Hoogbegaafden en hun werk
Al eerder schreef ik een artikel over ‘Hoogbegaafden en werk‘.
Nu ga ik nog wat specifieker in op het thema ‘hoogebgaafd en je werk’ aan de hand van onderstaande figuur:
Sprinter of marathonloper?
Ik kom vaker de verzuchting tegen van hoogbegaafden dat ze het werken in een organisatie zo lastig vinden.
Bovenstaande figuur laat zien dat hoogbegaafden een grotere inzet kunnen tonen dan een gemiddelde collega. Ze zien en voelen intenser, ze verwerken informatie sneller en ze hebben in een kortere tijd een overzicht over een werkprobleem. Met een kleine intense inzet krijgen ze voor elkaar, waar anderen veel meer tijd voor nodig hebben. Soms geven ze problemen op het werk aan, waarvan ze vijf jaar later horen dat een onderzoeksbureau deze problemen zichtbaar gemaakt heeft.
Hoogbegaafden kun je vergelijken met atleten. Je hebt sprinters en marathonlopers. Een sprinter zet veel energie en kracht in voor een korte tijd en een marathonloper zet veel minder energie in om het veel langer vol te houden.
Er wordt van je verwacht dat je vijf dagen in een week werkt, maar de hoogbegaafde heeft vaak al in 3 dagen het werk af en verveelt zich. Of werkt veel te hard, omdat hij ook nog extra werk vraagt voor die andere twee dagen. Vaak ergeren hoogbegaafden zich ook nog aan de inzet van de anderen, die – naar hun gevoel – de kantjes er van aflopen. De ‘gewone werknemers’ vinden het lastig dat de hoogbegaafde alles in een sneltrein vaart lijkt te doen. Dat geeft het het beeld, dat het wel oppervlakkig moet zijn.
De hoogbegaafde vergeet makkelijk dat ‘lummeltijd’ nodig is om zijn nieuwe gedachten, nieuwe ideeën op te doen en van zijn ‘sprint-inzet’ bij te komen.
Als je dan een sprinter bent, neem dan ook de tijd om te lummelen, want dat is de voorwaarde om (op een gezonde manier) sprinter te kunnen zijn!
Teleurstelling en oneerlijkheid
Wanneer een hoogbegaafde drie opdrachten heeft die hij in vijf dagen moet voltooien, dan zal hij meestal beginnen met de voor hem makkelijkste, in zijn geval meest gecompliceerde opdracht. Deze zal hij vaak ook nog eens veel verder uitdiepen dan gevraagd.
Voorbeeld: Opdracht A vraagt een volume van 25, maar hij geeft er een inhoud aan van 55! Opdracht B heeft een volume van 15, maar hij geeft er een inhoud van 65 aan.
En ten slotte stelt hij opdracht C steeds weer uit omdat hij zijn handenvol heeft aan A en B. Dat komt vaak ook omdat opdracht C er ‘SAAI’ uitziet of hij begrijpt niet wat er nu precies bedoeld is of van hem verwacht wordt. Daardoor geeft hij aan C, die een volume van 30 meekrijgt, niet meer dan een inhoud van 25.
Vaak ziet de collega of leidinggevende niet wat enorme meerwaarde van zijn bijdrage aan A en B is. Maar hij wordt wel aangesproken op het feit dat C niet geworden is, wat men er van verwacht had. De hoogbegaafde vindt dat dan buitengewoon oneerlijk! Hij voelt zich ook nog eens teleurgesteld omdat zijn prestaties voor wat betreft inhoud en resultaat aan de opdrachten A en B niet gezien en erkend worden. Maar hij vergeet dan dat hij iets gedaan heeft wat hem niet is gevraagd, dus waar hij niet voor is aangesteld.
Zo komt het voor dat hoogbegaafden hun uiterste best doen op het werk, maar dat het vooral dingen zijn waarvoor ze niet zijn aangenomen. Hij heeft zichzelf de opdracht gegeven, omdat iedereen toch ziet dat dát nu juist belangrijk is. Maar dat wordt in het systeem van werk en organisatie vaak niet gewaardeerd.
SMART
Voor een hoogbegaafde is het noodzakelijk, om iets meer tijd dan gemiddeld in het ‘voorwerk’ te stoppen. De opdracht moet voor iedereen SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden) zijn. Er moet aan verwachtingmanagement gedaan worden zodat er vooraf afstemming plaats vindt. Dit voorkomt gevoelens van onrecht.
Verdelen
Zoals de figuur hier boven aangeeft is het voor een hoogbegaafde soms verstandig niet alles op 1 item zetten. Hij kan ook zich inzetten voor een hobby en voor vrijwilligerswerk waar hij ook zijn energie in kwijt kan. Denk aan: een nieuwe studie, je inzetten voor een museum, een muzikale hobby, of zich inzetten voor een organisatie of goed doel. Het moet wel een uitdaging zijn, die aansluit bij de manier van denken van de hoogbegaafde.
Rechtvaardigheidsgevoel
Het valt mij in de coaching iedere keer weer op dat de hoogbegaafde vaak niet te stuiten rechtvaardigheidsgevoel heeft. Een hoogbegaafde heeft makkelijk last van zijn reactie dat iets niet eerlijk, of niet rechtvaardig is. Maar hij vergeet dat rechtvaardigheidsgevoel niet eenduidig is en bepaald wordt door verwachtingen en overtuigingen.
Ik moet nog al eens uitleggen dat werk niet meer is dan het contract wat gemaakt is: ben je aangesteld voor beleidsmedewerker, dan moet je niet op de stoel van de directeur gaan zitten; ben je aangesteld voor leidinggevende dan moet je niet het werk van de facilitair medewerker gaan doen. Veel hoogbegaafden werken te makkelijk onder hun niveau (omdat ze vooral weten wat ze niet weten/kunnen en vergeten wat ze wel weten/kunnen), waardoor ze makkelijk op de stoel van die boven hen gesteld zijn gaan zitten. Hoe meer commentaar een hoogbegaafde in en op zijn werk heeft, hoe zekerder het is dat hij niet op zijn niveau zit. Je kunt je voorstellen dat een hoogbegaafde die in het productieproces werkt, zich ergert aan zijn ploegbaas, zijn teamchef en diens leidinggevende, omdat hij vanuit zijn helicopterview feilloos kan aangeven wat er allemaal mis gaat. Zou deze hoogbegaafde op of boven zijn niveau werken, dan heeft hij zijn handen vol om zijn eigen tent draaiende te houden.
VRAGEN VAN LEZERS
Vraag van lezer: Duidelijk artikel! Waar ik nog wel nieuwsgierig naar ben, is hoe je factor hoogsensitiviteit hierin zou verwerken. Of zie je dat als inherent aan hoogbegaafd zijn? Maar niet iedereen heeft daar toch niet in dezelfde mate mee te maken?
Antwoord: Ik ga ervan uit dat elke hoogbegaafde ook hoogsensitief is. Maar lang niet elke hoogbegaafde leeft in evenwicht. Dat kan komen door een gebrek aan een goede gezinssituatie of een schoolsituatie waar geen ruimte is en geen uitleg over hoogbegaafdheid is of bij gebrek aan goede gelijkwaardige spiegelbeelden. Wanneer er geen evenwicht is dan kun je kiezen voor 1 bepaald aspect (of voor hoge intelligentie, of hoge sensitiviteit of hoog seksualiteit of hoog religiositeit) of voor een combinatie met verlies van de andere aspecten. Dat zorgt eigenlijk voor een uitvergroting: bij intelligentie ga je dan bijvoorbeeld zitten op: details of perfectionisme; bij sensitiviteit krijg je last van dwang of angsten of van overprikkeling; bij seksualiteit zie je het gevaar van perversiteit en bij religiositeit kun je godsdienstwaanzinnig worden. Dit alles om toch je eigen ‘excellentie-energie’ te kanaliseren.
Wanneer men voldoende uitdaging heeft dan zie je dat de overexcitabilities (hyperprikkelbaarheden) er mogen zijn en je er mee om weet te gaan. Hoe meer schaduwwerk je doet en gedaan hebt, hoe meer je in evenwicht bent, zodat je je plek in kunt nemen, ook op het werk.
Wil je meer lezen over hoogbegaafdheid?
Kijk op: Artikelen hoogbegaafd en op Compendum hoogbegaafd
Lees verder ook:
* https://www.dinekevankooten.nl/archief/trauma-vluchten-vechten-en-bevriezen/
* https://www.dinekevankooten.nl/archief/bovenstroom-en-onderstroom-voor-hoogbegaafden/