Lemniscaat van de communicatie
Op de pagina Mannen en vrouwen hebben elkaar nodig! op deze website, geef ik een uitgebreide uitleg (podcast en powerpoint) over mijn belangrijkste inzichten met betrekking tot het doel van de liefdesrelatie.
Op die pagina staat ook een figuur die inzichtelijk maakt hoe de communicatie binnen een relatie verloopt. Deze figuur is hieronder verder uitgewerkt/opgebouwd.
John Welwood heeft in zijn boek ‘Liefde geven, liefde ontvangen, Waarom ontvangen zoveel moeite kost‘, een paragraaf die hier precies bij aansluit en mijns inziens deze figuur nog meer tot zijn recht laat komen. Met Marieke heb ik een korte podcast over dit onderwerp opgenomen:
In een relatie spreken we met elkaar. We wisselen gewoon woorden uit. Die woorden lijken zonder betekenis, zonder bedoeling uitgesproken. Wat zijn woorden immers?
Woorden worden uitgezonden door de spreker (zender) en gehoord door de luisteraar (ontvanger). Maar op de één of andere manier komen de woorden nooit onvervormd aan. De ontvanger ontvangt de woorden nooit zoals ze door de zender bedoeld zijn. Ergens op hun reis van zender naar ontvanger worden de woorden vervormd, krijgen ze een andere betekenis, een andere vorm. Die vervorming vindt plaats door de manier waarop het bij de ontvanger binnenkomt. De ontvanger geeft aan het uitgesproken woord betekenis door het woordgebruikt (de letterlijke tekst), de klankkleur van de woorden, maar ook de intonatie van de woorden en de klemtonen die de zender daaraan meegeeft. Maar wat ook gebeurd is dat de ontvanger vaak zijn bedachte bedoeling van de zender daarin, zoiets als: hij zegt wel dit, maar hij bedoelt waarschijnlijk dat. En tot slot kleurt de ontvanger de woorden door zijn eigen geschiedenis. Het brein gaat altijd op zoek naar vergelijkbare situaties, waardoor het brein kan zeggen: dit is veilig of dit is onveilig!
En die vergelijkbare situaties haken heel vaak aan de eerste ervaring in het leven van de ontvangen, waar die woorden mee te vergelijken zijn. Vaak wordt daardoor het kind in iemand wakker, die volop vanuit zijn pijn reageert en dan gaat vluchten (slachtoffer), vechten (aanklagen) of bevriezen (niets meer weet te zeggen).
In een homogene relatie wil je dat voorkomen, want je wilt het gezellig hebben. Je wilt al het gedoe vermijden, omdat je denkt dat je dan geen goede relatie hebt. Want in sprookjes wordt toch altijd verteld: en ze leefden nog lang en gelukkig! In een homogene relatie is het overal gelijk, overal hetzelfde samengesteld. Elke partner denkt hetzelfde, doet hetzelfde, vindt hetzelfde. Mijn gaat de invididuele verschillen uit de weg en probeert die verschillen glad te strijken.
Maar de echte rede is: je wilt niet luisteren wat het kind in jou te zeggen heeft. Je probeert alles te vermijden wat jou of de ander mogelijk boos, verdrietig of bang maakt. Je sluit je hart voor die gevoelens en wilt dat niet meemaken. In een homogene relatie verwacht ik – als de ander van mij houdt – dat hij/zij de wensen van mij weet, ruikt, voelt, etc. Omdat ik ook zoveel mogelijk invul wat de ander nodig heeft en wil. Daar gaat het vooral over invullen en niet over luisteren.
In een heterogene relatie ga je de liefdesstrijd (of de oorlogsstrijd) aan omdat je zo op zoek bent naar de verbinding met de ander.
Je gaat met vallen (oorlogsstrijd) en opstaan (liefdesstrijd) het gesprek aan.
Want wat gebeurt er?
De ander reageert niet zoals je had verwacht en daarmee wordt het kind in jou getriggerd. Je wordt bijv. bang dat je er niet toe doet of dat je er niet mag zijn. Daar is sprake van als je reactie te groot of te klein is naar wat er daadwerkelijk gebeurt. Als de ander op jou gereageert op een manier die je niet verwacht had, dan gaat dat meestal niet over jou, maar dan zie je eigenlijk de pure reactie van het kind in de ander.
Als we volwassen worden en ons bewust-zijn groter wordt, dan gaan we dat van ons zelf leren ontdekken. Dan zeg je: wacht even! En ga je op onderzoek naar het verlangen dat onder die angst zit: Waar heb ik nu eigenlijk behoefte aan? Dat verwoorden leer je met vallen en opstaan, want het is veel oefenen om het dan echt over je zelf te hebben (ik…) en de vraag niet aan de ander te adressen (jij…). In een volwassen relatie ga je op zoek naar je eigen behoeften en verlangens en probeer je die steeds duidelijker te verwoorden. In een homogene relatie verwacht je eigenlijk dat de ander met jouw (onuitgesproken) behoeften en verlangens rekening houdt, zodat het kind in jou niet getriggerd wordt en onverwachts zich in jou laat horen (instinctmatig reageert).
Over dit onderwerp (man/vrouw; relatie; seksualiteit; persoonlijke ontwikkeling) zijn er:
* PODCAST – https://www.dinekevankooten.nl/podcasts/
* E-LEARNINGS – https://www.dinekevankooten.nl/e-learnings/
* ARTIKELEN – https://www.dinekevankooten.nl/artikelen/
* COMPENDIUM – https://www.dinekevankooten.nl/tag/coaching/