De rol van de vrouw
De rol van de vrouw: een boodschap voor zeven reformatorische dominees
OPINIE
De man is het hoofd van de vrouw is. Het lichaam van de man is meer toegerust op werk en inspanning, het lichaam van de vrouw is uitgerust om leven voort te brengen, te voeden en te verzorgen’, zo stelden zeven reformatorische predikanten onlangs. Zij gaven in het Reformatorisch Dagblad een uitvoerige reactie op bijdragen van verschillende vrouwelijke sprekers tijdens de studiedag ‘Genderkloof in de Biblebelt’.
auteur: CONNY LUCHTENBURG-VAN CAPPELLEN
datum: 30 NOVEMBER 2023
website:https://cvandaag.nl/99020-de-rol-van-de-vrouw-een-boodschap-voor-zeven-reformatorische-dominees
Ik was een van de bezoekers van de studiedag. Jammer dat niet één van de zeven reformatorische predikanten zich geroepen voelde om eveneens aanwezig te zijn. Als u deze dag had meegemaakt, had u de sfeer kunnen proeven en deze studiedag daadwerkelijk kunnen beoordelen. Dan had u eerlijk kunnen meedenken en meeworstelen met vrouwen die zich verantwoordelijk weten voor hun persoonlijke- en/of gezinsleven en ook zoeken naar hun plaats in een alsmaar meer van God vervreemde maatschappij. Dan had u geproefd dat wij als reformatorische vrouwen bewust zoeken naar een Bijbels juiste positie ten opzichte van onze lieve man, kinderen, familie, vrienden, kerk, werk en maatschappij.
Veel van uw woorden kan ik volgen en respecteer ik. Mooi dat u de vrouw in bescherming neemt tegen de alsmaar toenemende eis van emancipatie in onze maatschappij. Ik woon in een woonplaats waar ik vrouwen vaak heb zien worstelen met hun drie- à vierdaagse werkweek buiten de deur, waarin vermindering van uren niet mogelijk (b)leek. We zijn op alle gebieden zwaar (over)belast en onze gezinnen staan onder (tijds)druk.
Leegte
Het is in deze tijd ontzettend belangrijk om onze verhalen te delen en ons te verdiepen in elkaars vragen en zoektochten. Esther van Fenema, psychiater en schrijver, omschrijft het als oplossing voor de alsmaar toenemende en voelbare leegte in onze maatschappij. Alles draait veelal, zowel bij man als vrouw (en de rest van alle gender), om het individu. Het lijkt te gaan om onze persoonlijke ontwikkeling. We hebben onszelf tot God gemaakt en de vraag is of we er allemaal gelukkiger van worden. Het tegendeel vertaalt zich inmiddels in vele lagen van onze bevolking. Zij trekt hieruit de voorzichtige conclusie dat die leegte misschien weleens de afwezigheid van God zou kunnen zijn.
Zoals de Deense filosoof uit de 19e eeuw, Sören Kierkegaard ook al zei: we kunnen elkaar beter vragen stellen. In plaats van dat we ons veelal beperken tot een uitwisseling van gevoelszaken. Het blijkt maar al te vaak dat we zaken vanuit onze persoonlijke achtergronden en ervaringen benaderen. En hierbij is het maar zeer de vraag of iets echt gefundeerd is op de Bijbel of toch meer op gevoel en voorkeur. Daarom deel ik met u mijn persoonlijk perspectief.
Oorlogskinderen
Als kind van ‘oorlogskinderen uit 40-45’ ben ik opgegroeid in een warm traditioneel reformatorisch gezin, waarin alleen mijn vader werkte. Mijn moeder was altijd thuis, zorgend voor haar vijfkoppige kinderschaar en haar huis was haar werk- en leefdomein. Ze kwam uit een gezin van veertien kinderen en was in haar puberjaren van school gehaald om te helpen in het gezin van haar ouders. Terwijl ze juist zó graag naar school ging. Ze werd al jong moeder en vervulde in alle liefde en trouw haar vrouw- en moederrol, zonder enige ambitie naar hoger of meer. Al was ze achter de voordeur wel een soort gematigde ‘mevrouw Grabijn’ die trots was op haar stemrecht, trouw op ‘haar SGP’ stemde en tegelijk soms tegendraadse standpunten had. Verder deed ze haar best om een dienende Martha of Maria te zijn, maar karakterologisch bekeken had die rol mijn vader misschien nog beter gepast.
Pas toen ze op haar 65ste weduwe werd, zette ze zich tot haar dood nog twintig jaar lang in voor vrijwilligerswerk van haar kerk, een verzorgingshuis en de NPV. Met moeite mocht ik destijds van mijn ouders het MBO volgen (dat voelde voor hen al alsof ik een titel haalde). Daarna was een vervolgopleiding geen optie, omdat ik al vaste verkering had en toch echt moest sparen. Het voelde voor hen helemaal niet nodig om hun dochter te laten studeren. Los van het prijskaartje dat daaraan hing, zagen zij voor mij een gelukkige toekomst met man en kinderen waarin werk en maatschappelijke betrokkenheid niet per se een grote rol hoefde te spelen. En dat kwam uit, maar desondanks heb ik mij in deze complexe tijd toch ook op een zin- en waardevolle manier te verhouden tot de buitenwereld.
Vleugje controledrang
Voor onze jongeren is de zojuist beschreven situatie ouderwets en ondenkbaar.
Met bovenstaande in het achterhoofd, kijk ik naar deze moderne tijd en zie zelfs in mijn kerkelijke kring een heel andere houding. Ik zie dat jongeren over het algemeen enorm gestimuleerd worden om te studeren en het hoogst haalbare uit zichzelf te halen. Ik zie dat ouders hun jongens en meisjes op een hoogst mogelijke positie wensen te krijgen en het moederschap zich over het algemeen niet meer zo vroeg aandient als 25 jaar geleden. Ik ben benieuwd of betrokken predikanten hun dochter bij voorbaat verbieden om te studeren. Maar wie heeft de wijsheid om te bepalen of de vrouw dan wel in het ene beroep mag dienen (zoals de juf op de reformatorische school of de verpleegster op zondag in de zorg) en niet in het andere? Alle keuzes hebben gewoonweg logische gevolgen. Uw geuite zorgen verraden eerder een dosis angst en een vleugje controledrang, dan dat ik er consequent Bijbelse uitgangspunten in herken.
Geestelijke spierballen
In deze tijd gaat ‘zo is het nou eenmaal’ er bij de gemiddelde jongeren niet als vanzelfsprekend meer in. Als er één kloof alsmaar groter wordt, is het die van ons als (groot)ouders en de puber van nu. We hebben geen idee meer waar ‘hun hoofd en hart’ zich de hele dag bevindt. Ze bouwen ongemerkt aan een mening en visie, waarvan we geen weet hebben. Uiterlijk bewegen ze nog wel een poosje met ons mee, maar innerlijk? Het enige dat voor hen telt is een praktisch voorbeeld van eerlijkheid en zuiverheid. Ze hebben een haarscherp oog en oor. Dit vraagt van ons als ouders en (kerk)leiders onvoorstelbaar veel oprechtheid. Een reactie van de predikantenselectie (ik waardeer uw samenwerking over kerkmuren heen en hoop dat u zich ook op andere punten weet te verenigen) heeft dus nog effect op ons als ouderen.
Naar aanleiding van dit soort publicaties trekken we de lijntjes nog even strak en koesteren de bescherming die we nog hebben. We doen ons best. Maar wat is het effect op langere termijn? Zijn we alleen nog verontwaardigd als het om dit soort kwesties gaat? Laten we dan onze geestelijke en/of theologische spierballen zien om indruk te maken en maken gebruik van de situatie om de juiste verhoudingen weer te schetsen? (Gender)verschillen worden weggemoffeld onder het tapijt van ‘bezorgdheid en verontrusting’. Zijn antwoorden vaak dooddoeners waar we een tijdje de onrust of angsten mee wegpoetsen? De positie van vrouw en man, de Dordtse Leerregels (uitverkiezingsleer), wel of geen (Herziene) Statenvertaling en de aloude waarheid zijn onderwerpen die nog reformatorisch krantenpapier vullen.
Tussen alle advertenties met wereldse aantrekkelijkheden presenteren we onze degelijke waarheden, waar we op onze Biblebelt eilanden ó zo gelukkig van worden. Mijn wortels zitten diep in reformatorische grond en veel van ons reformatorisch leven ervaar ik als kostbaar. Maar toch voelt mijn gezegende leven zó oneerlijk. Zó oneerlijk richting een (kerk)wereld in nood. Waar hebben wij in al ons doen en laten (het voorbeeld van) Jezus gelaten?
Wij (ik voorop) als geen ander, namen een verkeerde afslag. En ja, we werk(t)en massaal voor onze veel te grote huizen, auto’s, kerken en bezittingen. De mammon lijkt een huisvriend geworden. Ik begrijp best dat de oorzaak van bepaalde scheefgroei gezocht wordt in de ‘werkende vrouw’ en u waarschuwt terecht voor ondermijning van het gezinsleven. Maar neem dan wel het hele plaatje en wees op meerdere niveaus open en eerlijk. Mooie termen zoals scheppingsorde werken niet als cement om wat scheuren of ongelijkmatigheden te effenen. We hebben een stevig fundament nodig en dat is onze Heere Jezus Christus.
We worden in de korte tijd die we op aarde hebben, geroepen om een ander geluid te laten horen. Het geluid van hoop in plaats van angst. Het gezicht van eenvoud, vertrouwen en overgave. Ruim twee eeuwen geleden heeft de Schepper van hemel en aarde, Zijn dierbare Zoon naar deze aarde gestuurd en werd Hij met volle opoffering de Bijbelse Boodschap van redding en genade. In dat licht mogen man en vrouw zich geroepen weten om in liefde naast elkaar te dienen. Zo hebben we levenslang voldoende werk en de juiste positie. Voor God, de wereld en elkaar.
Schrijfster Conny Luchtenburg-van Cappellen schrijft regelmatig columns voor Cvandaag. Ze schreef bovenstaand artikel naar aanleiding van het bericht ‘Reformatorische dominees niet blij met emanciperende christenvrouwen’.
De ‘Genderkloof in de Biblebelt’ kwam ter sprake in de nieuwspodcast van Cvandaag. Beluister het fragment vanaf minuut 14:20