Leven – ouder worden
Het leven is bijna samen te vatten in deze onderstaande, dynamische figuur.
Deze figuur is dynamisch omdat zowel de leeftijd, als de mate waarin het leven wordt geleefd en beleefd en het sterven wordt aangekeken, variabelen zijn. Ze zijn een goede graadmeter voor het leven van iemand zelf.
De persoonlijke ontwikkeling verschilt per persoon. Waar je staat in het leven wordt niet alleen vorm gegeven door je leeftijd, maar ook door je omstandigheden.
Het ontwikkelen (de mate waarin iemand het leven aangaat), het verliezen (de mate waarin iemand verliezen in zijn leven verwerkt, een plaats geeft) en het omarmen (de mate waarin iemand het leven en het sterven omarmt (erkent, aanneemt en aanvaardt) zijn van invloed op de manier waarop de persoon zijn leeftijd leeft en zijn omstandigheden beleeft.
In de figuur is de persoonlijke ontwikkeling een minimale cirkel, maar deze kan groter worden als iemand zijn persoonlijke ontwikkeling aangaat.
De persoonlijke ontwikkeling bestaat uit een psychologische ontwikkeling, een bewustzijnsontwikkeling en een spirituele ontwikkeling.
Leeftijd en verstoring
Wat opvalt is, dat alle ontwikkelingen die hier genoemd worden veelal gebonden zijn aan een leeftijd. Dat is wel te begrijpen, want als je 0 jaar bent, dan moet je nog heel veel basale dingen leren. Als je een tiener bent dan moet je nog een vak leren en ben je meestal nog niet in staat om kinderen op te voeden en daarmee eigen verantwoordelijkheid te dragen. Maar het is niet zo dat als je een leeftijd bereikt, je automatisch die ontwikkeling doormaakt. Veelal stagneert een ontwikkeling of probeer je een bepaalde ontwikkeling uit de weg te gaan omdat dat lastig is. Of de omstandigheden zijn zo dat je juist een ontwikkelingssprong maakt omdat er grotere dingen van je gevraagd worden, dan waar je eigenlijk toe in staat bent. Dus door het leven lopen we allemaal verstoringen op. Dat is geen gemiste kans! Als je later aangaat, wat in jouw ontwikkeling verstoord is, dan draag je vaak de grootste vruchten.
De psychologische ontwikkeling van Erik Erikson:
De Deens-Amerikaanse psycholoog Erik Erikson (1902-1994) zag onze psychische ontwikkeling als een levenslang proces. Volgens zijn inmiddels klassieke theorie moeten we in de loop van ons leven acht levensvaardigheden leren om goed te kunnen functioneren. Erik Erikson’s psychosociale ontwikkelingstheorie is één van de meest populaire en invloedrijke ontwikkelingstheorieën. De theorie is gebaseerd op het confronteren en oplossen van conflicten. Tijdens de confrontaties krijg je een gevoel van identiteit. Erikson’s theorie beschrijft de impact van sociale ervaring gedurende het hele leven. Erikson was geïnteresseerd in hoe sociale interactie en relaties een rol speelden in de ontwikkeling en groei van de mens.
Erikson’s theorie werd beïnvloed door het werk van psychoanalyticus Sigmund Freud, maar wijkt af van Freud’s psychoseksuele ontwikkelingstheorie door de nadruk op seks weg te nemen en meer gefocust te zijn op levenslange ontwikkeling. Erik Erikson ging ervan uit dat we deze vaardigheden in principe in bepaalde levensfasen opdoen (zie de leeftijden); gebeurt dat niet of onvoldoende, dan is het mogelijk dat we ze later in ons leven alsnog gaan missen en pas dan onder de knie krijgen door het persoonlijk ontwikkelingswerk te doen.
In elk stadium is er een ander specifiek conflict dat je moet oplossen om naar de volgende ontwikkelingsfase te gaan. Door de oplossing wordt je competent op een bepaald gebied van het leven. Niemand zal in het conflict een gevoel van 100% de ene of 100% de andere kracht ontwikkelen. Erikson geloofde dat het bij een succesvolle ontwikkeling ging om het vinden van een balans tussen de twee krachten.Als de fase goed wordt doorlopen voel je je ergens meester over, wat soms wordt aangeduid als egokracht of egokwaliteit. Als een fase niet goed wordt doorlopen en je niet in staat bent om een conflict in een bepaald stadium op te lossen zal je er later in je leven mee worstelen.
Zuigeling (geboorte tot 18 maanden)
Conflict: Vertrouwen versus wantrouwen
Grote vraag: “Kan ik de mensen om me heen vertrouwen?”
Competentie: hoop
In de prille kinderjaren ontstaat de hechting met onze moeder. Als die goed verloopt, durven we later in ons leven anderen te vertrouwen.
Vroege kindertijd (18 maanden tot 3 jaar)
Conflict: Autonomie versus schaamte/twijfel
Grote vraag: “Kan ik dingen zelf doen of ben ik afhankelijk van de hulp van anderen?”
Competentie: wilskracht
In deze fase leren we onszelf beheersen en zelf dingen voor elkaar te krijgen. Wanneer onze ouders ons te veel beschermen en we te weinig zelf mogen doen, of als we belachelijk worden gemaakt wanneer ons iets niet lukt, krijgen we later in ons leven de neiging snel aan onszelf te gaan twijfelen, en durven we minder autonoom te opereren.
Peuter / kleuter (3 tot 6 jaar)
Conflict: Initiatief versus schuld
Grote vraag: “Ben ik goed of slecht?”
Competentie: Doelgerichtheid
In deze fase leren we zelf initiatief nemen, een doel stellen en daar naartoe werken. Als onze ouders ons hier niet in aanmoedigen of ons ontmoedigen, zullen we later in ons leven moeite blijven houden met initiatief nemen.
Scholier (6 tot 11 jaar)
Conflict: Competentie versus minderwaardigheid
Grote vraag: “Hoe kan ik goed zijn?”
Competentie: Vertrouwen
In deze periode leren we allerlei vaardigheden die we nodig hebben om succesvol te kunnen zijn in de maatschappij: niet alleen basale zaken als lezen en schrijven, maar ook verantwoordelijkheid nemen en met anderen opschieten.
Adolescent (12 tot 18 jaar)
Conflict: Identiteit versus verwarring
Grote vraag: “Wie ben ik?”
Competentie: Trouw
Bij de overgang van kind naar volwassene gaan we door een identiteitscrisis: wie ben ik, wat wil ik? Als we geen duidelijk antwoord vinden op deze vragen, zullen we steeds op zoek blijven naar welke rol we nu eigenlijk hebben in het leven.
Jongvolwassen (19 tot 40 jaar)
Conflict: Intimiteit versus isolatie
Grote vraag: “Zal ik geliefd worden of zal ik alleen zijn?”
Competentie: Liefde
In deze fase gaan we betrokkenheid voelen bij ons werk en ontwikkelen we duurzame, intieme relaties. Als we daar niet in slagen, kampen we met gevoelens van afzondering en eenzaamheid.
Middelbare leeftijd (40 tot 65 jaar)
Conflict: Productiviteit versus stagnatie
Grote vraag: “Hoe kan ik bijdragen aan de wereld?”
Competentie: Zorg
Dit is onze meest productieve periode: we brengen kinderen groot, maken carrière en helpen anderen. Het is de fase waarin we onze levensdoelen waarmaken. Slagen we hier niet in, dan raken we in onszelf gekeerd en stagneren we in onze ontwikkeling.
Ouderdom (65 jaar tot sterven)
Conflict: Tevredenheid versus wanhoop
Grote vraag: “Leefde ik een zinvol leven?”
Competentie: Wijsheid
We hebben het gevoel dat ons leven betekenis heeft gehad, kijken er met tevredenheid op terug en accepteren de naderende dood. Kijken we echter met spijt terug en blijven we treuren om mislukkingen en gemiste kansen, dan zullen we de dood niet kunnen accepteren.
Meer over deze ontwikkeling kun je hier vinden:
https://www.dinekevankooten.nl/archief/identiteitsontwikkeling-erik-h-erikson/ en
https://www.dinekevankooten.nl/archief/8-stadi-psychosociale-ontwikkeling/
De bewustzijnsontwikkeling van Kazimierz Dabrowski:
De theorie van positieve desintegratie (TPD), geformuleerd door de Poolse psycholoog en psychiater Kazimierz Dąbrowski (1902-1980), is een humanistische persoonlijkheidstheorie, net als de meer bekende behoeftepiramide van Dąbrowski’s vriend Abraham Maslow. De theorie beschrijft hoe individuen in vijf niveaus de persoonlijkheid kunnen ontwikkelen. Centraal staat dat een gevoelig zenuwstelsel en andere aangeboren eigenschappen van een individu in wisselwerking met diens sociale omgeving kunnen leiden tot gevoelens van ‘anders zijn’, of zelfs tot existentiële angsten, burn-out, depressies en andere psychoneurosen. Volgens Dąbrowski is dit vaak echter geen teken van geestesziekte, maar juist van een hoog ontwikkelingspotentieel. Door psychoneurosen ontpopt zich namelijk in een individu een toenemend vermogen zichzelf te definiëren en overeenkomstig te gedragen. Dit maakt individuen autonomer en daarmee beter in staat een persoonlijkheid te creëren.
Kazimierz Dabrowski ontwikkelde zijn theorie van positieve desintegratie.
Wanneer je het niet meer weet en overspoeld wordt door emoties, dát is het moment dat je gaat leren en ontwikkelen. Wanneer je hunker naar anti-depressiva, naar slaapmedicatie, naar alcohol of wiet, om je onrust in jezelf te verdoven, dat is het moment van desintegratie en dat is de gelegenheid om te groeien.. Dat is het uitgangspunt van Kazimierz Dabrowski. Hij was ervan overtuigd dat wanneer een situatie je niet raakt, je geen betrokkenheid ervaart, je er dan ook niets aan zult veranderen. En dus hebben negatieve emoties – en met name hele heftige negatieve emoties – een positieve betekenis!
In de fases van Dabrowski leer je verlies zien als een geschenk. Verlies van werk, verlies van geliefde, verlies van gezondheid, confronteerd je met je eigen menselijke maat en dat er maar één ding zeker is: we zullen op een dag sterven. En juist dát helpt je om het bewustzijnsontwikkelingspad te gaan, om van slapend (of fixed EGO = overlevingsmechanisme, en ik doe het maar zoals iedereen vindt dat het hoort) naar ontwakend (hoort het eigenlijk wel zo?). Dan word je onstabiel en weet je nog niet wie je bent en wat jij wilt, maar wil je het ergens niet meer zoals iedereen zegt dat het zo hoort. Dan heb je de kans om je nog een keer om te draaien en verder te gaan slapen OF je rekt je uit en je stapt je bed uit om niet meer als slachtoffer, redder of aanklager het leven te bezien, maar vanuit je volwassenheid. Je komt dan bij de vraag: wie ben ik?
Ik noemde al gedachten uit de Transactionele analyse: Dramadriehoek en Winnaarsdriehoek.
Je gaat dan van onbewust onbekwaam (want je doet wat je altijd deed omdat anderen zeiden dat dat goed was), naar bewust onbekwaam (je begint je bewust te worden dat je het zo niet meer wilt, maar hoe dan wel? dat is nog een open vragen.
En als je je Ware Zelf gevonden hebt (dus ontdaan van zijn overlevingsmechanisme, ontdaan van het Vals Zelf = EGO), dan ben je wakker. Wakker wil zeggen: dan ben je je bewust van je lichaam, van je ziel en van je geest. Dan weet je waarom je iets wel doet en waarom iets niet. Dan ga je geen angst meer uit de weg. Dan heb je geen oordeel meer over jezelf, noch over een ander. Dan ben je Open, Eerlijk en NIeuwsgierig naar jezelf én naar de ander. Dan maakt het niet meer uit wat je doet, wat je hebt of wat andere mensen over je zeggen, maar ga je alleen nog wat voor jou kloppend is en wat jij te doen hebt. Dan hoef je niet meer van betekenis te zijn. Dan ben je.
Vervolgens ga je ontdekken dat in het grotere geheel staat. Dat je hologram bent van het geheel. Dan zijn jouw bron en jij één en stroomt de liefde in alles door je heen en naar je toe. Je leeft dan elke dag alsof het de laatste is, omdat leven en sterven hetzelfde proces zijn.
Ik heb veel geschreven over Dabrowski: https://www.dinekevankooten.nl/?s=dabrowski
Ik heb al veel geschreven over bewustzijn: https://www.dinekevankooten.nl/?s=bewustzijn
Ik heb ook veel geschreven over sterven: https://www.dinekevankooten.nl/tag/sterven/
De spirituele ontwikkeling van James Fowler:
Spiritualiteit gaat over de manier van kijken naar leven én dood. Door spiritualiteit ontdekken we vaak de zin van het leven: het is de bedoeling dat je er bent en het is de bedoeling dat je op een dag weer gaat. De manier waarop je daarnaar kijkt is van invloed hoe je het leven aangaat en hoe je het sterven aangaat. In welke mate leef je bewust en in welke mate sterf je bewust? Leven kun je slapend doen en sterven kun je slapend doen. Leven kun je in volle verantwoordelijkheid leven, doordat je het sterven omarmt, maar daarvoor moet je wel wakker zijn. Sterven kun je in volle verantwoordelijkheid sterven doordat je het leven omarmt, maar daarvoor moet je wel wakker zijn.
Je sterft, zegt men, zoals je hebt geleefd. Je leeft ten volle, als je je eindigheid ten volle hebt omarmd.
Spiritualiteit heeft invloed op je leven en op je sterven. Waarom leven en sterven op één lijn komt, dat heb ik hier beschreven: leven-en-sterven-op-1-lijn
James W. Fowler was predikant in de United Methodist Church en daarnaast directeur van het Center for Research on Faith and Moral Development en het Center for Ethics. In 2015 ging hij met pensioen. Hij vergaarde de meeste bekendheid met het ontwikkelingsmodel voor geloof. Hierover schreef hij in zijn boek ‘Stages of Faith: The Psychology of Human Development and the Quest for Meaning’.
James Fowler’s geloofsstadia: belangrijkste ingrediënten
Wat bij James Fowler geldt voor elk stadium van geloofsontwikkeling is:
* Ieder van hen is in staat een individu heelheid, gratie en integriteit te bieden. Ieder heeft sterke en zwakke punten.
* Elke fase heeft een optimaal tijdstip voor opkomst. Elk ervan helpt ons om onze unieke crises en uitdagingen tijdens een bepaalde levensfase het hoofd te bieden. Er zijn minimumleeftijden waaronder bepaalde transities zeer onwaarschijnlijk zijn.
* De stadia van het geloof “vertonen een onbetwistbare normatieve tendens”, waarbij #6 in het model van James Fowler het eindpunt van rijping aangeeft.
* Elke fase betekent de opkomst van nieuwe capaciteiten, die de voorgaande aanvullen en in een nieuwe context plaatsen.
* Over het geheel genomen is er een beweging van onbewuste vereniging naar individuatie, culminerend in Fase 4 van James Fowler, voordat er een beweging naar bewuste vereniging plaatsvindt.
* Overgangen tussen fasen zijn vaak langdurig, ontwrichtend, pijnlijk en soms mislukt. Ze vertegenwoordigen veranderingen in de manier waarop we weten, waarderen, oordelen en ons engageren.
Geloofsstadium 0: Ongedifferentieerd geloof
De kenmerken ervan worden alleen aangetroffen bij zeer jonge baby’s die volledig afhankelijk zijn van verzorgers. In deze fase van hun ontwikkeling mist het kind zelfs de fundamentele mentale capaciteiten die zich in de kindertijd ontwikkelen. Deze omvatten het onderscheid tussen het zelf en de ander, het ‘gecentraliseerde zelfgevoel’, zoals James Fowler het noemt, het gevoel van lineaire tijd en de permanente wereld van objecten.
Geloofsstadium 1: intuïtief-projectief
MORELE STRUCTUUR: straf-beloning
SOCIAAL PERSPECTIEF: familie, vroege relaties
AUTORITEITSBRON: grove symbolen van macht
SYMBOLEN: magisch geïnterpreteerd
Geloofsstadium 2: mythisch letterlijk
MORELE STRUCTUUR: wederkerigheid
SOCIAAL PERSPECTIEF: etnocentrisch – mensen zoals wij
AUTORITEITSBRON: traditionele autoriteitsrollen
SYMBOLEN: eendimensionaal, letterlijk
Geloofsstadium 3: synthetisch conventioneel
MORELE STRUCTUUR: verwachtingen van anderen
SOCIAAL PERSPECTIEF: groepen waarmee ik associeer
AUTORITEITSBRON: gewaardeerde groepen en individuen
SYMBOLEN: multidimensionaal
Geloofsstadium 4: individuatief-reflectief
Fowler merkte op dat deze fase vorm krijgt in de jongvolwassenheid, wanneer we emotioneel en/of fysiek het huis verlaten, onze overgeërfde kijk opzij zetten en de gevolgen van onze levenskeuzes serieus nemen. We hebben buiten onze vertrouwde omgeving de nodige tijd en ruimte om dit in vraag te stellen en erover na te denken.
MORELE STRUCTUUR: maatschappelijk perspectief
SOCIAAL PERSPECTIEF: degenen met mijn ideologie
AUTORITEITSBRON: eigen oordeel
SYMBOLEN: Waardenbetekenis achter symbool
Geloofsstadium 5: conjunctief
MORELE STRUCTUUR: voorafgaand aan de maatschappij
SOCIAAL PERSPECTIEF: strekt zich uit tot outgroups en andere tradities
AUTORITEITSBRON: Zelf en wijze anderen
SYMBOLEN: Combineert macht in symbool met macht daarbuiten
Geloofsstadium 6: universeel geloof
MORELE STRUCTUUR: loyaal aan het leven zelf
SOCIAAL PERSPECTIEF: identiteit met soort
AUTORITEITSBRON: Blend, met onderliggende universele principes
SYMBOLEN: Eenheid van het zelf en realiteit van het symbool
Er is veel over geloofsontwikkeling op mijn website te vinden. Kijk bijvoorbeeld hier: https://www.dinekevankooten.nl/archief/god-en-mens/
Leven en ouder worden
Leven en ouder worden lijkt vanzelf te gaan. Toch is de werkelijkheid dat het leven vraagt om geleefd te worden en daarvoor moet ik mijn persoonlijk ontwikkelingswerk doen.
Het gebied van de persoonlijke ontwikkeling betreft alles rondom de ontwikkeling van het zelfbewustzijn, de identiteit, het eigen talent en potentieel, het vergroten van de kwaliteit van het leven en het realiseren van dromen en aspiraties.
Ik heb al veel geschreven over persoonlijke ontwikkeling: https://www.dinekevankooten.nl/tag/persoonlijke-ontwikkeling/
Toen ik mooie quotes over ouder worden zag, die mij zouden kunnen inspireren, was ik verbaasd hoeveel er gaan over verlies en hoe weinige quotes die gaan over ouder worden en oogsten. Ik vond hier een paar uitspraken die ik wil bewaren en delen:
* Ik voel dat hoe ouder ik word, hoe meer ik met het leven leer omgaan… omdat ik al zo lang op deze zoektocht ben, het draait allemaal om het ontdekken van jezelf.
Ringo Star
* Waarom zijn mensen bang om ouder te worden? Je voelt je wijzer. Je voelt je volwassener. Je hebt het gevoel dat je jezelf beter kent. Zou je dat ruilen voor een zachtere huid? Ik niet.
Anna Kournikova
* Voor de onwetenden is ouderdom de winter; voor de wetenden is het het seizoen van de oogst.
Chassidisch gezegde
* We leven in een door de jeugd geobsedeerde cultuur die ons voortdurend probeert wijs te maken dat we er niet toe doen als we niet jong zijn, niet stralen en niet mooi zijn. Ik weiger me door een systeem of een cultuur of een vervormd beeld van de werkelijkheid te laten vertellen dat ik er niet toe doe. Ik weet dat je alleen door je eigen te maken wie en wat je bent, in de volle volheid van het leven kunt stappen. Elk jaar zou ons allemaal iets waardevols moeten leren. Of je die les ook krijgt, hangt echt van jezelf af.
Oprah Winfrey