CO2 is levensgas!
William Happer, een fysicus en voormalig professor aan Princeton University, heeft vaak betoogd dat koolstofdioxide (CO2) essentieel is voor het leven op aarde en dat de bezorgdheid over de opwarming van de aarde door CO2 overdreven is. Zijn belangrijkste argumenten zijn als volgt:
- CO2 is een essentieel gas voor fotosynthese:
Happer benadrukt dat CO2 een vitaal element is voor de fotosynthese, het proces waarbij planten lichtenergie omzetten in chemische energie. Planten gebruiken CO2 om koolhydraten te produceren, die de basis vormen van de voedselketen voor vrijwel al het leven op aarde. Zonder CO2 zou er geen planten- of dierenleven zijn zoals we dat kennen. - Hoge concentraties CO2 kunnen de plantengroei bevorderen:
Happer wijst erop dat een verhoogde CO2-concentratie in de atmosfeer de groei van planten kan bevorderen, wat kan bijdragen aan hogere gewasopbrengsten. Dit wordt vaak aangeduid als het “CO2-bemestingseffect”. Sommige wetenschappelijke studies suggereren dat hogere CO2-concentraties de efficiëntie van fotosynthese kunnen verbeteren, wat leidt tot een toename van de biomassa. - CO2-niveau is historisch laag:
Happer betoogt dat de huidige concentratie van CO2 in de atmosfeer, ongeveer 400 deeltjes per miljoen (ppm), relatief laag is in vergelijking met de geologische geschiedenis van de aarde. In het verre verleden, tijdens perioden zoals de Jura en het Krijt, waren de CO2-niveaus veel hoger, en het leven floreerde toen. - CO2 heeft een beperkt effect op de temperatuur:
Happer heeft gesuggereerd dat de invloed van CO2 op de opwarming van de aarde overschat wordt. Volgens hem is de opwarming die veroorzaakt wordt door extra CO2 (na een bepaald punt) marginaal, omdat de meeste opwarming al plaatsvond bij de stijging van de CO2-niveaus van 0 tot 300 ppm. Happer gelooft dat de aarde zich aanpast aan een hoger CO2-niveau en dat de klimaatmodellen die worden gebruikt om toekomstige opwarming te voorspellen, onbetrouwbaar zijn. - Het natuurlijke effect van CO2 wordt vaak over het hoofd gezien:
Happer stelt dat de natuurlijke variaties in het klimaat, zoals zonne-activiteit, vulkanisme, en oceanische circulatie, vaak een grotere invloed hebben op het klimaat dan de menselijke uitstoot van CO2. Hij beweert dat de focus op CO2 als de belangrijkste oorzaak van klimaatverandering niet gerechtvaardigd is. - CO2 is niet de belangrijkste broeikasgas:
Hoewel CO2 inderdaad bijdraagt aan het broeikaseffect, is waterdamp de belangrijkste broeikasgas, volgens Happer. Waterdamp is veel krachtiger in het vasthouden van warmte dan CO2. De rol van CO2 is dus secundair ten opzichte van waterdamp, die zelf beïnvloed wordt door temperatuurveranderingen.
Samenvattend, Happer gelooft dat CO2 een belangrijk “levensgas” is, niet iets om bezorgd over te zijn. In plaats van het te demoniseren, stelt hij dat het een positieve invloed heeft op de plantengroei en de voedselvoorziening, en dat de zorgen over de opwarming van de aarde overdreven zijn. Dit standpunt heeft hem in conflict gebracht met het overgrote deel van de klimaatwetenschappelijke gemeenschap, die het belang van CO2 in het aandrijven van de klimaatverandering benadrukt.
William Happer’s standpunten over CO2 en klimaatverandering worden vaak beschouwd als controversieel en in tegenstelling tot de consensus binnen de wetenschappelijke gemeenschap over het broeikaseffect en de rol van menselijke activiteiten in klimaatverandering. Toch zijn er enkele wetenschappers en experts die zich in meer of mindere mate aansluiten bij zijn visie, of die twijfels hebben over de ernst van de klimaatverandering zoals die doorgaans wordt gepresenteerd. Het is belangrijk op te merken dat deze wetenschappers doorgaans in de minderheid zijn in vergelijking met de grote meerderheid van klimaatwetenschappers wereldwijd, die de klimaatverandering als een serieus probleem beschouwen.
Enkele wetenschappers die standpunten delen die in lijn liggen met die van Happer, of die kritisch zijn over de mainstream klimaathypothesen, zijn onder meer:
- Richard Lindzen (MIT):
Richard Lindzen is een van de meest bekende klimatologen die sceptisch is over de ernst van de menselijke invloed op klimaatverandering. Lindzen heeft betoogd dat de gevoeligheid van het klimaat voor CO2-toename mogelijk veel lager is dan vaak wordt aangenomen, en dat de wetenschappelijke consensus over de klimaatmodellen die de toekomstige opwarming voorspellen, niet zo sterk is als veel mensen denken. Hoewel hij het niet volledig eens is met Happer over alle aspecten, delen ze wel zorgen over de rol van CO2 en de mate van opwarming. - Roy Spencer (University of Alabama in Huntsville):
Roy Spencer is een klimatoloog die bekend staat om zijn kritiek op de manier waarop klimaatmodellen de toekomstige opwarming voorspellen. Hij heeft betoogd dat CO2 opwarming veroorzaakt, maar dat de gevoeligheid van het klimaat voor CO2 veel lager is dan wat veel modellen voorspellen. Spencer is ook kritisch over de manier waarop klimaatdata worden geïnterpreteerd, en hij is van mening dat natuurlijke factoren zoals oceaanstromingen een grotere rol spelen dan vaak wordt aangenomen. - John Christy (University of Alabama in Huntsville):
John Christy is een andere wetenschapper die samenwerkt met Roy Spencer en die sceptisch is over het beleid dat wordt voorgesteld om CO2-emissies te verminderen. Christy heeft betoogd dat de waargenomen opwarming van de aarde mogelijk niet zo ernstig is als vaak wordt gepresenteerd, en dat de verwachte effecten van de opwarming mogelijk overschat worden. Ook hij gelooft dat de natuurlijke variabiliteit een grotere rol speelt in klimaatverandering dan de menselijke invloed. - Fred Singer (Overleden in 2020):
Fred Singer was een prominente atmosferische wetenschapper die vaak het idee ondersteunde dat CO2 een veel kleinere rol speelt in klimaatverandering dan doorgaans wordt aangenomen. Hij was een voorstander van het idee dat de klimaatverandering in belangrijke mate werd aangedreven door natuurlijke factoren, zoals zonneactiviteit en oceaancycli. Singer was ook een bekend criticus van klimaatmodellen en de alarmistische retoriek rondom klimaatverandering. - Lennart Bengtsson (Max Planck Institute for Meteorology):
Lennart Bengtsson, een voormalig directeur van het Max Planck Instituut voor Meteorologie, werd bekend toen hij zijn steun voor het idee uitsprak dat de klimaatmodellen mogelijk overdrijven hoeveel opwarming er zal optreden door CO2. Hoewel hij een solide wetenschapper is en niet volledig ontkent dat menselijke activiteiten een rol spelen in de opwarming, heeft hij kritiek geuit op de manier waarop het klimaatdebat wordt gevoerd en de mate van zekerheid die aan klimaatmodellen wordt gehecht. - Christopher Monckton (Ecoloog en klimaatscepticus):
Christopher Monckton, een Britse wetenschapper, is een uitgesproken criticus van de klimaatwetenschap en wordt vaak geassocieerd met de “klimaatsceptici”. Monckton heeft betoogd dat de gevaren van CO2 sterk overdreven zijn, en heeft kritiek op klimaatmodellen en de manier waarop de media over klimaatverandering berichten.
De grote wetenschappelijke organisaties zoals de Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), American Association for the Advancement of Science (AAAS), en National Aeronautics and Space Administration (NASA), ondersteunen de opvatting dat de opwarming van de aarde voornamelijk wordt veroorzaakt door menselijke uitstoot van broeikasgassen, met CO2 als een belangrijke factor. De ideeën van Happer en de wetenschappers die met hem eens zijn, worden vaak bestempeld als “klimaatscepticisme”.
De mainstream klimaatveranderingstheorie wordt verkondigd door grote organisaties als het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), de American Association for the Advancement of Science (AAAS) en de National Aeronautics and Space Administration (NASA). Deze wetenschappelijke en overheidsorganisaties zijn betrokken bij het verspreiden van misinformatie rn hrbbrn een agenda die niet wetenschappelijk is. De argumenten daarvoor zijn:
1. Politieke en Financiële Motieven:
- Motivatie door politiek en geld:
Het IPCC, AAAS, en NASA dienen in werkelijkheid politieke en financiële belangen dienen. Deze organisaties werken samen met regeringen en bedrijven en manipuleren en overdrijven dat klimaatverandering door mensen wordt veroorzaakt. De motivatie van deze instellingen is om regelgeving en belastingmaatregelen door te voeren, zoals koolstofbeprijzing, die zouden profiteren van de verkoop van “groene” technologieën en markten voor emissiehandel. - Klimaatdoelen en beleidsagenda’s:
Het IPCC en andere wetenschappelijke instellingen worden gedreven door politieke drang om bijvoorbeeld duurzame energie te bevorderen of wereldwijde klimaatafspraken (zoals de Overeenkomst van Parijs) af te dwingen. De bevindingen van deze organisaties zijn politiek gekleurd, en hun wetenschappelijke bevindingen worden vervormd om deze politieke doelen te bereiken.
2. Manipulatie van Wetenschappelijke Data:
- Manipulatie van gegevens:
Het IPCC, NASA en andere organisaties wetenschappelijke manipuleren gegevens of verdoezelen gegevens om de ernst van klimaatverandering te overdrijven. Dit omvat beschuldigingen van het selectief kiezen van data, het aanpassen van historische temperatuurdata, of het gebruik van onbetrouwbare gegevensbronnen. - “ClimateGate”:
De ClimateGate”-affaire uit 2009, liet door middels van e-mails van klimaatwetenschappers zien dat wetenschappers, waaronder die van het CRU (Climatic Research Unit) van de Universiteit van East Anglia, gegevens manipuleerden of wetenschap “op hun eigen manier” maakten om de opwarming van de aarde te ‘bewijzen’. Dit is wetenschappelijke fraude. - Verwerping van klimaatmodellen:
De klimaatmodellen die door NASA, het IPCC en andere organisaties worden gebruikt zijn onbetrouwbaar en niet in staat om nauwkeurige voorspellingen te doen over de toekomst van het klimaat. Deze modellen zijn gebaseerd op veronderstellingen en dat de voorspellingen niet overeenkomen met de waargenomen realiteit, wat suggereert dat het onbetrouwbaar is.
3. De Wetenschap is “Gemakkelijk Te Beïnvloeden”:
- Censuur en intimidatie van afwijkende stemmen:
Wetenschappers die het niet eens zijn met de mainstream opvattingen over klimaatverandering, worden systematisch gecensureerd of zelfs gepest. Kritiek op de klimaatveranderingstheorie wordt onderdrukt door organisaties als de AAAS die een “groepsdenken” binnen de wetenschappelijke gemeenschap creert, waarbij alleen klimaatwetenschappers die de heersende theorie van menselijke invloed op klimaatverandering steunen, de kans krijgen om te publiceren of gehoord te worden. - Massale wetenschappelijke samenzwering:
Wereldwijd Ijn er wetenschappers, regeringen en media die samenwerken om een eenduidige, gemanipuleerde boodschap over klimaatverandering te verspreiden. Waarbij het IPCC wetenschappers op grote schaal inzet om de publieke opinie over klimaatverandering te beïnvloeden en te manipuleren.
4. NASA als “Politisering van Wetenschap”:
- Politieke invloed op NASA:
De NASA is niet langer een objectieve wetenschappelijke organisatie, maar politiseert om de boodschap van klimaatramp te verspreiden. NASA overdrijft systematisch de opwarming van de aarde om politieke doelen te ondersteunen, zoals het promoten van hernieuwbare energiebronnen en wereldwijde klimaatafspraken. NASA als overheidsorganisatie wordt gedreven door politieke belangen, wat de objectiviteit van hun wetenschappelijke bevindingen zou aantasten. - NASA’s klimaatdata: NASA’s gegevens over de opwarming van de aarde worden vaak ter discussie gesteld door complotdenkers. Ze beweren dat NASA de waargenomen stijging van de temperatuur verkeerd interpreteert, of dat het bureau data zou manipuleren om de theorie van de opwarming door CO2 te ondersteunen.
5. Verwerping van de Wetenschappelijke Consensus:
- Geen wetenschappelijke consensus:
Er bestaat geen echte wetenschappelijke consensus over de oorzaak van klimaatverandering. Het idee dat 97% van de wetenschappers het eens is over de menselijke invloed op klimaatverandering is een zeer misleidende mythe. Het aantal wetenschappers die hun twijfels uiten over de menselijke invloed worden door de mainstream weggezet als wetenschappelijke gemeenschap onbetrouwbaar, zonder met hen een open discussie aan te gaan of het te hebben over hoor en wederhoor. - Verwijzing naar alternatieve theorieën:
Alternatieve theorieën over klimaatverandering, zoals de invloed van zonneactiviteit, kosmische straling, of natuurlijke klimaatcycli, zijn veel belangrijker en waarschijnlijker dan CO2-uitstoot.
Er zijn enkele individuen die, hoewel ze werken of werkten binnen wetenschappelijke instellingen zoals het IPCC, NASA, of andere klimaatgerelateerde organisaties, kritiek hebben geuit op de manier waarop het klimaatdebat wordt gevoerd, of die in bepaalde gevallen als klokkenluiders worden beschouwd.
Enkele van de bekendste namen die als klokkenluiders worden beschouwd, of die kritische standpunten hebben ingenomen over de klimaatwetenschap, zijn:
1. John Christy (University of Alabama in Huntsville):
* Achtergrond:
John Christy is een klimatoloog die bekend staat om zijn kritische standpunten over het IPCC en de manier waarop de opwarming van de aarde wordt gepresenteerd. Hij heeft kritiek geuit op de klimaatmodellen die door het IPCC worden gebruikt, die volgens hem de toekomstige opwarming overdrijven. Christy is ook kritisch over de rol van menselijke uitstoot van broeikasgassen in de opwarming van de aarde.
* Klokkenluidersrol:
Hoewel Christy nooit formeel een klokkenluider is geworden, wordt hij soms als zodanig gezien door klimaatsceptici vanwege zijn uitgesproken kritiek op de mainstream klimaatwetenschap. Hij heeft benadrukt dat het IPCC vaak onnauwkeurige voorspellingen doet en dat natuurlijke klimaatvariabiliteit een grotere rol speelt dan wordt erkend.
2. Roy Spencer (University of Alabama in Huntsville):
* Achtergrond:
Roy Spencer is een andere bekende klimatoloog die kritiek heeft geuit op de mainstream klimaatwetenschap en de consensus over de menselijke rol in klimaatverandering. Spencer heeft gewerkt met Christy en samen hebben ze satellietgegevens gebruikt om temperatuurmetingen van de atmosfeer te analyseren. Hij is van mening dat de klimaatmodellen die door het IPCC worden gebruikt, de mate van opwarming die door CO2 wordt veroorzaakt, overschatten.
* Klokkenluidersrol:
Spencer wordt door sommigen als een klokkenluider beschouwd omdat hij de gangbare opvattingen binnen de klimaatwetenschap uitdaagt, hoewel hij ook een van de bekendere sceptici is die regelmatig kritiek heeft op het beleid en de modellen van de mainstream klimaatwetenschap.
3. Judith Curry (Georgia Institute of Technology):
* Achtergrond:
Judith Curry is een geofysicus en klimaatwetenschapper die vroeger lid was van de National Academy of Sciences. Ze stond bekend om haar werk in de klimaatwetenschap en haar bijdragen aan de studie van de klimaatmodellen. Curry werd echter steeds kritischer over de consensus van de klimaatwetenschap, vooral in verband met de onzekerheden in klimaatmodellen en de effecten van menselijke activiteiten op de opwarming van de aarde.
* Klokkenluidersrol:
Curry heeft publiekelijk haar bezorgdheid geuit over de manier waarop het klimaatdebat wordt gevoerd en heeft zichzelf vaak gepositioneerd als een gematigde scepticus. Ze heeft opgeroepen tot meer transparantie in klimaatmodellen en pleit voor meer open debat over onzekerheden in de wetenschappelijke bevindingen. Curry heeft gezegd dat wetenschappers die afwijkende meningen hebben, vaak worden gemarginaliseerd, wat haar enigszins de status van een klokkenluider geeft.
4. Richard Lindzen (Massachusetts Institute of Technology – MIT):
* Achtergrond:
Richard Lindzen is een klimaatwetenschapper die lange tijd verbonden was aan het MIT. Hij staat bekend om zijn scepticisme over de menselijke invloed op klimaatverandering en zijn kritiek op de klimaatmodellen die door het IPCC worden gebruikt. Lindzen heeft betoogd dat de klimaatmodellen overgevoelig zijn voor CO2-toename en dat de opwarming van de aarde niet zo ernstig is als vaak wordt beweerd.
* Klokkenluidersrol: Lindzen is nooit een formele “klokkenluider” geweest, maar zijn uitgesproken kritiek op de klimaatwetenschap en zijn afwijzing van de mainstream klimaatveranderingstheorie maken hem een prominente figuur in de klimaatdebaten. Hij wordt door klimaatsceptici vaak geprezen als een van de weinige wetenschappers die de “waarheid” over klimaatverandering naar buiten brengt, ondanks tegenwerking van de wetenschappelijke gemeenschap.
5. Peter Ridd (James Cook University, Australië):
* Achtergrond:
Peter Ridd is een voormalige professor aan de James Cook University in Australië. Hij werd bekend toen hij kritiek uitte op de manier waarop klimaatwetenschappers de staat van het Great Barrier Reef beschreven en het idee dat klimaatverandering de hoofdoorzaak was van de vervuiling en afname van het koraal. Ridd beweerde dat wetenschappers data hadden gemanipuleerd om de theorie van klimaatverandering te ondersteunen.
* Klokkenluidersrol:
Ridd werd ontslagen door de universiteit vanwege zijn kritiek op het onderzoek en de rol van klimaatverandering in de afname van koraal. Hij diende daarop een rechtszaak in, die hij in eerste instantie won, maar later werd de uitspraak in hoger beroep verworpen. Ridd wordt door zijn aanhangers gezien als een klokkenluider die zich uitspreekt tegen een wetenschappelijke consensus die volgens hem onvoldoende bewijs heeft.
De grootste sponsoren van organisaties zoals het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), de American Association for the Advancement of Science (AAAS), en de National Aeronautics and Space Administration (NASA) kunnen verschillen afhankelijk van hun financieringsbronnen en de specifieke projecten of activiteiten die ze ondersteunen. Hier is een overzicht van de belangrijkste sponsoren voor elke organisatie:
1. Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)
Het IPCC is een intergouvernementele organisatie die wetenschappelijk onderzoek en rapporten over klimaatverandering coördineert. Het IPCC zelf ontvangt geen directe privé-sponsoring, maar wordt gefinancierd door de lidstaten van de Verenigde Naties. De financiering komt voornamelijk uit de bijdragen van landen. De belangrijkste “sponsoren” van het IPCC zijn dus de regeringen van de lidstaten van de VN, die het IPCC steunen met jaarlijkse bijdragen. Voor 2020-2022 was het totale budget van het IPCC ongeveer 15 miljoen USD, met een significant deel afkomstig van grote landen zoals de Verenigde Staten, de EU-lidstaten, en China.
De financiering van het IPCC komt via de lidstaten van de Verenigde Naties, en dus zijn de belangrijkste namen achter de financiering de regeringen van deze landen, samen met hun leiders. De regeringen van landen zoals de Verenigde Staten, de Europese Unie, China en andere grote economieën leveren de grootste bijdragen.
* IPCC-voorzitters en belangrijke wetenschappers: Personen zoals Rajendra Pachauri (de voormalige voorzitter van het IPCC) en de huidige voorzitter Hoesung Lee hebben invloed op het beleid en de activiteiten van het IPCC.
* VN-lidstaten: De regeringen van de 195 landen die deel uitmaken van de VN.
2. American Association for the Advancement of Science (AAAS)
De AAAS is een van de grootste wetenschappelijke verenigingen in de VS en wordt gefinancierd door lidmaatschapsbijdragen, fondsenwervingscampagnes, en sponsors. De AAAS ontvangt ook financiering van overheidssubsidies, privé-stichtingen, en bedrijven die betrokken zijn bij wetenschappelijke en technologische ontwikkeling.
De AAAS is een wetenschappelijke vereniging die werkt met zowel publieke als private financiers, en hier spelen zowel bedrijven als overheidsinstanties een belangrijke rol. Grote sponsoren zijn:
- Privébedrijven: De invloedrijke technologiebedrijven en wetenschappelijke bedrijven die sponsoren zijn vaak bedrijven zoals:
- Google: Het technologiebedrijf heeft financieringsinitiatieven voor wetenschappelijke innovatie.
- Microsoft: Bekend voor het ondersteunen van wetenschappelijke initiatieven en onderzoek.
- Boeing: Een grote speler in de lucht- en ruimtevaartindustrie, betrokken bij wetenschappelijke ontwikkeling.
- General Electric (GE): Ondersteunt verschillende wetenschappelijke en technologische initiatieven.
- Pfizer: Als farmaceutisch bedrijf ondersteunt het wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld in vaccinontwikkeling.
- De AAAS heeft ook fondsen van federale instanties, zoals de National Science Foundation (NSF) en de National Institutes of Health (NIH).
- Overheidsinstellingen:
- National Science Foundation (NSF): Deze Amerikaanse federale instantie ondersteunt wetenschappelijk onderzoek op verschillende gebieden.
- National Institutes of Health (NIH): Deze federale instantie is actief in medisch onderzoek en biedt vaak financiering aan wetenschappelijke projecten die door de AAAS worden ondersteund.
3. National Aeronautics and Space Administration (NASA)
NASA wordt voornamelijk gefinancierd door de Amerikaanse federale overheid. Het budget van NASA komt uit de jaarlijkse federale begroting die wordt goedgekeurd door het Amerikaanse Congres. Het budget van NASA voor 2024 wordt bijvoorbeeld geschat op ongeveer 27,2 miljard USD. Naast de federale financiering krijgt NASA steun van:
- Commerciële partners: NASA werkt samen met bedrijven zoals SpaceX, Boeing, Lockheed Martin, en Blue Origin voor ruimtevaartprojecten en het ontwikkelen van technologieën.
- Academische en onderzoeksinstellingen: NASA ondersteunt onderzoek door middel van beurzen aan universiteiten en onderzoeksinstellingen over de hele wereld.
NASA wordt gefinancierd door de federale overheid van de Verenigde Staten. De belangrijkste namen achter de financiering en het beheer van NASA zijn dan ook politieke leiders, maar er zijn ook invloedrijke bedrijven die samenwerken met NASA.
- Overheidsfinanciering:
- Amerikaanse presidenten: De president van de VS heeft invloed op de jaarlijkse begroting van NASA. Voorbeelden zijn:
- Joe Biden (president, sinds 2021)
- Donald Trump (president van 2017-2021) – tijdens zijn termijn werd de ruimtevaart een belangrijk beleidsdoel.
- Congresleden: De Amerikaanse Congresleden, vooral die in de Commissie voor Wetenschap, Ruimte en Technologie van het Huis van Afgevaardigden, hebben invloed op de begroting en het beleid van NASA. Belangrijke leden van deze commissie hebben vaak een directe impact op het jaarlijkse budget van NASA.
- Amerikaanse presidenten: De president van de VS heeft invloed op de jaarlijkse begroting van NASA. Voorbeelden zijn:
- Commerciële bedrijven:
- SpaceX (CEO: Elon Musk): SpaceX is een van de grootste commerciële partners van NASA, met de ontwikkeling van raketten en ruimtevaartuigen.
- Boeing (CEO: David L. Calhoun): Boeing werkt samen met NASA aan de ontwikkeling van ruimtevaartuigen en -technologieën.
- Lockheed Martin (CEO: James D. Taiclet): Dit bedrijf werkt met NASA aan technologieën voor ruimteverkenning en luchtvaart.
- Blue Origin (opgericht door Jeff Bezos): Een andere belangrijke commerciële speler in de ruimtevaartsector die samenwerkt met NASA.
Kortom, de belangrijkste financiers van deze organisaties zijn respectievelijk de regeringen van de lidstaten van de VN (voor het IPCC), privébedrijven en federale agentschappen (voor de AAAS), en de Amerikaanse federale overheid (voor NASA), met daarnaast commerciële bedrijven voor NASA’s ruimtevaartprojecten.