Vragen van een 27-jarige: Hoe begin ik goed aan een huwelijk?
27-jarigen dansen op het slappe koord tussen jeugd en volwassenheid, vol levensvragen. Ilona de Lange, sinds april 27, is op zoek naar antwoorden. ‘Hoe begin ik goed aan een huwelijk?’, vraagt ze vandaag aan Margriet Freeke (49). Zij geeft als ‘ouderling relaties’ van de Nieuwe Kerk in Utrecht samen met haar man meerdere huwelijkscursussen per jaar.
auteur: Ilona de Lange
datum: 29 januari 2021
website: Gulliger column – Nederlands dagblad
De afgelopen jaren heb ik ruim twaalf bruiloften bijgewoond (lang leve christelijke studentenverenigingen!).
And I couldn’t help but wonder: welke gaan er eindigen in een scheiding?
Heel zwartgallig, maar een op de drie is het toch momenteel?
Hoe voorkom ik dat ik later zelf niet bijdraag aan het hoge percentage scheidingen? Mijn vriend (die onlangs een ring van mij even om zijn pink paste) en ik roepen naar elkaar: eenmaal getrouwd is scheiden geen optie. Maar dat zegt natuurlijk iedereen.
Hoe begin je goed aan een huwelijk en hoe houd je het goed? Coach Margriet Freeke, aangeraden door collega Rimme Mastebroek die vorig jaar een fijn essay schreef over zijn tweejarig huwelijk, deelt haar wijsheid.
Ze spreekt tijdens meerdere ‘(pre)marriage courses’ per jaar met tientallen twintigers. Zelf is ze 24 jaar getrouwd.
I: ‘Hoe kun je goed beginnen aan een huwelijk? Esther Perel (63), de bekende relatietherapeut en schrijfster uit New York, zegt dat zij in haar huwelijk met haar man meerdere huwelijken heeft gehad, omdat je als mensen verandert. Dat klinkt logisch, maar ook eng, alsof je niet weet met wie je trouwt.’
M: ‘Klopt, een huwelijk gaat steeds door nieuwe fases. Die relatie begint, al ver voor de inzegening in de kerk, met vriendschap. Dat is de eerste laag en de allerbelangrijkste. Vriendschap kun je altijd blijven opbouwen, door samen nieuwe dingen te doen, lol te maken en nieuwsgierig te blijven naar elkaar. De tweede laag is intimiteit.
Je aangetrokken voelen tot de ander. Elkaar willen voelen, verliefdheid ervaren.’
I: ‘Die twee lopen in de praktijk door elkaar heen.’
M: ‘Ja, dat kan, maar die vriendschap is de basis. De derde laag is seksualiteit. Als je daarvoor een diepe vriendschap hebt ontwikkeld, dan kun je tegen een stootje als het op gebied van seksualiteit eens tegenvalt. Door zwangerschap, stress of ziekte kunnen er problemen ontstaan die je nu niet kunt bedenken, maar die alles stilleggen. Dan is het zo heerlijk als je de vriendschap hebt. Seksualiteit is de gist in je relatie, iets wat het continu laat rijzen. Het is dus ontzettend belangrijk, maar het is niet de basis.
Als je je bewust bent van de drie lagen van het huwelijk, dan kun je wel zeven huwelijken hebben met dezelfde partner. Elke relatie heeft pieken en dalen, maar je kunt rusten op die vriendschap. Daarvoor moet je je leven lang nieuwsgierig blijven naar de ander. Als het goed is, bouw je daardoor elkaar op. De ander spiegelt je, op een liefdevolle en soms confronterende manier. Dit maakt dat je jezelf van een afstandje kunt zien en dat is effectiever dan navelstaren en de
kern van jezelf zoeken. Dan zie je namelijk je rug niet, en dat doet je partner wel.’
I: ‘Hoe houd je die nieuwsgierigheid?’
M: ‘Door bewust tijd in te plannen, ook als alles voor de wind gaat. Vraag naar elkaars dromen. Waar wil jij je tijd aan besteden? Hoe is het met je vriendschappen? Heb interesse in alle
waardevolle leefgebieden. Wees niet alleen gericht op elkaar als partners.
Jullie moeten blijven werken aan je eigen ‘ik’, want jij bent iemand en je partner is daarnaast gezet. Je hoeft geen eenheidsworst te worden, daar gaat het namelijk vaak mis. Dan ontdekken mensen opeens na jaren dat ze hun eigenheid zijn verloren in de relatie. De een mag dus niet verwachten dat de ander wel zijn of haar kant op komt. Dat is gewoon arrogant.
Door nieuwsgierig te blijven, voorkom je dat de ander zich gaat proberen te vormen naar jouw ideaal.’
sleur
I: ‘Het leven van mijn vriend en mij is nu relaxed. We zijn blij als we elkaar weer zien en willen graag bij elkaar zijn. Het lijkt me zo pijnlijk als dat wellicht minder wordt door sleur en hopelijk ooit een drukker gezinsleven.’
M: ‘Ik leer nu andere stellen iets waar ik zelf door jarenlange ruzietjes achter ben gekomen. Het is een vaardigheid in je relatie om nooit het gevoel te voeden dat je een sluitstuk bent.
Leer allebei níet in de slachtofferrol te kruipen. Houd de gelijkwaardigheid, want je bent allebei verantwoordelijk voor jullie huwelijk. Zo heb ik lang gemokt omdat mijn man om de week naar FC Utrecht ging met vrienden. Hij zei daarover: “Dat is mijn middag.”
Doordat hij die middag zo belangrijk maakte, viel bij mij weg dat hij mij ook belangrijk vindt. Dat gaf een naar gevoel, en daardoor was ik elke keer een feeks als hij terugkwam.
Totdat hij zei: “Waarom doe je nou zo nukkig? Ik krijg energie van die middagen. Als ik terugga, denk ik: ik ga weer lekker naar Margriet en de kids.” “O, wacht even, echt?” dacht ik toen. Echt zonde van al die chagrijnige middagen.’
I: ‘Je wilt je gewoon geliefd voelen.’
M: ‘Ja, dus maak geregeld de balans op, bijvoorbeeld op je trouwdag. Ga uit eten en vraag elkaar gewoon expliciet: wat vind je leuk aan mij? Dit vind ik zo leuk aan jou. Ben ik veranderd het afgelopen jaar? Ben ik nog je geliefde? Houd elkaar in het vizier.
Een van de redenen waarom een op de drie huwelijken stukloopt, is omdat partners denken dat een huwelijk een status quo is. Ze gaan ervan uit dat alles goed is, want het zit toch goed met de financiën, het huis en de vakanties? Dan moeten juist alle alarmbellen afgaan.
Vrienden onderling zouden het ook meer over hun relaties kunnen hebben.
Je kunt elkaar inspireren om weer iets leuks te ondernemen. Of stel elkaar echte vragen in plaats van het gebruikelijke geklaag ‘hij doet dit te veel, zij doet dat te weinig’. Elk stel heeft eigenlijk een ander stel nodig waar ze zonder schroom vragen kunnen stellen en bevraagd kunnen worden.
Vrienden laten elkaar veel te veel soppen in relaties. Een extern persoon kan een lerende houding stimuleren, in hoe je een relatie vormt en hoe de ander denkt.’
I: ‘Wat als je partner heel anders denkt over bijvoorbeeld het geloof?’
M: ‘Soms is de kern alleen dat je samen in God gelooft. Woordkeus, vorm en beleving kunnen dan totaal anders zijn. Dat kan naast elkaar bestaan, als God wel de verbindende rol heeft. Wie je mag zijn voor elkaar in een huwelijk heeft ook alles met God te maken. Als het gaat over verschillen, dan gaat het vaak over de vorm, maar dat is niet je geloof. Dus maak geen ruzie over “welke bijbel lezen we aan tafel”, want de kern is dat jullie Gods woorden dagelijks willen lezen.
Focus daarop. Geef ruimte, en je merkt dat je nader tot elkaar komt.
Soms moet je jouw beleving met iemand anders delen dan je partner.
Dat is prima, maar blijf met je partner praten. Probeer geen rancune te hebben of de geloofsbeleving van de ander minder te vinden. Denk ook niet dat jij ‘al wel weet’ hoe iemand iets beleeft. Geloof is net als een relatie in beweging.’