Voelen voor de ander (a)
Veel mensen raken burn-out doordat ze vooral zorgen voor de ander en niet zorgen voor zichzelf.
Als jong kind leerde je dat al. Je leerde reageren op je moeder, zodat je verzekerd was van haar aandacht en zorg.
Daarvoor moest je niet jezelf voelen, maar vooral haar voelen en je daaraan aanpassen. Voelen en denken voor de ander, is typisch een redders mentaliteit.
Over het algemeen zijn mensen in verzorgende beroepen hier buitengewoon goed in.
Ze worden de redder van de ander. In de hoop dat een ander hen van voedsel (liefde, aandacht) zal voorzien.
Dat klopt voor de kinderjaren!
Maar als je 23+ bent, dan mag dat niet meer. Want dan gebruik je een kind-mechanisme, terwijl je volwassen bent.
Als je volwassen bent mag en moet je voelen en zorgen voor jezelf en vanuit gelijkwaardigheid leven.
Een ander gevaar is, dat ik voor het voelen van de ander uit mijzelf moeten gaan en mijn eigen lichaam onbeheerd achter laat.
Als ik terug kom, dan is mijn lichaam overprikkeld of er zijn andere ervaringen binnen gekomen, die ik niet gesignaleerd heb, waardoor ik niet voor mijzelf heb kunnen zorgen, omdat ik niet ‘thuis’ (in mijn eigen lichaam) aanwezig was.
Hoe je ‘thuis’ kunt blijvendoen? Hoe je daar kunt komen? Dat lees je op deze blog: https://www.dinekevankooten.nl/archief/coaching-voelen-voor-jezelf/