De vier leeftijden van veroudering
In zijn boek “The Four Ages of Aging” beschrijft Jan Baars de verschillende fases van het ouder worden en hoe deze ons leven beïnvloeden. Baars stelt dat het ouder worden niet slechts een lineair proces is, maar dat het bestaat uit verschillende levensfasen die ieder hun eigen uitdagingen en kansen met zich meebrengen. De vier leeftijden die Baars onderscheidt zijn de jeugdige ouderdom, de volwassen ouderdom, de oude ouderdom en de zeer oude ouderdom.
In de jeugdige ouderdom, die in de meeste gevallen begint rond het 65e levensjaar, staat het behoud van vitaliteit en het ontdekken van nieuwe mogelijkheden centraal. Mensen in deze fase zijn vaak nog actief en energiek en hebben de mogelijkheid om hun leven opnieuw vorm te geven, bijvoorbeeld door nieuwe hobby’s of reizen.
De volwassen ouderdom begint rond het 75e levensjaar en staat in het teken van het omgaan met verlies en het accepteren van de beperkingen die het ouder worden met zich meebrengt. In deze fase is het belangrijk om een balans te vinden tussen het bewaren van de eigenwaarde en het omarmen van afhankelijkheid.
In de oude ouderdom, die begint rond het 85e levensjaar, staat het loslaten van het actieve leven centraal. Mensen in deze fase hebben vaak te maken met gezondheidsproblemen en moeten leren omgaan met de eindigheid van het leven. Het is belangrijk om te accepteren dat het lichaam minder kan en om te genieten van de kleine dingen in het leven.
Tot slot is er de zeer oude ouderdom, die begint rond het 95e levensjaar. In deze fase draait het vooral om het loslaten van de controle en het accepteren van de hulp van anderen. Het is belangrijk om dankbaar te zijn voor de zorg en steun die men krijgt en om te genieten van de momenten van verbondenheid met anderen.
In het betoog van Jan Baars staat het idee centraal dat ouder worden niet iets is om tegenop te zien, maar dat het juist kansen biedt om te groeien en te bloeien, ook op latere leeftijd. Door bewust stil te staan bij de verschillende fases van het ouder worden en hiermee om te leren gaan, kunnen we ons leven verrijken en meer voldoening vinden in het ouder worden.
In zijn boek “The Four Ages of Aging” onderzoekt Jan Baars filosofen van Plato tot Foucault terwijl ze nadenken over de betekenis van veroudering – en wijsheid – in onze samenleving.
In deze diepzinnige overdenking over veroudering in de westerse cultuur, betoogt Jan Baars dat langer leven in de wereld van vandaag niet per se betekent dat je beter leeft. Hij beweert dat er een algemeen verlies is geweest van respect voor veroudering, tot het punt dat het begrijpen en ‘omgaan met’ ouder wordende mensen een proces is geworden dat zich richt op de afname van potentieel en de opkomst van ziekte in plaats van op de accumulatie van wijsheid en de creatie van nieuwe vaardigheden.
Om zijn zaak te bepleiten, vergelijkt en contrasteert Baars de werken van moderne denkers als Foucault, Heidegger en Husserl met de gedachten van Plato, Aristoteles, Sophocles, Cicero en andere antieke en stoïcijnse filosofen. Hij laat zien hoe mensen in de klassieke periode – die minder goed in staat waren om gezondheidsrisico’s te beheersen – een veel beter besef hadden van de voorlopige aard van het leven, wat leidde tot een filosofische en religieuze nadruk op het cultiveren van de kunst van het leven en het idee van wijsheid. Dit wil niet zeggen dat de beoordelingen van veroudering door de moderne maatschappij onbelangrijk zijn, maar ze moeten wel een balans vinden tussen de nadruk op het meten van leeftijd en het concept van ‘leven in de tijd’.
Gerontologen, filosofen en studenten zullen Baars’ discussie een krachtige, scherpzinnige gesprekspartner vinden.
Rudi Westendorp beschrijft in zijn interpretatie van de levenstrap de verschillende episoden van het verouderingsproces.
Hij verdeelt het ouderwordingsproces in vier episoden:
* voorzorg
* multimorbiditeit (het hebben van meer dan één ziekte)
* kwetsbaarheid
* afhankelijkheid
Meer hierover is te lezen op: levenstrappen-van-ouder-worden/