EVA –
In 2000 stond ze in Eva, liggend op haar bed, vastbesloten met haar laptop werkend vanuit huis. Veertien jaar lang was Dineke Sinke aan huis gekluisterd vanwege een ernstige vorm van hypermobiliteit. In 2006 deed God een wonder.
tijdschrift: EVA – EO
Het begon met bekkeninstabiliteit, lazen we in Eva.
“Dat klopt, maar de bekkeninstabiliteit was slechts een gevolg van een ernstige aandoening: hypermobiliteit. Mijn gewrichten en banden zaten los, een kwaal die je ook vaak ziet bij circusartiesten. Ik lag bijna dagelijks 24 uur per dag op bed. Als ik al buiten kwam, zat ik in een rolstoel. Toen mijn dochter werd geboren, was ik niet in staat om maar iets met haar te ondernemen.”
Toch stond je heel positief in het leven. Je werkte vanuit huis, zette een coachingsbedrijfje op…
“Ik ben niet altijd zo positief geweest. De eerste twee jaar vroeg ik me af: wat doe ik hier nog? Ik was zo gefrustreerd: God wilde me niet in de hemel hebben, maar wat kon ik hier in vredesnaam betekenen? Toen las ik een boek van Henri Nouwen. Dat boek was voor mij een eye opener. Ik leerde dat het niet draait om wat je kunt, maar dat je in alle omstandigheden mag weten dat je Gods geliefde kind bent. Het werd de rode draad is mijn leven. In 2004 begon ik met een opleiding supervisie begonnen. Mijn bed stond in de klas. Daarna ging ik aan de slag. Ik had één cliënt per week.”
Heb je altijd je hoop op genezing behouden?
“Ik was eigenlijk niet zo gefocust op genezing, maar vooral op het feit dat God mijn leven in zijn hand hield. Ik wist dat Hij me kon genezen als het in zijn plan hoorde, maar het was niet mijn levensdoel. De periode van ziekte heeft me dichter bij God gebracht. Mijn ziekte is mijn woestijntijd geweest, waarin ik vooral heel veel van God geleerd heb. Ik las massa’s boeken, slokte alles op, in eerste instantie uit overlevingsdrang, vervolgens uit diep verlangen.”
Je hebt nooit een genezingsdienst bezocht. Waarom niet?
“Als God me wilde genezen, kon hij dat overal, daarvan was ik overtuigd. Door naar een genezingsdienst te gaan, zou ik iets afdwingen wat God me om zijn redenen nog niet wilde geven. Voor mij hoef je niet naar een dienst om te genezen. God kan het in de huiskamer doen als het zijn tijd is. Dat vind ik een lastige trend in christelijk Nederland: wij staan zo vaak niet open voor wat God wil geven gedurende ziekte, bijvoorbeeld de verdieping van een relatie met Hem. Hij heeft veel genezen aan mijn ziel wat ik gemist zou hebben als ik naar een genezingsdienst zou gaan.”
En toen werd je wel genezen…
“Ik ging, sinds ik het boek van Henri Nouwen had gelezen, twee keer per jaar op retraite in een klooster. Zo’n weekend betekende een enorme oppepper voor me. In oktober 2006 was ik in Gent en aan het eind van de retraite was er een dienst. Tijdens deze dienst bad de priester: ‘Heer, U hoeft maar één woord te spreken, en onze ziel is genezen.’ Ja, dacht ik. Dat heb ik zo ervaren. Waarna de priester zei: ‘Heer, U hoeft maar één woord te spreken en ons lichaam is genezen.’ En voordat ik kon denken: ‘dat is nog niet gebeurd’, werd ik van buiten aangeraakt en verspreidde zich een kracht vanuit mijn tenen over mijn hele lichaam. Ik was verbijsterd. Dat genezing alleen een geloofszaak is, kan ik niet geloven, want voordat ik überhaupt kon denken was het al gebeurd. Ik ben op mijn stoel voor het altaar blijven zitten. Daar heb ik eindeloos gezeten en God gevraagd: ‘Is het echt waar, krijg ik dit zomaar?’
Ben je meteen opgestaan en naar huis gelopen? Of heb je geroepen: ‘Hoera, ik ben genezen’?
“Nee, dat is het gekke, in eerste instantie niet. Terwijl ik liep, wist ik dat ik genezen was, maar ik vertelde het nog niet. De vriendin die bij me was, zag me met iemand staan praten en dacht dat ik door mijn hoeven zou zakken. In de auto heb ik haar verteld wat er was gebeurd. Toen ik thuis kwam, liep ik mijn man tegemoet. Hij vroeg: ‘Hoe was het?’ ‘Ik ben in de hemel geweest,’ zei ik. Maar ik heb het nieuws pas rondverteld nadat ik een week later bij de fysiotherapeut was geweest. Die was totaal van de kaart. ‘Alle ontstekingen zijn weg,’ zei hij. Overigens heeft het een tijd geduurd voordat ik echt weer normaal kon functioneren. Ik kreeg zo’n spierpijn, omdat ik mijn spieren jarenlang niet gebruikt had. En al die prikkels – het drukke verkeer, de vele mensen -, ik was er helemaal niet meer aan gewend. Pas na drie jaar kon ik zeggen: ‘Ik maak weer helemaal onderdeel uit van deze maatschappij.’
Wat zou je tegen mensen willen zeggen die zelf worstelen met ziekte?
“Ik denk dat je mag weten dat je geest en je ziel niet vast zitten aan een ziek lijf. Veel zieken vergeten dat een gezond mens ook moeite en verdriet heeft.
Natuurlijk is het leven makkelijker als je gezond bent, maar de waarde die door christenen aan gezondheid wordt toegeschreven, wordt zwaar overschat. Je neemt in al die situaties jezelf mee. Of we rijk zijn of arm, gezond of ziek: niets kan ons scheiden van de liefde van Christus. Als ik morgen tegen een auto aanloop en tot kasplantje verword, ben ik in Gods ogen net zo waardevol als nu ik gezond ben.”