De ‘Great Reset’ van World Economic Forum
HOE ‘GREAT’ IS DE ‘GREAT RESET’ VAN WORLD ECONOMIC FORUM?
De COVID-19-crisis biedt volgens directeur Klaus Schwab van het World Economic Forum kansen voor een hervorming van de wereldeconomie. Hoogleraar Bob de Wit aan Nyenrode Business Universiteit waarschuwt dat deze ‘Great Reset’ vooral de belangen van digitech-, financiële en farmaceutische bedrijven dient in een wereldorde waarin nationale staten en democratische controle ondergeschikt zijn.
auteur: Bob de Wit
datum: 17 maart 2021
website: https://spectator.clingendael.org/nl/publicatie/hoe-great-de-great-reset-van-world-economic-forum
Vooruitlopend op de publicatie van zijn boek COVID-19: The Great Reset op 9 juli 2020, presenteerde World Economic Forum (WEF) voorman Klaus Schwab in juni 2020 zijn voorstel om de COVID-19-pandemie aan te grijpen voor een hervorming van de wereldeconomie. Dit zou volgens Schwab hoogstnoodzakelijk zijn.
Het beloofde optimistische vooruitzicht luidt als volgt: verhoogde duurzaamheid, minder sociale ongelijkheid en stakeholderkapitalism[1]. De timing van het boek was opmerkelijk, aangezien de pandemie nog geen half jaar gaande was – onvoldoende tijd voor de ontwikkeling en publicatie van het 282 pagina’s tellende boek. Dit deed velen vermoeden dat de crisis werd aangegrepen om een reeds ontwikkelde ‘Great Reset’ te propageren.
Om de Great Reset mogelijk te maken is volgens Schwab een “nieuwe economische en politieke orde” noodzakelijk; een nieuwe maatschappelijke orde dus.[2] De bestaande nadruk op natiestaten wat betreft het nemen van economische en politieke beslissingen – al dan niet in supranationale verbanden – moet worden vervangen door governance op wereldschaal, ook wel een wereldregering of ‘New World Order’ genoemd.[3]
Historisch gezien is het een begrijpelijke ontwikkeling: beslissingsbevoegdheden en macht zijn door de eeuwen heen ‘opgeschaald’ van lokaal naar regionaal (waaronder provincies en kantons) naar nationaal niveau. Daaropvolgend werden in het industriële tijdperk vele ondernemingen internationaal – mede als gevolg van technologische ontwikkelingen die het afleggen van grote afstanden mogelijk maakten, waardoor afzetgebieden konden worden vergroot en de productiekosten verlaagd.
Hierdoor nam in het publieke domein het belang van afstemming tussen natiestaten sterk toe. Bovendien konden belangrijke vraagstukken zoals de plastic soep, biodiversiteit en klimaatproblemen alleen nog op wereldschaal worden aangepakt door ‘global institutions’.
Het toenemende belang van supranationale vraagstukken leidde tot een explosie van het aantal niet-gouvernementele organisaties (ngo’s). In honderd jaar tijd steeg het aantal ngo’s van ongeveer 400 tot meer dan 40.000 (het exacte aantal is onbekend), met een geschat gezamenlijk budget van 25 tot 30 miljard euro.[4] Deze organisaties werden steeds belangrijker in de nationale en internationale besluitvorming.[5]
Het historische verloop van maatschappelijke transities
In de geschiedenis hebben vaker transities naar een nieuwe maatschappelijke orde plaatsgehad. Die transities waren het gevolg van een verandering van de primaire bron van economische waarde-creatie; oftewel, een verandering van de economische bedrijvigheid die voor een stad, regio of nationale staat het belangrijkste is.[6]
Er valt onderscheid te maken tussen vier verschillende maatschappijgolven: Society 1.0 tot Society 4.0.[7] In de agrarische samenleving – Society 1.0 – vond de grootste waarde-creatie plaats door het ontginnen van land, waardoor de economische macht lag bij de eigenaren van land. Dit leidde tot een feodale samenleving met een kleine, rijke en machtige elite van landeigenaren.
Tijdens deze feodale agrarische samenleving nam het economische belang van handel toe. Er ontstonden diverse handelssteden waar de waarde-creatie geheel of grotendeels door handel plaatsvond. Op nationaal niveau werd in Nederland handel gaandeweg de belangrijkste bron van waarde-creatie.
In 1588 werd de ‘Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden’ opgericht: de start van Society 2.0. De maatschappelijke inrichting van de Republiek werd gebaseerd op de toenmalige primaire bron van waarde-creatie: internationale handel. Het leidde tot een succesvolle periode; de Republiek werd zelfs een van de machtigste en rijkste landen ter wereld en wordt daarom (in Nederland) ook wel de ‘Gouden Eeuw’ genoemd.
Met de uitvinding van de eerste machine in 1764, de Spinning Jenny, ontstond gaandeweg een nieuwe en nog krachtigere bron van economische waarde-creatie: industriële productie. Toen dit de primaire bron van waarde-creatie werd, leidde dit middels een ‘industriële revolutie’ tot de industriële samenleving, oftewel, Society 3.0.
Twee factoren werden maatschappelijk dominant: kapitaal (vanwege de grote vraag naar investeringsgeld) en arbeid (omdat veel mensen nodig waren in de industriële productie). De noodzaak om in een industriële samenleving een balans te vinden tussen de factoren arbeid en kapitaal werd bestudeerd door vele denkers, wat leidde tot diverse mogelijke maatschappijmodellen zoals socialisme, marxisme, leninisme en kapitalisme.
In de meest succesvolle industriële samenlevingen werd gekozen voor het kapitalisme, in combinatie met de invoering van een vorm van partijendemocratie waarin burgers konden stemmen op arbeid (links) of kapitaal (rechts). In de Verenigde Staten en Groot-Brittannië is een tweepartijensysteem ingevoerd, terwijl in Nederland partijen ontstonden op links (arbeid), rechts (kapitaal), of ergens in het midden met een meestal levensbeschouwelijke basis.
De transitie naar Society 4.0
Vandaag de dag, in 2021, is industriële productie niet meer de belangrijkste bron van economische waarde-creatie en bevinden zich geen industriële bedrijven meer in de top van ’s werelds grootste ondernemingen. De grootste ondernemingen zijn vooral digitech-bedrijven (zoals Apple en Google), beleggers en banken (zoals Berkshire Hathaway en JP Morgan Chase) en farmaceutische bedrijven (zoals Johnson & Johnson en Pfizer).[8]
Zoals het geval in vorige maatschappelijke transities valt te verwachten dat andere bronnen van waarde-creatie zullen leiden tot de transitie van een industriële samenleving (Society 3.0) naar een volgende samenlevingsvorm die zich de komende jaren zal gaan vormen: Society 4.0.
Een aantal veranderingen zal van invloed zijn op de vorming van een nieuwe samenleving onder de noemer van Society 4.0. Ten eerste zal naar verwachting de factor arbeid in belang afnemen, waardoor het balanceren tussen arbeid en kapitaal veel minder relevant wordt.[9]
Als gevolg hiervan zal ten tweede het partijen-democratische systeem (het voor ons bekende democratische partijstelsel) steeds minder effectief zijn, en mogelijk zelfs tot politieke en maatschappelijke versplintering leiden.
Ten derde is de machtsverhouding tussen nationale staten en de grootste waarde-creërende ondernemingen veranderd in het voordeel van de laatsten, en zal deze verhouding nog verder verschuiven. Deze ondernemingen zijn immers geen nationale maar mondiale spelers, en een aantal van hen zijn inmiddels groter, rijker en machtiger dan veel landen.
Ten vierde neemt het belang van wereldwijde governance – in tegenstelling tot nationale governance – van mondiale spelers toe, en met name van de Verenigde Naties en ngo’s.
Als gevolg van de veranderende machtsverhouding passen de mondiale spelers zich steeds minder aan de diversiteit van nationale wetten en regels aan. Steeds meer leggen deze ondernemingen hun regels op aan klanten in terms and conditions, gedragen zich als ‘regelgevende instanties’ en worden daarom ook wel aangeduid met de term corporate-states. Deze corporate-states streven naar voor hen zo gunstig mogelijke en wereldwijd uniforme regels in natiestaten.[7]
De huidige New World Order wordt gevormd door corporate-states, door een aantal NGOs zoals Artsen zonder grenzen, Amnesty International, Greenpeace en de Bill & Melinda Gates Foundation, door internationale organisatiesalsWorld Economic Forumen World Health Organisation, en door de Verenigde Naties.
Geen van deze sleutelspelers – corporate-states, NGOs, internationale organisaties en VN – zijn echter democratieën. Er is op wereldschaal geen democratisch feedbacksysteem om de belangen van burgers te dienen, anders dan indirecte nationale vertegenwoordiging in internationale instituties door niet-gekozen politici.
Grote landen – vooral China en de Verenigde Staten – zijn nog machtig genoeg om invloed te hebben op deze maatschappelijke ontwikkeling op wereldschaal, maar andere natiestaten zijn dat niet meer.
Europa zou eventueel een rol kunnen spelen, maar daarvoor is volgens voormalig premier Jan Peter Balkenende “een nieuw Europees verhaal nodig”:[10] De EU is weliswaar een monetaire unie met open grenzen, maar kan onvoldoende een vuist maken in het machtsspel op wereldschaal.
Onrustige transitiejaren
De geschiedenis heeft geleerd dat elke overgang naar een volgende maatschappijvorm gepaard is gegaan met onzekerheid, onrust, tegengestelde belangen en verschillende maatschappijvisies.[7] Het machtsvacuüm tussen twee maatschappijvormen heeft vaak geleid tot confrontaties, crises en revoluties.
Het heeft ook geleid tot oorlogen wanneer er mensen of groepen opstonden die een bepaalde maatschappijvisie wilden afdwingen, desnoods met veel geweld. Zij beschouwden het machtsvacuüm als een ‘opportunity’ om de samenleving een bepaalde visie op te leggen en hun positie te versterken.
Soepel afscheid nemen van oude structuren en in harmonie de toekomst omarmen is veel mensen niet gegeven. Een belangrijke factor hierbij is dat het nu juist de bestaande machthebbers zijn die geen belang hebben bij de transitie naar Society 4.0 en zich een andere maatschappijvorm niet kunnen voorstellen. Op dezelfde manier behoorden de feodale leiders tot de allerlaatsten die de mogelijkheid, noodzaak en wenselijkheid van een handelsrepubliek konden voorstellen.[11]
In de huidige transitie naar Society 4.0 zijn dezelfde transitiepatronen zichtbaar, met betogingen en demonstraties van burgers (zoals de ‘gele hesjes’), en met vele nieuwe burgerinitiatieven op diverse maatschappelijke thema’s. In het huidige systeem van partijpolitieke besluitvorming neemt het aantal partijen toe wat leidt tot een verspintering in het parlement – ook wel ‘bubbeldemocratie’ genoemd. Dit bemoeilijkt de politieke democratische besluitvorming op ‘oude’ maar ook ‘nieuwe’ thema’s. De partijendemocratie op nationaal niveau, die is ingerichte op de industriële samenleving, moet worden getransformeerd naar een samenleving op wereldschaal, ingericht voor wereldspelers.
Transitie naar een world government
The Great Reset van Klaus Schwab is het voorstel van de World Economic Forum aan de wereldgemeenschap over hoe de toekomstige samenleving eruit moet zien. Dit is gebaseerd op de belangen van de internationale corporate-states die in Society 4.0 de grootste economische waarde creëren: ondernemingen in (vooral) digitech, finance en farma.[8]
Het betekent een transitie naar een world government waarin nationale staten ondergeschikt zijn en waarin internationale organisaties, NGOs en de VN wereldwijd de publieke regie krijgen.
Daarnaast zal in deze transitie stakeholder capitalism belangrijk worden, wat de belangen van een beperkte groep stakeholders zal dienen- een groep die geld en macht inzet om de in gevaar zijnde Planet Earth te verduurzamen.[12]
De COVID-19-crisis is een actuele real-life case van de door Klaus Schwab gewenste toekomstige maatschappelijke wereldorde, waarin internationale organisaties de regie nemen. In februari 2020 meldde de World Health Organization dat in Wuhan een uiterst dodelijk en besmettelijk virus de wereld zou overspoelen’.[13]
De World Economic Forum heeft de pandemie vervolgens aangegrepen om The Great Reset te versnellen. De corporate-states profiteren van de maatregelen door een verkoopexplosie van vaccins en testen, omzetrecords bij digitale technologiebedrijven en hoge rendementen van globale investeerders en beleggers.
In The Great Reset[14] is geen rol weggelegd voor democratische feedback-mechanismen om de belangen van het overgrote deel van de burgers in de wereld te kunnen dienen. De bedoelingen klinken nobel: “You’ll own nothing. And you’ll be happy.”[15] Echter komt de voorgestelde maatschappijvorm neer op een Great Elite Reset: een feodale maatschappijvorm op wereldschaal. Hoe ‘Great’ is dan de Great Reset van World Economic Forumeigenlijk voor burgers?
Deze bijdrage is deels gebaseerd op het boek ‘Society 4.0: Resolving eight key issues to develop a citizens society’(VMN, 2021).
- 1.Bij stakeholderkapitalisme worden particuliere bedrijven gezien als (mede-) toezichthouders van de samenleving.
- 2.Met ‘nieuwe economische en politieke orde’ wordt verwezen naar een nieuwe inrichting van politieke machten en instituties op wereldschaal, in interactie met economische spelers en instituties. De huidige orde is vooral gevormd na de Tweede Wereldoorlog, mede met de oprichting van de Verenigde Naties, maar die is volgens Schwab aan vernieuwing toe. De noodzakelijke vernieuwing betreft diverse onderwerpen, waaronder de relatie tussen democratie en markt, internationaal kapitaalverkeer, en de structurele machtsbalans tussen landen en instituten. Zie ook: Schwab, K. and C. Smadja, ‘Power and Policy: The New Economic World Order’, Harvard Business Review, November–December 1994 & Schwab, K. “The Fourth Industrial Revolution, What It Means and How to Respond”, Foreign Affairs, 12 December 2015 & Schwab, K. The Fourth Industrial Revolution, New York: Crown Publishing Group, 2016 & Schwab, K. The Global Reset: The Case for Stakeholder Capitalism, John Wiley & Sons Inc, 30 December 2020 & Schwab, K. and T. Malleret, COVID-19: The Great Reset, Agentur Schweiz, 9 July 2020.
- 3.Klaus Schwab noemde de term ‘New World Order’ meer dan 25 jaar geleden, in 1994, al voor het eerst in dit artikel: Klaus Schwab and Claude Smadja, ‘Power and Policy: The New Economic World Order’, in: Harvard Business Review, 1994, vol. 72, no. 6, pages 40-46.
- 4.“It is difficult to know precisely how many NGOs there are, because few comprehensive or reliable statistics are kept (…) The United Nations estimates that there were about 35,000 large established NGOs in 2000. Nor are there accurate figures available for the amount of resources that NGOs receive from aid, contracts and private donations. In 2004, it was estimated that NGOs were responsible for about $23 billion of total aid money (…).” Zie: David Lewis, ‘Nongovernmental Organizations, Definition and History’, in: International Encyclopedia of Civil Society, pages 1056-1062.
- 5.Thomas Risse, ‘Transnational Actors and World Politics’, In: Walter Carlsnaes, Thomas Risse & Beth Simmons (red.), Handbook of International Relations, London: Sage Publications, 2013.
- 6.In een landelijke omgeving is landbouw bijvoorbeeld vaak de primaire bron van waarde-creatie, in een havenstad als Rotterdam is dat handel en door de vestiging van Philip is dat in Eindhoven industriële productie.
- 7.a. b. c. Bob de Wit, Society 4.0: Resolving eight key issues to build a citizens society, Nederland: VMN, 2021.
- 8.a. b. Zie bijvoorbeeld: Jeff Kauflin, ‘America’s Top 50 Companies 1917-2017’, Forbes, 19 September 2017.
- 9.Carl Benedikt Frey and Michael A. Osborne, ‘The future of employment: how susceptible are jobs to computerisation?’, in: Technological Forecasting and Social Change, 2017, vol. 114, pages 254-280.
- 10.Uitgesproken tijdens de presentatie van Society 4.0: Resolving eight key issues to build a citizens society’ op 14 december 2020, op Nyenrode Business Universiteit. Het ‘huidige Europese verhaal’ is vooral gevormd door Europese eenwording met een gemeenschappelijke Europese munt (Euro) en open grenzen, maar met behoud van nationale identiteiten.
- 11.Beroemd is de uitspraak van de landelite over de transitie van Nederland naar een republiek (opgetekend door historicus Charles Wilson): ‘How could a motley collection of tradesmen, salt dealers, fishermen and tallow chandlers hope to govern themselves without royal or even noble guidance?’
- 12.Klaus Schwab and Thierry Malleret, COVID-19: The Great Reset, Zürich: Agentur Schweiz, 2020.
- 13.De pandemie kent een aantal opvallende ontwikkelingen. In februari 2020 schatte de WHO de mortaliteit van Covid-19 op 3,4 procent – een killervirus ofwel A-virus dus. De A-status zorgde er vanwege internationale afspraken over hoe met een ernstige wereldwijde gezondheidscrisis om te gaan voor dat de WHO de wereldwijde regie kreeg over de ‘pandemie’. De mortaliteit bleek echter geen 3,4 maar 0,23 procent te zijn (geen A-status dus). Bovendien werd de definitie van ‘pandemie’ in stilte aangepast, en de definitie van ‘groepsimmuniteit’ veranderd naar ‘immuun door vaccinatie’.
- 14.Klaus Schwab, The Global Reset: The Case for Stakeholder Capitalism, in: Klaus Schwab, Stakeholder Capitalism, US: John Wiley & Sons Inc, 2020.
- 15.Zie website World Economic Forum.
Wil je meer weten over dit onderwerp?
Kijk op: https://www.dinekevankooten.nl/tag/politiek/
Voor een overzicht kijk op: https://www.dinekevankooten.nl/archief/overzicht-great-reset-corona/