Grenzen stellen: goed voor jezelf én voor de ander
Heb je weleens het gevoel dat iemand het je lastig maakt, je onredelijk behandelt of te veel van je vraagt? Hoe reageer je dan? Veel mensen zijn bang om grenzen aan te geven omdat ze iemand anders niet voor het hoofd willen stoten. Maar de ervaring leert dat mensen het juist prettig vinden als je grenzen stelt. Ze weten dan waar ze aan toe zijn in de omgang met jou.
auteur: Greetje Komdeur
datum: 12 juli 2020
website: https://greetjekomdeur.nl/grenzen-stellen-goed-voor-je/
Grenzen geven veiligheid
Persoonlijke grenzen hebben, net als landsgrenzen, te maken met afbakening. Jouw gemoedsrust en emotionele balans zijn niet geborgd als jij gekwetst, beledigd of beschadigd wordt door wat mensen tegen je zeggen of door wat ze doen. In een optimale situatie zou je ook bij tactloze mensen in balans blijven en je eigenwaarde behouden, maar als mens zijn we nu eenmaal kwetsbaar. Niet alleen aan de buitenkant, maar met name innerlijk.
Als iemand jouw grenzen respecteert, voelt dat veilig. Let maar eens op hoe je ontspant bij een empathisch persoon en hoe je op je hoede bent bij een onbehouwen of dominant persoon. Je geeft dus je grenzen aan om te zorgen dat mensen rekening houden met jouw gevoelens, behoeften en wensen, zodat je je (emotioneel) veilig voelt. En dat is een fundamentele behoefte van ieder mens.
Een zenmeester zei tegen zijn leerling:
“Stel, er komt iemand naar je toe met een cadeautje, maar je neemt het cadeautje niet aan. Van wie is dan het cadeautje?”
“Van diegene die het je wil geven”, antwoordde de leerling.
“Inderdaad”, zei de zenmeester. “En hetzelfde geldt ook voor emoties als boosheid en jaloezie. Of voor beledigingen. Als je het niet aanneemt, blijft het van diegene die het met zich meedraagt. Onthoud dit, als je zo iemand tegenkomt”.
Begrens jezelf
Het voorbeeld van de Zenmeester en zijn leerling maakt duidelijk dat begrenzen niet zozeer over de ander gaat, maar over jezelf. Het gevoel dat je onnodig wordt gekwetst of dat het jou lastig wordt gemaakt, komt doordat jij dit onbewust hebt toegelaten. Je kunt ook weigeren iets of iemand binnen te laten komen. Wanneer je innerlijk geen toestemming geeft, zal je persoonlijke grens niet worden overschreden.
Eerst moet je je grenzen leren kennen. Soms is het meteen duidelijk als iemand je grens over gaat, bijvoorbeeld als je wordt uitgescholden of benadeeld. Maar vaak is het veel subtieler. Persoonlijke grenzen zijn niet tastbaar, omdat je ze niet kunt zien, horen, aanraken, ruiken of proeven. Ze hebben geen natuurlijke afscheiding zoals een heggetje of een stoeprand. Hierdoor vinden mensen het vaak lastig om ze in het oog te houden.
Luister naar je lichaam
Je leert je grenzen kennen door ze te leren voelen. Hoe sneller je merkt dat iets wat gedaan of gezegd wordt onprettig voelt, des te duidelijker het beeld van jouw grenzen wordt. Gevoelens komen tot uitdrukking in je lichaam: bij je hartstreek, buik of schouders. Denk maar aan uitdrukkingen als: een steek in je hart, druk op je maag, je hart in je keel voelen kloppen. Maar ook in andere lichaamsdelen kun je emoties voelen.
Om je grenzen beter te leren kennen, moet je ze dus beter leren voelen. Dat leer je door met je aandacht in je lichaam te zijn. Naarmate je meer lichaamsbewustzijn ontwikkelt, kun je duidelijker zijn naar jezelf, omdat je weet wat je wel en niet binnen wilt laten. Je ontwikkelt innerlijke grenzen die anderen niet zomaar kunnen overschrijden.
Grenzen maken je zichtbaar
Grenzen leren stellen draait dus om bewustzijn van je grenzen. Dat je gaat herkennen wat voor jou te ver gaat, of welke dingen je eigenlijk niet zo leuk vindt. Door dat bewustzijn keer je terug naar jezelf: je grenzen bewaken geeft je een sterk gevoel van eigenheid, van autonomie. Jezelf kunnen zijn is misschien wel het meest waardevolle in het leven.
Op zich is er niks mis met het overschrijden van grenzen. Het is zelfs een voorwaarde om jezelf te ontwikkelen en persoonlijk te groeien. Er is echter een verschil tussen het overschrijden van grenzen en het verliezen ervan. Het eerste veronderstelt dat je weet waar je grenzen liggen, het tweede niet. Het is dus belangrijk dat je je grens herkent en ook om op te merken wanneer je deze overschrijdt.
Een lage drempel of een hoge muur?
Iemand met zachte grenzen, neemt gemakkelijk emoties en stemmingen over van een ander, zowel positief als negatief. Hij of zij vervloeit gemakkelijk met anderen. Mensen met zachte persoonlijke grenzen praten het gedrag van anderen vaak goed, zélfs als het gedrag van de ander schadelijk is voor henzelf. De valkuil is dat anderen over hen heenlopen.
Iemand met harde grenzen, werpt muren op. Iemand met harde grenzen is emotioneel en fysiek vaak moeilijk toegankelijk. Vaak is er sprake van een pijnlijke herinnering of een trauma; bij gekwetste pijn is de eerste impuls een muur te bouwen om jezelf te beschermen. Soms is deze muur een gewoonte geworden. Het is moeilijk om door deze muur heen te breken, moeilijk om hem los te laten.
Jouw grens kan variëren van een lage drempel tot een hoge muur. Het kan ook zijn dat je beide inzet. Dit is afhankelijk van je persoonlijke situatie en je achtergrond. Het is van belang om je ervan bewust te zijn wanneer je grenzen in acht neemt, wanneer je muren optrekt, of wanneer je grenzen verliest.
Misschien heb je flexibele grenzen. Mensen met flexibele grenzen hebben de keuze wat ze binnen laten of wat niet.
Achter je grenzen staan
Bij het bewaken van je grenzen, moet je goed weten waarom je deze grens stelt. Het is essentieel om te weten wat voor jou acceptabel is en wat een stap te ver gaat. Misschien vind je het in het begin ongemakkelijk of spannend om je grenzen te communiceren, omdat je niet weet hoe de ander zal reageren.
Probeer zo helder mogelijk te verwoorden waar je voor staat en wat voor jou belangrijk is. Dit geeft je steeds weer nieuwe uitdagingen. Iedere situatie daagt je uit om opnieuw beoordelen: vind ik dit wel of niet toelaatbaar? Wat zegt dit over mij, wat zegt dit over de ander?
Waarom overschrijden mensen elkaars grenzen?
Grenzen bakenen iets af, namelijk waar jij bent en waar de ander begint. Dus ook waar jouw overtuigingen en waarden gelden en waar die van de ander. En waar jouw wensen, behoeften en gevoeligheden gelden en waar die van de ander.
Aangezien ieder mens anders is, gaan mensen soms toch over elkaars grens heen. Soms overschrijden mensen de grens van een ander per ongeluk. En soms reageren mensen gewoonweg nonchalant, vervelend of ongevoelig.
Het kan zijn dat zijn intenties goed zijn, maar een grens is een grens. In alle gevallen is het belangrijk om deze aan te geven.
Grenzen stellen: goed voor jou en de ander
Door meer lichaamsbewustzijn te ontwikkelen, voel je eerder aan dat iemand je grenzen dreigt te overschrijden. Een gevoel van onrust, irritatie o.i.d. is het signaal om je grens te trekken. Laat je gevoel niet te hoog oplopen. Als je er op tijd bij bent, kun je rustig aangeven wat je wel en niet wilt. Zo voorkom je dat gevoelens van boosheid, verdriet of zelfs agressie de boventoon gaan voeren.
Zolang je je grenzen niet aangeeft, zullen mensen er overheen blijven gaan, om wat voor reden dan ook. Dat heeft negatieve gevolgen voor je zelfbeeld, je zelfvertrouwen en je relaties met anderen.
Niet iedereen die je grenzen overschrijdt, doet dit overigens vanuit onverschilligheid. Veel mensen schrikken als ze merken dat ze je gekwetst hebben. Misschien heb je dit zelf ook weleens zo ervaren.
Hoe dan ook: voor jezelf en voor het contact met anderen is het is beter voor jezelf dat je je grenzen aangeeft. Het stimuleert wederzijds respect.
Stappenplan: hoe geef je je grens aan?
Je kunt onbegrip of negatieve reacties voorkomen door je boodschap op de juiste manier over te brengen:
1) Geef tijdig je grens aan. Krop je emotie niet op. Als je boos bent, schiet de ander vrijwel automatisch in de verdediging of kruipt in zijn schulp. Wees niet bang dat mensen je overgevoelig of een zeurpiet vinden. Vaak dwingt het juist respect af als je rustig je grens aangeeft, zonder woede of slachtoffergedrag. En dit lukt beter als je het op tijd doet.
2) Blijf trouw aan jezelf. Zeg ‘nee’ wanneer dat zo voor je voelt, op een rustige manier, waarbij je lichaamstaal in overeenstemming is met je woorden. Zit of sta stevig, met je schouders naar achteren. Formuleer in de ik-vorm: “Ik vind het niet prettig dat … Mijn gevoel zegt me dat ik dit niet moet doen …”. Je hoeft geen reden op te geven of verantwoording af te leggen. Dat voorkomt dat je in een discussie belandt.
3) Neem de reactie van de ander niet persoonlijk. Ga er bij een vervelende of boze reactie niet te snel vanuit dat iemand het op jou persoonlijk gemunt heeft.
4) Geef de ander de gelegenheid om te reageren. Als iemand teleurgesteld of gekwetst is, geef hem of haar dan wat tijd. Ga je eigen grenzen niet relativeren. Voorkom dat je gaat goedpraten of afzwakken wat je hebt gezegd. De ander mag boos, gekwetst of verdrietig zijn. Als de emoties gezakt zijn, kunnen jullie verder praten.
5) Oefening baart kunst. Grenzen stellen leer je door te doen. Spreek je behoeften en verlangens uit, óók als je het moeilijk vindt. Kijk wat je van een de ervaring kunt leren; hoe zou je het een volgende keer anders willen aangeven?
6) Als je boodschap niet overkomt zoals je deze hebt bedoeld, herhaal deze dan. Wees flexibel, gebruik zonodig andere woorden om je boodschap duidelijk te maken. Houd je doel voor ogen: je wilt dat de ander jouw grenzen respecteert. Niet dat de relatie beschadigt. Je hebt niets te verliezen hebt wanneer je op een respectvolle manier je grenzen aangeeft.
Je kunt dus niet altijd voorkomen dat een ander defensief, boos, of teleurgesteld reageert. Besef dan dat je dit bij hem of haar kunt laten. Zo wordt het steeds gemakkelijker om je grenzen, in overeenstemming met jezelf te communiceren. Je zult merken dat het je meer zelfvertrouwen geeft en dat het je relaties verbetert.
Met grenzen geef je aan:
* Wie jezelf bent en waar je voor staat
* Wat je wel of niet wilt accepteren of toestaan
* Waar jij wel of niet verantwoordelijk voor bent