Grijze massa of verschillende vormen
Iedereen ervaart ontwikkelingen in de maatschappij. Maar wat hebben deze met elkaar te maken?
Boeken voor scholen zijn voorzien van een docentenhandleiding, dia’s, uitleg over de doceermethode, kant en klare oefeningen en tentamenvragen. Dat is heel handig en makkelijk, doelmatig, voor de docent.
gepubliceerd in: ‘Gereformeerd Weekblad’
datum: juli 1996 (04)
auteur: Dineke van Kooten
Cijfers (kijk-, luister- en waarderingscijfers) voor radio en televisieprogramma’s geven aan of een programma mag blijven bestaan. De inhoud van het programma en de betekenis voor de maatschappij zijn niet meer van belang. Zodat we veel gelijksoortige (inhoudsloze) programma’s krijgen aangeboden.
Vakantiehuisjes van Center Parks, hotelkamers van het Hilton hotel, restaurants van Van der Valk, AC en McDonald zijn voorbeelden van voorspelbaarheid. Als we de naam noemen, weten we wat we kunnen verwachten. We vinden overal hetzelfde.
Streepjescodes, scanningapparaten en pasjes maken de controleerbaarheid steeds groter en voorkomen fouten. Menselijke fouten verstoren namelijk het productieproces. De mens maakt variatie en dat kunnen we nu met behulp van technologie wegautomatiseren.
In de sociologie (de leer van de menselijke samenleving en haar verschijnselen) wordt gesproken over “McDonald-isering” van de maatschappij. Ritcher, een Amerikaans socioloog, verstaat daar onder: “een proces waarin de organisatieregels van het McDonald restaurant steeds meer delen van het maatschappelijk leven gaan domineren in de hele wereld”, dus ook in Nederland. Die organisatieregels zijn: doelmatigheid, berekenbaarheid, voorspelbaarheid en controle.
Is er dan iets op deze regels tegen? We zijn toch allemaal gebaat bij een goed product? We willen allemaal weten wat voor “vlees we in de kuip” hebben? Toch is het een schijnwereld. Iedereen krijgt dezelfde grijze massaproducten. Alles is voorspelbaar. De uitdaging is weg. De persoonlijke behoefte van de mens lijkt niet meer te bestaan. Voor wie of wat wordt dat opgeofferd?
Bovendien blijken mensen die in deze delen van de maatschappij werken weinig te verdienen, nauwelijks bevrediging uit hun werk te halen. Ze ervaren nauwelijks eer, noch profijt van hun werk en blijken weinig toekomstverwachtingen te hebben. Deze organisatieregels lijken er dus niet echt te zijn voor de werkende mens.
Praktijkvoorbeelden? Voor de Thuiszorg zijn richtlijnen opgesteld. De verzorger heeft tijden opgekregen voor handelingen: 5 minuten voor ogen druppelen, 10 minuten voor het aantrekken van de kousen en 20 minuten voor een wasbeurt. Mensen lijken wel hamburgers. Maar mensen blijven onvoorspelbaar en dus niet in tijdschema’s in te passen.
Voor de architecten wordt het de laatste jaren steeds eenvormiger. Voor dorpen is er een standaardbouw. Wij kunnen kiezen uit een paar modellen, die door het hele land worden gebouwd. Het zakelijke argument is ook hier doorslaggevend. Het moet geld opbrengen. Aan de andere kant maakt het de huizen ook betaalbaar, dus waarom niet? Maar houden wij het vol in deze saaie steden? Hier moeten wij toch leven? Waar kiezen we voor?
Kunnen wij iets van deze ontwikkelingen tegenhouden? Er zijn mensen waarvoor deze werkwijze, deze regels een soort zekerheid zijn en die deze kant-en-klaar producten heerlijk vinden.
We zien ook mensen die er niets mee te maken willen hebben en vluchten. Ze sluiten zich op. Soms trekt men zich letterlijk in een hutje op de hei terug en doet men alsof er niets aan de hand is. Tot slot zijn er mensen die op zoek gaan naar vluchtroutes. Ze gaan op zoek naar de authentieke beleving. Helaas zien we dat ook die beleving weer door het verstand wordt verklaard en in regels wordt omgezet, die weer worden uitgevoerd. Een avonturenvakantie kunnen we nu, bijvoorbeeld, kant en klaar kopen. Ook New Age speelt hierop in door vormen van spiritualiteit als hap-klare brokken te presenteren en te verkopen.
Het blijkt dus een maatschappelijke ontwikkeling te zijn, die niet te stoppen is. Het zit in de mens. Daarom denk ik dat we ook niet echt iets doen tegen deze ontwikkeling. Ergens zien we het toch als de enige echte (maatschappelijke) ‘wegbereider’ naar een betere mens, een betere wereld, een beter lot.
Zijn we niet allemaal op zoek naar minder arbeid en meer loon? Zijn we niet op zoek naar het paradijs en proberen we voor zo weinig mogelijk geld, zo veel mogelijk te krijgen? Is onze honger naar meer genot, door minder inspanning ooit te stillen?
En dan het bijbelse woord: gij, geheel anders! Hebben wij als christenen wel oog voor onze medemens? Zien wij als christenen wel de ongelofelijke variatie in Gods schepping, in onze naaste, in onszelf? Zijn wij als christenen wel dankbaar voor of opzoek naar minder genot, voor meer inspanning omdat God ons geleerd heeft dat het niet in de grootte zit, maar in het waardevolle? Zijn wij aan het “McDonaldiseren” of aan het “Christeneren”? Vechten wij dan voor Christus’ waarden of sluiten wij ons op in ‘onze hut’ of voelen wij ons wel bij deze maatschappelijke ontwikkeling?