Alles beweegt cyclisch – 04
Cycli en trends lopen als een rode draad door het leven. Het is het fundamentele ritme van de mens, de natuur, maar ook van de economie en de financiële markten. De idee dat de geschiedenis volgens een patroon verloopt, kan daarom worden benut om de toekomstige loop der gebeurtenissen te voorzien. Het grote voordeel is dan dat je daarop kunt inspelen. Dat is ook de reden dat ik bij beleggen gebruik maak van cycli met mijn Trend Tracker systeem.
auteur: Eric Mecking
datum: 2 augustus 2020
website: https://geotrendlines.com/nl/analyses/alles-beweegt-cyclisch-stabiliteit-veroorzaakt-instabiliteit-deel-4
Vanwege het grote belang van cycli en cyclisch denken, willen we daar aandacht aan besteden in deze artikelenreeks. Achtereenvolgens zullen dat de volgende onderwerpen zijn. Wat is een cyclus eigenlijk? Welke cycli kunnen we onderscheiden in de economie en de financiële markten? En hoe verhouden die zich tot elkaar?
In het eerste deel behandelden we de belangrijkste economische cycli en gaven we inzicht in de grote golfbewegingen op de huizenmarkt. In het tweede deel gingen we in op de lange Kondratieffgolf dat we in het derde deel verder uitwerkten.
Kondratieff winter
Dat de Kondratieff-winterperiode zoveel langer duurt en we nog steeds desinflatie hebben en geen deflatie, komt doordat de financiële economie de reële economie totaal heeft overvleugeld, zoals eerder beschreven in dit artikel. Daardoor weten zowel economen als beleggers niet meer waar ze het zoeken moeten, zoals uitgelegd in dit artikel.
De oorzaak ligt bij het telkens weer ingrijpen van overheden en centrale banken. Zij strooien steeds vaker en met steeds meer miljarden en creëren met hun manipulaties een kunstmatige stabiliteit die bijna iedereen op het verkeerde been zet, zoals u in dit artikel kunt lezen.
Naarmate het economisch een lange tijd goed gaat, vervagen de herinneringen aan een voorbije crisis. Het toenemende optimisme tijdens jaren van economische groei en stabiliteit, leidt ertoe dat velen dit als normaal gaan vinden. En daarnaar gaan handelen. Sterker nog, door het optimisme gaat bijna iedereen geloven dat de bomen tot in de hemel groeien. Steeds meer mensen willen profiteren van de stijgende prijzen op de financiële markten. Dat betekent dat zij geen gevaar meer zien. Zij worden roekeloos en nemen steeds meer risico.
Drie stadia
Dit proces kent drie stadia in de groei van financiële markten met drie soorten van financieringsrisico’s:
- bij normale financiering zijn er voldoende inkomsten om de rente te kunnen betalen en de schuld te kunnen aflossen, vaak met langlopende obligaties.
- bij speculatieve financiering zijn de inkomsten toereikend om de rente te kunnen betalen, maar niet voor de aflossing van de schuld. In dit geval ontstaat er een financieringsrisico omdat leners bij deze schuld vaak kortlopend schuldpapier moeten doorrollen of andere financiële bezittingen moet verkopen om die schuld terug te betalen.
- bij Ponzi financiering ontbreekt het aan voldoende inkomsten om zowel de schuld te kunnen aflossen als de rente te kunnen betalen, waardoor schulden alleen maar groter worden. In dit geval is er doorlopend een financieringsrisico. Charles Ponzi zette in 1920 in de VS een piramideconstructie op. Ponzi betaalde de ‘winst’ voor klanten met het geld dat nieuwe klanten inlegden. Zodra bestaande klanten hun geld gingen opvragen of de aanwas van nieuwe klanten stopte, klapte het systeem in elkaar.
Het Minsky model met boven aan het beruchte “Minsky moment” (Bron: Economicshelp.org)
Deze drie stadia en soorten zijn geen onafhankelijk van elkaar opererende eenheden. Vaak versterken ze elkaar. Ze gaan vloeiend in elkaar over. Zowel geldverstrekkers als de geldleners zijn er schuldig aan. Beiden hebben ervoor gezorgd dat de schuld veel harder groeide dan de economie. Het ‘Minsky moment’ nadert wanneer de schuld onhoudbaar wordt door economische krimp of waardedaling van onderliggende bezittingen waarop de schulden rusten. Het ‘Minsky moment’ werd een begrip door het klappen van de internetbubbel in 2000-2002 en de kredietcrisis van 2007-2009.
Huizenmarkt
Laten we als theoretisch voorbeeld het kopen van een huis nemen. Die wordt gewoonlijk gefinancierd met een hypotheeklening. Daar is niets mis mee als de hoogte van de hypotheeklening overeenkomt met de waarde van het huis en het inkomen van de kopers.
Als het economisch goed gaat, zijn mensen optimistischer over hun toekomst en hun baan. Zij zullen dan meer risico’s nemen waardoor de vraag naar koophuizen stijgt. Dan stijgen de prijzen, terwijl de lonen veel minder hard omhoog gaan, zoals afgelopen jaren. Om toch te kunnen blijven verkopen, laten de kredietverstrekkers de teugels vieren. De kredietnemers kunnen dan meer lenen in verhouding tot hun inkomen. Zij kopen een huis dat in prijs gestegen is, maar waarvan de waarde is achtergebleven.
Dan komt er een recessie, zoals nu door de coronacrisis. Mensen worden dan voorzichtiger en gaan meer sparen, Ze geven minder uit waardoor de vraag naar huizen inzakt. Als één of beide bewoners werkloos worden, kan gewone financiering van hun huis al gauw omslaan in een speculatieve financiering.
Deze kan zelfs een Ponzifinanciering worden als blijkt dat het huis, het onderpand, tot onder de aankoopprijs daalt. De bank gaat het verschil daartussen als een te groot risico zien en zal eisen dat er extra geld wordt bijgestort. Naast inkomensdaling kan ook de rente stijgen, waardoor je meer moet gaan betalen over je geleende geld.
Stabiliteit schept instabiliteit
Voor bedrijven en financiers geldt dat zij tijdens periodes van economische voorspoed genoegen nemen met steeds kleinere veiligheidsmarges. Bij normale financiering worden investeringen gefinancierd uit interne middelen, aandelenemissies en langlopende schuld. Maar dat verandert. Want in rustige tijden zijn de speculatieve en Ponzifinancieringen het meest winstgevend. Deze financieringspraktijken worden daarom steeds meer gevraagd en aangeboden, waardoor de financieringsstructuur verzwakt.
De hoeveelheid speculatieve leningen neemt toe (kortlopende kredieten die geregeld geherfinancierd moeten worden). Er ontstaan zelfs Ponzi-leningen, die alleen terugbetaald kunnen worden als de waarde van het onderpand blijft toenemen. Uiteindelijk dwingt een recessie om de schuldratio’s terug te dringen. De kredietlijnen bevriezen. Zelfs de normale financieringen kunnen in de problemen komen.
Bovenstaand proces is beschreven door Hyman Philip Minsky (1919 – 1996). Minsky was een Amerikaans econoom die hiermee bekend werd en het zijn Financial instability hypothesis noemde. Het centrale idee daarbij is dat stabiliteit destabiliseert. Dat in een stabiel financieel systeem iedereen de neiging heeft steeds grotere risico’s te nemen, die uiteindelijk de stabiliteit ondergraven. En doordat iedereen en dus ook de financiële markten een kort geheugen hebben en elke keer weer neigen te denken dat het deze keer anders is, worden we elke keer weer verrast.
Onevenwichtigheden
Een financiële crisis is het resultaat van onevenwichtigheden binnen het financiële stelsel. Een stelsel met een goede, robuuste financiële structuur met overwegend normale financiering verslechtert. Langzaam maar zeker gaat het over in een ‘fragiele’ financiële structuur, waar speculatieve en Ponzi financiering domineren. Dan komt er een crisis, zoals nu met de coronacrisis. Alle overheden en centrale banken zullen ondanks alles blijken tekort te schieten in hun financieel steun. Dan moeten met schulden overladen burgers en bedrijven door de opgedroogde liquiditeit hun activa verkopen. Er ontstaat een solvabiliteitscrisis, die een vicieuze cirkel van dalende prijzen en kredietschaarste in gang zet. Deflatie dus, de Kondratieffwinter.
Kortom, financiële crises zijn geen uitzondering, maar maken gewoon deel uit van het kapitalistische systeem. Na elke opgaande fase volgt onherroepelijk een neergaande fase, ondanks alle maatregelen van overheden en centrale banken. Zij hebben voor uitstel gezorgd, niet voor afstel, zoals uit het volgende artikel zal blijken, over: Deflatie in aantocht!