Coachen van hoogbegaafden
Coachen van hoogbegaafden met begrip, kennis en wijsheid
Dat is de titel die Noks Nauta en Agnes Schilder aan hun blog geven.
Een helder en duidelijk artikel wat ik graag met jullie deel:
De laatste tijd is er in Nederland toenemend aandacht voor coaching en begeleiding van hoogbegaafde volwassenen. Is dat goed nieuws, want heel nuttig en echt de hoogste tijd? Of wellicht overbodig en zorgt het alleen maar voor nog meer verkokering en hokjes denken in stoornissen-land? In deze blog vertellen we wat ons opvalt en wat volgens ons voorwaarden voor een effectieve coaching van hoogbegaafde volwassenen zijn.
auteur: Noks Nauta & Agnes Schilder
datum: JUNI 4, 2023
website: NOKSNAUTA
Wat valt ons op?
Mensen die hoogbegaafden coachen, vormen een uiterst divers gezelschap. Wij kennen mensen met een afgeronde opleiding tot psycholoog of (ortho)pedagoog. Er zijn mensen uit het onderwijs, de zakelijke dienstverlening en ook mensen met een totaal andere achtergrond in bijvoorbeeld de chemie, biologie, IT, bedrijfskunde of taalkunde. Wat ze gemeen hebben, is dat ze bij zichzelf ontdekt hebben dat ze hoogbegaafd zijn, nogal eens komen ze daar achter als hun kinderen hoogbegaafd blijken. En dan merken ze dat ze andere hoogbegaafden goed kunnen begrijpen. Sommigen hebben een coachopleiding gedaan, een enkeling volgde een specifieke opleiding tot hoogbegaafdenbegeleider, zoals bijvoorbeeld bij Novilo of Ritha (voorheen ECHA). Deze twee opleidingen bieden naast veel kennis over hoogbegaafde kinderen ook een deel kennis over hoogbegaafde volwassenen aan. Een specifieke opleiding voor coach voor volwassen hoogbegaafden is er, voor zover wij weten, niet.
De coaches die wij kennen volg(d)en een grote variatie aan extra cursussen/ opleidingen. We hoorden over NLP, ACT en diverse andere, meestal korte opleidingen. Een enkele keer gaat een coach een HBO of universitaire bachelor of master studie doen, bijvoorbeeld toegepaste psychologie, om meer verdieping te krijgen.
Coaches zonder opleiding in de psychologie of pedagogiek vormen naar ons idee een mooie aanvulling op de hulpverlening met BIG-geregistreerde hulpverleners. Immers met ‘levensvragen’ hoef je niet een zwaar hulp/ therapie traject in. Het feit dat je deze hulp (die dus wordt aangeboden buiten het reguliere hulpverlenerscircuit) zelf moeten betalen kan voor sommigen een flinke barrière zijn, maar er zijn ook coaches die dit juist een voordeel noemen omdat de cliënten dan zeer gemotiveerd zijn.
In dit blog onderzoeken we de voorwaarden voor effectieve coaching van hoogbegaafde volwassenen. Op basis van onze ervaring komen we in elk geval tot de volgende: het begrijpen van de hoogbegaafde cliënt, voldoende kennis over hoogbegaafdheid (met name bij volwassenen), een basis van psychologische kennis en tot slot: wijsheid. We bespreken ze hieronder.
Begrijpen van de hoogbegaafde cliënt
Coaches voor hoogbegaafden zijn doorgaans zelf hoogbegaafd en ze hebben, in het traject dat ze zelf hebben afgelegd om er constructief mee om te gaan, veel over zichzelf geleerd. Dat willen ze vervolgens inzetten om andere hoogbegaafden te begeleiden. Deze motivatie wordt heel vaak benoemd bij hun keuze om dit werk te gaan doen. Het is naar ons idee beslist een belangrijke voorwaarde voor goed contact als de coach zelf hoogbegaafd is. Hoogbegaafden begrijpen elkaar omdat ze snel denken en meerdere denksporen tegelijk hebben. Ook herkennen ze de valkuilen van andere hoogbegaafden en voelen ze de eventuele pijn die er is, bijvoorbeeld in relatie tot de barrières in iemands leven, studie en werk, mee.
Yermish (2010) publiceerde over haar eigen ervaringen als psychotherapeut met hoogbegaafde cliënten. Hier een citaat.
“Within the gifted community, the common wisdom is that one must find a therapist who understands the intrapersonal, social, and cultural experiences of being highly intelligent. Without this understanding, informal reports suggest that miscarriages of the therapeutic working alliance may be frequent, and that clients may avoid or leave therapy as a result. However, few therapists or researchers acknowledge intelligence as a dimension of human difference which could be relevant to therapy, or how their own relational selves might be affected by the prospect of doing this work” (Yermish, 2010).
David (2021) beschrijft in haar recentere literatuuronderzoek hetzelfde. Zij zegt dat een hoge intelligentie een noodzakelijke voorwaarde is voor een goede therapeutische relatie met een hoogbegaafde.
We ontkennen dit niet vanuit onze ervaringen. En onder hoogbegaafden heerst deze mening ook. Maar mensen praten elkaar na, vaak zonder dat ze naar de bron zoeken. En ook is onze vraag: hoe groot mag de kloof in IQ dan zijn? Kan een zeer hoogbegaafde cliënt (IQ van 145 of hoger) dan wel contact maken met een coach of therapeut met een IQ van 130?
En is het voldoende om als coach voor hoogbegaafden zelf hoogbegaafd te zijn? Nee, dat lijkt ons niet. Zeker als je nog maar kort weet hebt van je eigen hoogbegaafdheid en behalve je eigen ervaringen nog relatief weinig kennis hebt opgedaan. Ga je dan met een kop thee aan de keukentafel samen praten of samen een wandeling maken om al wandelende over allerlei aspecten van hoogbegaafdheid te spreken, dan lijkt ons dat helemaal prima. Het lijkt ons echter wel wat mager om je dan professioneel coach te noemen en er geld voor te vragen.
Hoogbegaafden die op zoek zijn naar passende hulp, vertellen dat ze nogal eens een lange zoektocht achter de rug hebben, ze zijn ook nogal eens bij professionele hulpverleners (bijvoorbeeld in de ggz) geweest en voelden zich daar niet begrepen. De hoogbegaafdheid kwam daar vaak niet aan de orde. Emans (2017) bevroeg ruim 600 hoogbegaafden daarover en het bleek dat, wanneer met hulp in de ggz zocht, de hoogbegaafdheid zelden werd meegenomen in diagnostiek, begeleiding en oplossing (Zie ook Hoiting & Nauta, 2022).
Een andere vraag die ons bezighoudt is: hoeveel laat je als coach in je coaching blijken van je eigen (negatieve) ervaringen als hoogbegaafde? Uit een recent onderzoek bleek dat het positief kan uitpakken als hulpverleners bij huiselijk geweld en kindermishandeling zelf vertellen over hun ervaringen daarmee. Zowel cliënten als (aankomende) professionals staan hier positief tegenover. Het blijkt ook van meerwaarde voor hun cliënten, ze bouwen gemakkelijker een vertrouwensband op, sluiten aan bij wat cliënten nodig hebben en kunnen een positief voorbeeld en hoop geven. Voor professionals zelf draagt het bij aan een diepere verwerking en herstel. Bovendien geeft het voldoening om de eigen negatieve ervaringen om te zetten in iets positiefs voor een ander. Het inzetten van ervaringskennis moet wel in het belang van de cliënten zijn en bijdragen aan verwerking en herstel. De professionals moeten hun eigen ervaringen voldoende verwerkt hebben in verband met o.a. het risico op projectie. (GGZ Nieuws 29 mei 2023)
Wij menen dat dit ook zo toepasbaar zou kunnen zijn op de hulpverleningsrelatie van een hoogbegaafde coach met hoogbegaafde cliënten. Met name de voorwaarde dat iemand de eigen ervaringen voldoende verwerkt moet hebben, vinden wij van groot belang.
Hoogbegaafde coaches vertellen vaak dat hun hoogbegaafde cliënten zich door het contact met hen dan eindelijk goed begrepen voelen, in tegenstelling tot de ervaringen bij reguliere hulpverleners en in de ggz. Soms reizen mensen flinke afstanden om bij zo’n hoogbegaafdencoach te komen. Echt begrepen worden door iemand, die uit eigen ervaring weet wat het is om hoogbegaafd te zijn, is naar ons idee een voorwaarde voor een effectief traject. Maar, zoals al gezegd, is het voldoende?
Kennis over hoogbegaafdheid
Het is lastig om iets te zeggen over de kennis over hoogbegaafdheid. Goed onderzoek doen naar deze doelgroep is lastig. We hebben immers geen representatieve steekproef van hoogbegaafden. Wie zelf weet hoogbegaafd te zijn komt daar vaak pas achter als er problemen ontstaan en er door de hoogbegaafde zelf of door diens omgeving gezocht wordt naar de aanleiding daarvan. Wat maakt dat iemand vastloopt in werk, een studie of in een relatie? Daarom zijn hoogbegaafden die meedoen aan onderzoek eigenlijk een ‘negatieve’ selectie. We moeten het vooral doen met verhalen van en over hoogbegaafde volwassenen. Die ervaringen worden inmiddels al meer dan 20 jaar verzameld en verwerkt in artikelen en boeken. Met als aandachtspunt dat het dus alleen om hoogbegaafden gaat die als zodanig zijn herkend.
Wie of wat is ‘hoogbegaafd’? Hoogbegaafd is een beschrijving van kenmerken van mensen met een hoge intelligentie. Intelligentie wordt gemeten door een IQ-test. Daarvan zijn er vele, die elk nèt iets anders meten. Als we bij veel mensen zo’n test afnemen zien we dat de scores een zogenaamde normaalverdeling laten zien (Website Mens en samenleving). Je bent hoog intelligent als je behoort tot de 2% hoogst scorenden op een intelligentietest. Dat heeft als implicatie dat je dus hoog intelligent kunt zijn zonder dat je het zelf (expliciet) weet.
Kennis over hoogbegaafdheid bij kinderen is in de tachtiger jaren van de twintigste eeuw langzaam verzameld. Die kennis gaat vaak over schoolsituaties. Ook hoogbegaafde kinderen lopen vaak eerst vast, voordat er iets gebeurt. Ook daar weten we niet over welk deel van de hoogbegaafden we het hebben. Ook nu zijn het waarschijnlijk vooral diegenen die vastlopen die zichzelf gaan herkennen in de term ‘hoogbegaafd’ en/of door anderen als hoogbegaafd aangeduid worden vanwege problemen.
Kennis over hoogbegaafde volwassenen komt maar langzaam van de grond. Een mogelijke reden daarvoor is dat er geen financiële middelen beschikbaar zijn. Zo blijft het een zaak van bijvoorbeeld studentenprojecten, en een enkele onderzoeker die persoonlijke interesse heeft, zoals Rinn & Bishop (2015). Maggie Brown (psychotherapeut in Nieuw Zeeland) voerde een interessante internationale Delphi studie uit onder experts (Brown, 2021; Brown et al 2020). Het is ons niet duidelijk of deze kennis algemeen bekend is onder mensen die met hoogbegaafde volwassenen werken en we weten ook niet of en hoe zij deze kennis verder uitbouwen.
Zoals gebruikelijk binnen de psychologie kijken professionals ook bij hoogbegaafdheid vanuit verschillende perspectieven, er zijn bepaalde ‘scholen’. Denk aan mensen die de theorie van Dabrowski als verklaringsgrond benutten, mensen die trauma als belangrijke factor zien of de theorie van de meervoudige intelligentie van Gardner aanhangen en ga zo maar door. Professionals met een onderwijsachtergrond hanteren vaak indelingen in typen (hoogbegaafde) leerlingen, door hen worden sommige leerstoornissen verklaard door de hoogbegaafdheid. Ook verhalen over gebrekkige executieve functies komen langs.
Er is inderdaad niet één omvattende theorie over hoogbegaafdheid. Verschillende theorieën en inzichten kunnen overigens heel goed naast elkaar bestaan. Lastig is wel dat er theorieën bij zijn die claimen alles te kunnen verklaren. En voor een aantal theorieën is, ondanks onderzoek, toch echt geen wetenschappelijke steun gevonden zoals de theorie van de meervoudige intelligentie van Gardner (Warne, 2020). Ook theorieën die al lang met onderbouwing volledig verworpen zijn, komen nog steeds langs, denk maar aan de zogenaamde verbaal-performaal kloof bij hoogbegaafden en de suggestie dat daar specifieke problemen bij zouden horen. Dat bleek uit onderzoek van Luc Kumps niet het geval, hij noemt het een fabel (www.eduratio.nl). Mogelijk wordt het veroorzaakt door de opbouw van de vroegere testen?
De basiskennis over hoogbegaafdheid bij coaches voor hoogbegaafden is er over het algemeen wel denken we. Hoe betrouwbaar en recent die kennis is, valt moeilijk te zeggen. Het is, gezien het hierboven gestelde, ook erg lastig om een basisnorm hiervoor aan te geven.
De kennis over hoogbegaafdheid bij mensen die in de ggz werken, kan volgens velen sowieso nog veel beter. Helaas zijn er in die sector ook nog veel vooroordelen. “Wel hoogbegaafd, niet gek”, zo verzuchten nogal wat hoogbegaafden (Nauta, 2020).
Psychologische kennis
Hoewel coaches vaak geen psycholoog zijn, begeven ze zich wel op psychologisch terrein. Het valt ons op dat ze wel gebruik maken van psychologische kennis, zij het soms fragmentarisch of onbewust. Ze hebben in een opleiding iets geleerd, ergens iets gelezen et cetera. Soms hebben ze toepassingen geleerd van een psychologische theorie of methode zonder dat ze de theorie erachter beheersen. Het risico bestaat dat een theorie zonder nuance wordt toegepast als dé waarheid. Terwijl er van alles over te zeggen valt, zoals wanneer die theorie dan geldig is (en vooral wanneer niet) en hoe je de theorie zou kunnen gebruiken in een specifieke situatie. Sommige kennis is verouderd, herzien door nieuw onderzoek en komt toch steeds weer boven. Zo horen we nog regelmatig professionals spreken over leerstijlen terwijl al lange tijd consensus heerst dat leerstijlen geen voorspellende waarde hebben voor studiesucces. Op de website van Onderwijskennis (z.j.) wordt dit toegelicht. Leerlingen leren dus niet beter als ze hun ‘eigen’ leerstijl toepassen.
We vragen ons wel eens af of coaches, die zeggen ‘eclectisch’ of ‘holistisch’ te werken, niet in feite theorieën die niets met elkaar van doen hebben mengen. Dat komt misschien wel heel creatief over maar is ook ‘vervuilend’. Dabrowski wordt dan bijvoorbeeld gemengd met Spiral Dynamics, met Maslow, met morele ontwikkeling (Kohlberg), met Freud en zo voorts. Zo kun je alles inzetten als het je past, zonder dat de theoretische achtergrond juist is. “Als het maar werkt in de praktijk” zeggen sommigen. Jazeker, dat is een belangrijk criterium maar als het lijkt te werken is het dan ook altijd oké?
Soms doen coaches ook uitspraken over autisme, ADHD en andere classificaties uit de DSM. Daarmee begeven ze zich op glad ijs. Iemand die daar geen opleiding voor heeft, zou zich ver moeten houden van deze uitspraken. Het classificeren is niet het afwerken van een afvinklijstje. Eigenlijk is het zelfs onbevoegd uitoefenen van een beroep dat in de wet BIG staat. Het doen van dergelijke uitspraken kan iemand helpen te duiden wat er speelt maar het kan ook zeer schadelijk zijn. Wie een keer door een coach een term uit de DSM heeft horen gebruiken, legt die niet zomaar naast zich neer. Zo’’n term kan zeer stigmatiserend werken en ook een selffulfilling prophecy worden: ik ben autist dus ik houd niet van…… Mensen gaan hun gedrag zo zelf duiden en kunnen er dan vanuit gaan dat ze dus gewoon zo zijn en er dus niets aan kunnen doen. Dat remt de groei- en ontwikkelmogelijkheden af. Dit baart ons zorgen.
Doen wat werkt
Onze eerste reactie op enthousiaste verhalen van hoogbegaafden over hun coaches is: wat geweldig dat deze coaches hoogbegaafde mensen zo goed kunnen aanvoelen en diepgaand contact met hen kunnen leggen! Ook mensen die al in de ggz zijn geweest vanwege psychische problemen, mensen die helemaal zijn vastgelopen, kinderen die vastzitten en met niemand willen praten. Het vereist heel wat invoelend vermogen en creativiteit om contact met hen te krijgen en hen te helpen. Mensen zijn blij en gelukkig dat ze eindelijk iemand gevonden hebben die begrijpt waar zij het over hebben.
Ja natuurlijk, elke manier om mensen op een constructieve manier met hun levensknelpunten om te laten gaan is waardevol. De relatie van de coach met de cliënt is wezenlijk en mogelijk het enige wat er écht toe doet. Als dat werkt dan is het toch prima zou je zeggen.
Alleen…. hoe weet je eigenlijk wat werkt? De coachees voelen zich gehoord en gezien, dat is fantastisch. Dat werkt ook echt, coach en coachee zijn daarin oprecht, daar hebben we geen zorgen over. Misschien zou dat ‘je gehoord en gezien weten’ beter nog dichter bij huis kunnen realiseren. Psychiater Dirk de Wachter pleit hiervoor: bespreek je problemen thuis, met je partner, vriend, buurvrouw, we professionaliseren tegenwoordig alles en mensen gaan naar een psychiater met gebeurtenissen die bij het leven horen betreffende rouw, levensfasen, allerlei dilemma’s. “We kunnen zo een beetje elkaars psychiater zijn” (De Wachter, z.j.).
We zijn het helemaal eens met zijn stelling en gunnen iedereen een goede gesprekspartner in de huiselijke sfeer. Maar ja, als je al vastgelopen bent, als je partner je niet begrijpt en als je niet weet dat hoogbegaafdheid mee kan spelen, wat dan? Dan zoek je verder en ben je gelukkig als je een klik hebt met een coach die je wel lijkt te begrijpen.
En dan na die eerste klik? Bekend is dat houvast helpt, dus als je mij vertelt dat ik hoogbegaafd ben, dat dat past bij alles wat ik heb meegemaakt en daar vertel, dan valt er daardoor bij mij van alles ‘op z’n plaats’. Ik gebruik dan mijn ‘babbelbrein’, een term die tegenwoordig meer en meer gebruikt wordt om uit te leggen dat de voornaamste functie van onze hersenen is om betekenis geven aan wat onze zintuigen waarnemen; we zien dus niet de waarheid maar een werkelijkheid die we zelf creëren. Mijn babbelbrein kan tevreden zijn met het woord ‘hoogbegaafd’. Dat geeft namelijk consistentie, coherentie, houvast in mijn leven, dat is heel fijn en werkt. Niemand hoeft zich, denken we, zorgen te maken over dit aspect van de coaching, psycho-educatie (iemand uitleggen wat er speelt, woorden geven aan ervaringen, duiden) dat werkt écht zeggen vele coachees.
Klopt het wel?
Maar klopt die houvast ook? Ga ik terecht allerlei zaken die in mijn leven spelen onder de noemer hoogbegaafdheid scharen en/of ga ik mij daar vervolgens ook daarnaar gedragen? Maak ik mijn eigen theorietje waar? Ja, want dat doe ik als mens voortdurend. De verklaringen en termen die ik gebruik zijn eigenlijk niets anders dan hokjes die mijn babbelbrein gebruikt om te duiden: ik sluit me nu af want ik ben overgevoelig voor geluiden, ik stop hier mee want ik verveel me snel. Is dat erg? Ach, het maakt niet zoveel uit wat ik vind, want mijn babbelbrein kan niks anders en doet niets anders dan woorden geven, of beter: betekenis geven, aan wat mijn zintuigen opvangen. Anders is dit leven niet te doen. Woorden geven aan wat ik ervaar is nuttig en lastig tegelijk. Immers, als ik het eenmaal duid, dan kan ik het als feit gaan zien terwijl het dat niet is, wij mensen hebben die neiging al snel: ik ben extravert, ik heb hoogtevrees, ik ben autistisch dus… Maar hoort hier wel een dus, is het label wel een verklaring of slechts een term? En wat bereiken we hiermee? Het kan tot fixatie leiden en zoals eerder opgemerkt, je leer- en groeimogelijkheden blokkeren.
Lange termijn
Onze zorgen zitten met name in wat er op lange termijn echt werkt: is een hokje bieden wellicht een pleister en verhult die wat echt aandacht hoeft? Hier halen we graag het reïficatieprobleem aan, zoals Trudy Dehue (Dehue, 2014) dat beschrijft en ook Ten Broeke (2016) dat uitlegt. Dat reïficeren zien we de hele tijd om ons heen gebeuren. Ook met hoogbegaafdheid. Als je reïficeert, dan beschrijf je iets alsof het als realiteit bestaat (het Latijnse woord res betekent ding), terwijl het gaat om een term, die alleen wordt gebruikt voor een idee of een abstractie. Hieronder meer uitleg.
We kunnen een aantal gedragingen die we waarnemen bij iemand best aanduiden met een verzamelnaam, dat doen we voortdurend: autisme, ADHD, Parkinson, weerstand, motivatie. Dat beschrijft het gedrag wat we zien en dat kan zeer helpend zijn. Dehue legt uit dat het belangrijk is dat we blijven beseffen dat een beschrijving van een aantal symptomen of gedragingen met een bijbehorende naam, niets zegt over de reden ervan, het geeft geen verklaring. Een kind vinden we druk en dat noémen we AHDH, het kind is niet druk dóór de ADHD. ADHD is geen eigenstandig ding. Ook een term voor een somatische ziekte zoals diabetes, is in feite een afspraak onder artsen. Je bent niet ziek door de diabetes, je hebt een aandoening en dat noémen we diabetes. Om daarmee te kunnen leven moet je er veel meer over weten dan alleen de term. Je kan je leven hierop inrichten en dan helpt het enorm om te leren over jouw suikerstofwisseling en hoe dat werkt in jouw leefsituatie.
Voor hoogbegaafdheid geldt dat ook, voor zover we het hebben over de beschrijving van kenmerken. De hoge intelligentie, het basiselement van hoogbegaafdheid, is wel meetbaar, net als je bloedsuikerwaarde maar het gaat uiteindelijk om hoe je die intelligentie gebruikt in interactie met wie je bent door je opvoeding en je omgeving, de maatschappelijke cultuur, je emotionele stijl, je gezin, je school, je werk et cetera. Het staat dus niet op zichzelf, het is geen ding dat je vast kunt pakken. Hoogbegaafdheid is geen diagnose, jouw hoogbegaafdheid is een persoonlijke uiting. Het beschrijft maar verklaart niets, de ‘oorzaak’ van hoogbegaafdheid blijft daarmee verborgen.
Kortom, de aandacht en psycho-educatie die coaches bieden is goud waard, daar willen we niets aan af doen. Mits uiteraard de coaches geen onzin beweren en we beseffen dat een theorie een poging is om een werkelijkheid te beschrijven, maar nooit verward moet worden met de werkelijkheid. “De kaart is niet het gebied” is een bekende uitspraak en dat is zeer waar. De vraag die we hier voorleggen is: helpt de coaching op de lange termijn ook echt? Een tevreden klant is immers niet altijd een geholpen klant. Een patiënt die veel stress heeft en van de dokter kalmeringstabletten krijgt die meteen rust brengen voelt zich goed geholpen maar is dat ook zo?
Mogelijke schade door coaching?
We willen hier voorzichtig iets schrijven over de mogelijke schade die zou kunnen ontstaan door coaching. Als hoogbegaafdheid als verklaring wordt gezien voor alle problemen die men tegenkomt hindert dat soms de mogelijkheid om er mee om te leren gaan. Het gaat altijd om interacties met jou als persoon, met anderen en met situaties. Hoogbegaafdheid is een set van positieve kenmerken. Die men soms als volwassene nog moet leren gebruiken omdat dat niet eerder in het leven is geleerd. Natuurlijk is het lastig als er al vroeg in het leven geen sprake was van een veilige hechting. Maar wie dat alleen aan de hoogbegaafdheid ophangt, doet er niets mee. Die blijft mogelijk hangen in slachtofferschap.
Een valkuil kan ook zijn dat een coach vooral put uit eigen ervaringen en de coachee bestookt met oplossingen die voor haar of hem zelf hebben gewerkt. Uiteraard is dat in het algemeen schadelijk, niet alleen bij hoogbegaafden. We zien dit verschijnsel bij hoogbegaafden onder elkaar, omdat je elkaar zo goed denkt te begrijpen. Zo lezen we bijvoorbeeld op sociale media allerlei ongevraagde adviezen van hoogbegaafden aan elkaar, wanneer iemand meldt problemen te hebben in relatie tot de hoogbegaafdheid. “O, dan heb je misschien ook ADHD, net als … “ “O, dan ben je depressief…”. Uit verhalen van hoogbegaafden maken we op dat dit ook in een coachingsgesprek voorkomt.
Als coaches te snel labels (uit de DSM) gaan plakken, kan dat schade doen. Het leidt tot medicalisering, het geloof dat je iets mankeert, daarmee kom je niet verder. Wij denken dat de hoogbegaafde wel verder als komt als die zich verdiept in de eigen emoties, gevoelens en gedrag. En zich afvraagt hoe met de eigen kenmerken goed te leven.
Of het vertellen van niet kloppende theorieën ook schadelijk kan zijn, staat ter discussie. Misschien ontstaat er geen directe schade. Maar als de coachee er iets over leest en erachter komt dat de geboden kennis niet of deels niet klopt, kan het vertrouwen in de coach wel beschaamd raken.
Wijsheid
Wat is wijsheid? Wij komen bijvoorbeeld op jezelf als coach wegcijferen, voldoende kritisch zijn, nuanceren, nederig zijn, ……. (vul het als lezer maar verder in).
Brugman schrijft in zijn proefschrift uit 2000 (Trouw, 2000) dat wijsheid de relativerende omgang met kennis is. Wijsheid gaat om wat we denken zeker te (kunnen) weten en dat is niet veel. Socrates is met zijn uitspraak: “Ik weet dat ik niets weet” het prototype van een wijs mens. Psycholoog Paul Baltes onderzocht wijsheid en had een pragmatische insteek: een manier waarop je dingen doet in plaats van een manier waarop je naar dingen kijkt (De Lange, 2021).
Wijsheid van de coach is nodig denken we om met een warm hart de ander bij te staan in diens zoektocht, niet door pleisters en quick fixes aan te bieden die bij anderen werkten – dus bij deze coachee vast ook – maar door de zoektocht, die leven heet, samen te onderzoeken. De waarde van de coaching zit in het samen ontdekken wat werkt waarbij de coach zijn/haar expertise inzet, ervaring kan delen, eventueel suggesties kan doen maar het is de coachee die het werk doet want alleen die weet wat echt past. De kunst is om daarbij niet te snel te kijken naar of het wel fijn en prettig is, want echt leren is vaak niet leuk, dat doet een beetje “ au”. Het filmpje van Rabbi dr A. Twerski (Twerski, z.j.) over hoe kreeften groeien geeft een prachtig beeld over hoe kreeften door de pijn van een te krappe behuizing op het idee komen hun oude schild af te werpen en dan pas in een volgende fase kunnen komen.
Nuance over psychologische kennis in het algemeen
Zou het zin hebben als coaches van hoogbegaafden, en dan diegenen die niet al psycholoog zijn, meer psychologische kennis hebben? Dat is de vraag. Ik (AS) vraag me wel eens af is de kwaliteit van de huidige reguliere opleidingen goed genoeg? Ik ken ze zeker niet allemaal natuurlijk en ik bedoel niemand voor het voorhoofd te stoten, maar ik merk het aan mezelf: ook in mijn lessen is goed wat ik als docent denk wat goed is, hoe kritisch ik ook probeer te zijn op mijn eigen aannames. Het is ook niet gemakkelijk om studenten voldoende kritisch vermogen bij te brengen in deze tijd die voor veel psychologen best verwarrend is: in de psychologie en ook in de psychiatrie verschuiven ideeën over ziek zijn en gezond. Dat we in Nederland een hele lange opleiding tot GZ psycholoog kennen is enerzijds goud waard en onvervangbaar, maar deze zelfde opleiding draagt ook bij aan het in stand houden van allerlei hokjes en denkwijzen die misschien wel aan een forse opfrisser toe zijn.
Met ‘opfrisser’ denken we aan meer dan een nieuwe term invoeren of een enkel hokje vervangen. Steeds meer westers opgeleide (klinisch) psychologen verlaten het materialistische, dualistische wereldbeeld en aanvaarden dat de wereld een gevolg van ons paradigma is, een verhaal van ons collectieve babbelbrein en zeker niet de waarheid. Die waarheid bestaat niet, geluk en lijden ontstaan voornamelijk in onze gedachten. De wetenschap is een fantastisch iets als het gaat om het beschrijven van die werkelijkheid en die vastleggen in algemeen geldige natuurwetten maar helpt ons niet aan antwoorden over hoe en waarom. Ook niet als we nóg meer gaan meten en nog meer data verzamelen want niet alles wat we meten is relevant en niet alles wat relevant is kunnen we meten, zeker niet als het gaat om zaken als geluk en floreren. “Is het wel mogelijk om van menswetenschappen te spreken?” vraagt Gerbert Bakx zich hardop af in diverse van zijn podcasts: de wetenschap is nuttig voor objecten maar mensen hebben keuzes en volgen niet de wetten van de wetenschap (https://podtail.nl/podcast/gerbert-bakx/). Het gaat naar zijn mening over het vinden van betekenis en zin, niet om het beschrijven van wat waar of niet waar is. Dat vraagt eerder om een filosofisch gesprek dan om een medische diagnose. Hij sluit daarmee aan bij de visie van Dirk de Wachter: het gaat niet om waarheidsvinding of om het onderscheid tussen ziek en gezond maar om wat geeft voor die persoon het leven zin. Dat is een existentiële vraag die je niet kan beantwoorden met een theoretisch model, die vraag bespreken vraagt om (zelf)inzicht en wijsheid. Kortom, we willen hier zeker niet pleiten voor verplichte bijscholing met veel theoretische kennis voor HB-coaches of een nieuwe registratie, daar gaat het naar ons idee niet om, wel om die kennis met wijsheid te kunnen inzetten.
Tot slot
In dit blog zijn we gaan onderzoeken wat volgens ons voorwaarden zijn voor effectieve coaching van hoogbegaafde volwassenen. In de literatuur is er wel iets beschreven, namelijk dat de coach of therapeut zelf hoogbegaafd zouden moeten zijn om de cliënt echt te begrijpen. Maar de onderbouwing daarvoor vinden we mager. En het lijkt ons zeker niet voldoende.
Er zijn coaches in alle soorten en maten, opleiding zegt niet alles over iemands kwaliteit.
Opleiding is wel nodig maar nooit als enige. Mensen met een BIG registratie die in de ggz werken zijn lang niet allemaal goed voor hoogbegaafden, we horen te vaak dat hoogbegaafde cliënten daar niet op hun plek zijn en weglopen omdat ze niet begrepen worden.
Moet er dan meer op kennis worden gelet? Kennis riekt naar waarheidsvinding en is naar ons idee niet wat we nodig hebben. Wat dan wel? Wellicht gaat het er nu om dat coaches (en therapeuten) die hoogbegaafden begeleiden, hier samen over in gesprek gaan? Dat ze, voor zover dat nog niet het geval is, intervisiegroepjes maken om juist deze vragen te bespreken.
Misschien kan er vanuit de coaches voor hoogbegaafden wel een aanzet komen voor een basisprogramma voor HB coaches? En daarnaast is het volgende natuurlijk van groot belang voor de kwaliteit: supervisie, intervisie, afstemmen, vragen stellen, andere perspectieven overwegen. We zouden willen dat alle gesprekspartners van hulpzoekers dit kunnen bieden. HB of niet.
Verder is onze conclusie: maak onderscheid tussen wat prettig is voor de cliënt en/of de coach en wat echt werkt: vertrouw niet alleen op opleiding, noch op eigen ervaring. Blijf kritisch. Coachen is een vak, een vaardigheid. Die vaardigheid kun je leren maar het feit dat je je vak verstaat, wil nog niet zeggen dat je de goede dingen doet en dat je de dingen goed doet. Toets dat dus allebei!
Als je de dingen niet goed doet, dan wordt het sowieso niks. Dus eigen ervaring, je kennis, vaardigheden aanleren, samen met intervisie, voldoende kritisch vermogen dat maakt de coaching waardevol.
Of we moeten streven naar een beroepsvereniging van HB coaches die ook kwaliteitsnormen formuleren, is de vraag? En een registratie/ erkenning opzetten? Er bestaat al een Kwaliteitsregister van de Koepel Hoogbegaafdheid. De vraag is of daarmee de kwaliteit ook beter wordt. We kennen nogal wat coaches die er zelf niet in willen (teveel bureaucratie en ze hebben toch wel voldoende klanten) en we horen van coaches die volgens henzelf onterecht zijn geweigerd. Dit is dus een fors discussiepunt. We hopen wel op meer samenwerking van coaches waardoor de gedeelde kennis en ervaring op een hoger niveau zal komen.
Referenties
Bakx, G. (z.j.). https://podtail.nl/podcast/gerbert-bakx/
Brown, M. (2021). Research with gifted adults: Mapping the territory using a socially just process. A thesis submitted in fulfilment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy in Psychology, the University of Auckland.
Brown, M., Peterson, E.R. & Rawlinson, C. (2020). Research With Gifted Adults: What International Experts Think Needs to Happen to Move the Field Forward, Roeper Review, 42:2, 95-108 To link to this article: https://doi.org/10.1080/02783193.2020.1728797
David, H. (2021). The conditions for establishing a therapeutic alliance between the counselor and the gifted client. Journal of Gifted Education and Creativity 8(1), 23-32.
Dehue, T. (2014). Betere mensen: over gezondheid als keuze en koopwaar. Atlas Contact.
De Lange, F. (2021). Eindelijk volwassen. De wijsheid van de tweede levenshelft. Ten Have
De Wachter, D. Praat met elkaar: Iemand helpen doe je zo, volgens psychiater Dirk de Wachter (careerwise.nl)
Eduratio: EduRatio – Verbaal-Performaal kloof bij IQ testen
Emans, B. (2017). Hulpverlening schiet vaak tekort. Talent, februari 2017, pp 20-23.
GGZ nIeuws 29 mei 2023. Eigen ervaringen delen helpt bij huiselijk geweld en kindermishandeling – (ggznieuws.nl)
Hoiting, L. & Nauta, N. (2022). Hoogbegaafde Hulpzoekers. BigBusinesspublishers en IHBV.
Kwaliteitsregister Koepel Hoogbegaafdheid: KwaliteitsRegister HoogBegaafdheid
Mens en samenleving: Het interpreteren van een IQ-score of testuitslag | Mens en Samenleving: Psychologie (infonu.nl)
Nauta, N. (2020). Hoogbegaafd: wel anders maar niet gek. Tijdschrift voor Begeleidingskunde, 9(4), 2-11. https://lvsc.eu/attachments/ACV8T7K9U944728O/TsvB-2020-04-01_Hoogbegaafd_wel_anders_maar_niet_gek.pdf
Onderwijskennis. Differentiëren naar leerstijl helpt leerlingen niet | Onderwijskennis
Rinn, A.N., & Bishop, J. (2015). Gifted Adults. A Systematic Review and Analysis of the Literature. Gifted Child Quarterly, October 2015 vol. 59 no. 4 213-235.
Ten Broeke (2016) https://ashatenbroeke.nl/gelezen-betere-mensen-van-trudy-dehue/.
Trouw (2000). Experts in onzekerheid leiden het goede leven | Trouw
Twerski, A. How do lobsters grow: How do lobsters grow ? | Rabbi Dr. Abraham Twerski | Storiez – YouTube
Warne, R.T. (2020). In the know. Cambridge. Cambridge University Press.
Yermish, A. (2010). Cheetahs on the Couch: Issues Affecting the Therapeutic Working Alliance With Clients Who Are Cognitively Gifted. Massachusetts School of Professional Psychology. Submitted in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Psychology.
Auteurs
Noks Nauta is arts niet praktiserend en arbeids- en organisatiepsycholoog. Sinds ze in 2000 ontdekte dat ze zelf hoogbegaafd is, verzamelt en verspreidt ze kennis over hoogbegaafde volwassenen en senioren. Dat doet ze voornamelijk via het Instituut Hoogbegaafdheid Volwassenen (IHBV) waar ook enkele van haar boeken zijn uitgegeven: Webshop – IHBV
Agnes Schilder is psycholoog, docent, coach en spreker. Haar belangstelling gaat uit naar de toegepaste, positieve psychologie en hoogbegaafdheid bij volwassenen. Ze organiseert samen met anderen HB-cafés in Groningen (zie www.ihbv.nl) en zet zich in om de kennis over hoogbegaafdheid te vergroten door het geven van presentaties en het voeren van gesprekken met professionals, (jong)volwassenen en ouderen over (hun) hoogbegaafdheid. Meer informatie: http://www.bovenhetmaaiveldcoaching.nl.
Veel verwijzingen in deze blog zijn te vinden op de website van Noks Nauta zelf: https://noksnauta.wordpress.com/2023/06/04/coachen-van-hoogbegaafden-met-begrip-kennis-en-wijsheid/