God God laten in ons mens-zijn
In mijn praktijk kreeg ik de vraag: “Waarom zeg jij, Dineke, niet: ‘God zegt…’; ‘God wil…’; ‘God vindt…’; ‘God heeft een hekel aan…’. Maar leg je wel tal van theorieën uit van psychologen, neurologen en theologen.” Iemand zei: “jij citeert die mensen meer dan de bijbel, alsof deze mensen belangrijker zijn dan God.”
Eerder schreef ik al een artikel over spiritualiteit als bypass, waarin het gaat over de manier waarop we spiritualiteit in kunnen zetten om onverwerkt trauma juist te onderdrukken en genezing uit de weg te gaan. Ook schreef ik eerder een artikel over de woorden ‘God zegt tegen mij….’
Hier wil ik laten zien vanuit welke manier van kijken ik leef (en werk) en wat mijn vertrekpunt is:
I. God is Schepper van hemel en aarde. Dat is zo groot, zo immens en magnifiek dat daar eeuwen van wetenschap voor nodig zijn (theologen, filosofen, fysiologen, biologen, psychologen, etc.) om daar een klein stukje van te begrijpen en te ontrafelen. In het evenwicht van denken, voelen en willen, zit de waarheid, de liefde en de vrijheid. Dan is alles in evenwicht en stroomt het licht.
II. In die schepping heeft onze Schepper levenswetten gelegd, die in de bijbel terug te vinden zijn als richtingaanwijzers:
1. Kiezen voor het leven
Dat is niet de weg kiezen die naar de dood leidt – dwaalwegen – zelfvernietiging, het sluiten van een pact met de dood, verkeerd georiënteerde beloftes, zelfdestructief gedrag, negatieve woorden gebruiken om jezelf te beschrijven, het leven van de ander belangrijker vinden dan het leven van jezelf…
Dat is wel een weg kiezen die tot het leven leidt – ontdek een uitweg in de concrete omstandigheden van je leven – wees in niets medeplichtig aan de dood.
2. De aanvaarding van het mens-zijn
Je bent geschapen, je bent niet God; je bent bemind binnen de grenzen die elk mens eigen zijn.
Dat is niet je grenzen van het mens-zijn miskennen of weigeren te zien, zoals de fouten, mislukkingen en crises, het gebrek, het verlies en de kwetsbaarheid die elke man en vrouw ervaren… Dat is niet je als almachtig gaan gedragen, je gevoelens wegstoppen, elke vorm van tussenkomst afwijzen of daar juist iets absoluuts van maken…
Maar dat is wel je ware plaats als schepsel innemen en je bron terugvinden – op een goede manier samenwerken met de Heilige Geest, je levensgeschiedenis en grenzen kennen, de grenzen en geschiedenis van de ander aanvaarden, de grenzen van elke afzonderlijke gebeurtenis aanvaarden, openstaan voor je eigen gevoelens – je eigen maat ontdekken en die ten volle verwerkelijken.
3. De ontplooiing van de specifieke identiteit van elk persoon in God en in een juiste relatie tot de ander
Dat betekent niet blijven vastzitten in een samensmelting (symbios). Je ook niet vermengen met de identiteit van een ander. Laat staan een ander bezitten of je door hem laten bezitten. Het betekent ook niet de verwarring laten voortbestaan in je relatie tot een ander of de weg (het lot) van een ander op je nemen. Je moet niet buigen voor machtsmisbruik. Je mag niet begeren wat een ander heeft of is. Je moet ook niet met een ander wedijveren en jezelf verachten.
Dat is wel jezelf worden – zekerheid krijgen over je eigen identiteit in God, je ware naam ontdekken – je relatie met de ander vernieuwen in waarheid en liefde, het Pinksteren van de relatie. Meer je mens-zijn aanvaarden, betekent dus je menselijke maat nemen en weten dat God jou gevonden heeft, voordat jij Hem zoekt.
4. Het zoeken van de eenheid van de persoon die door de levende God bewoond wordt
Je bent één in je lichaam, je ziel en je geest. Je diepste wezen bezielt zowel je lichaam, je ziel als je geest.
Dat is niet je lichaam, ziel en geest van elkaar scheiden, ze met elkaar vermengen, hun innerlijke rangorde miskennen, één van hen bevoorrechten of juist verwaarlozen.
Dat is wel even goed zorgen voor je lichaam, je ziel als je geest en leren hoe je het leven van je diepe wezen kun ontplooien en in alles zichtbaar maken.
5. Het ontdekken van vruchtbaarheid
Dat is niet jouw bron van vruchtbaarheid en gaven miskennen, op een onvruchtbare manier op jezelf betrokken blijven, jezelf beperkingen opleggen, jezelf minachten, de gaven die je ontvangen hebt niet willen kennen of begraven.
Dat is wel leven als iemand die door God gezegend is, openstaan voor het leven van de Verrezene, je eigen specifieke vorm van vruchtbaarheid ontdekken, rijkelijk vruchten voortbrengen, deelnemen aan de grote stroom van liefde, liefde ontvangen en liefde schenken.
(ontleend aan Simone Pacot)
III. De bijbel bevat net zo’n immens, magnifiek en indrukwekkende, nooit te bevatten inhoud, als de schepping. De Joden zeggen dat er in elke tekst 70 lagen van betekenis zitten. In die bijbel staan allerlei geschiedenissen beschreven waarin mensen die weg van slavernij (wetten volgen die tegen de levenswetten ingaan) aan alle kanten door God worden geroepen naar het leven te gaan. Zichtbaar in het Exodus-verhaal en tastbaar op de berg Sinai waar Mozes de tien Woorden kreeg. In het Nieuwe Testament laat Jezus in zijn leven en werk zien wat dat is: gaan voor het leven vanuit een open hart, de weg ten leven. Hij heeft het voor ons gedaan en ons voor gedaan.
IV. God is de Drager van het Leven, God wekt tot Leven. Daarmee is God voor mij transcendent dat wil zeggen ‘overstijgend’. De ervaring gaat over het uitstijgen boven de dagelijkse realiteit, zodat we een hogere werkelijkheid – iets van het grote mysterie – ervaren. En God is daarmee ook immanent: God voortdurend van nabij aanwezig als een innerlijke drijvende kracht die de volledige schepping doordringt en roept tot leven en geneest en heelt. De Heilige Geest werkt volledig in ons mee aan dit helende, genezende proces in ons hart door aandacht te vragen voor een woord, een lied, een gebaar, een beeld dat ons raakt.
Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper (Pred. 12:11; Jes. 49:2; Efez. 6:17) dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.
Ik heb God niet in mijn broekzak. Ik kan alleen maar bijbelteksten uitleggen vanuit mijn menselijke maat, wat deze teksten voor mij betekenen.
Vaak na langdurig onderzoek naar de context en de achtergrond (ook in cultuur) van deze tekst of perikoop en dan nog is het mijn vermoeden en kan het soms zijn dat ik de week erna of na jaren ineens tot een ander inzicht kom.
Dat wil niet zeggen dat ik mij niet laat raken door een woord, door een lied of een beeld. Zomaar, onverwachts. Ik word intens geraakt, maar ik toets dat altijd aan de levenswetten.
V. Wij zijn hier op aarde om ten volle te worden, wie we bedoeld zijn al voor de grondlegging van de wereld. Alles in mij mag tot wasdom komen, maar dat gaat niet zonder persoonlijke ontwikkeling (het exodus). Daarvoor ben ik in deze tijd, in deze familie en in dit gezin geboren en bepalen de omstandigheden mijn uitdagingen om dat pad naar binnen te gaan. Carl Jung noemt dat individuatie. Het gaat volgens Jung om het proces waarbij het bewustzijn van een persoon geïndividualiseerd en gedifferentieerd wordt van andere personen. Met andere woorden: individuatie is een groeiproces, volwassen worden, waarbij de mens zich bewust wordt van zijn uniekheid tegenover andere mensen. Uit dat individuatieproces ontstaat in de psyche een nieuw element, het Ware Zelf. Het doel van individuatie is volgens deze opvatting zichzelf te leren kennen, wat leidt tot worden wie je bent. Het kan worden omschreven als bewustzijnsontwikkeling, en die is zeer belangrijk bij de ontwikkeling van de persoonlijkheid. Daarvoor moet ik mijn Afgewezen Zelf (begrip voor overlevingsmechanismen) onder ogen komen en de daarbij behoren destructieve aannames en overtuigingen herzien. Individuatie staat voor mij voor het hele EXODUS verhaal uit de bijbel. Het proces is prachtig verwoord in Lied 484 (of 941 in het nieuwste Liedboek)
In mijn leven (en in mijn werk) ben ik minitieus op zoek naar het kloppende: waar stroomt het leven in mij; waar stokt het leven en wat heb ik daarin te ontdekken en te leren.
De stroom van het leven stokt als ik in een complex val of als ik nog geen taal voor een pijnlijke ervaring en/of pijnlijk beeld uit mijn leven heb gevonden. Als de stroom van het leven stokt, dan is dat voor mij een signaal dat daar werk te doen is voor mij (en waarschijnlijk als het bij de ander stokt, bij de ander). Iets in mij roept dan om door mij gezien te worden. Zo word ik stapje voor stapje heler en word ik meer zoals ik bedoeld ben te zijn. Het persoonlijke en het spirituele gaan hierin hand in hand.
Een van de kenmerken van het stokken is:
* als ik meer bij de ander ben dan bij mijzelf
* als mijn negatieve zelfbeeld nog sporen laat zien
* als ik voor of namens of door God spreek en opstijg uit mijzelf
* als ik merk dat ik me aan het aanpassen of aan het aftasten ben, ten koste van mijzelf
In mijn werk merk ik dat God nogal eens gebruikt wordt, om het eigen helingsproces niet te hoeven aangaan. Dan wordt God gebruikt als een vluchtweg, als een bypass.
Ik toets taal en gedrag altijd aan het Leven. Klopt wat er nu gezegd en/of gedaan wordt met de Levenswetten? Zet dit iemand in zijn kracht of haalt het hem juist uit zijn kracht? Doet het iemand opstaan of juist gaan zitten? Blijft iemand bij zichzelf of is hij vooral met de ander bezig?
God wordt gebruikt als bypass, als bijvoorbeeld:
=> uitspraken van God gebruikt worden om daarmee aan de levenswetten te ontkomen.
=> de uitspraak of het gedrag tegen de levenswetten ingaat.
=> het de persoon in isolatie brengt: ik doe het wel alleen.
=> het je apart zet, je bent anders, het tilt je boven de ander uit, waardoor jij de pijn van het leven niet onder ogen hoeft te komen.
=> het jouw bijzonderder maakt dan anderen en je uit de stroom van het leven haalt.
=> je probeert te ontkomen aan de scheiding tussen merg en been
=> het je tegen confrontatie beschermt, waardoor je verdriet van jezelf niet hoeft aan te gaan
=> het je buiten de stroom van het leven zet en daardoor houd je je negatieve overtuigingen van jezelf in stand.