Johannes – het oudste evangelie
Deze theoloog weet het zeker: het Johannes-evangelie is niet het jongste, maar het oudste van de vier evangeliën
De Nederlandse theoloog Geurt Henk van Kooten is ervan overtuigd dat het evangelie van Johannes veel ouder is dan werd gedacht. Zijn bewijs? Eén zin uit de Bijbel. ‘Dit gooit veel overhoop’.
auteur: Lodewijk Dros
datum: 1 april 2024
website: https://www.trouw.nl/religie-filosofie/deze-theoloog-weet-het-zeker-het-johannes-evangelie-is-niet-het-jongste-maar-het-oudste-van-de-vier-evangelien~bfbdc0d1/
De vondst van Cambridge-hoogleraar Geurt Henk van Kooten was voor iedereen zichtbaar: het staat gewoon in de Bijbel. In het Evangelie van Johannes, een van de vier Griekstalige biografieën die deel uitmaken van het Nieuwe Testament.
De zin waar Van Kooten op wijst luidt: ‘In Jeruzalem is bij de Schaapspoort een bad met vijf zuilengangen dat in het Hebreeuws Betzata heet.’ Voor Johannes-specialist Van Kooten is het woord ‘is’ hier cruciaal, vertelt hij in De Ongelooflijke Podcast (EO). De beschrijving wijst namelijk op een dan nog bestaand badhuis. Bij de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 is dat verloren gegaan. Dus, concludeert Van Kooten, moet de tekst vóór dat jaar zijn geschreven.
Badhuis als ijkpunt
Dat heeft vergaande gevolgen voor de datering van het hele evangelie van Johannes, aldus de protestantse theoloog, die de evangeliën leest als ‘antieke Grieks-Romeinse literatuur’. De meeste wetenschappers gaan ervan uit dat het pas is ontstaan aan het eind van de eerste eeuw, dus zo’n zestig jaar na Jezus’ dood en opstanding, en ook na de drie andere evangeliën (Matteüs, Marcus, Lucas), waarvan dat van Marcus het simpelste en oudste (ca. 65-70 n.Chr.) zou zijn.
Volgens Van Kooten duidt de Griekse ‘is’-formulering in die tijd op een bestaande werkelijkheid en mag dit gegeven dus een ijkpunt heten. Alsof – zegt hij in de podcast – je een tekst tegenkomt waarin wordt gemeld dat er in New York een wereldhandelscentrum met twee torens staat. “Dan weet je dat die tekst vóór 2001 is geschreven.”
De datering heeft ook theologisch belang, want het plaatst de persoon van Jezus in een ander perspectief. Was hij mens of God? Het Johannesevangelie stelt hem, daar zijn exegeten het wel over eens, anders voor dan de andere drie evangeliën, zeer verheven – hij was God.
Gamechanger
Nieuwtestamentici stellen doorgaans dat dit evangelie zo literair complex is en de beschrijving van Jezus zo bovenmenselijk, dat het wel van later datum moet zijn dan de andere evangeliën.
Van Kooten denkt daarentegen dat Jezus al heel vroeg als God werd voorgesteld. Hij noemt zijn vondst dan ook een ‘gamechanger’, een ontdekking die ‘veel overhoop gooit’. Het persbericht werd meteen in het Engels vertaald, vooruitlopend op een wetenschappelijke publicatie erover dit najaar in het vaktijdschrift New Testamentic Studies.
Nederlandse Cambridge-hoogleraar doet ontdekking over historische Jezus: ‘Dit gooit veel overhoop’
De Nederlander Geurt Henk van Kooten, hoogleraar aan de universiteit van Cambridge, heeft een verrassende ontdekking gedaan in het Bijbelse Johannesevangelie. In De Ongelooflijke Podcast vertelt hij voor het eerst over zijn bevindingen: “Dit is een gamechanger.”
#187 – Wat maakt Jezus uniek? Deze topwetenschapper deed een ontdekking over Jezus: ‘Dit is een gamechanger’ (met Geurt Henk van Kooten en Stefan Paas) – De Ongelooflijke Podcast
“In Jeruzalem is bij de Schaapspoort een bad met vijf zuilengangen dat in het Hebreeuws Betzata heet.” Op het eerste oog lijkt deze zin uit het Johannesevangelie – een van de vier Bijbelse evangeliën –, een weinig beduidende locatiebeschrijving van een badhuis.
Maar volgens Geurt Henk van Kooten is deze zin een gamechanger in het onderzoek naar Jezus als historisch figuur. Van Kooten bekleedt als Lady Margaret’s Professor of Divinity aan de universiteit van Cambridge, een van de oudste en meest prestigieuze leerstoelen ter wereld.
‘Er is’-formule
Het badhuis waar het evangelie over schrijft, is archeologisch teruggevonden, vertelt Van Kooten: “Dit is al bijzonder, maar belangrijker is dat het evangelie het badhuis in de tegenwoordige tijd beschrijft.”
Het badhuis is namelijk met de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 platgelegd, wat volgens Van Kootens onderzoek betekent dat het evangelie van Johannes voor die tijd moet zijn geschreven: “De consensus is nu nog dat het veel later is geschreven.”
Van Kooten ontdekte namelijk dat de formule ‘er is in een bepaalde plaats…’ – zoals het Johannesevangelie het badhuis beschrijft – in alle Griekse teksten uit die tijd wordt gebruikt om iets te beschrijven wat in werkelijkheid bestaat: “De zegswijze ‘er is…’ wordt alleen daarvoor gebruikt. Historici dateren Griekse teksten op basis van deze formule.”
De hoogleraar vergelijkt de ‘er is’-formule met de aanslagen op het World Trade Center in 2001: “Als wij een tekst vinden waarin staat dat er in New York een handelscentrum met twee torens staat, dan weet je dat die tekst voor 2001 is geschreven.”
Jezus als God
Volgens Van Kooten is het Johannesevangelie dan ook het oudste evangelie, geschreven voor de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70. Dat is wetenschappelijk baanbrekend, omdat veel historici nu nog aannemen dat het Johannesevangelie het jongste van de vier evangeliën is, geschreven rond het jaar 90.
Deze latere datering komt mede omdat het Johannesevangelie literair het meest complex is. Een onterechte conclusie stelt de Cambridge-hoogleraar: “De gedachte dat het eerste evangelie eenvoudig moet zijn, is een negentiende-eeuws idee.”
Het bijzondere van Van Kootens stellingname is daarbij dat Jezus in het Johannesevangelie het meest duidelijk als God wordt geportretteerd. Jezus werd volgens Van Kooten dus al kort na zijn leven als God beschouwd door zijn volgelingen. “Paulus’ brieven uit het jaar 50 zijn zeer complex en God ontledigt (Jezus die als God mens wordt, red.) zich daar ook. Johannes kan dus helemaal in die tijd geschreven zijn.”
Een verhaal dat staat
Bovendien wordt Jezus ook in de andere Bijbelse evangeliën als God beschreven, zo stelt de hoogleraar: “In essentie zijn ze eenduidig: Jezus is God die mens werd. Het is een verhaal dat staat.” Het verhaal van Jezus is volgens Van Kooten uniek. “Het goede nieuws is hier niet dat een mens wordt opgehemeld tot God, maar dat een liefdevolle God zich uit vrije wil vernedert en opoffert.”
Daarnaast is Jezus een wetenschappelijk bewezen historisch figuur, in tegenstelling tot de Griekse mythen, zo legt Van Kooten uit: “Heel veel Griekse en Romeinse tijdgenoten van Jezus schrijven over hem. Dat zijn dezelfde bronnen waar we onze informatie over Julius Caesar van hebben.”
Bovendien zijn de vier Bijbelse evangeliën volgens de hoogleraar evenzeer historisch relevant: “De evangeliën zijn geen aparte, religieuze literatuur. Als je ze consequent leest als Grieks literatuur dan zijn het biografieën, die overlappen met de verhalen over Jezus in buiten-Bijbelse bronnen.”
De bevindingen van Geurt Henk van Kooten worden in het najaar gepubliceerd in het toonaangevende vaktijdschrift New Testament Studies. Het hele gesprek met Van Kooten is te beluisteren in De Ongelooflijke Podcast.
https://www.nporadio1.nl/podcasts/de-ongelooflijke-podcast/105358/187-wat-maakt-jezus-uniek-deze-topwetenschapper-deed-een-ontdekking-over-jezus-dit-is-een-gamechanger-met-geurt-henk-van-kooten-en-stefan-paas
RD => RD-arikel
TROUW => TROUW-artikel
ND => ND-artikel
Na twaalf jaar hoogleraar te zijn geweest aan de Rijksuniversiteit Groningen, waarvan vijf jaar als faculteitsdecaan, werd George van Kooten in 2018 verkozen tot Lady Margaret’s Chair in Cambridge.
Geurt Henk van Kooten (geboren op 8 november 1969), beter bekend als George van Kooten, is een Nederlandse theoloog en jongste zoon in een predikantsgezin. Hij studeerde hij in Leiden, Durham en Oxford (Christ Church) op het gebied van nieuwtestamentische studies en jodendom uit de Grieks-Romeinse periode.
Voorheen was hij gastonderzoeker aan de University of Cambridge & Clare Hall, Cambridge (2013-14) en de Georg-August-Universität Göttingen (2015).
Samen met Gert-Jan van der Heiden (Filosofie, Radboud Universiteit Nijmegen) voerde hij een onderzoekssubsidieproject van 700.000 euro uit, gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), naar de receptie van Paulus in de moderne filosofie.
Samen met George Boys-Stones (Ancient Philosophy, Durham) richtte hij de serie “Ancient Philosophy & Religion (APhR)” op (Brill).
Na zijn benoeming in Cambridge werd hij verkozen tot Professorial Fellow van Clare Hall, Cambridge.
Hij gaf de Manson Memorial-lezing in Manchester (2012), de inaugurele Johannes Munck-lezing in Aarhus (2012) en de Ashby-lezing in Cambridge (2018).
In 2023 werd hij aangesteld als een van de redacteuren van de Civitatum Orbis MEditerranei Studia (COMES, Mohr Siebeck).
Hij trad ook op als onafhankelijk referent voor de toelating van de Augustinus-evangeliën (Corpus Christi Cambridge) tot het UNESCO Memory of the World-programma (april 2023); ze fungeerden als het liturgische evangelieboek voor de processie en lezing bij de kroning van koning Karel III.