. Hij beschrijft in zijn boek ‘Oud worden zonder het te zijn‘ het leven als een trap, waarbij elke trede een nieuwe fase van het leven vertegenwoordigt. Deze visie biedt een verfrissende kijk op ouder worden en kan helpen om de verschillende aspecten van het verouderingsproces beter te begrijpen.
Volgens Westendorp bestaat het verouderingsproces uit verschillende episoden, waarbij elk stadium gekenmerkt wordt door nieuwe uitdagingen en mogelijkheden. Hij stelt dat het belangrijk is om deze episoden te herkennen en te erkennen, zodat we beter kunnen inspelen op de behoeften van ouderen en hun kwaliteit van leven kunnen verbeteren.
Een van de belangrijkste aspecten van Westendorps interpretatie van de levenstrap is zijn nadruk op het belang van zelfstandigheid en autonomie. Hij benadrukt dat ouderen vaak nog veel kunnen bijdragen aan de samenleving en dat het van groot belang is om hen de vrijheid en ruimte te geven om zelf keuzes te maken en hun eigen leven vorm te geven. Door ouderen te ondersteunen in het behouden van hun zelfstandigheid, kunnen we ervoor zorgen dat zij zich gewaardeerd en betekenisvol blijven voelen.
Daarnaast pleit Westendorp voor een holistische benadering van ouder worden, waarbij zowel fysieke, mentale als sociale aspecten worden meegenomen. Door aandacht te besteden aan al deze aspecten van het verouderingsproces, kunnen we ouderen helpen om zo lang mogelijk gezond en gelukkig te blijven. Dit vraagt om een integrale aanpak, waarbij niet alleen gekeken wordt naar medische zorg, maar ook naar sociale verbondenheid, zingeving en mentaal welzijn.
In zijn betoog benadrukt Westendorp ook het belang van preventie (voorzorg) en gezonde leefstijl bij het ouder worden. Door op jonge leeftijd al te investeren in een gezonde leefstijl, kunnen veel ouderdomsgerelateerde ziekten voorkomen worden en kan de kwaliteit van leven op latere leeftijd verbeterd worden.
Kortom, de interpretatie van de levenstrap en de verschillende episoden van het verouderingsproces door Rudi Westendorp biedt een waardevolle kijk op ouder worden. Door deze visie te omarmen en te integreren in ons denken over ouderenzorg, kunnen we ouderen beter ondersteunen en helpen om zo lang mogelijk gezond en gelukkig te blijven.
Als ik (Dineke) het op mijn manier samenvat, dan is de veranderende houding:
Lees hierover ook verder op: de-vier-leeftijden-van-veroudering/
In het boek ‘Zin in de ouderdom’ van Jan van Baardwijk en René Rosmalen staat een andere, deze tijd weergevende tekening (voor mij is de illustrator onbekend):
De tekening geeft precies weer, wat ik bij veel ouderen ervaar: na de pensionering wordt de tuin aangepakt, gaat men reizen, de kleinkinderen bezoeken en/of oppassen, diverse keren per jaar op vakantie, regelmatig fietstochten via de fietsknooppuntennummers en dat is het dan. Sommigen doen vrijwillergswerk, bezoeken kunst en cultuur, maken en luisteren naar muziek. Een enkeling doet een HOVO-cursus, Ik mis de reflectie. Ik mis de afrijping. Ik mis de zichtbare erfenist (muv het kapitaal dat voor de (klein)kinderen belegd wordt). Het voelt voor veel mensen om mij heen die voor het ouder worden staan, precies zoals het plaatje het aangeeft: na je pensionering doe je alles wat je vroeger in je vrije tijd had willen doen of hebt gedaan.
Voor mij is de inhoud van de gesprekken tekenend. Juist bij ouderen zou ik verwachten dat ze iets van hun ziel laten zien. Maar het lijkt wel dat het juist voor ouderen lastig is hun eigen worstelingen woorden te geven, waardoor het vaak algemene gesprekken blijven en de leerzame diepte niet bereikt wordt. Het lijkt wel alsof men bang is voor die laag van hun Ziel en de Relatie
Gesprekken kunnen vele lagen hebben, met als indeling:
de algemene laag:
=> theologisch / kerkelijke
=> politieke / maatschappelijke
de persoonlijke laag:
=> historisch biografisch (ik en mijn geschiedenis)
=> medisch klinisch (ik en mijn medische problemen)
de ziele laag:
=> structureel- ontwikkelingspsychologisch (ik in de laatste fase van mijn leven)
=> holistisch (ik in het grotere geheel)
De diepte die wordt bereikt hangt af van de gespreksstijl die wordt gevolgd:
* Normatief/beoordelend – zo hoort het en zo moet het
* Logisch – vanuit de cognitie: zakelijk, waarmee je het gesprek buiten je zelf houdt
* Enthousiasmerend – gedeelde ervaringen, geloof. Waardoor je persoonlijke wordt aangeraakt.
* Relationeel en betrokken – met veel begrip voor elkaar