Eén pilletje nemen en, hup, je bent weer gek op elkaar
Eén pilletje nemen en, hup, je bent weer gek op elkaar
Liefde van de toekomst Antropoloog Roanne van Voorst schrijft deze zomer over liefde en seks in de toekomst. In deze aflevering: instant romantiek. „Wie kan een pil weerstaan die ‘Horny Goat’ heet?”
auteur: Roanne van Voorst
datum:
website: https://www.nrc.nl/nieuws/2021/07/28/een-pilletje-en-weer-gek-op-elkaar-a4052737
Het zat dus zo, stamelde ik tegen de huisarts: dat kolven lukte niet zo goed, ja, lastig inderdaad, moedermelk aftappen in zo’n kopieerhok op je werk, en mijn dochter moest natuurlijk niet te weinig binnenkrijgen, dus bestond er niet iets dat…
„Je wilt een oxytocinespray om de toeschietreflex op gang te brengen?”, vroeg ze, behulpzaam – of ongeduldig, wie zal het zeggen. Ik probeerde mijn blossen weg te denken, poogde mezelf te overtuigen dat het nou ook weer niet zo héél slecht is om je hongerige baby op te voeren als excuus voor antropologisch veldwerk.
Het was een leugen uit naam der wetenschap, beweerde ik later tegen de vader van de baby: „Want oxytocine maak je aan als je zwanger bent en faciliteert borstvoeding, maar wekt volgens onderzoekers ook verliefdheid en empathie op. Er bestaan liefdesmedicijnen die oxytocine bevatten – pillen die je verliefd zouden maken, of houden.” Iemand die onderzoek doet naar de toekomst van liefde moet natuurlijk testen of dat soort beweringen kloppen.
Hij ‘moest’ het middel trouwens ook testen, voegde ik eraan toe, want dan konden we merken of we elkáár liever gingen vinden. Mijn geliefde – inmiddels wel wat gewend en nooit te beroerd voor een experiment – knikte welwillend, terwijl ik op een Amerikaanse website doorging met mijn diepgravend wetenschappelijk onderzoek: nu bestelde ik geen liefdesmedicijn, maar een lustmedicijn – viagra voor vrouwen, welteverstaan, een medicijn dat in Nederland alleen op recept wordt voorgeschreven, meestal aan vrouwen met vaginale droogheid in de postmenopauze, en hop, nu ik me toch al bevond op schemerige websites, ook maar een setje andere liefde- en libido-opwekkers.
Het knikken maakte plaats voor een diepe frons. „Maar dat hebben wij toch niet nodig?”, vroeg mijn geliefde, en daar had hij een punt, aan verliefdheid en alles wat daarbij komt hadden we samen gelukkig geen gebrek, maar iedere jonge ouder is weleens moe, en wie kan een pil weerstaan die ‘Horny Goat’ heet? Ik niet.
Er bestaat een gerede kans dat er in de toekomst steeds meer ‘verliefdheidspillen’ en ‘liefdesdrankjes’ zullen worden verkocht.
Het was niet alleen nieuwsgierigheid die me dreef. Het uitspitten van dit onderwerp voelde daadwerkelijk urgent, omdat de ontwikkelingen rondom zogenoemde liefdesmedicijnen razendsnel gaan en er een gerede kans bestaat dat er in de toekomst steeds meer ‘verliefdheidspillen’ en ‘liefdesdrankjes’ zullen worden verkocht. Medicijnen die je de relatiesleur uit trekken, of die je op een eerste date minder kritisch laten kijken naar de potentiële partner die in theorie goed bij je past, maar fysiek niks bij je losmaakt. Kauw, slik, en ineens is ze daar, en nog here to stay ook: de liefde van je leven, en dat zonder relatietherapie en compromissen over tandpastadopjes of afstandsbedieningsbezitsdrang.
Onderzoekers als Brian Earp en Julian Savulescu van Oxford voorspellen dat er functionerende liefdesmedicijnen zullen komen. Belangrijk, stellen ze, want romantische relaties zijn een van de belangrijkste factoren voor een goede gezondheid en menselijk welzijn. Nu we uit onderzoek steeds beter begrijpen welke biologische factoren de liefdeservaring beïnvloeden, hebben we ook de kans om te interveniëren en ‘de liefde te helpen haar volledige potentieel te bereiken’. Eigenlijk, suggereren zij tussen de regels door, is die kans een plicht, want gebroken harten en eenzame zielen verzwakken de mens, en de maatschappij.
Er bestaan overigens al liefdesmedicijnen, al is het bewijs voor de werking ervan vaak nog zwak. MDMA is daarop een uitzondering: dat wordt al sinds de jaren tachtig met positieve uitkomst gebruikt in relatietherapie omdat het empathie vergroot. Er komt een soortgelijk middel aan: professor Adam Guestella van de Universiteit van Sydney onderzoekt de langetermijneffecten van het gebruik van oxytocine in relatietherapie. Hij verwacht dat mensen die oxytocine toegediend hebben gekregen flexibeler kunnen nadenken over iets waar zij en hun partner het over oneens zijn, en überhaupt minder kritisch zullen zijn naar hun partner toe.
Dat klinkt hoopvol, maar ook: lucratief. MDMA, oxytocine en andere ‘liefdesmedicijnen’ worden bedacht voor gebruik onder leiding van professionele therapeuten, maar alvast door allerlei producenten aangeboden op de (zwarte) markt. Zo vond ik na enig online zoeken ‘liquid love’, dat je ‘een sterkere emotionele band met je partner’ belooft, maakt ‘Attract’ je zogezegd aantrekkelijker voor degene die je wilt verleiden, en zou je van Horny Goat zin in seks krijgen, ook als je moe, chagrijnig of grieperig bent.
Die beloften raken aan onze romantische, of beter gezegd onrealistische verwachting van de liefde. Want natuurlijk weten we best dat een hevige verliefdheid meestal binnen een jaar uitdooft en dat je daarna wat beter je best moet doen. Dat zin in seks na langdurig samenzijn niet altijd meer vanzelf komt, is ook bekend – maar tegelijkertijd blijven we massaal hopen dat die ene liefde ons het tegenbewijs zal leveren. Dat, als we de ware maar tegenkomen, diegene tóch onze huisgenoot, mede-opvoeder, zakenpartner, seksmaatje en beste vriend ineen kan zijn. Voor altijd.
Als dat niet lukt, wéér niet, raken we teleurgesteld – in de ander, in onszelf, in de liefde. Zou het dan niet heerlijk zijn, een pilletje dat de juiste hersenstofjes (her)activeert, de hormoonbalans een beetje de goede kant op navigeert, de ogen van de ander ineens weer zo mooi doet lijken, haar grapjes zo geestig? En zou het niet fantastisch zijn om onbereikbare liefdes en weggelopen exen een drankje te kunnen voeren dat ze naar ons doet verlangen?
Liefdesmedicijnen troosten niet alleen de romantische zielen onder ons; ze doen het ook goed onder de techoptimistische mens – zij die denken dat voor ieder probleem een technische oplossing bestaat.
Het diepere idee waaruit alle liefdesmedicijnen worden geboren, is dat zowel liefde als lust voornamelijk door biologische factoren wordt gedreven. Dat komt voort uit breinstudies die bijvoorbeeld lieten zien dat verliefde mensen een verhoogde activiteit hebben in het dopaminesysteem, en veel oxytocine en vasopressine aanmaken. Dat proces nabootsen, lijkt een makkelijke oplossing.
En dat is nou precies het probleem, stellen tegenstanders, bijvoorbeeld met libidopillen: minder zin in seks wordt daardoor gekenschetst als een fysiek defect, terwijl het vrijwel altijd kan worden verklaard door complexere, sociale factoren. Als een vrouw bijvoorbeeld maar vaak genoeg slechte seks heeft, krijgt ze vanzelf minder zin in seks – viagra maskeert dat probleem hoogstens. Beter communiceren in bed zou wel een oplossing kunnen zijn, maar jezelf en je partner leren wat echt lekker is, is voor veel mensen moeilijker en enger dan het slikken van een pilletje hoop.
Iets vergelijkbaars kun je tegenhebben op medicijnen die het gevoel van hevige verliefdheid onuitblusbaar zouden maken. Daarmee kopen mensen óók een populair en problematisch idee over de liefde: het idee dat er iets misgaat als verliefdheid na een lange periode samen, transformeert in een kalmere, kameraadschappelijkere vorm van liefde. Terwijl we die fase evengoed zouden kunnen karakteriseren als verdiepend, veilig en comfortabel.
Goed nieuws: er bestaan op de huidige markt liefdesmedicijnen die werken
Al die verstandige overwegingen ten spijt, begon ik liefdesmedicijnen te testen (en nee, bezorgde lezers of huisarts, ik gaf in die periode allang geen borstvoeding meer).
De eerste pillen slikte ik nog huiverig – de ‘horny goat’ bleek knalroze en zo groot als mijn duimtop. Ik legde hem nerveus op mijn tong, onderwijl visioenen onderdrukkend van hartstilstanden tijdens passionele seks of – treuriger – het opvouwen van de was. Later werd ik laconieker: toen er eens bezoek in aantocht was waarin ik geen zin had, snoof ik spontaan een puf oxytocine op.
Goed nieuws: er bestaan op de huidige markt liefdesmedicijnen die werken. Het slechte nieuws: van de meeste liefdesmedicijnen krijg je hoogstens milde hoofdpijn, en áls ze werken, doen ze dat ongeveer net zo goed als andere, goedkopere en potentieel minder hersenbeschadigende afrodisiaca.
Want inderdaad, na het shot oxytocine volgde een onverwachts gezellig bezoek. Maar dat kwam waarschijnlijk meer doordat ik me hyperbewust was van ieder sprankje empathie dat ik in mijn lijf meende te voelen. Van de gezamenlijke oxytocine-test die ik met mijn partner uitvoerde, gingen we elkaar niet liever vinden, maar we hadden lol om ons experimentele gesnuif en raakten in een verbindend gesprek over onze relatie – dat voedde de liefde. En ja, de sekspil leidde tot leuke seks. Maar datzelfde resultaat had ik wellicht kunnen bereiken met een warm bad of op het aantrekken van mooie lingerie: de gevoelde lust zat ’m niet in de pil, maar in de verwachting voor het verloop van de avond.
De uitzondering op de testregel bleek MDMA: dat gebruikte ik meerdere malen in mijn leven met een partner, en het versterkte gevoelens van vertrouwen en liefde die rauwe oesters niet hadden kunnen evenaren. Maar zelfs dat is geen wondermiddel. MDMA verhoogt gedurende een aantal uur empathie en faciliteert zodoende een liefdevol samenzijn, maar ze creëert geen liefde waar die niet bestaat. Na uitwerking zijn de geliefden weer op zichzelf aangewezen. Direct nog zo’n pil nemen is geen optie: veel gebruikers ervaren nadien een katergevoel en veelvuldig gebruik kan mogelijk leiden tot hersenbeschadiging.
Misschien zouden die teleurstellende mitsen en maren voorwaardelijkheden moeten vormen voor de ontwikkeling van toekomstige liefdesmedicijnen. Want als een pil eeuwig werkt, kan het als lapmiddel serieuze problemen in een relatie bedekken, die juist gezien en aangepakt moeten worden. En als een drankje verliefdheid opwekt waar ze niet bestond, haalt ze de intrinsieke waarde uit liefde. Want mensen willen graag gewild worden, maar niet door een extern opgewekte reden; uiteindelijk willen we dat iemand naar ons verlangt vanwege wie wij zijn.
Meestal, dan. Voor de overige momenten is er straks een bescheiden dosis liefde te koop.Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 31 juli 2021