De genezing van de Visserkoning
Wat gaat het vrouwelijke principe ons brengen? Dit principe presenteerde zichzelf in West Europa primair via de graallegende die voor het eerst rond 1180 in de versie van Chrétien de Troyes werd gepubliceerd. De Graal verbeedlt het vrouwelijke principe van spirtuele transformatie en is bij de Franse schrijver een schaal of beker die de graalwachters in de graalburcht op wonderbaarlijke wijze van spijzen voorziet. Deze burcht bevindt zich in een wereld voorbij de concrete werkelijkheid, in een wereld van verbeelding. De toegang tot deze wereld voert langs een Visserkoning die aan een geheimzinnige wond lijdt die door een speer van een heiden is veroorzaakt.
auteur: Herbert van Erkelens
datum: 2 september 2010
website: https://www.herbertvanerkelens.nl/
In de versie van Chrétien de Troyes heet degene die tot de graalburcht doordringt Perceval. Hij is op zoek naar zijn moeder die hij op jonge leeftijd in de steek heeft gelaten om ridder te worden. Tijdens die zoektocht komt hij aan bij een rivier. Daar ziet hij een boot die stroomafwaarts komt. Daarin zitten twee mannen, de een roeit, de ander vist. Perceval vraagt aan hen hoe hij de rivier kan oversteken. De visser wijst hem een doorgang, maar dan komt Perceval in de graalburcht aan. De gewonde Visserkoning blijkt de burchtheer te zijn. Deze schenkt hem een kostbaar zwaard.
In de graalburcht is Perceval getuige van een wonderbaarlijke processie. Een schildknaap draagt een lans die hij in het midden van de schacht vasthoudt. Uit de ijzeren punt komt een bloeddruppel te voorschijn die omlaag rolt op de hand van de jongeling. Vervolgens verschijnt er een schone jonkvrouw. In haar handen draagt zij ‘een graal’ van fijn, zuiver goud. Na haar komt een andere jonkvrouw die een zilveren schotel draagt.
In de latere versie van Wolfram von Eschenbach is de Graal geen beker, maar een steen die door koningin Repanse de Schoye gedragen word. In de vertaling door Leonard Beuger luidt de bewuste passage als volgt: ‘Zo stralend was haar gelaat dat allen meenden dat de ochtend gloorde. Men zag de maagd gekleed in satijn uit Arabi. Op een groene achmardi-zijde droeg zij de hoogste paradijselijke vervulling, die wortel en tak tegelijkertijd was. Het was een ding dat de Graal heette, en dat alle aardse volkomenheid overtrof. Zij waardoor de Graal zich dragen liet heette Repanse de Schoye. De aard van de Graal was zodanig dat wie er op de juiste wijze zorg voor wilde dragen zijn kuisheid goed bewaren moest, en alle valsheid mijden.’
Hoewel Parzival al deze wonderen aanschouwt, komt er geen vraag over zijn lippen. Ook vraagt hij niet naar de oorzaak van het lijden van Amfortas. Door dit verzuim kan hij de burchtheer niet uit zijn lijden verlossen. De volgende ochtend verlaat hij de burcht. De poortwachter roept hem toe: ‘De haat van de zon zal jou dragen.’
Het fraaie aan dit verhaal is dat het werkelijk in de psyche van de mensen uit West Europa een gevoelige snaar raakte. De graallegende bleek tot een levende mythe van ons werelddeel uit te kunnen groeien. Robert de Boron beschreef aan het eind van de twaalfde eeuw dat de Graal de beker was waarin Jozef van Arimathea na de kruisiging het bloed van Christus had opgevangen. Richard Wagner bewerkte de stof uit de versie van Von Eschenbach in de negentiende eeuw tot een opera. Carl Gustav Jung droomde vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog dat het zijn taak was om de Graal terug te brengen naar de graalburcht. Michel Baigent, Richard Leigh en Henry Lincoln lanceerden in de jaren tachtig van de vorige eeuw de opvatting dat de Graal geen beker was, maar de baarmoeder van Maria Magdalena. Het geheim van de Graal zou de dochter van Jezus en Maria Magdalena zijn die met haar moeder mee naar de Provence was gereisd en een bloedlijn voortzette die door de Priorij van Sion beschermd diende te worden. Dan Brown borduurt in De Da Vinci code weer op dit thema voort.
De graallegende stamt uit een tijd van geestelijke duisternis toen de Tempeliers grote geheimen bewaakten die voor de roomse kerk verborgen dienden te worden gehouden. Om de een of andere reden begon Chrétien enkele van deze geheimen te verklappen. Opmerkelijk aan zijn verhaal is dat de wond van de Visserkoning niet door de Graal kan genezen. Ook in de opera van Wagner doet het celebreren van de Graal de burchtheer alleen maar meer pijn. Wat zou hiervan de reden kunnen zijn?
Eigenlijk was de dieptepsycholoog Jung de aangewezen figuur om deze vraag te beantwoorden. Bij zijn onderzoek naar de symbooltaal van de alchemie was hij op opmerkelijke parallellen tussen de Graal en de steen der wijzen gestuit, maar hij zweeg hierover, omdat zijn vrouw Emma het onderzoek naar de psychologische betekenis van de graallegende tot haar levenswerk had gemaakt. Emma Jung stierf echter in 1955 zonder dat dit onderzoek tot voltooiing was gekomen. Jung vroeg daarom aan zijn medewerkster Marie-Louise von Franz om het werk van Emma tot een goed einde te brengen.
Von Franz besloot meteen de verhalen rond de tovenaar Merlijn hierbij te betrekken en daarmee kwam zij heel snel tot een opvallende conclusie. Zij was van mening dat de Visserkoning leed aan de gespletenheid die in het christendom tussen natuur en geest heerste. Het christendom zou nooit een antwoord hebben gevonden op de betekenis van de seksualiteit. Ten tijde van Chrétien de Troyes bloeide de hoofse cultuur. Veel ridders gingen een dame van hun keuze vereren en wisten ook vaak de harten van die dames voor zich te winnen. De hoofse relatie bleef niet altijd tot een kus op het voorhoofd beperkt en er werden veel onwettige kinderen geboren. Met het naar voren schuiven van de romantische liefde kon het vraagstuk van de seksualiteit niet meer omzeild worden. De roomse kerk ging als alternatief de Mariaverering promoten. Maar die vroomheid kon toch niet opwegen tegen het persoonlijke en riskante avontuur met een dame van vlees en bloed.
Jung had het temperament om zich eveneens in het geluk of het ongeluk te storten en na de breuk met Freud kreeg hij een relatie met Toni Wolff, een voormalig patiënte van hem. Zij was de enige die hem in zijn confrontatie met het onbewuste kon volgen. Emma Jung zag in dat zij haar echtgenoot toch niet alles kon geven wat hij nodig had. De driehoeksrelatie hield lang stand, maar boette wel aan betekenis in toen Jung besloot de middeleeuwse alchemie te gaan onderzoeken. Toni Wolff zag dat helemaal niet zitten, omdat zij bang was dat Jung zich daarmee in de ogen van de wetenschap belachelijk zou maken.
Jung besloot daarop zijn passie voor de alchemie te delen met Marie-Louise von Franz. Hij had haar in 1933 leren kennen, toen zij met een neef van Toni Wolff voor een bezoek was meegekomen naar zijn vakantieverblijf bij Bollingen. Von Franz droomde al in alchemistische symbolen voordat zij ook maar een alchemistisch manuscript in handen had gehad. En zodoende bloeide er een mooie samenwerking tussen Jung en Von Franz op. Vanwege de vele parallellen met de alchemie lag het voor de hand dat de veertig jaar jongere Von Franz mogelijk het geheim van de Graal zou ontsluieren. Zelf was zij in ieder geval van mening dat dit was gelukt. In een interview in Psychological Perspectives met Suzanne Wagner zegt zij daarover:
‘Jung vroeg mij het boek over de Graal te voltooien – mevrouw Jung was gestorven, zoals u weet, en liet het onvoltooid achter. Zij had de figuur van Merlijn erbuiten gelaten, omdat zij aannam, zoals de meeste literaire onderzoekers doen, dat dit een zelfstandige cyclus is, een mythische figuur die alleen kunstmatig op de graalmythe betrokken is. Ik koesterde direct interesse voor Merlijn en ontdekte tenslotte dat hij in werkelijkheid het geheim van de Graal is. Hij is het hele geheim, het werkelijke geheim. En dat onderdeel van het boek, het eind ervan, is van mij afkomstig. En toen ik Jung over Merlijn vertelde. was hij erg onder de indruk en hij zei: “Mijn God, er lopen ongelooflijke parallellen [met mijn leven]. Veel dingen die jij niet eens weet. Toen ik [in Bollingen] mijn eerste toren bouwde, observeerde ik van daaruit aanvankelijk erg veel de sterren. Ook Merlijn bouwde zijn toren om de sterren te observeren.” En dan is er nog deze coïncidentie. Merlijn ontdekte een nieuwe bron met water dat uit de aarde opwelde. En Jung ontdekte een nieuwe bron dichtbij zijn toren. En al deze parallellen heb ik genoemd. Het was Jung die zo onder de indruk was. “Het is ongelooflijk”, zei hij. “Ik kan je niet eens alle parallellen vertellen.” Dus dat is Merlijn.’
Von Franz wist uiteraard dat het de taak van Perceval was om de Visserkoning uit zijn lijden te verlossen. Zo had zij zich afgevraagd welke inhoud uit het onbewuste het antwoord kon zijn op de wond van de lijdende Amfortas. Het was haar opgevallen dat Merlijn in het verhaal van Chrétien telkens onverwacht opdook om Perceval op zijn zoektocht aanwijzingen te geven. Merlijn verenigde verder in zichzelf de tegenstelling tussen heidendom en christendom die door de roomse kerk al sinds de tijd van Augustinus op de spits was gedreven. In de visie van Von Franz had Perceval de innerlijke opdracht om de ontstane tegenstelling tussen christendom en heidendom te overwinnen. Dit was een thema dat door de kruistochten acuut was geworden. Hoe diende een christen zich op te stellen tegenover vertegenwoordigers van de islam?
Emma Jung en Von Franz constateren in hun boek dat daartoe de geheime trots die een christen in die tijd ten opzichte van de heidense islam koesterde diende te wijken. Deze trots constelleerde volgens hen in het onbewuste een ‘negatieve heidense demonie’ en leidde tot ‘een vervreemding van instinct en natuur.’ Vandaar de vele gevechten die in de diverse graallegenden met duistere tegenstanders plaatsvinden. Wolfram von Eschenbach loste deze problematiek uiteindelijk zo op dat hij zijn held Parzival laat strijden met zijn heidense halfbroer, de gevlekte Feirefiz die door zijn vader was verwekt was tijdens diens liaison met de oosterse Belakane. De verzoening tussen de halfbroers gaat vooraf aan de terugkeer van Parzival naar de graalburcht.
Na al die eeuwen dat de graallegende de gemoederen bezig houdt, is de tegenstelling tussen het christendom en de islam gek genoeg niet verdwenen. Er zijn nu zelfs politici die zich boven moslims verheven voelen. Het wapengekletter uit de Middeleeuwen zet zich in de politieke arena onverminderd voort. Blijkbaar is de wereld in psychologische zin sinds de middeleeuwen weinig veranderd.
Hoe kunnen we vooruitgang boeken en van onze trauma’s genezen? De engel Kryon heeft half juni via David Brown in München een tekst over liefde doorgegeven. De channeling heet “Your heart knows everything.” Kryon heeft het hierin over de wond van de Visserkoning. Hij is daarbij van mening dat we bij de nadering van 2012 meer en meer in liefde ondergedompeld zullen worden. Er is geen ontkomen aan. Maar twee energieën staan deze ontwikkeling in de weg: ‘Het zijn de militaire energie en de wond van de Visserkoning. Deze twee energieën zullen, wanneer zij eenmaal zijn losgelaten, ineenstorten als bij het verwijderen van de hoekstenen uit een brug. De genezing zal zo gemakkelijk gaan als het nemen van kandij uit de handen van een kind… Iedere echtgenoot deelde met zijn vrouw een droom voor hun huwelijk en waar militaire energie aanwezig is kun je die droom net zo goed uit het raam gooien. Ieder probleem, 100% van ieder probleem, kan door liefde opgelost worden. Er is geen liefde wat dan ook in militaire energieën aanwezig of in de energie van de wond van de Visserkoning. Militaire energie gaat over controle en de wond van de Visserkoning betekent verborgen controle.’
Kryon heeft het hierbij over gewonde vaders die om welke reden dan ook niet voldoende zonneschijn uitstralen om daarmee de moeders gelukkig te maken. Wie in zo’n constellatie opgroeit heeft ook innerlijk te maken met een zwakke vader en een dominante moeder. En dat is uitgerekend de familieconstellatie waarvoor de Jungiaanse psychologie in het leven is geroepen. Jung schrijft over zijn vader die dominee was: ‘Ik herinner me mijn vader als een lijdend mens, lijdende aan een Amfortaswond, een ‘Visserkoning’, wiens wond niet wilde genezen – het christelijk lijden waartegen de alchemisten de panacee (geneesmiddel) zochten.’ Jung was hiermee de Perceval die op zoek moest gaan naar een antwoord en daarmee was hij min of meer zijn hele leven bezig.
Maar zoveel tijd hebben wij volgens Kryon niet. Het gaat erom het mannelijke principe NU te genezen en dat kan alleen als de hele familieconstellatie daarbij betrokken is: ‘Hoe sterker je innerlijke vader is en hoe vrouwelijker je innerlijke moeder, des te groter is de ruimte voor je innerlijke kind om op te groeien. Bega niet de vergissing om al je energieën aan je gewonde kind te spenderen. Ware genezing is genezing van de totale familieconstellatie… Die omvat je moeder en je vader en je grootouders en je overgrootouders en je voorouders. Je tantes en je ooms, je neven en je nichten, al deze aspecten van je familie spelen een rol. En als je ieder aspect in goddelijke balans brengt, goddelijke orde, word je zelf sterker en sterker en meer en meer verbonden met het heelal. Je schept dan die ruimte voor jezelf om de nieuwe wereld te betreden en die ervaring te hebben die je werkelijk verlangt van het leven.’
Kryon raadt zijn lezers in dit verband aan om innerlijk zachter te worden. Hardheid hoort niet in het plaatje thuis. Hoe zachter en hoe vriendelijker we worden, hoe sterker we zullen worden. Die paradox betekent uiteindelijk de genezing van het mannelijke zelf: ‘De diepste genezing vindt plaats wanneer jullie je het meest zacht en het meest kwetsbaar voelen. Sta je zelf toe zachter en vriendelijker te worden. Ga dieper en dieper je eigen lichaam in. Jullie zullen leren van je lichaam te houden en leren werkelijk van jullie zelf te houden.’
Kryon voorspelt dat onze innerlijke ouders elkaar in de komende twee jaar zullen gaan liefhebben. Onze innerlijk vader zal leren onze innerlijke moeder te koesteren zoals de zon dat bij de aarde doet. Het model van de harmonie in ons zonnestelsel zal ons veroorloven in perfecte harmonie met onszelf en met het heelal te leven. Dat is het plan voor 2012. Binnenkort zal alleen liefde het antwoord op onze problemen zijn.
Herbert van Erkelens