Geestelijke pleisterplaatsen op de digitale snelweg
Website plaatselijke gemeenten is meestal uitgebreide variant van kerkblad
“Ai, ziet, hoe goed, hoe lief’lijk is ‘t, dat zonen van ‘t zelfde huis, als broeders samen wonen.” Zacht klinkt de melodie van Psalm 133 uit de bo xen. Bezoekers van de website van hervormd Dinteloord zien niet alleen beelden van de plaatselijke kerk, maar horen ook Brabantse orgelpracht. ” ‘t Is als de zalf op ‘s Hogepriesters hoofd, die door haar reuk het hart verblijdt.” Internet als kerkportaal.
“Wij wensen u veel surfgenot toe op onze site”, schrijft drs. B. M. Sinke-van Kooten op de website van de hervormde wijkgemeente Maranatha in Delft. Al ruim drie jaar lang kunnen internetgebruikers zich dankzij haar inspanningen uitvoerig over deze bondsgemeente laten informeren. Hoewel de toonzetting bescheiden is -“meer dan een informatieve website is het niet”- biedt de website meer dan alleen een droge opsomming van wat feiten.
De foto’s van kerkenraden uit vroeger dagen zijn niet de enige elementen die direct in het oog vallen. De muziek- en belijdenisrubrieken bevatten een uitgebreide reeks psalmen, gezangen en belijdenisgeschriften. De site biedt op overzichtelijke wijze geestelijke lectuur te kust en te keur.
“Uit angst voor oeverloze discussies over wat wel of niet op de site mag, heb ik destijds de website gemaakt en vervolgens gevraagd of de kerkenraad mijn initiatief wilde overnemen”, zegt Sinke. “Kerkenraadsleden die geen internet hebben, weten immers niet wat ze zich daarbij moeten voorstellen.”
auteur: W.L. van der Staaij
datum: 14 november 2002
krant: Refotmatorisch Dagblad
website: https://www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/id/tag:RD.nl,20021114:newsml_55f09d9d16db97737c5e8ea7ca7a64c3
Op dit moment onderhoudt Dineke Sinke de site zelfstandig en heeft ze de eindverantwoordelijkheid. “Ik weet wel dat de kerkenraadsleden via de site met mij meekijken. Ik verwacht dat ze commentaar geven als er iets op staat wat niet gepast is. Er is daarover niets officieel geregeld.”
Als basis voor de website dient de wijkgids. “De site blijkt een samenbindende factor. De reacties zijn erg positief. De gemeenteleden herkennen zich erin. Het is een makkelijk te raadplegen wijkgids voor ons, onze zustergemeenten en centrale kerkelijke organen.”
Bang voor een digitale tweedeling binnen de kerk is de vrijwilligster niet. “Mensen die een computer hebben, zijn gewend op een snelle manier informatie tot zich te nemen. Gemeenteleden zonder computer hebben die behoefte ook niet. Bovendien is de meeste informatie die op de site te vinden is ook op een andere manier eenvoudig verkrijgbaar, hoogstens met uitzondering van een aantal artikelen en meditaties.”
Af en toe stellen onbekenden na het bezoeken van de website een vraag aan Sinke. Deze stuurt de webmaster door naar de wijkpredikant, ds. H. van den Belt. Daaruit blijkt dat niet alleen eigen gemeenteleden www.maranatha-delft.nl bezoeken, maar ook mensen van buiten Delft die geïnteresseerd zijn in de wijkgemeente. “Dat kan zijn omdat een van hun kinderen hier gaat studeren. Ook mensen die in het buitenland zitten, kijken op de site”, zegt Sinke. “Ik ken een zendingswerker die af en toe een preek van de site haalt om weer eens even ouderwets bij te tanken.”
“Frappant is de populariteit van onze muziekafdeling”, zegt Sinke. “Die was bedoeld voor liturgiemakers die elke keer psalmen en gezangen moeten uittikken, maar ik krijg bijna wekelijks vragen van mensen die een bepaald lied zoeken. Ik krijg dan een e-mail als: “Mijn moeder is ernstig ziek en we willen op haar begrafenis laten zingen wat zij altijd zong, maar weten niet meer hoe het gaat. Kunt u ons helpen?” Een ongedacht evangelisatiemiddel. Meestal zijn die vragen makkelijk te beantwoorden. Een enkele keer weet ik het niet. Daarvoor wil ik de komende maanden een interactieve zoekmogelijkheid activeren.”
Een aantal Delftse kerkleden staat met naam en adres op de site. Dat roept de vraag op of de privacy van gemeenteleden niet in het geding is. “Meestal vraag ik vooraf of mensen erop willen staan. Bovendien maak ik afgeschermde pagina’s, die alleen voor gemeenteleden toegankelijk zijn. Het is ook zo dat men nu in dooparchieven duikt om te zien welk familielid op welke datum is gedoopt of getrouwd. Wie weet wat we daar als hervormd Delft nog eens mee kunnen doen.”
Een kerkdienst van de wijkgemeente via internet beluisteren, is nog niet mogelijk, maar op dit moment loopt er een onderzoek naar de mogelijkheden om kerkdiensten live via een webcam -met beeld en geluid- uit te zenden.
“We zien daar geen gevaar in. Kerkbezoek is meer dan alleen een preek beluisteren en zingen. Het is juist het samenzijn van de gemeente met de extra dimensie die daarbij hoort. Bij de uitvinding van de kerktelefoon dacht men ook dat het kerkbezoek zou verminderen. Dat is niet waar. Wij vinden het positief dat Nederlanders in het buitenland een Hollandse kerkdienst kunnen volgen. Bovendien kan iedereen deze preken alle dagen van de week bekijken, dus is het zelfs een extra mogelijkheid.”
De hervormden uit Dinteloord laten sinds september vorig jaar het orgel juichen op het wereldwijde web. Bezoekers van de kerkelijke site die geen geluidsboxen bij hun computer hebben, missen tal van muziekfragmenten die automatisch worden afgespeeld bij het bekijken van een pagina.
Het is een aardige binnenkomer, maar wie lang op de website zit, kan op den duur toch wel wat geïrriteerd raken als Psalm 25 voor de tiende keer ‘langskomt’, of als na een muisklik een psalmbewerking abrupt stopt om plaats te maken voor een andere psalm. Het is wel mooi en leerzaam dat alle psalmen en tal van geestelijke en opwekkingsliederen ook apart zijn te beluisteren. “Dat is inderdaad een aardige trekker”, zegt Hans Prince van www.hervormddinteloord.com.
De geschiedenis van de gemeente neemt een prominente plaats in op de site. Beelden van het kerkgebouw uit 1693 en het verloop van de bouw van het nieuwe orgel ontbreken niet. Ook treft de bezoeker het nieuws aan dat in het laatstverschenen kerkblad is gepubliceerd.
Niet iedereen in de gemeente was voorstander van de website, maar Prince is niet bevreesd dat gemeenteleden zonder computer zich een buitenstaander zijn gaan voelen. “De geplaatste informatie is altijd op een andere manier beschikbaar, bijvoorbeeld via de kerkbode.”
Het maken van contact is een van de grote voordelen van een kerkelijke website, denkt de webmaster. “Het is ideaal voor mensen die in Dinteloord willen gaan wonen, voor oud-gemeenteleden en voor mensen in het buitenland die nu toch met de gemeente kunnen meeleven.”
Prince weet geen concrete voorbeelden van mensen die door de website meer belangstelling voor het Evangelie hebben gekregen. Het is de Dinteloorder wel bekend dat onkerkelijke dorpsgenoten belangstelling hebben voor de website. “Met name de muziekbestanden trekken veel aandacht. Ik hoop dat bezoekers van de site ook andere pagina’s bekijken en bij de meditaties terechtkomen.”
De website biedt naast een actueel rooster van de kerkdiensten ook nog de intrededienst van ds. J. H. Adriaanse, een uitleg van de symbolen in de kerk, foto’s van in en om de kerk en een lijst van predikanten die de gemeente sinds 1613 hebben gediend.
Hoeveel tijd het onderhouden van de website kost, kan Prince niet zeggen. De financiën zullen in ieder geval geen reden vormen om de site te beëindigen, omdat een oud-gemeentelid het beheer geheel vrijwillig uitvoert. Aan stoppen denkt Prince niet, eerder aan het uitbreiden van de site met een jeugdpagina.
Veel hervormde gemeenten hebben internet inmiddels ontdekt als een medium waarop ze zich kunnen presenteren. De christelijke gereformeerden lijken een stuk minder enthousiast. “Van de 190 gemeenten zijn er een twintigtal mee bezig, waarvan er een stuk of tien al on line zijn”, schat Wim Hovestad.
De Zwollenaar is webmaster van de landelijke site van de Christelijke Gereformeerde Kerken. “De belangstelling voor een eigen site neemt wel toe. Ik krijg veel vragen, maar het is blijkbaar moeilijk om de stap naar internet te zetten.”
Tijd en geld zijn volgens Hovestad de twee belangrijkste redenen waarom gemeenten niet aan een eigen site beginnen. “Veel mensen denken dat het veel geld kost. Dat is niet waar. Bovendien hebben de mensen tegenwoordig nog maar weinig tijd over.”
Dat zo weinig christelijke gereformeerde kerken een eigen plekje op de digitale snelweg hebben, komt volgens de Zwolse webmaster “ook door de terughoudendheid bij de wat meer behoudende gemeenten. Die zijn erg voorzichtig met internet, omdat er veel vuil op te vinden is.”
Hovestad verwacht dat de terughoudendheid “stapje voor stapje zal wegebben”, mede doordat in kerkelijke literatuur steeds meer over internet wordt geschreven. “Het is een fenomeen dat niet meer uit onze maatschappij is weg te denken.”
Gemeenten moeten niet zomaar aan een eigen site beginnen, waarschuwt de Zwollenaar. “Het is vaak organisatorisch niet haalbaar.” Als een gemeente de continuïteit niet kan waarborgen, is het beter even te wachten, meent Hovestad. “Je ziet wel eens dat een jong enthousiast lid die nog op school zit, het leuk vindt om een site te maken. Maar na drie maanden merk je dat de agenda verouderd is en dat de site niet meer wordt bijgehouden. Zo’n situatie moet je voorkomen.”
Zeewolde is naast onder meer Culemborg, Eindhoven, Groningen, Houten, Almere en Lelystad een van de christelijke gereformeerde kerken die de sprong naar het wereldwijde web hebben genomen. De agenda is uiterst actueel: alle kerkelijke bijeenkomsten en activiteiten tot dinsdag 3 juni 2003 staan op de site, of het nu om de vergaderingen van vrouwenvereniging Lydia gaat, de verkoopdata van de collectebonnen, of om de Oud Papier Actie.
Drie kleine fotootjes van het kerkgebouw Maranatha sieren de homepage. De bijbeltekst “Indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere” neemt een centrale plaats in.
Bang om de zondagse kerkdienst in Zeewolde te vergeten? Wie zijn e-mailadres op een lijst zet, krijgt voortaan iedere zaterdagavond “Naar de zondag”. In die mail staan behalve de aanvangstijden van de diensten, de voorganger en de schriftlezingen, ook de collectebestemmingen, de agenda voor de komende twee weken en het schoonmaakrooster.
In Zeewolde heeft niemand bezwaren tegen de site, zegt webmaster Jan Niekolaas. “De kerkenraad was unaniem voorstander en ook uit de gemeente hebben we nooit negatieve geluiden gehoord.”
Niekolaas verwacht veel van de site. “Juist nu we leven in een tijd van ontkerkelijking is het noodzakelijk dat we ons als christenen laten zien op de digitale snelweg. Internet is ook een middel om het Evangelie uit te dragen. Het brengt kerkelijke en onkerkelijke mensen dichter bij elkaar. Door je niet af te zonderen maar te laten zien wie je bent en waar je voor staat, kweek je begrip en respect”, denkt Niekolaas.
Daar waar Nederlands gereformeerden, gereformeerd vrijgemaakten, hervormden en christelijke gereformeerden de nodige sporen op internetgebied al hebben verdiend, zijn de (Oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) afwezig. Weliswaar is er op internet informatie te vinden over deze drie kerkgenootschappen, maar het zijn geen pagina’s waarover ze zelf de eindverantwoordelijkheid hebben.
Een internetpagina over de gereformeerde gemeente in Groningen bevat veel informatie, maar staat in het geheel van een studie naar de diverse religies in de provinciale hoofdstad. De website van de Scheveningse gemeente -www.bbokkers.nl/gergem- is vrij uitgebreid en actueel en lijkt daarmee de primeur te hebben binnen het kerkverband.
“Toch denk ik dat het starten van een eigen website een doorgaande tendens zal zijn”, verwacht ir. C. van Brummelen, bestuurslid van Reformatica, een informatie- en gespreksplatform. Twee weken geleden organiseerde het orgaan voor kerkenraden en andere belangstellenden een bijeenkomst over het opzetten van een kerkelijke website. “Met name kerkelijke organisaties hebben behoefte aan technische en organisatorische ondersteuning.”
Communicatie speelt een essentiële rol in het functioneren van een kerkelijke gemeenschap, meent Van Brummelen. “Terwijl we weten dat het niet altijd even soepel loopt. Daarom moeten we nieuwe mogelijkheden als e-mail en internet erbij proberen te nemen. Het kost een hoop tijd, maar dat is het waard.”
Toegankelijkheid van gemeenteleden is heel belangrijk, stelt de Veenendaler. “Je stapt niet zo snel op iemand binnen je gemeente af. Die drempel ligt bij e-mail veel lager.”
Een tweede, maar ook niet onbelangrijk doel van een gemeentesite is de informatievoorziening, zegt de Reformatica-man. “Met een kerkblad heb je veel mogelijkheden. Een site kun je actueel houden en het is mogelijk extra foto’s plaatsen bij een verslag van een werkbezoek aan Oekraïne. Verder zie ik weinig meerwaarde.”
Gemeenteleden zonder internet kunnen inderdaad een digitale tweedeling ervaren, erkent Van Brummelen. “Dat is niet prettig en we moeten daar goed op letten. Essentieel is dat iedereen alle belangrijke informatie krijgt. Het is geen reden om niet aan een site te beginnen. Wie geen telefoon heeft, stelt zich ook buiten een communicatiekanaal. En niet ieder lid bezoekt de plaatselijke zendingsavond.”