Leerling – Gezel – Meester
Het leerling-gezel-meester-principe is een tijdloze methode voor kennisdeling en groei. Het leerling-gezel-meester-principe heeft zijn oorsprong in de Middeleeuwen, toen ambachtslieden en vakmensen hun vaardigheden doorgaven aan toekomstige generaties via de structuur van de gilden (beroepsgroep). Het proces begon met een leerling die in de leer ging bij een ervaren meester in het vak. De leerling werd een gezel nadat hij voldoende kennis had opgedaan en vervolgens kon hij na het afleggen van een meesterproef zelf meester worden.
De traditionele gilden hadden een strikte structuur die gericht was op het waarborgen van de kwaliteit van vakmanschap. Lidmaatschap was geen vanzelfsprekendheid. Aspirant-leden begonnen hun reis als leerling onder toezicht van een ervaren meester. Na het doorlopen van een uitgebreide periode van vijf tot negen jaar en het succesvol afleggen van een meesterproef, verdienden ze de titel van meester. Pas dan hadden ze het recht om een eigen bedrijf te starten. Dit fundament ontbreekt in de moderne gilden van vandaag. Een echte toetredingsdrempel en een gestructureerde leerperiode zijn er niet, laat staan dat iemand een meesterproef moet afleggen. Dat kan de kwaliteit en groei behoorlijk beïnvloeden.
In het leerling-gezel-meester-principe heeft iedereen een eigen taak. Als meester bevorder je het groeien en ontwikkelen van de leerlingen. De taak van de leerling is om te leren en zijn perspectief te verruimen. De meester organiseert leersituaties, de leerlingen stappen in een leerproces. Meester zijn is een vak apart: het vraagt kennis en kunde, vakmanschap, leiderschap en vooral ontmoeting. Het is een kunst om niet te vervallen in overtuigen, maar leerlingen in staat te stellen hun eigen weg te vinden en hen te faciliteren het geleerder vorm te geven in hun leven. Dit vraagt zowel van leraar als leerling ‘de ander en het andere’ te ontmoeten, welkom te heten en aan te nemen, zodat dat wat geleerd wordt zich kan ontvouwen. Zo kunnen nieuwsgierigheid, kennis en wijsheid zicht aan elkaar voeden en openen er nieuwe deuren voor nieuwe ervaringen. Het leren gaan over het verruimen van waarnemen, bewustzijn en gewaarzijn. De meester blijft ook leerling.
Leren is het verwerven van nieuwe of het aanpassen van bestaande kennis, gedrag, ervaringen, vaardigheden en houdingen. En daarbij een proces dat je op het gebied van inzicht, ervaring en vermogen tot handelen van onbewust incompetent naar geïntegreerd competent voert.
Met dank aan Phoenix Opleidingen, die dat in allerlei vormen voor mij zichtbaar en leerbaar hebben gemaakt.