Identiteit
Het handboek van Phoenix Opleidingen Utrecht PASSE-PARTOUT staat vol met begripsomschrijvingen. Begrippen die in mijn vak als coach gebruikt worden en in de persoonlijke ontwikkeling van mensen noodzakelijk zijn, ter bevordering van het bewust-zijn en gewaar-zijn. Het boek is zorgvuldig geschreven door mijn leermeesters Wibe Veenbaas, Morten Hjort, Mirjam Broekhuizen en Mirjam Dirkx. (871 pagina’s, ISBN 9789081989244, april 2019, te bestellen bij: Phoenix Opleidingen Utrecht). Hier uit dat boek overgenomen wat er geschreven staat over IDENTITEIT. (pagina 333 t/m 335)
DEFINITIES
Identiteit: eigenheid, personaliteit, persoonlijkheid (VanDale)
Identiteit is een geheel aan kenmerken en eigenschappen dat een persoon uniek herkenbaar maakt in wisselende contexten en situaties
Idenititeit: organiseert zich rondom een in samenhang vastgelegd punt (Wibe Veenbaas)
KENMERKEN VAN IDENTITEIT
Erik Erikson spreekt van de ervaring een en dezelfde te zijn in wisselende tijd en omstandigheden. Je identiteit is een totaalbeeld van subudentiteiten: je naam, je lijf, je emoties, je ego, je sociale identiteit, je creatieve identiteit et cetera. Je drukt haar uit in de manier waarop je je lijf bewoont, hoe je je kleedt, hoe je je gedraagt en met je taalgebruik. Identiteit is ook een echo van ee groter verhaal waar je identiteit zich heeft ingesponnen. Identiteit ontwikkelt zich in de dans met de betekenisvolle contexten waarin je opgroeit: het veld van je familie, school, vriendengroepen, sociale structuren, cultuur en religie.
ONTWIKKELING VAN IDENTITEIT
Identiteitsontwikkeling is sterk gelopped aan de begrippen ‘loyaliteit’en belongin, ergens bij horen. Je wordt geboren in een veld van relaties, je familie van herkomst. In dit veld spelen ongeschreven wetten overhoe de familie zich verhoudt tot elkaar, tot anderen en tot de wereld. Veel van deze codes neem je als informatie onbewust in je op en dit vormt een beangrijke input voor je identiteitsontwikkeling. Deze indrukken zijn geboren uit diepe loyaliteiten aan je familie en de imprintvormende gebeurtenissen die daar speelden. Vanuit verstrikking kun je de toegang tot je authenticiteit niet vinden en blijf je de ander ontmoeten vanuit je magische plek en taak. De uistpraak ‘een identiteit organiseert zich rondom een in samenhang vastgelegd punt’ verwijst zowel naar deze gebeurtenissen of personen waar je in je identiteitsontwikkeling verstrikt mee bent geraakt, als naar de vrijmaing van je authentieke kern die toegankelijk wordt wanneer je je eigen plek hervindt. Je ontwikkelt je identiteit door je en te vereenzelvigen en te onderscheiden van mensen of aspecten uit de wreld om je heen en daarin bouw je zowel groeizame als beperkende ervaringen op. Deze ontwikkeling verloopt tussen twee polen: complete vereenzelviging: ik ben als mijn moeder, ik ben een Janssen, ik ben gelovig et cetera, en onderscheid: ik ben niet als mijn moeder, ik ben niet als de Janssens, ik be niet gelovig, et cetera, cetera. In de beweging tussen deze polariteiten spelen toenaderen en verwijderen, idenrificatie en separatie, vastpakken en loslaten. Vanaf het begin tot het einde van je leven blijf je specifieke indrukken opdoen waaraan je je identiteit ontleent en daarmee blijft je identiteit zich ontwikkelen. Want identiteit is geen statisch iets, die ik-beleving is een proces.
Lees verder in het genoemde boek over dit onderwerp, vanaf p. 333