Bewustzijn en gewaarzijn
Het handboek van Phoenix Opleidingen Utrecht PASSE-PARTOUT staat vol met begripsomschrijvingen. Begrippen die in mijn vak als coach gebruikt worden en in de persoonlijke ontwikkeling van mensen noodzakelijk zijn, ter bevordering van het bewust-zijn en gewaar-zijn. Het boek is zorgvuldig geschreven door mijn leermeesters Wibe Veenbaas, Morten Hjort, Mirjam Broekhuizen en Mirjam Dirkx. (871 pagina’s, ISBN 9789081989244, april 2019, te bestellen bij: Phoenix Opleidingen Utrecht). Hier uit dat boek overgenomen wat er geschreven staat over BEWUSTZIJN en GEWAARZIJN. (pagina 123 t/m 125)
DEFINITIES
Bewustzijn is het vermogen om jezelf en de omgeving te ervaren of waar te nemen
Bewustzijn is een reflectie op indrukken uit de buitenwereld en de binnenwereld
Gewaarzijn is datgene wat het bewustzijn waarneemt.
OMSCHRIJVING BEWUSTZIJN
De Nederlandse term ‘bewustzijn’ is afgeleid van het Duitse Bewusstsein. Het is alles wat ons bekend is. Verwante begrippen zijn: besef, notie, zich realiseren, weet hebben van, doordrongen zijn van en in zekere mate ook bezinning en geweten. Bewustzijn is een reflectie op indrukken uit de buitenwereld zoals mensen, dingen en gebeurtenissen. Anders gezegd: bewustzijn is een toestand die zich kenmerkt door een besef van het eigen ik en de omgeving. Ons bewustzijn vangt voortdurend informatie op, het is een optelsom van informatiestromen en interpretaties.
IK-BEWUSTZIJN
Ik-bewustzijn is een aspect van bewustzijn; het is de beleving van de eigen identiteit, van wie wij zijn en wat wij doen, denken, voelen of hebben meegemaakt. Het is zowel de beleving van wat er in je omgaat, als het besef van het eigen bestaan. Je bent in staat om scenario’s af te wegen en de mogelijke effecten te evalueren. Je bent je in meer of mindere mate bewust van je actuele gevoelens, stemmingen, gedachten en reacties op prikkels uit de omgeving.
Ik-bewustzijn wordt in de psychologie op twee manieren gedefinieerd:
* als een toestand;
* als een beleving van de omgeving en van het eigen ik.
IK-BEWUSTZIJN EN GROEIEN IN ZELFBEWUSTZIJN
Bewustzijn is een belangrijk menselijk aspect van aandacht, geheugen, taal en emoties. In de ontmoeting met een ander mens wordt slechts een deel van wat wij aan prikkels krijgen bewust waargenomen, verwerkt en opgeslagen. Er is veel wat we wel waarnemen, maar niet tot ons bewuste ik doordringt, omdat we de werkelijkheid bezien door ons script en door onze overtuigingen over onszelf, de ander en de wereld. Alles wat je werkelijk leert kennen, ben je niet. Het bewuste ik is vergeten waar het op berust; veel van wat ons bewuste ik aanstuurt en beweegt – het onbewuste – is niet voor ons bewuste ik toegankelijk. In onze weg naar binnen leren we de reacties van ons lijf kennen, leren we begrijpen waar het inhouden van onze adem of het terugtrekken van onze ogen naar verwijst. We komen de wortels en dynamieken achter ons script, onze overtuigingen over onszelf, de ander en de wereld op het spoor. In het leren aannemen van de onmiddellijke trancebewegingen van ons eigen lijf krijgen we zicht op wat in ons bewuste ik geen aandacht krijgt. Daarmee kan het bewust beleefd en geïntegreerd worden. Zo wordt ons bewuste ik steeds ruimer; we groeien in zelfbewustzijn. Onze identiteit organiseert zich rondom een in samenhang vastgelegd punt. Je zou kunnen zeggen: onze identiteit is een totaliteit van georganiseerd bewust- en onbewust-zijn. Op de weg naar binnen komen wij bij onze kern uit, het in samenhang vastgelegde punt, waaromheen ons bewustzijn zich organiseert. We komen uit bij een midden, zoals het midden van een labyrint, waar het rustig en stil is. Het is de plek van de waarnemer in jezelf, die zich niet zozeer identificeert met wie of wat je bent, maar die waarneemt dat je bent.
BEWUSTZIJN EN GEWAARZIJN, DUALITEIT EN NON-DUALITEIT
“Wat wordt er bedoeld met non-dualiteit, Mahatmi? het betekent dat licht en schaduw, lang en kort, wit en zwart, slechts ervaren kunnen worden in relatie met elkaar; licht is niet onfhaneklijke van schaduw en wit niet van zwart. Er zijn geen tegengesteldheden, alleen relaties.” Lankavatara Soetra
Dualiteit verwijst naar het duale ofwel tweeledige, naar het onderscheidende, naar de verschillen, naar grenzen tussen het een en het ander. Hierbinnen ontwikkelen we ons bewuste ik. Non-dualiteit is een term om de fundamentele eenheid van alles aan te duiden, het stelt dat alles voortkomt uit een onveranderlijke essentie zonder vorm, begrenzing of objectiveerbare eigenschappen. Gewaarzijn is een begrip dat voortkomt uit de non-dualiteit; je bent je zowel gewaar van het deel als van het geheel. In het bestaan sluit het een het ander niet uit, we hebben de dualiteit en de non-dualiteit beide nodig.
IK-ONTWIKKELING EN DE WEG VAN DE MENS
Als wij op aarde komen, verlaten we de eenheid en gaan we een ik ontwikkelen als voertuig om de dualiteit te kunnen bewonen. Dit is een universele ontwikkeling in het leven van de mens. We moeten een stevig en gezond functionerend ik ontwikkelen, anders kunnen we de wereld niet in. Het socialisatieproces start in de prille hechting aan onze ouders, verzorgers en familie. We groeien en ontwikkelen ons in relatie tot dat wat we in ons liefdessysteem aantreffen. We incarneren daar en raken gebonden aan de dynamieken die er spelen. In dit liefdessysteem zijn er plekken waar de levens- en liefdesenergie kan stromen en plekken waar verwondingen en gebondenheid zijn. In de wisselwerking met ons liefdessysteem ontwikkelt ons ik zich. We leren grenzen te maken, we leren van ja en nee, binnen en buiten, boven en onder. Waar ons ik harde, dikke grenzen is gaan maken en in overlevingsdelen woont of waar het juist veel te dun en doorlaatbaar is, is er sprake van fusie of splitsing. Onze maskers definiëren waar we een goede ik-ontwikkeling hebben doorgemaakt en waar ons ik te dun is. Ze tonen waar we te veel en te weinig afgrenzen van het zelf en hoe we dat doen. Het ontwikkelen van het ik is een ontwikkeltaak van mensen; het helpt ons af te grenzen van de ander en van de totaliteit, het helpt ons om het aparte te onderscheiden van het grotere, totale. We moeten voldoende grensontwikkeling hebben om ons te kunnen openen voor grenzen.
HET SCHARNIERPUNT
Het scharnierpunt en de toegangspoort tussen bewustzijn en gewaarzijn is het stokken. Precies daar waar mensen niet meer kunnen bewegen, waar er knopen om het hart zitten van oude liefdesbindingen, is de toegangspoort tot ons gewaarzijn. Het lijf verhaalt van dit stokken; de ademhaling stagneert, ogen dwalen af in trance, het lijf zet zich schrap of we vertrekken uit ons lijf. Op dit scharnierpunt ontmoet je als begeleider weerstand bij de cliënt; het is het moment voor de put in de leerlijn. Precies hier is de beschermende en pijnvermijdende trance ofwel het defensie- en protectiemechanisme krachtig. Dit is waar het verleden in het heden spreekt, het stokken vertelt van de imprints, waarnaar we moeten terugkeren om het stromen weer op gang te brengen. Het is de val in de nacht war we een tijdje moeten verblijven, om met meer gewaarzijn wakker te worden. We hebben de ontmoeting met een ander nodig, iemand die zich gewaar is van zijn eigen stagnaties, om te leren in dit veld van bewustzijn en gewaarzijn. Iemand die zijn eigen terugtrekken, zijn eigen versmelten of zijn eigen lust of onlust aanneemt als een betekenisvol verschijnsel en zo voorgaat in aannemen van dat wat is.
UITLIJNEN VAN IK EN ZELF EN LICHAAMSBEWUSTZIJN
Waar iemand stokt vind je de toegangspoort tot waar het kan gaan stromen. Hiervoor is het nodig dat je werkt op de ik-zelfas1
. Het scharnierpunt van het stokken is toegangspoort tot het uitlijnen van ik en zelf, het bekrachtigt de ervaring van plekbesef in de grote ordening. Lichaamsbewustzijn en levende ervaringen zijn essentieel in dit proces. Want waar mensen een concept snappen, maar de ervaring van het lijf missen, pogen ze iets op te lossen in de beperktheid van hun ik-bewustzijn. Door te werken met de bewegingen van het lijf als uitgangspunt (bewegingsleren) leer je de cliënt:
* aan te nemen wat er is;
* nieuwe ervaringen op te doen;
* het hart mee te nemen in het denken;
* de taal van zijn lichaam te verstaan;
* zich toe te vertrouwen aan de plek die er voor hem is.
DE REIS VAN BEWUSTZIJN NAAR GEWAARZIJN
De reis van bewustzijn naar gewaarzijn is eigen aan de weg van de mens. Het is de terugkeer naar huis, naar de verbinding, het individuatieproces en de ontwikkeling op de ik-zelfas. Het is de tocht waar er meer en meer bewustzijn ontstaat op de onbewuste dynamieken die je mede bepalen, waar je je in toenemende mate gedragen voelt door iets dat groter is dan jij en de wereld waar je uit voortkomt. Je kunt ook zeggen: vanuit mijn ik zie ik de wereld vanuit mijn beelden over die wereld, vanuit de waarnemer zie ik de beelden, gevoelens en gedachten die zich aan mij voordoen. Er is meer ontspannen ontvankelijkheid voor wat zich aandient, je aandacht blijft stromen. Geen permanente staat van zijn, maar een waar je steeds makkelijker naar terug kunt keren.
VOETNOTEN:
1) p. 336 Ik-zelfas is de leerruimte die in de weg naar binnen en weer naar buiten onderzocht wordt.
Leren op de ik-zelfas leidt tot zelfverwezenlijking, waarin onder andere de integratie van de schaduw, archetypen en resonanties uit het ouderlijk en voorouderlijk veld een belangrijke rol spelen.
Ik is het centrum van de bewuste persoonlijkheid
Zelf is de aanwezige, maar niet volledig te vatten totaliteit van de bewuste en onbewuste processen van de persoonlijkheid.