Donkere nacht van de Ziel – Nigredo
De donkere nacht van de ziel is een krachtige metafoor die de spirituele ervaring van iemand beschrijft die door een periode van diepe wanhoop en verwarring gaat. Het is een fase waarin de persoon zich verlaten voelt, niet alleen door anderen, maar ook door God of het hogere wezen waarin hij of zij ooit geloofde. Er lijkt geen uitweg, geen hoop op verbetering, en de toekomst is vol onzekerheid. Deze ervaring wordt vaak geassocieerd met gevoelens die overeenkomen met een existentiële crisis of diepe depressie, en kan worden gezien als een soort geestelijke desoriëntatie, een verlies van identiteit. Verschillende spirituele tradities, waaronder de christelijke mystiek, hebben deze intense ervaring beschreven als een noodzakelijke en soms louterende fase in het spirituele leven van een persoon.
Johannes van het Kruis, een beroemde Karmeliet en mysticus, beschreef deze ervaring in zijn werk, vooral in zijn gedicht De Donkere Nacht, waarin hij de reis van de ziel verbeeldt: van de zintuiglijke wereld naar de vereniging met God. Deze reis is allesbehalve gemakkelijk: het vereist een diepe onthechting van de wereld en de zintuiglijke verlangens om een spirituele verlichting te bereiken en zich met de ‘lichte aanwezigheid’ van de Schepper te verenigen. Johannes onderscheidt twee fasen van de donkere nacht: de nacht van de zuivering van de zintuigen, waarin de zintuigen moeten worden gezuiverd van hun verlangens en gehechtheden, en de nacht van de zuivering van de geest, waarin de ziel diep in haar innerlijke wezen moet doordringen en bevrijd worden van intellectuele en emotionele obstakels. Beide fasen zijn zwaar, maar noodzakelijk voor de uiteindelijke spirituele transformatie.
Carl Gustav Jung, de Zwitserse psycholoog en psychiater, zag parallelle verbanden tussen deze ervaring en de alchemistische fase van nigredo, de eerste fase van het ‘grote Werk’, waarin de ruwe materie moet worden gezuiverd door verbranding of vernietiging voordat het zuivere, alchemistische goud kan ontstaan. Jung interpreteerde deze fase niet alleen als een fysiek proces, maar vooral als een psychisch en spiritueel proces van transformatie. De alchemist, zo betoogde hij, is niet alleen bezig met het transformeren van metalen, maar met het zuiveren en transfigurereren van zichzelf. Het doel van de alchemist is niet enkel om goud te maken, maar om zichzelf te verheffen naar een hogere staat van zijn, om te worden wat Jung ‘het zelf’ noemt: een geactualiseerde en volledig geïntegreerde persoon. Volgens Jung is deze ‘nigredo’-fase van lijden en vernietiging een noodzakelijke stap op weg naar spirituele wedergeboorte.
Jung benadrukte dat spirituele groei onvermijdelijk gepaard gaat met lijden. Het proces van transformatie, van het loslaten van oude patronen en het aangaan van confrontaties met de diepste angsten en pijn, is pijnlijk en kan verwarrend zijn. Zoals de alchemisten zichzelf in een proces van transmutatie probeerden te verheffen, zo moeten ook mensen die door hun donkere nacht heen gaan, vaak door een soort loutering van het zelf, die hen uiteindelijk ‘gezuiverd’ en veranderd achterlaat. Dit betekent echter niet dat het lijden altijd negatief is. Integendeel, volgens Jung is dit lijden een essentiële stap naar volledige zelfverwerkelijking en spirituele gezondheid.
Iemand die door deze existentiële stormen heen is gegaan, komt vaak uit deze fase als een ‘ander mens’. Het proces van zuivering en loutering maakt de persoon sterker, wijzer en meer in harmonie met zijn of haar ware zelf. Het lijden dat met deze ervaring gepaard gaat, is dan niet slechts een vorm van pijn, maar een noodzakelijke voorwaarde voor spirituele evolutie.
Nigredo, of de zwartheid, is de eerste fase van het alchemistische proces en verwijst naar een toestand van verrotting, ontbinding en desintegratie. In de alchemie is deze fase essentieel voor de transformatie die moet plaatsvinden om de Steen der wijzen te creëren – een symbool voor spirituele vernieuwing en de ultieme zelfrealisatie. De alchemisten geloofden dat voordat iets nieuw kon ontstaan, de oude, ruwe stoffen eerst moesten worden vernietigd. Dit vernietigingsproces symboliseerde het afsterven van het oude zelf, het afwerpen van beperkende overtuigingen en gewoonten, en het loslaten van alles wat niet meer dienend was aan de hogere transformatie.
In de praktijk betekende dit dat de alchemisten al hun ingrediënten moesten reinigen en ‘koken’ tot er een uniforme zwarte massa ontstond, die vaak werd geassocieerd met roet of as. Deze zwarte substantie werd gezien als de fundamentele basis voor de creatie van de Steen der wijzen en symboliseerde de eerste stap in de alchemistische transmutatie. Het is pas door de vernietiging van het oude en het ondergaan van een proces van afbraak dat iets zuivers en waardevollers kan ontstaan.
Carl Gustav Jung, die de alchemie bestudeerde en deze alchemistische symbolen naar psychologische processen vertaalde, zag nigredo als de psychologische ervaring van maximale wanhoop en desintegratie. Voor Jung was deze fase van ‘zwartheid’ een symbolische representatie van de donkere nacht van de ziel, een periode van innerlijke crisis waarin een persoon zich volledig verloren kan voelen, een moment van diepe psychologische en spirituele wanhoop. Dit kan zich uiten als gevoelens van verlies, verwarring, onzekerheid of zelfs nihilisme, waar het ego uit elkaar lijkt te vallen en er geen duidelijk pad naar verlichting of verlossing zichtbaar is.
Jung beschouwde deze periode echter niet als een einde, maar als een noodzakelijke fase voor verdere persoonlijke groei. Het was een moment van ontkenning van het oude zelf, een proces van zuivering en loslaten dat plaats moest vinden voordat er ruimte was voor een nieuwe, meer geïntegreerde identiteit. Nigredo betekent in dit opzicht niet alleen lijden, maar ook de mogelijkheid van transformatie. Het was volgens Jung in deze donkere tijden dat het individu zichzelf het meeste zou kunnen hervormen en groeien.
Na nigredo volgen in het alchemistische proces de fases van albedo (de witheid), citrinitas (de geelheid) en rubedo (de roodheid). Deze fasen staan eveneens voor psychologische of spirituele transformaties. Albedo symboliseert de zuivering van de geest, waarbij helderheid, vrede en verlichting beginnen door te breken. Citrinitas is de fase van de opkomst van het gouden zelf, een fase waarin het individu zijn of haar ziel begint te herkennen in haar zuivere, authentieke staat. Rubedo is de fase van volledige integratie, waarin de innerlijke tegenstellingen zijn opgelost en het individu een staat van eenheid en complete zelfverwerkelijking bereikt.
De alchemisten begrepen hun werk niet alleen als het creëren van fysieke goud, maar als een proces van spirituele en psychologische transformatie. Jung interpreteerde deze fasen als symbolen voor de reis naar individuatiewording, waarin het ‘gouden zelf’ of de volledige zelfrealisatie bereikt kan worden. De alchemistische reis, met zijn diepgaande symboliek van dood en wedergeboorte, biedt zo een krachtig kader voor het begrijpen van de persoonlijke ontwikkeling die voortkomt uit moeilijke en ontwrichtende ervaringen – zoals de donkere nacht van de ziel.
Lees meer: https://www.dinekevankooten.nl/archief/3-existentiele-angsten/