07 – burgerlijke ongehoorzaamheid (b)
Geplaatst door Dineke van Kooten op 19 oktober 2011
Wat zegt dit Bijbelgedeelte mij?
De indringende vraag: Wat doe ik met en in tegenslag door anderen aangedaan? Wat doe ik met beperkingen die anderen mij opleggen? Wat doe ik als van mij – op het werk of in de kerk – dingen gevraagd worden, die tegen mijn intuïtie en/of Gods woord ingaan? Heb ik het lef om op te staan en “NEE” te zeggen?
Wanneer ik weet wie ik ben, hoe mijn cultuur en mijn geschiedenis eruit ziet, dan kan ik rechtop gaan staan. Dan heb ik de goedkeuring van anderen niet meer nodig, dan ben ik niet iemand omdat ik iets goed doe; iets volgens de verwachtingen doe of omdat ik heel veel heb. Ik ben iemand, omdat ik weet dat ik Gods geliefde kind ben. Dan heb ik ook de MOED om dat te zijn.
Mensenrechtenleider Bayard Rustin[i] heeft ooit voorgesteld zich te laten leiden door de volgende vragen bij burgerlijke ongehoorzaamheid:
1) Heb ik alle beschikbare constitutionele middelen gebruikt om de gewenste verandering te bewerkstelligen?
2) Proberen de mensen die ik overhaal om zich bij mij aan te sluiten oprecht de maatschappij te verbeteren of willen zij hartstochten uitleven die de maatschappij zouden kunnen ontwrichten?
3) Hoe moet het effect van het verzet op mij, anderen en de maatschappij worden ingeschat?
4) Zijn mijn motieven en doelstellingen helder voor mijzelf en anderen? Ben ik uit op echte sociale verandering of op zelfbevrediging?
5) Indien ik mij verzet tegen bepaalde wetten, ben ik dan bereid – gezien mijn diepe respect voor de wet zelf – de gevolgen van mijn ongehoorzaamheid te dragen?[ii]
Dat zouden ook motieven zijn waardoor wij opstaan in het klein, maar ook in het groot, met respect voor onszelf en voor de ander. Dat zal ook een positieve uitwerking hebben op onszelf en ons gezin!
Praktijkvoorbeelden
In mijn praktijk merk ik dat als mensen ontdekken wie ze zelf zijn, wat hun kwetsuren zijn en wie ze in Gods ogen zijn, dat ze dan van een gebogen houding (“wat zullen de mensen wel niet zeggen”) steeds rechtop komen te staan en zich afvragen wat God van hen vraagt. Zo was er een vrouw met een sterk karakter, die zichzelf klein en eigenlijk onzichtbaar maakte. Maar dat lukte niet, omdat ze gewoon een sterke persoonlijkheid had. Ze had zichzelf haar hele leven aangepast aan wat anderen vonden. Toen ze ontdekte dat ze Gods geliefde dochter was en dat Hij een plan met haar had, dwars tegen alle verwachtingen en oordelen van mensen in, durfde ze rechtop te gaan staan. Het was een heel lang proces, dat wel, maar toen ze opstond was het een prachtige vrouw die charmant rechtop liep en niet haar eigen gang ging, maar Gods weg volgde, dwars tegen de gevestigde mening van de anderen in, maar wel met respect voor de ander. Alleen op deze wijze kon ze tot zegen van die ander zijn en werd ze zelf gezegend. Dat rechtop staan kreeg gevolgen voor haarzelf, maar ook voor haar omgeving soms zichtbaar en tastbaar, maar soms alleen maar voelbaar.
Vaak aangehaald als voorbeeld hiervan is Corrie Ten Boom, maar ook Moeder Teresa.
Gebed
Heer, wilt U mijn ogen openen voor vroedvrouwen in mijn omgeving, als teken van hoop voor mij dat het anders kan en mag!
Heer, mag ik ontdekken waar ik voor sta en wie ik ben! Mag ik ontdekken dat ik Uw geliefde kind ben en alleen aan U verantwoording schuldig ben. Leer me zo respectvol omgaan met mijzelf en met de ander en daarin mijn weg te gaan. Open mijn ogen voor mijn eigen gebogenheid en wilt U mij helpen om voor U rechtop te gaan staan?!
[i] Bayard Rustin (17-03-1912 t/m 24-08-1987) was een Amerikaanse activist in de strijd voor mensenrechten en economische recht, geboren als Bayard Taylor Rustin in West Chester, Pennsylvania. Hij was de belangrijkste organisator van de ‘Mars naar Washington’ voor werk en vrijheid op 28 augustus 1963 en de assistent van Martin Luther King, die zijn ‘I have a dream’- toespraak hield tijdens deze mars. Rustin was ook zanger.
[ii] Bayard Rustin in de New York Times Magazine, 26 november 1967, aangehaald door Harvey J. Fields, “Een Toracommentaar voor onze tijd; Dl., 1*Berésjit (Genesis)”, ill. door Giora Carmi, [vert. uit het Engels: Tamarah Benima], 2002; ISBN 9076935149, New York, NY : UAHC Press Amsterdam : Stichting Sja’ar; VII, 143 p 28 cm ill; Met lit. opg; Vert. van Genesis. – New York, NY : UAHC Press, cop. 1990. – (A Torah commentary for our times ; vol. 1), p. 14