Het oordeel voorbij
Op de dinsdag in de week die wij de Stille Week (tussen Palmzondag en Stille Zaterdag) noemen, is Jezus aan het debatteren in de tempel met de Schriftgeleerden en Farizeeën. Hij leest hen eens flink de les, voor mijn gevoel.
Dit debat ergert mij vanwege de oordelen die Jezus hier over een groep Joden lijkt uit te spreken: witgepleisterde graven. Ik vind zijn oordeel in tegenspraak met de liefde waar hij voor staat. Ik zoek daarom Jezus op…
Naar aanleiding van Mattheüs 23:27
datum: 1 september 2019
‘Jezus, mag ik even?’ Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en het moment gepakt waarop hij alleen is. Hij draait zich aarzelend om, zichtbaar afwegend mijn vraag om aandacht en zijn behoefte aan rust. ‘Ik doe al 55 jaar mijn best bij die Farizeeën te horen, want zij staan bekend als de zuivere bewaarders van de wetten van Mozes. Maar mij lukt het niet!’ zeg ik maar gelijk, direct als ik ben.
Ah, nu heb ik zijn aandacht.
Hij zegt: ‘Vertel!’
Ik ben verrast, dit zeggen ‘zij’ nooit tegen mij.
‘Ik hoor niet bij mijn moeder, mijn vader, mijn zussen en broers, mijn opa’s en neven. Ik hunker naar die veiligheid om te weten hoe het zit, naar die bescherming van hoe het hoort en naar die duidelijkheid van dè waarheid, die zij in pacht hebben. Zij weten hoe het hoort en hoe het moet.
Zie hoe goed hen het met elkaar afgaat. Ze kijken goedkeurend naar elkaar, ze bevestigen elkaar. Het lijkt zo eenvoudig. En ik? Ik weet wat het is om veroordeeld te worden om mijn vragen, om mijn gedrag, om mijn verkeerde keuzes. Maar om hen nu witgepleisterde graven te noemen, alsof ze melaats zijn! Lekker makkelijk om hen zo weg te zetten! Dat strookt niet met uw eigen leer van liefde en ontferming, toch?!’
‘Kom je bij mij zitten?’
Ik ben verwonderd, ook dit vragen ‘zij’ nooit. Zij gaan onmiddellijk in de verdediging.
‘Vertel eens over jou?’ vraagt hij. Ik vertel mijn geschiedenis van buitensluiting, van ziekte (en genezing), van veroordeling, van godverlaten kruipen door het zand, van mijn zoeken.
‘Wàt zocht je?’ ‘Hoe ik moet leven! Wat leven is. Hoe je dat doet.’
‘Wáár zocht je?’ Ik vertel hoe ik intellectuerend zocht in theologie, psychologie, filosofie en mystieke stromingen bij het protestantse, roomse en joodse gedachtegoed.’
‘Wàt vond je?’ ‘Ik ontdek een andere weg en ben bang dat ik bij hen niet pas!’
Jezus buigt zich naar mij toe: ‘Je dwaalde tussen de graven, lijkt het. Je probeerde de stenen te laten spreken, maar je ontdekte en leerde van de torren en de motten, van de vogels en de vlinders, van de muisjes en de mollen, van het zonlicht en de regen.
Laat het zoeken naar veiligheid en bescherming los! Daar leeft geen mens bij. Daar sterft je eigenheid! Leef jouw leven! Volg je hart vanuit de diepste vrijheid zonder oordeel, zonder goed of fout.
Laat de ander los! Die heeft zijn eigen weg te gaan!
Leven gaat over vallen en opstaan, over zoeken en vinden, over elke moeilijkheid leren gebruiken als kans om je dieper te verbinden.
Leven gaat over wakker worden uit de slaap van je instincten en het leren volgen van je intuïtie. Leven gaat over meer volledig mens worden, door alles naar het licht te brengen, zowel de duistere delen van jezelf die genezing nodig hebben, als de lichte delen die geboorten behoeven.’
Ik kijk hem verbaasd aan: ‘Dat is precies waar ik naar zoek!’
‘Ja, en je hebt het gevonden!’
Ik ben verward. Hun kennen van dè waarheid en mijn onmogelijkheid om dàt te doen, heeft mij mijn zoektocht opgeleverd?! Dat dwalen tussen de graven bracht mij leven, niet de dood tussen zes planken van zo hoort het en zo moet het!
Jezus zegt: ‘Ik zou maar daar gaan en leven waar de vogels en de vlinders je brengen! Dat is liefdevol leven.’
‘En mijn moeder en mijn vader, mijn zussen en mijn broers, dan?’
‘Die gaan hùn weg. Laat hen maar in de handen van de Eeuwige. Die blijft hen roepen. Die roept af en toe een oordeel, zoals de wekker oorverdovend rinkelt, om wakker te worden. En op een dag, hier of in de eeuwigheid, vinden zij hun eigen weg.’
Ik sta op. Ik kijk hem aan en buig langzaam mijn hoofd.
Ik voel liefde, blijdschap door mij heen stromen.
Het leven heeft mij gevonden!