Huisarts promoveert op genezen na gebed
Nadat hij in zijn praktijk een bijzonder geval van genezing na gebed tegenkwam, besloot Dick Kruijthoff (65), tot voor kort huisarts in Bleskensgraaf, na te gaan of er meer mensen zijn die zoiets menen te hebben meegemaakt. Hij wijdde er zijn proefschrift aan, waarop hij recentelijk promoveerde.
Kruijthoff heeft, zegt hij, in zijn proefschrift niet willen toetsen of mensen daadwerkelijk door gebed genazen, maar wel hoe zij zelf én hoe artsen hun herstel verklaren. Afgaande op randomized controlled trials (RCT’s) waarin bij een variëteit aan patiënten is nagegaan of en zo ja wat de invloed van bidden op hun genezing was, kunnen de verwachtingen vooraf alleen maar laag zijn. Er zijn namelijk nimmer significante effecten gevonden, ook niet nadat in een Cochrane-review alle data nog eens werden samengenomen en geanalyseerd. Volgens Kruijthoff heeft dat niet alleen te maken met de slechte specificering van de uitkomstmaten, maar vooral met het feit dat een RCT ongeschikt is voor dit type vraagstelling. Kruijthoff: ‘Een medicament is een gestandaardiseerde interventie, die reproduceerbaar is in andere studies. Bij een gebed is dat niet het geval.’ Hij besloot daarom de medische gegevens van mensen met, zoals hij dat noemt, ‘een genezingservaring’ retrospectief te onderzoeken in combinatie met een kwalitatief onderzoek dat onder meer bestond uit diepte-interviews naar hun belevingen.
auteur: Henk Maassen
datum: 04 mei 2023
website: https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/nieuwsartikel/huisarts-promoveert-op-genezen-na-gebed
Hij volgt daarmee naar eigen zeggen het onderscheid dat de bekende klinisch epidemioloog Jan Vandenbroucke heeft gemaakt: er is medische wetenschap waarin de nadruk ligt op ontdekken en verklaren, en er is medische wetenschap die gaat over het evalueren van interventies. Kruijthoff: ‘Mijn supervisors en ik kozen voor het eerste. Dat betekent dat je onder meer uitgaat van observatieonderzoek zoals casusrapporten en casusreeksen en retrospectieve studies.’
Zelfselectie
Kruijthoff deed een oproep en kreeg 83 aanmeldingen binnen van mensen met een genezingservaring na bidden. Met deze werkwijze is ook meteen de belangrijkste beperking van Kruijthoffs onderzoek gegeven: zelfselectie. Extrapolatie van de uitkomsten naar alle mensen die bidden om genezing was van meet af aan onmogelijk. ‘Dat was ook niet het doel. De bedoeling was om een groep met positieve uitkomsten te bestuderen.’
Een divers samengesteld medisch beoordelingsteam onderzocht vervolgens 27 afzonderlijke gevallen; met veertien deelnemers werden diepte-interviews afgenomen. Daarvan kregen er uiteindelijk elf het oordeel ‘medisch opmerkelijk herstel’. Daar waren patiënten bij met onder andere chronische herpes keratitis van één oog, multipele sclerose, de ziekte van Parkinson en hepatitis. Bij acht ervan, weet Kruijthoff, zijn alle klachten tot op heden verdwenen. Een patiënt verloor hij uit het oog, een patiënt met acute leukemie overleed na een jaar van herstel en de patiënt met de ziekte van Parkinson heeft na acht jaar weer wat klachten, maar milder dan voorheen het geval was.
‘Plots herstel’
‘Medisch opmerkelijk’ is niet hetzelfde als ‘medisch onverklaard’. Dat laatste label kreeg geen van de gevallen opgeplakt. Het is immers goed bekend dat zich bij sommige chronische ziekten gedurende een bepaalde tijd ‘zomaar’ een gunstig beloop kan voordoen. Het verschil is wel dat in alle door hem onderzochte gevallen, volgens Kruijthoff, ‘plots herstel’ plaatsvond. En dat is in tegenspraak met zoals het meestal gaat: ‘Ziektebeelden kunnen weleens verbeteren, maar vaak gaat dat in een golvende beweging.’ Bovendien vond hij in sommige casussen mismatches tussen ‘subjectieve’ en ‘objectieve’ gegevens. ‘Bij meerdere patiënten werd blijvend en indrukwekkend functioneel herstel van een aandoening waargenomen zonder veranderingen in corresponderende onderzoeken zoals MRI-scans, audiometrie of colonoscopie.’ Kruijthoff vertelt in dit verband over drie deelnemers aan zijn onderzoek die zich hadden aangemeld met herstel van een gehoorstoornis na gebed. Bij alle drie werden tot hun eigen verbazing geen duidelijke verbeteringen gezien in vier verschillende soorten audiometrisch onderzoek. Maar hun herstel werd bevestigd via heteroanamnese, het diepte-interview en een gevalideerde vragenlijst voor gehoorproblemen.
Meest voor de hand ligt om al deze fenomenen te verklaren met placebowerking. Maar Kruijthoff denkt dat dit niet kan kloppen: ‘Verbetering is in geval van placebo vooral geleidelijk. Daar komt bij dat positieve verwachtingen placebo-effecten opwekken en daardoor lichamelijke klachten kunnen verminderen. Maar de meeste deelnemers hadden geen of weinig verwachtingen van hun gebeden.’
Verhalenverteller
Een groot deel van de aanvankelijke groep van 83 personen maakte behalve een plots herstel van klachten, ook een ‘emotionele en transformatieve ervaring’ door die hun levenshouding in positieve zin veranderde. ‘Men had’, aldus Kruijthoff, ‘het gevoel te worden “overrompeld” of zelfs “aangeraakt”.’ Door sommige deelnemers aan zijn onderzoek wel omschreven als een genezing van ‘geest, ziel en lichaam’. Volgens Kruijthoff, die ooit begon als tropenarts, ligt dat dicht aan tegen Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse ideeën over genezing, maar staat die ook dicht bij het denken van de Franse filosoof Merleau-Ponty. ‘Hij ziet het lichaam niet als een ding, maar als een centrum van ervaring, interactie en betekenis, en dus ook als het snijpunt van de biologische, psychologische, sociologische en vooral ook spirituele dimensies van ziekte.’ Het lichaam is, stelt Kruijthoff in zijn proefschrift, ‘een levende verhalenverteller van vroegere en huidige levenservaringen’.
De kern van de medische praktijk en van pastorale zorg blijft volgens hem dan ook zorgvuldig luisteren naar patiënten en proberen hun verhaal binnen hun eigen context te begrijpen – iets wat hij als huisarts altijd geprobeerd heeft te doen. Intussen steekt hij niet onder stoelen of banken dat hijzelf gelovig is. Maar het idee dat mensen door gebed kunnen genezen, daar stond hij heel sceptisch tegenover. Nu concludeert hij dat de geneeskunde wel wat meer waardering zou mogen hebben voor de positieve kanten van geloof en spiritualiteit. Overigens blijft hij geloof en medisch oordeel gescheiden houden. Een opponent vroeg hem tijdens de promotie wat er dankzij de uitkomsten van zijn onderzoek zou veranderen in de uitoefening van zijn beroep. Dick Kruijthoff: ‘Mijn korte antwoord was: niets.’
Zie ook:
Vandenbroucke JP. Observational research, randomised trials, and two views of medical science. PLoS Med. 2008 Mar 11;5(3):e67.
doi: 10.1371/journal.pmed.0050067. PMID: 18336067; PMCID: PMC2265762.
Finniss DG, Kaptchuk TJ, Miller F, et al. Biological, clinical, and ethical advances of placebo effects. Lancet 2010; 375:686-695.
Abma T. Ethics work for good participatory action research, engaging in a commitment to epistemic justice. Beleidsonderzoek online. September 2020, DOI: 10.553/BO/221335502020000006001.
Voor meer informatie over dit onderwerp kijk op: https://www.dinekevankooten.nl/archief/podiumvankooten-2022-februari/