Geboeid door Richard Foster
Evangelical in de breedte en in de diepte
Richard Foster reist al zo’n 25 jaar met me mee. Wat me boeit in zijn werk – dat vooral gericht is op discipelschap en spiritualiteit – is dat hij put uit de breedte van de christelijke traditie en dat hij dit steeds praktisch hanteerbaar weet te maken. Die breedte zorgt tevens voor diepte: geen oppervlakkige ‘succesmodellen’ of ‘zevenstappen-plannen naar geestelijke groei’, maar een putten uit bekende en onbekende bronnen die geduld en volharding belonen met kwaliteit. Traditie en vernieuwing zijn zo de twee handen op de ‘ene buik’ van een gezond en evenwichtig geestelijk leven.
auteur: drs. Teun van der Leer
uit: Soteria 24.4, december 2007
datum: 4 december 2007
website: https://baptisten.nl/
Foster is een ‘Evangelical Friend’, behorend dus tot de evangelische tak van de quakers in de Verenigde Staten. Hij werkte als voorganger en als hoogleraar aan de Friends University in Wichita, Kansas. In 1988 richtte hij Renovaré1 op. Het ‘covenant’ waar deze beweging christenen toe uitnodigt kan gelezen worden als de samenvatting van waar het hem in heel zijn werk om te doen is:
In utter dependence upon Jesus Christ as my everliving Savior, Teacher, Lord and Friend,
Ik zal voortdurende vernieuwing zoeken door (1) spirituele oefeningen, (2) spirituele gaven en (3) daden van dienstbetoon.
Het gaat Foster om een vernieuwing die geestelijke discipline vraagt (exercises), openstaat voor het werk van de Geest (gifts) en zich vertaalt in concrete activiteiten (acts). Het gaat om een Christocentrische spiritualiteit die zeer ‘aards’ is, dicht bij het gewone leven. Zo’n spiritualiteit ontwikkelen gaat niet vanzelf2
Behalve in de Schrift gaat Foster daarvoor te rade bij de kerkgeschiedenis over ‘de hele lengte’ (van de woestijnvaders tot de charismatische beweging) en ‘de volle breedte’ (van katholiek en orthodox tot evangelisch). Zijn eerste boek, Celebration of discipline3
geeft uit die volle breedte methodische aanwijzingen voor persoonlijke geestelijke groei, terwijl Streams of Living Water4
de grote tradities beschrijft waaruit deze disciplines zijn voortgekomen. Dit laatste boek is als het ware de theologische en kerkhistorische ‘achterkant’ van het eerste boek. Opvallend – en veelzeggend – is dat beide titels een oproep tot viering zijn: Celebration of discipline, en, de ondertitel van ‘Streams’: Celebrating the Great Traditions of Christian Faith. Het gaat bij Foster om meer dan leren en bestuderen alleen; het gaat vooral om het concrete ‘feest van de navolging’.
De nieuwe levenswandel
In ‘De nieuwe levenswandel’ gaat het blijkens de ondertitel om ‘de weg naar een actieve beoefening van het geestelijke leven’. Drie dingen worden direct in de eerste bladzijden heel krachtig neergezet:
a. Oppervlakkigheid ‘is de vloek van deze tijd’ en ‘de eis dat onze verlangens onmiddellijk bevredigd moeten worden is primair een geestelijk probleem (…) we hebben meer mensen nodig met diepgang’ (10).
b. Geestelijk leven is niet alleen bedoeld voor ‘geestelijke reuzen’. Het is noodzakelijk dat ons geestelijk leven betrokken is op het leven van alledag en ‘het is Gods bedoeling dat heel gewone mensen een actief geestelijk leven hebben’ (10).
c. De enige voorwaarde voor groeiend geestelijk leven is een verlangen naar God.
Daarmee is de toon gezet voor niet alleen dit boek, maar voor al zijn werk. Vervolgens waarschuwt Foster dat hij weliswaar heel praktische aanwijzingen gaat geven en vormen aanreiken voor de ontwikkeling van ons geestelijk leven, maar dat deze vormen altijd ‘moeten corresponderen met een innerlijke en geestelijke werkelijkheid’ en dat ‘de houding van het hart het allerbelangrijkste is als we willen binnentreden in de realiteit van het geestelijk leven’.
Die vormen hebben we wel nodig. Terwijl er voor de zonde geen speciale inspanning nodig is, omdat de natuurlijke beweging van ons leven die ‘vanzelf produceert’5
, vraagt de godsvrucht om oefening (1 Tim. 4:7b). Het pad van deze beoefening bevindt zich op de richel tussen enerzijds de afgrond van het moralisme en anderzijds de afgrond van het antinomianisme. Dit pad noemt hij – met een verwijzing naar de ‘kostbare genade’ van Bonhoeffe‘de weg van de beoefening van de genade’: ‘Het is “genade” omdat het een geschenk is; het is “oefening” omdat er iets is dat wij moeten doen’ (16).
Vanuit dit (theologisch) fundamentele hoofdstuk volgen nu de aanwijzingen en ‘exercises’ voor een actieve beoefening van het geestelijk leven, waarbij zowel het innerlijke (gebed, meditatie), het uiterlijke (eenvoud, dienstbaarheid) en het gemeenschappelijke (schuldbelijdenis, geestelijk leiding geven) aan de orde komen. Elke hoofdstuk heet ‘de weg van…’meditatie, gebed, vasten, studie, eenvoud, stilte enz. Dit geeft steeds aan dat het om een proces gaat en niet om een simpele aan te wenden ‘techniek’ en tevens dat het ergens naartoe gaat. We zijn nog niet ‘gearriveerd’; we zijn nog ‘onderweg’.
Die weg is altijd een weg van verandering, een volgende constante in het werk van Foster. Zo merkt hij in ‘de weg van de studie’ naar aanleiding van 2 Tim. 3:16 op dat de Schrift niet bedoeld is om ons te informeren, maar te transformeren (‘weerleggen, verbeteren,
opvoeden’). Nog nadrukkelijker komt dit naar voren bij het gebed: ‘Bidden is veranderen. Het gebed is de weg waarlangs Gods vernieuwing tot ons komt. Als we niet bereid zijn te veranderen zullen we het gebed als kenmerkend element van ons leven opgeven’ (38). Foster beschrijft het gebed als een leerproces: Bidden mag je leren! Als het over bidden gaat voelt een christen zich al gauw tekort schieten, maar ‘God ontmoet ons altijd op het punt waar we zijn en leidt ons vandaar rustig verder naar diepere dingen’ (40).
Gebed naar binnen, naar boven en naar buiten
Over het gebed heeft Foster later een heel boek geschreven en ook daarin staat de verandering centraal. Het is opgebouwd uit drie delen:
1. De beweging naar binnen. Op zoek naar de verandering die we nodig hebben.
2. De beweging naar boven. Op zoek naar de intimiteit die we nodig hebben.
3. De beweging naar buiten. Op zoek naar de bediening die nodig is.
Opnieuw benadrukt Foster dat we moeten beginnen waar we zijn en niet waar we menen dat we horen te zijn. ‘Bid zoals u kunt, niet zoals u niet kunt’ (19). Alleen dóór te bidden léren we bidden. ‘Geef Hem wat in u is, niet wat in u zou moeten zijn’ (24). Zelf bevindt hij zich tussen ‘de gebedsloze die ik eens was en de vurige bidder die ik hoop te worden’. Dat is herkenbaar. Ga gewoon op weg. Voor gebed zullen we nooit tijd hebben; we zullen er tijd voor moeten maken.
Fascinerend is zijn invalshoek dat gebed een blik is in het hart van God en dat hart ‘is een open wond van liefde’ (13). De meest beklagenswaardige mensen zijn zij die met droge ogen en koude harten door het leven gaan. Foster spreekt over ‘het charisma van de tranen’ dat de pijn van God voelt en verwoordt in het gebed. Deze innerlijke onrust schept paradoxaal genoeg ‘diepe vreugde’. Indringend schrijft hij ook over ‘het gebed der verlatenheid’.
Godverlatenheid is ten diepste genade, want zo leren we het af om God naar onze hand te zetten. Hij is niet ‘op afroep beschikbaar’; dat zijn alleen de afgoden. Het gaat niet om onze, maar om ‘uw wil geschiede’. Onze wil moet worden gekruisigd en dat is goed nieuws. Het
gaat niet om de vernietiging, maar om de kruisiging van de wil. En in het Evangelie volgt op kruisiging altijd opstanding!
Geld, seks en macht
In de inleiding is al opgemerkt dat Fosters spiritualiteit dicht bij het gewone leven staat. Dat mag wel blijken uit de titel van zijn boek ‘Geld, seks en macht’. Volgens hem bevinden we ons als het over deze ‘wereldse’ onderwerpen gaat evenzeer op heilige grond, als wanneer we bezig zijn met prediking of aanbidding. Sterker, juist hier moet blijken wat onze prediking en aanbidding waard zijn!
Geld, seks en macht beheersen grote delen van het maatschappelijke leven en treffen ons tegelijk diep in ons persoonlijk leven. Al in Deuteronomium 17:14-20 lezen we hoe de koning op deze drie terreinen begrensd wordt. De oude kloostergeloften van soberheid, kuisheid en gehoorzaamheid, waren een duidelijke reactie op geld, seks en macht, en de puriteinen reageerden erop met ijver, trouw en orde. In dit boek zoekt Foster naar de antwoorden die wij er vandaag in onze context vanuit het Evangelie op dienen te geven. Daarbij waarschuwt hij niet alleen tegen de gevaren, maar wijst hij ook op de mogelijkheden om er op een goede, vruchtbare, ja geestelijke wijze mee om te gaan.
Zo schrijft hij zowel over de duistere als over de lichte kant van geld. Volgens Luther heeft een mens drie bekeringen nodig: van het hart, het verstand en de beurs. Jezus sprak volgens Foster vaker over geld dan over enig ander onderwerp, uitgezonderd het Koninkrijk van God. Geld is niet zomaar een neutraal ruilmiddel, maar ‘een macht die een eigen leven leidt en erop uit is ons te overheersen’ (30). Mammon kan harten winnen! Van deze macht zullen we eerst werkelijk verlost moeten worden, vóórdat we het kunnen gebruiken ten goede van het Koninkrijk van God. Voor al ons geld en al onze rijkdom geldt: ‘Gegeven door God.
Eigendom van God. Alleen gebruiken tot eer van God’ (38). Dat vraagt om een volledige omkering van ons geefgedrag. De vraag is niet ‘hoeveel van mijn geld moet ik afstaan aan God?’, maar: ‘Hoeveel van Gods geld mag ik voor mijzelf houden?’. Het gaat erom te leren
hoe we geld kunnen bezitten zonder dat het geld ons bezit. Laat niet de inhoud van je portemonnee bepalen wat je wel of niet koopt, maar je leven in dienst van het Koninkrijk:
‘Als het geld bepaalt wat we al dan niet aanschaffen, dan is het geld onze baas. Als God bepaalt wat we wel of niet aanschaffen, dan is God onze baas’ (56).
Op vergelijkbare en evenwichtige wijze behandelt hij de onderwerpen seks en macht, waar hij bij het eerste onderwerp ethische radicaliteit en pastorale mildheid op zeldzame wijze weet te combineren.
Eén bron, zes stromen
Was in ‘De nieuwe levenswandel’ al duidelijk dat Foster put uit talrijke tradities, in zijn ‘bronboek’ Streams of Living Water wordt deze jarenlange studie van en omgang met de traditie vruchtbaar gemaakt. In dit boek gaat hij ‘op zoek naar evenwicht vanuit de grote geloofstradities van de kerk’ (Nederlandse ondertitel). Wat Foster hier doet, lijkt op wat Liebje Hoekendijk indertijd deed in haar bekende ‘dwarslagen’. Daarin liet ze zien dat je christenen niet alleen kunt ‘opdelen’ op verticale wijze via hun verschillende kerkelijke denominaties, maar dat er dwars door die verschillende kerken horizontale balken lopen die mensen soms meer met elkaar verbinden, dan met hun ‘verticale’ geloofsgenoten. In schema zag dat er ongeveer zo uit:
dwarslaag: 1) De genade via de individuele, persoonlijke relatie met God
‘ambt’: de evangelist
trefwoorden: bekering, evangelisatie, stille tijd
voorbeeld: John Bunyan, David Wilkerson, Billy Graham
dwarslaag: 2) De genade via de relatie met de medemens
‘ambt‘: de diaken
trefwoorden: medemenselijkheid, verantwoordelijkheid, engagement,
voorbeeld: Albert vd Heuvel, J.C. Hoekendijk, Abbé Pierre
dwarslaag: 3) de genade via de ambten, sacramenten en de liturgie
‘ambt‘: de priester
trefwoorden: continuïteit, traditie, kerkelijk jaar
voorbeeld: W.G. Overbosch, J. van der Werf
dwarslaag: 4) de genade via de leeroverdracht, de prediking en de bijbel
‘ambt‘ de leraar
trefwoorden: grondslag, beginsel, leerhuis
voorbeeld: J.J. Buskes, A. Kuyper
dwarslaag: 5) de vrijzinnigheid: anti-institutioneel, anti-dogmatisch en verbonden met de cultuur
‘ambt‘ ?
trefwoorden: vrijheid en verdraagzaamheid
voorbeeld: J.L. Klink,W. Banning
Uit: Liebje Hoekendijk, Dwarslagen in de christenheid. Ten Have Baarn 1972
Foster onderscheidt zes ‘dwarslagen’ die hij door de hele kerkgeschiedenis heen waarneemt. Deze verschillende tradities benadrukken ieder een bepaalde spirituele dimensie. Dimensies die elkaar niet tegenspreken, maar die elkaar aanvullen en zonder elkaar niet compleet zijn. Gezonde en evenwichtige geestelijke groei vraagt om ontwikkeling op al die zes verschillende terreinen. Dit is voor Foster temeer van belang, daar hij ze niet alleen tegenkomt in de kerkgeschiedenis, maar ook in de Schrift zelf en in het bijzonder in het leven en optreden van Jezus in de Evangeliën. Hij leefde contemplatief, heilig, charismatisch, (sociaal) bewogen, evangelisch en sacramenteel. Het eerste hoofdstuk van het boek heet dan ook Imitatio: het goddelijke voorbeeld. In dit hoofdstuk worden al deze componenten in het leven van Jezus in hun onderlinge samenhang aangewezen en besproken. Vervolgens gaat Foster in de zes volgende hoofdstukken steeds op één stroming in aan de hand van een vast stramien: eerst behandeld hij een (kerk)historisch voorbeeld van iemand uit deze stroming, dan een bijbels voorbeeld en tenslotte een eigentijds voorbeeld. Daarna wordt de betreffende traditie ‘in kaart gebracht’, worden achtereenvolgens de kracht en de valkuilen ervan benoemd, om af te sluiten met het beschrijven van een aantal oefeningen om deze traditie te praktiseren7
. In schema ziet het er zo uit:
spirituele dimensie: 1) Contemplatief: Het door gebed vervulde leven
focus intimiteit met God en diepte van spiritualiteit
vertrekpunt het verlangen naar een diepere, vitalere christelijke ervaring
Respectievelijk historisch, bijbels en eigentijds voorbeeld
Antonius van Egypte Johannes, de geliefde discipel, Frank Laubach
spirituele dimensie: 2) Heiligheid: Het leven dat deugt en een eenheid is
focus persoonlijke morele transformatie en het vermogen om ‘heilige gewoontes’ te ontwikkelen
vertrekpunt de slijtage van het morele weefsel in het persoonlijke en sociale leven
Respectievelijk historisch, bijbels en eigentijds voorbeeld
Phoebe Palmer Jakobus, de broeder des Heren, Dietrich Bonhoeffer
spirituele dimensie: 3) Charismatisch: Het leven in de kracht van de Geest
focus de gaven van de Geest en de aanbidding
vertrekpunt het verlangen naar Gods onmiddellijke tegenwoordigheid temidden van zijn volk
Respectievelijk historisch, bijbels en eigentijds voorbeeld
Franciscus van Assisi, Paulus, William J. Seymour
spirituele dimensie: 4) Sociale Gerechtigheid: Het leven in compassie
focus gerechtigheid en vrede in alle menselijke relaties en maatschappelijke structuren
vertrekpunt de roep van het evangelie om recht en compassie onder alle volkeren
Respectievelijk historisch, bijbels en eigentijds voorbeeld
John Woolman, Amos, Dorothy Day
spirituele dimensie: 5) Evangelisch: Het leven rondom het Woord
focus de verkondiging van het evangelie, het goede nieuws
vertrekpunt de behoefte bij mensen om te zien dat het goede nieuws geleefd wordt en te horen dat het goede nieuws verkondigd wordt
Respectievelijk historisch, bijbels en eigentijds voorbeeld
Augustinus, Petrus, Bily Graham
spirituele dimensie: 6) Incarnationeel: Het sacramentele leven
focus het aanwezig stellen en zichtbaar maken van de werkelijkheid van de onzichtbare Geest in ons leven
vertrekpunt de schreeuwende behoefte om God te ervaren als merkbaar aanwezig en actief in het dagelijkse leven
Respectievelijk historisch, bijbels en eigentijds voorbeeld
Susanna Wesley, Besaleël, Dag Hammerskjöld
Met dank aan Nynke Dijkstra-Algra op de Gemeenteopbouwconferentie Unie van Baptistengemeenten, februari 2006
Renovaré: vernieuwen
De slogan van Robert Webber8
zou die van Richard Foster kunnen zijn: De weg naar de toekomst loopt via het verleden. Wie vernieuwing zoekt kijkt eerst ‘achterom’. De visie van Renovaré is even eenvoudig als duidelijk: ‘a life of flaming love for God with all our “heart, soul, mind and strenght” (Deut. 6:4; Mk. 12:30)’9 . Dit leven is hier en nu mogelijk door een voortdurende terugkeer naar onze eerste liefde, Jezus ‘and falling in love with him over and over and over again’. En om het gaande te houden moeten we de ‘habits of the heart’ leren, de oefening in de godsvrucht. Want de eerste stap naar vernieuwing is ‘to become intentionally Godward in our orientation. Not self-oriented, not success-oriented, not church-oriented, not seeker-oriented, but God-oriented’.
Literatuur:
Richard J. Foster, De nieuwe levenswandel. De weg naar een actieve beoefening van het geestelijke leven, Novapres Utrecht 1983
Richard J. Foster, Geld, seks en macht. Hoe ze het leven beheersen, opbouwend en verwoestend, Gideon Hoornaar 1985
Richard J. Foster and James Bryan Smith (ed.), Devotional Classics, Harper Collins San Francisco 1990
Richard J. Foster, Gebed. Waar het hart zijn thuis vindt, Gideon Hoornaar 1992
Richard J. Foster, Gebeden uit het hart. Gideon Hoornaar 1994
Richard J. Foster and Emilie Griffin (ed.), Spiritual Classics, Harper Collins San Francisco 2000
James Bryan Smith & Lynda L. Grayball, Groeien in geloof en leven. Werkboek voor kleine groepen, Ekklesia 2000
Richard J. Foster, Het feest van de navolging. Groeien in spiritualiteit, Ekklesia Gorinchem 2000
Nynke Dijkstra-Algra, Renovare. Werkboek voor kleine groepen, Ekklesia 2005
Richard J. Foster, Eén bron, zes stromen. Op zoek naar evenwicht vanuit de grote geloofstradities van de kerk, Ekklesia 2007
VOETNOTEN:
1 Latijn voor ‘vernieuwen’. Zie www.renovare.org en www.renovare.nl
2 Vgl. E.H. Petersons A Long Obedience in the Same Direction, IVP Downers Grove 2000, Ned. Vert. Een zaak van lange adem. Discipelschap in een snelle maatschappij, Navigator Boeken Driebergen 2002
3 De nieuwe levenswandel. De weg naar een actieve beoefening van het geestelijke leven, Novapres Utrecht 1983, later in een nieuwe Ned. vertaling en bij een andere uitgever uitgebracht onder de titel Het feest van de navolging, Groeien in spiritualiteit. Ekklesia Gorinchem 2000
4 HarperSanFrancisco 1998, met als ondertitel Celebrating the Great Traditions of Christian Faith, in 2007 verschenen in Ned. vertaling: Eén bron, zes stromen. Op zoek naar evenwicht vanuit de grote geloofstradities van de kerk, Ekklesia Ouderkerk aan den IJssel 2007
5 Foster gebruikt n.a.v. Jes. 57:20 het treffende beeld van de zee die ‘vanzelf’ slijk en modder produceert als resultaat van haar gewone beweging (p. 13)
6 Dietrich Bonhoeffer, Navolging, Ten Have Baarn 1972, p. 13-28
7 Inmiddels is er al veel meer literatuur beschikbaar om de verschillende stromingen verder te leren kennen en vooral te beoefenen, zowel in het Nederlands als in het Engels. Zie daarvoor in de literatuurlijst de Nederlandstalige ‘werkboeken’ en de Engelstalige ‘Classics’.
8 Zie o.a. Robert E. Webber, Ancient-Future Faith. Rethinking Evangelicalism for a Postmodern World, Baker Books Grand Rapids 1999, en www.ancientfutureworship.com
9 Bill Samuel in Richard Foster, Quaker Writer on Christian Spirituality op http://www.quakerinfo.com/foster.shtml, bekeken op 16-11-2007. Ook de hierna nog volgende Engelse citaten komen uit dir artikel.