Microchimerisme
Voor altijd samen: hoe moeders door microchimerisme de cellen van hun kind bij zich dragen
Het woord zelf klinkt kil en ingewikkeld. Maar de betekenis is des te mooier. Microchimerisme is een duur woord voor hoe de cellen van je kind, ook als je een miskraam hebt gehad, in je lichaam blijven circuleren en dingen repareren.
auteur: Otje van der Lelij
datum: 23 mei 2023
website: https://www.oudersvannu.nl/zwanger/zwangerschap/microchimerisme/
Magisch microchimerisme
In een emotionele podcastaflevering van @dirtymotherpukka vertelt de Britse zangeres en televisiepersoonlijkheid Mykleene Klass, die in 2019 beviel van een zoon, over haar vier miskramen. Myleene haalde veel troost uit wat artsen haar vertelde over het fenomeen microchimerisme, waarbij foetale cellen via de navelstreng door het lichaam van de moeder gaan circuleren.
‘Ik zal je iets magisch vertellen,’ zegt Mylenee tegen podcast-host Anna Whitehouse. ‘Je lichaam bevat het DNA van je baby. Deze cellen kunnen dingen in je lichaam repareren. En deze cellen blijven altijd bij je. Je kinderen zullen je nooit verlaten.’ Dit wonderbaarlijke verhaal liet Anna in tranen achter. ‘Dit is een van de mooiste dingen die ik ooit heb geleerd.’
Vreemd DNA
‘Het is een intrigerend idee dat je als moeder cellen van je kindje bij je draagt,’ zegt promovendus Romy Buwalda-Smit, die aan het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) onderzoek doet naar microchimerisme: de aanwezigheid van lichaamsvreemde cellen in je eigen lichaam. Microchimerisme kan voorkomen na een orgaantransplantatie of bloedtransfusie. En dus ook na een zwangerschap. ‘Ik ben met name geïnteresseerd in dat laatste.
Foetaal microchimerisme, zoals deze variant heet, is per toeval ontdekt. Onderzoekers vonden mannelijk DNA in het bloed van vrouwen, wat heel vreemd is want dat DNA hoort daar niet. Wat ook opviel, was dat deze vrouwen allemaal zwanger waren geweest van een zoon. Diani Bianchi, een bekende medisch geneticus, is dit in de jaren negentig verder gaan onderzoeken.
Ze was benieuwd of meer vrouwen die zwanger waren geweest van een zoon mannelijk DNA bij zich droegen. Dat bleek zo te zijn. Eén vrouw in haar onderzoek was zevenentwintig jaar geleden voor het laatst zwanger geweest, maar had nog steeds mannelijke cellen van haar zoon in haar lichaam. Dat waren de eerste aanwijzingen dat die cellen levenslang aanwezig kunnen blijven.’
Rondzwervende foetale cellen
Het onderzoeksveld staat nog in de kinderschoenen, en er zijn nog veel onbeantwoorde vragen. Maar wat er nu al over bekend is, is fascinerend. Buwalda-Smit: ‘Na de bevruchting gaan de cellen, waar uiteindelijk een baby uitgroeit, zich delen. Ergens in dat proces gaan foetale cellen de placenta en de navelstreng vormen, en ze verdwijnen ook in het lichaam van de moeder.
Het interessante aan deze cellen is dat ze lijken op stamcellen, in die zin dat ze nog geen eindbestemming of specialisme hebben zoals een levercel of hersencel. Ze kunnen nog allerlei type cellen worden: als ze in de lever van de moeder terechtkomen veranderen ze in levercellen. Komen ze in de darmen terecht dan gaan ze zich specialiseren als darmcellen. Na twintig jaar onderzoek weten we dat deze foetale cellen in allerlei organen van de moeder terechtkomen, in de milt, de lever, de nieren, het brein en het hart.’
Zelfs cellen van oma
Om het nog wat magischer te maken: de verspreiding van deze cellen gaat over de generaties heen, vertelt Buwalda-Smit. Als een moeder zwanger is van een dochter, dan gaan de cellen van de dochter naar de moeder (foetaal microchimerisme). Maar het omgekeerde gebeurt ook: cellen van de moeder gaan naar de dochter (maternaal microchimernisme). Stel dat deze moeder daarna zwanger wordt van een zoon, dan is er een kans – en dat is ook wetenschappelijk aangetoond – dat de foetale cellen van haar dochter die ze bij zich draagt ook bij haar zoon terechtkomen.
Broers en zussen kunnen dus cellen van elkaar delen. Hetzelfde geldt voor tweelingen. Zelfs cellen van oma kunnen bij haar kleinkinderen terechtkomen. Want toen moeder zelf nog in de buik zat bij haar moeder, heeft ze cellen van haar moeder gekregen, die ze weer doorgeeft aan haar eigen kinderen. En zo kunnen cellen van generatie op generatie worden doorgeven.
Forever connected
Je hebt dus niet alleen een bloedband, maar je draagt ook cellen van je (verre) familieleden met je mee. En ook van kinderen die er door een miskraam, doodgeboorte of abortus niet meer zijn – er is een grote kans dat je hun cellen bij je draagt, misschien wel levenslang. Je bent zoals een onderzoeksartikel naar microchimerisme treffend heet ‘Forever connected’.
Hoeveel generaties dat teruggaat, is niet bekend. Cellen hebben een bepaalde levensduur, maar dat verschilt per cel, vertelt hoogleraar Ingeborg Bajema van het UMCG, die samen met Buwalda-Smit spannende dingen hoopt te gaan onderzoeken op het gebied microchimerisme. ‘Alle cellen die wij kennen – van longcellen tot hersencellen – hebben een verschillende levensduur. Darmcellen leven heel kort en hersencellen gaan heel lang mee.
Het is een interessante vraag hoelang die circulerende cellen die soms van generatie op generatie worden overgedragen blijven bestaan. En of het altijd dezelfde cellen zijn? We hebben het vermoeden dat die circulerende cellen zich weer gaan delen en zichzelf dus vernieuwen.’ Maar hoeveel generaties het teruggaat is niet bekend.
Mama helpen
Het is natuurlijk een bijzonder idee dat je cellen van je kind bij je draagt, maar die cellen lijken ook nog eens goede dingen te doen. Buwalda-Smit: ‘Dat weten we op basis van onderzoek met zoogdieren, bij wie microchimerisme ook is aangetoond.
Als muizen een wond hebben of een hartinfarct dan gaan foetale cellen richting de plek van de wond of het infarct waar ze een rol lijken te spelen bij de genezing. Dat vind ik een heel bijzonder idee. Als jij als moeder gewond bent, dragen de cellen van je kind dus bij aan de genezing.’
Moedercellen via borstvoeding
Onlangs is er een interessante studie gedaan naar de positieve kant van maternaal microchimerisme (van moeder op kind), vertelt Buwalda-Smit. ‘Het is al langer bekend dat vrouwen die borstvoeding geven het immuunsysteem van hun kinderen een boost geven. Het kind krijgt bescherming tegen infecties waar de moeder al antistoffen voor heeft opgebouwd, die ze doorgeeft aan haar kind.
Er is nu één publicatie gedaan, dus je kunt nog geen harde conclusies trekken, waaruit blijkt dat een deel van de moedercellen die het kind via de borstvoeding binnenkrijgt de darmen overleven en opgenomen wordt in het bloed van de baby en naar organen gaat, waar deze moedercellen mogelijk kunnen helpen bij het herstellen van weefsel als dat nodig is.’ Ook bij andere ziektes zoals kanker en dementie lijken deze cellen een rol te spelen, maar hier moet nog meer onderzoek naar worden gedaan.
Auto-immuunziekte
Soms lijken de cellen tegen ziektes te beschermen en soms lijken ze juist iets te triggeren, zoals een auto-immuunziekte. Dat chimere cellen (lichaamsvreemde cellen) zoals ze ook wel worden genoemd mogelijk een auto-immuunziekte kunnen triggeren, lijkt onderzoek van Bajema te bevestigen. ‘We weten dat bepaalde auto-immuunziektes zoals lupus vooral voorkomen bij vrouwen, en vaak ontstaan in de leeftijd dat een vrouw zwanger wordt en kinderen heeft.
In een onderzoek met muizen was al eerder aangetoond dat wanneer muizen chimere cellen toegediend krijgen ze een grotere kans hebben om de ziekte SLE te ontwikkelen, wat erg lijkt op Lupus bij mensen. Wij zijn onderzoek gaan doen onder vrouwen met lupus die zwanger zijn of net zwanger zijn geweest. We zijn gaan kijken welke chimere cellen deze vrouwen hebben; van een kind, van meerdere kinderen, van de moeder. Bij vrouwen met lupus vonden we meer chimere cellen dan bij gezonde vrouwen.
Maar als je meer cellen vindt, heb je nog geen oorzakelijk verband. Daar moet meer onderzoek naar worden gedaan, wat best ingewikkeld is, want voor dit soort onderzoek is helaas weinig onderzoeksgeld.’ Wat Bajema het meest fascinerend vindt: ‘Microchimerisme zou weleens een belangrijke oorzaak kunnen zijn voor het ontstaan van auto-immuunziektes waarvan we de oorzaak niet begrijpen. En als we daar meer over weten, kunnen we bij deze vrouwen behandelingen gaan ontwikkelen om deze cellen uit te schakelen, zodat je de oorzaak kunt wegnemen van het ontstaan van deze auto-immuunziektes.’
Pure liefde op celniveau
Het zijn ingewikkelde onderzoeken, vertelt Buwalda-Smit. Maar de technieken worden elk jaar beter. ‘We kunnen steeds nauwkeuriger gaan onderzoeken wat deze cellen allemaal doen. Het klopt dat deze cellen een rol kunnen spelen bij auto-immuunziektes. Maar het intrigeert mij dat deze cellen een beschermende invloed kunnen hebben. Als je ernaar kijkt door de bril van de evolutie, is dat het meest aannemelijk.
Het harde bewijs dat we tot nu hebben komt uit wondgenezingsstudies en die laten zien dat die cellen een positieve invloed lijken te hebben.’ De cellen van het (overleden) kind schieten de moeder te hulp als dat nodig is. Het is een inzicht dat telkens weer kippenvel geeft. Pure liefde op celniveau.
OUDERS VAN NU